Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – KPMG Meijburg & Co

Overheden slijpen de messen in de strijd tegen begrotingstekorten. Gevolg is dat ze meer belasting moeten heffen en agressiever zullen gaan innen. De belastingadviseurs van KPMG Meijburg & Co bieden cliënten bescherming tegen te grote inhaligheid en dubbele heffing. Een goed netwerk en internationale ervaring is daarbij onontbeerlijk.
 

De Griekse crisis zette de financieringsproblemen van overheden in de eurozone begin dit jaar in de schijnwerpers. Maar het probleem van overheden die kampen met hoge schulden en forse begrotingstekorten speelt wereldwijd, zegt Jaap Rog bestuursvoorzitter van KPMG Meijburg & Co Belastingadviseurs. “Belastingheffing krijgt hierdoor een andere positie in de samenleving. Hij komt meer op de voorgrond. Het dichten van tekorten en het terugdringen van de staatsschuld heeft voor veel landen de hoogste prioriteit. Ze zetten alle zeilen bij om hun inkomsten te verhogen. Het ligt voor de hand dat er dan meer strijd gaat ontstaan tussen belastingplichtigen en overheden. Vooral multinationals zullen dat gaan merken, niet per definitie de grote ondernemingen, ook de kleine die over de grens werken. Overheden zullen geneigd zijn het eigen bedrijfsleven te ontzien, maar ook daar zal meer druk ontstaan. Denk in Nederland bijvoorbeeld aan het opschroeven van de WOZ-waarde van winkelpanden waarmee lokale overheden hun inkomsten willen verhogen. Overigens mogen we ons in Nederland nog gelukkig prijzen met een goede en professionele belastingdienst.”

Protectionisme

De trend van hogere heffingen en agressievere inning speelt vooral bedrijven parten die grensoverschrijdend werken. De eerste tekenen daarvan zijn al zichtbaar, zegt Marc Temme, partner en lid van de Task Force Commercie. “We merken dat belastingdiensten de grenzen van de wet verkennen. Bijvoorbeeld bij de regels voor interne verrekenprijzen tussen vestigingen in verschillende landen. Soms gaat dat zo ver dat de fiscus een standpunt inneemt dat haaks staat op bestaande wetgeving. Ook zien wij dat bedrijven die hun buitenlandse vestiging hebben opgezet als vaste inrichting opeens extra belasting moeten gaan betalen.”
De situaties die Temme schetst doen zich voor ondanks internationale belastingverdragen. Zelfs in de Europese Unie, weet Rog. “De afgelopen twintig jaar heeft in Europa een enorme harmonisatieslag plaatsgevonden. Nu het economische tij tegenzit, zie je dat landen zich protectionistisch gaan gedragen. Overheden worstelen met de wetgeving uit Brussel in hun streven de opbrengsten te verhogen.” Maar de meeste conflicten ontstaan met overheden in opkomende markten, vervolgt hij, ook al zijn daar vaak belastingverdragen van toepassing.

Internationale ervaring

Bedrijven die tegen een inhalige overheid aanlopen, kunnen drie dingen doen. Alles voor lief nemen en de extra belastingdruk aanvaarden. De zaak laten escaleren en aansturen op een confrontatie voor de rechter. Of een conflict in de kiem proberen te smoren en zo snel mogelijk rechtszekerheid krijgen. De derde mogelijkheid is het aantrekkelijkst, maar tegelijkertijd het ingewikkeldst, weet Temme. Belastingwetgeving is immers zeer complex en per land verschilt de interpretatie van de wet en de houding van de belastingdienst. “Bedrijven hebben een adviseur nodig die hen daarin bijstaat. Vakkennis is voor een goede adviseur een eerste en absolute voorwaarde. Maar het is onmogelijk een conflict snel en doeltreffend in de kiem te smoren zonder een uitgebreid netwerk en voldoende ervaring. Als sprake is van schending van een internationaal verdrag, dan moeten de verschillende autoriteiten daarover discussiëren. Je kunt die autoriteiten alleen bij elkaar brengen als je daar de juiste contacten hebt.”
Een belastingadviseur heeft dus pas echt meerwaarde voor een cliënt als behalve diens vakkennis, zijn netwerk in orde is en hij voldoende praktische ervaring heeft. KPMG Meijburg & Co heeft beide. “Van oudsher staan onze adviseurs bekend om hun vaktechniek. Tel daarbij op dat wij wereldwijd aanwezig zijn en het is duidelijk dat bedrijven hier voor fiscaal advies aan het juiste adres zijn. Wij staan altijd voor onze cliënten. Met verstand en binnen de wet. Als adviseurs bieden we rechtsbescherming tegen buitensporige inhaligheid van overheden en zorgen we dat cliënten zo snel mogelijk zekerheid hebben over hun fiscale positie”, zegt Rog.

Flexibel

De veranderende opstelling van overheden vergt van belastingadviseurs dat zij daarop kunnen inspelen. Anders gezegd: ze moeten zich flexibel aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Andere trends vereisen dat eveneens. Temme wijst op de overstap van papieren naar elektronische aangiften. De digitalisering heeft de basis gelegd voor horizontaal toezicht, de verschuiving van controle achteraf naar overeenstemming vooraf. “Waar we cliënten in het verleden hielpen bij het invullen van hun aangifte, daar adviseren we nu over de totstandkoming van de aangifte. Het proces van gegevensverwerking wint aan belang. Bedrijven moeten kunnen aantonen dat ze dit proces beheersen, zodat de fiscus geen twijfel hoeft te hebben over de output. Van ons vraagt dat meer kennis van IT-systemen. Daarom nemen we nu EDP-auditors in dienst die we intern fiscaal trainen.” Een derde trend appelleert vooral aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van KPMG Meijburg & Co, vertelt Rog. “Via de beroepsorganisatie geven wij input in het wetgevingsproces waarmee we hopen heldere wetten en verdragen te krijgen. Ik vind het onze maatschappelijke taak daaraan bij te dragen. Dat samenspel tussen overheid en private sector loopt hier in Nederland beter dan ooit.”

KPMG Meijburg & Co

Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen
Postbus 74600, 1070 DE Amsterdam
Telefoon: (020) 656 16 56
Fax: (020) 656 11 00
E-mail: [email protected]
www.kpmg.meijburg.nl
 

Vergeet ceo’s die om 4 uur opstaan, goed slapen is belangrijk voor leiders

Lange tijd werd gedacht dat de echt succesvolle leiders maar weinig sliepen. Dit blijkt een mythe. Goed slapen is belangrijker dan ooit.

goed slapen leider kantoor
Foto: Getty Images

Vroeger was het vrij normaal om als leidinggevende op te scheppen over hoe kort je nacht wel niet was. Het verleende je zelfs aanzien en status. Andere mensen binnen de organisatie hadden hier bewondering voor of hadden het gevoel dat ook zij korte nachten moesten maken om ‘bij te blijven’.

Beroemd (of berucht?) zijn ook de voorbeelden van bekende ceo’s die er extreme gewoontes op nahouden. Zo staat Apple-topman Tim Cook naar verluidt om 3.45 uur op. Dan kan hij eerst een uur ongestoord werken om vervolgens om 5 uur de fitnesszaal binnen te stappen. Om 20.45 uur ligt Cook weer in bed. Genoeg slaap dus, maar zeker geen circadiaan ritme.

Lees ook: Om 5 uur opstaan: hoe goed is dat echt?

Belang van goed slapen

De tijden zijn gelukkig veranderd. Steeds meer mensen zien het belang van slaap in en durven er gewoon voor uit te komen dat zij nachten maken van acht of negen uur.

Een goede nachtrust zorgt er onder meer voor dat herinneringen beter worden opgeslagen en emoties beter worden verwerkt. Slaaptekort kan daarentegen nare gevolgen hebben. Voorbeelden zijn een verminderde concentratie, stemmingswisselingen, een lagere reactiesnelheid en een hoge bloeddruk. Bovendien reageren managers met slaaptekort veel negatiever op hun medewerkers.

Hoewel goed slapen dus steeds meer in de belangstelling staat, zijn er nog altijd leidinggevenden die lijden aan slaapgebrek en daardoor niet goed functioneren. Uit een internationaal onderzoek van  Center for Creative Leadership bleek dat maar liefst 42 procent van de leidinggevenden zes uur of minder per nacht slaapt.

Wijsheid en discipline

Bij een ander onderzoek werd er onderscheid gemaakt tussen executives en non-executives. Hieruit kwam naar voren dat uitvoerende leiders hun slaap gedurende hun carrière steeds meer prioriteit geven. Simpel gezegd: hoe verder ze kwamen, hoe beter ze sliepen.

Een mogelijke verklaring hiervoor is dat topmanagers de wijsheid en discipline hebben opgebouwd om genoeg te slapen. Daardoor kunnen ze op hoog niveau presteren zonder opgebrand te raken.

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Een zorgwekkender resultaat betrof de groep non-executives: maar liefst 68 procent sliep slechts vijf tot zeven uur per nacht. Onderzoekers Rasmus Hougaard en Jacqueline Carter geven aan: ‘We hopen dat dit onderzoek aspirant leiders doet inzien dat ze slaap op hun prioriteitenlijstje moeten zetten.’

De belangrijkste boodschap: als je een effectieve leider wil zijn en hogerop wil komen, zorg dan voor voldoende slaap.

Ook neurowetenschapper Els van der Helm geeft aan dat er nog wel wat te winnen valt op het gebied van slaap bij leidinggevenden. Aansluitend bij bovenstaande resultaten ziet ze echter wel dat topmanagers hun slaap steeds meer prioriteren. Het beeld dat juist de echt succesvolle leiders maar weinig slapen, klopt volgens haar dan ook niet.

‘Nee, dat is een mythe. De meesten slapen gewoon zeven tot negen uur per nacht. Dat is normaal en gezond’, aldus de slaapexpert.

Lucky short sleepers

Op internet circuleren verschillende lijstjes met de slaaproutines van bekende ceo’s en andere succesvolle mensen. Daarbij valt op dat leiders als Donald Trump en Elon Musk toch wel heel weinig slapen.

‘Klopt, van die mensen is bekend dat ze korte nachten maken. Maar Elon Musk heeft bijvoorbeeld wel aangegeven dat hij graag beter zou willen slapen’, aldus Van der Helm.

Mensen zoals Donald Trump, die maar vier tot vijf uur per nacht slapen, staan ook wel bekend als ‘lucky short sleepers’. Volgens Van der Helm is de hoeveelheid slaap die je nodig hebt genetisch bepaald: ‘Maximaal drie procent van de bevolking kan goed functioneren met zes uur slaap of minder. Dat is echt heel zeldzaam.’

Het is dus niet zo dat je per definitie kort moet slapen om succesvol te zijn. Maar wie weinig slaap nodig heeft, heeft misschien wel meer kans om verder te komen in het leven. ‘Je kan wel verwachten dat deze mensen overgerepresenteerd zijn aan de top, zeker als ze die extra uren goed besteden’, zegt Van der Helm.

Grotere kans op ziektes

Er zijn zoals gezegd maar weinig mensen gezegend met dit bijzondere gen. Een veel grotere groep mensen maakt wel korte nachten, maar functioneert daarbij helemaal niet goed. Uit een Amerikaans onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat 40 procent van de Amerikanen minder dan zes uur slaapt.

Van der Helm: ‘Dit is heel zorgwekkend. Chronisch slaapgebrek verhoogt de kans op onder meer Alzheimer, beroertes en kanker. Bovendien creëer je zeer onveilige situaties als je chronisch vermoeid bent.’ De Nederlandse situatie ziet er wat rooskleuriger uit: 90 procent van de Nederlandse bevolking slaapt de aanbevolen zeven tot negen uur.

Niet alleen de hoeveelheid slaap is hierbij echter van belang, ook de kwaliteit van de slaap. Zo blijkt uit onderzoek van de Johns Hopkins University School of Medicine dat een korte slaap van goede kwaliteit beter voor de gezondheid is dan een langere periode van onderbroken slaap.

Van der Helm: ‘Gelukkig geven steeds meer leiders aan dat ze bewust bezig zijn met het verbeteren van de kwaliteit van hun slaap. Arianna Huffington is een goed voorbeeld, zij schreef er zelfs een boek over.’

Oplossingen voor goed slapen

Volgens onderzoeker Christopher Barnes zijn er meerdere oplossingen waarmee leiders zowel de kwaliteit als de kwantiteit van hun slaap kunnen verbeteren. Denk aan een het introduceren van een stabiel slaapschema en het vermijden van bepaalde stoffen vlak voor het slapengaan (onder andere cafeïne, alcohol en nicotine).

Daarnaast helpen ontspannings- en meditatieoefeningen stress of spanning te verminderen, waardoor het gemakkelijker wordt om in slaap te vallen.

Barnes noemt nog een paar oplossingen die dikwijls over het hoofd worden gezien.

#1 Het veranderen van je schermgebruik

Licht – met name het blauwe licht van schermen – onderdrukt de aanmaak van melatonine, een stof die je helpt bij het in slaap vallen. Het advies is dan ook om ‘s avonds en ‘s nachts niet meer op je telefoon of tablet te kijken. Als je niet anders kan, overweeg dan een speciale bril aan te schaffen die blauw licht filtert. Ook is er de mogelijkheid om bij bepaalde apps de donkere modus aan te zetten.

#2 Het bijhouden van je slaap

Steeds meer leiders houden hun slaappatroon bij via dagboeken of elektronische trackers. Bedenk hierbij wel dat lang niet alle metingen even nauwkeurig zijn. Voor een accurate meting van je slaap-waakritme raadt Barnes ActiGraph aan.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#3 Hulp zoeken bij slaapstoornissen

Slaapstoornissen als slapeloosheid of slaapapneu kunnen vaak goed behandeld worden. De meeste mensen worden echter nooit gediagnosticeerd. Zoek daarom hulp als je het idee hebt dat er bij jou weleens sprake zou kunnen zijn van een slaapstoornis.

#4 Meer dutjes doen

Leiders denken vaak dat een dutje gelijkstaat aan luieren maar een powernap is juist goed voor het cognitieve proces. Een kort dutje van twintig minuten verlaagt het stressniveau en verhoogt het concentratievermogen en de productiviteit.

Ja, Gen Z verwacht een hoog salaris – en dat is niet meer dan terecht

De salariseisen van Gen Z lijken op papier fors. Toch valt het mee als je dat in perspectief plaatst, schrijft Gen Z-expert Laura Bas. De echte winst is te behalen in de communicatie. Want waarom is het vaak zo onduidelijk wat je moet doen om salarisverhoging te krijgen?

generatie z salaris

‘Net uit de luiers, fris uit de schoolbanken, maar wel een salaris vragen waar ik bijna tien jaar voor heb moeten werken!’, brieste een manager tijdens een consultancyklus.

Ook ik kan dit beamen: de salariseisen van de nieuwste generatie werknemers zijn fors. Toch zijn er veel misverstanden over Gen Z’ers en het loon dat ze vragen. Want als je het in perspectief plaatst, valt de buitensporigheid wel mee. En de echte winst is bij veel organisaties niet altijd te halen bij het salaris zelf, maar vooral bij de communicatie hierover.

Het leven is stukken duurder geworden

Om te beginnen met de salariseis: een koophuis is anno 2024 iets voor de elite. Zo constateerde taxatiebedrijf Calcasa vorige maand dat je met een modaal inkomen volslagen kansloos bent om een gemiddeld koophuis te kunnen kopen. Het verkrijgen van een sociale huurwoning lijkt eveneens een lot uit de loterij; in 2022 wisten 22 mensen zonder voorrangsregeling zo’n woning in Amsterdam te bemachtigen.

Maar het zijn niet alleen de (huur)woningen die flink duurder zijn geworden: de inflatie in datzelfde jaar piekte op 14,5 procent. Een moeilijke tijd voor iedereen zou je denken, maar niets is minder waar. Zo concludeerde het CBS al dat de (operationele) winsten van grote ondernemingen met 60 procent zijn toegenomen en de dividenduitkeringen met 107 procent. De medewerkers van deze winstgevende bedrijven zagen hier, ondanks hun oplopende kosten, weinig van terug: de lonen stegen met slechts 7 procent.

Lees ook: Generatie Z lui? Nergens zijn zoveel jonge mensen aan het werk als in Nederland

Ook de jeugd wordt door deze ontwikkelingen sterk geraakt in haar portemonnee: uit onderzoek van Deloitte blijkt dat 40 procent van Gen Z’ers van salarisstrook tot salarisstrook leeft, en dat een van hun grootste zorgen de kosten van levensonderhoud zijn. Om nog maar te zwijgen over hun fikse studieschuld door het ruim achterhaalde leenstelsel. Niet gek dus dat ze naast stijgende kosten ook meer salaris beginnen te vragen.

Wees transparant over het salaris

Aan de ‘hoge’ salariseisen kun je als organisatie weinig veranderen, maar aan de communicatie hieromtrent wel. Een pijnpunt van veel organisaties is dat het sollicitatieproces regelmatig stukloopt op de salarisonderhandeling, waarbij de verwachtingen niet helemaal op één lijn blijken te liggen.

Een klein onderzoek wijst uit dat het salaris vaak onvindbaar is in de vacature en is vervangen door de term ‘marktconform’. Maar als het salaris daadwerkelijk zo ‘marktconform’ is, waarom zet je het dan niet in de vacature?

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

De frustratie is aan de andere kant net zo groot. Ik hoor vaak van jonge mensen dat ze niet weten hoe ze op een ‘professionele’ manier vooraf naar het salaris kunnen vragen. Uit angst om als ‘geldwolf’ over te komen, slaan velen deze stap over. En als ze het wel doen, krijgen ze vaak te horen dat het ‘van hun ervaring afhangt’, waardoor het lastig is om hierover concrete uitspraken te doen.

Uiteindelijk zijn zij net zo teleurgesteld als ze na het doorlopen van de hele sollicitatieprocedure ontdekken dat ze met die salarisindicatie nooit aan het proces waren begonnen. Door proactief een salarisrange in de vacature op te nemen, bespaar je de organisatie niet alleen een hoop teleurstellingen, maar ook vooral veel tijd.

Duidelijke criteria voor salarisverhoging

Hetzelfde geldt voor de vraag om salarisverhoging, die bij de jongste generatie vaak op een ietwat onverwacht – lees: vooral snel – moment blijkt te komen.

Hoewel ik het ermee eens ben dat de vaart hierin best mag worden verminderd, verwonder ik me er tegelijkertijd over dat in veel bureaucratische organisaties, waar van alles is vastgelegd en overal protocollen voor zijn, vrij weinig mensen je kunnen vertellen wat je concreet moet doen om bijvoorbeeld manager te worden of hoe je een salarisverhoging krijgt.

Een van de dingen waarin Gen Z erg goed is, is het stellen van de ‘waarom’-vraag: ‘waarom krijg ik dan geen salarisverhoging?’ Probeer dit niet te zien als een ordinaire vraag om meer geld, maar als een roep om verduidelijking.

Als organisatie kun je hierop inspelen door vooraf duidelijke en ambitieuze doelstellingen te koppelen aan een salarisverhoging of promotie. Laat een salarisstijging in ieder geval niet alleen afhangen van een jaarlijkse beoordeling, die vaak relatief abstract is en lang niet altijd meetbaar zijn.

Het goede nieuws

Dat het leven duurder wordt als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en politieke keuzes is een gegeven waar beide partijen niet directe invloed op hebben, maar wel mee moeten omgaan.

Het goede nieuws is dat de omgang met de salarissen uiteindelijk neerkomt op het creëren van transparantie en duidelijkheid. Maar dat iets simpel klinkt, betekent nog niet dat het eenvoudig is.

Lees ook ons interview met Laura Bas over generatie Z: ‘Hiërarchie is echt een pijnpunt’

De docu over Tata Steel lijkt sympathiek, totdat de topman emotieloos iemand op straat zet

In de documentaire 'Staal' over Tata Steel krijgen kijkers een blik achter de schermen bij het bedrijf. Maar of dat nu leidt tot meer begrip? Opening van zaken geven werkt soms averechts, ziet bestuursadviseur Rob Huisman. 'Transparantie werkt helaas vaker niet dan wel.'

tata steel documentaire staal hans van den berg
De huidige ceo Hans van den Berg werkt al sinds 1990 bij Tata Steel, dat toen nog de Hoogovens heette. Foto: Tata Steel / Getty Images

Transparantie: het is een modewoord dat je te pas en te onpas tegenkomt. Allemaal in de denkwijze dat moderne werknemers, kiezers, burgers, aandeelhouders, klanten en leveranciers niet dom zijn. Dat iedereen altijd volledig en open geïnformeerd wil worden. Dat is immers eerlijk en rechtvaardig.

Bovendien voorkomt transparantie naderhand allerlei discussie en limiteert het de risico’s van een juridische nasleep. Want we hebben toch alles transparant gemaakt?

Tata Steel Nederland is een actueel voorbeeld van min of meer radicale transparantie. De onderneming vaart sinds enkele jaren een nieuwe koers en probeert met een niet eerder vertoonde toegankelijkheid te overleven in de IJmond.

Maar de vraag is: werkt het ook? Staat Tata Steel er nu inmiddels beter op dan enkele jaren terug?

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Breuk met het verleden

Ik heb onlangs gefascineerd gekeken naar Staal, de vierdelige documentaire over Tata Steel bij de NPO. Het gebeurt niet vaak dat je zo’n mooi gefilmd inkijkje krijgt bij een bedrijf, het bestuur, de werknemers, de omwonenden en de actievoerders.

De medewerking van ceo Hans van den Berg van Tata Steel aan deze docu past in de nieuwe lijn van communiceren die ondenkbaar was in de tijd dat het bedrijf nog Corus heette, en daarvoor door het leven ging als de Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken.

Lees ook: De Tata Steel-ceo had een reprimande van zijn zus nodig om te veranderen; geef elke leider zo’n zus

Aan de ene kant bewonder ik de overlevingsdrang van het bestuur van Tata Steel Nederland. De fabriek zit al meer dan honderd jaar op deze locatie, levert staal van topkwaliteit en is minder vervuilend dan ooit. Alleen, de tijden veranderen. De maatschappelijke tolerantie voor milieuschade, klimaatverandering en gezondheidsrisico’s neemt zienderogen af.

Doorgaan op de oude voet is voor het staalbedrijf geen optie meer. Daarom begrijp ik de breuk met het verleden en de nieuwe manier van communiceren.

Transparant: ja. Maar geloofwaardig?

Maar tegelijk betwijfel ik of Hans van den Berg zichzelf en zijn onderneming een dienst bewijst met de inmiddels ver doorgevoerde vorm van transparantie. Laat ik er één fragment van Staal uitlichten. Die scène, in de derde aflevering, draait om de onbeholpen wijze waarop de ceo zijn directeur duurzaamheid Annemarie Manger ontslaat – een directe collega in het bestuur en iemand die dertien jaar bij de onderneming heeft gewerkt.

Het is een scène die ik niet licht zal vergeten. De vraag die ik na het zien maar niet uit mijn hoofd kon krijgen: als een ceo op deze gevoelloze manier afscheid neemt van een naaste collega, iemand met wie hij jarenlang intensief heeft samengewerkt, hoe serieus kan ik dan zijn statements nemen over de mensen die minder dicht bij hem staan, die even verderop in de fabriek werken, die om de hoek in Wijk aan Zee wonen?

annemarie manger tata steel
Annemarie Manger vertelt in de documentaire ‘Staal’ over haar onverwachte ontslag bij Tata Steel. Beeld: NPO

Of, als je deze vraag naar een iets hoger niveau tilt: hoe geloofwaardig is deze communicator, als iedereen heeft kunnen zien hoe koud en kil het er achter gesloten deuren in de bestuurskamers aan toegaat? Wat Staal op een ongemakkelijke wijze laat zien, en niet alleen in deze scène, is dat transparantie een medicijn is met bijwerkingen die erger kunnen zijn dan de kwaal.

Ik kan deze docu aan elke leidinggevende aanbevelen. Door het ontbreken van een voice-over en het trage tempo van de beelden word je als kijker uitgenodigd om rustig zelf te observeren en te luisteren. Bijzonder is wel dat ik op de NPO-app eerst een reclamespotje van Greenpeace te zien krijg, voordat een aflevering begint. Terwijl Greenpeace een rol speelt in de docu en belanghebbende is in het conflict rond Tata Steel Nederland.

Ik vermoed dat de wereld te klein zou zijn, als zo’n documentaire vooraf zou worden gegaan door een spotje van het bedrijf.

Transparantie werkt vaak niet

Als je nog wat verder uitzoomt en naar vergelijkbaar moeilijke kwesties kijkt, dan zie je dat de roep om transparantie het luidst klinkt als mensen het gevoel hebben dat ze beduveld worden. Transparantie is daardoor een verleidelijke oplossing voor leidinggevenden die een toenemende druk voelen, die zich ogenschijnlijk ook steeds gedetailleerder moeten verantwoorden voor elke stap die ze zetten (en kunnen struikelen over iedere punt of komma die niet helemaal klopt).

En eerlijk is eerlijk, het is een ‘oplossing’ die op het eerste gezicht ontegenzeggelijk de charme heeft van de open en oprechte aanpak. We leggen alles op tafel, er blijft niets hangen in achterkamertjes en mensen mogen zelf hun mening vormen op basis van alle informatie die ruimhartig gedeeld wordt.

Er is alleen een keerzijde waar je weinig over hoort: transparantie werkt helaas vaker niet dan wel. En het resulteert soms zelfs in het tegendeel van wat er wordt beoogd.

Lees ook: Transparantie wordt overschat: ‘Het is een schaamlap bij alles wat misgaat’

Regie in handen houden

Bijna alles wordt tegenwoordig gemeten en in spreadsheets verwerkt. De hoeveelheid informatie die organisaties op hun website en in hun jaarverslag verstrekken is soms adembenemend. Wie leest dat allemaal? En wie is vervolgens in staat om dat hele pakket enigszins coherent te analyseren en daaruit de juiste conclusies te trekken?

Feiten zijn niet vanzelfsprekend en spreken zelden voor zich. Ze hebben duiding en sturing nodig. Voor moeilijke kwesties bestaan in de regel geen makkelijke oplossingen. Welkom in de arena waarin informatie wordt gewikt en gewogen, door middel van communicatie wordt gedeeld en uiteindelijk tot besluiten leidt.

Veel informatie wordt al vlug te veel informatie. Zeker als de turbo erop wordt gezet. Transparantie draagt zo niet bij aan een hoger doel, zoals het winnen van vertrouwen.

Beter is het om je als bestuur bewust te zijn van hoe communicatie en beeldvorming echt werken. Om open kaart te spelen, zonder in de valkuil van transparantie te belanden. Om regie te voeren op je eigen verhaal en daarmee op je eigen toekomst. En de regie niet uit handen te geven.

Lees ook deze artikelen van Rob Huisman: