Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Expertpanel

STELLING Een nieuwe directeur kan niet omschrijven wat zijn adviesbureau nu eigenlijk doet. Zijn bedrijf (40 fte) is een steeds losser geheel en, erger, ook de scheidslijn tussen de eigen organisatie en de netwerken van de consultants wordt steeds onduidelijker. Moet hij de organisatie stroomlijnen? Of moet hij een nieuwe vlag bedenken voor z’n lading, met daarbij de vraag: hoe doe je dat?

‘Moet ik onze consultants aan de lijn leggen?’

Rob Pols ceo ict-dienstverlener AtosOrigin

“Is een organisatie het spoor bijster, dan is er maar één plek om te beginnen: de klant. Wat willen zij en wat is hun beeld van de organisatie? Ik zou met 10 klanten om tafel gaan zitten en die vraag stellen. De vervolgvraag is dan: is mijn organisatiestructuur een reflectie van de wensen van die klanten?
De volgende stap is dan focus aanbrengen. Dit bedrijf kan met zijn 40 medewerkers maximaal 3 focusgebieden bieden, maar 2 is nog beter. Dan moet je dus ook kritisch kijken naar de mensen die er werken. Wie passen er bij die focus en wie niet? Een deel zal afvallen, die posities kun je vullen met passende mensen en zo de focus van de organisatie scherper krijgen.
Ik vermoed dat in het verleden de eigen ambitie te veel leidend geweest is en niet de wens van de klant. Het is beter om goeroes en nieuwe ontwikkelingen te volgen.
Daarnaast heeft het management een cruciale rol. Bij organisaties tot 10 man draagt sociale controle bij aan de focus. Met 40 mensen verwatert die en dat leidt ook tot een diffuser beeld. Het management moet op dagelijkse basis sturen op de eenheid van de bedrijfsactiviteiten.”

Hein Knaapen directeur human resources KPN

“Mijn eerste baas bij Philips leerde me een belangrijke les: als je niet in 1 A4’tje kunt uitleggen wat je doet, heb je het zelf niet begrepen. Dit is bij deze organisatie ook aan de hand. Er kunnen veel verschillende oorzaken zijn voor deze wanorde: toegeeflijkheid, gebrek aan kritische zin, te veel middelpuntvliedende krachten, gebrekkige leiding, kies maar. Maar ongeacht de oorzaak, de verandering moet beginnen bij de heroriëntatie op waar de organisatie voor is. Welk product of welke dienst leveren we nu eigenlijk? Dat is het makkelijkste deel.
Daarna volgt het lastige deel: de professionals zullen opnieuw moeten worden gedisciplineerd. Zij moeten terug naar het werk waar ze oorspronkelijk voor zijn aangenomen. De professionals zijn in de periode dat het bedrijf niet strak werd aangestuurd een eigen leven gaan leiden. Dat terugdraaien is een lastig proces, vaak ook een bron van veel arbeidsconflicten. Ik hoop voor de directeur dat hij daarvoor de ruggengraat heeft en dat niet al te veel medewerkers een in steen gebeitelde -arbeidsovereenkomst hebben. Het is een noodzakelijke fase waar hij met zijn bedrijf doorheen moet. Want als hij dat niet doet, kan hij wel vergeten dat zijn organisatie impact krijgt of – voor zover nog aanwezig – houdt.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Onno Maathuis zelfstandig adviseur en founding father van adviesbureau De BR-ND Positioneringsgroep

“Deze directeur moet het in de eerste plaats niet hebben over zijn bedrijf, maar over de markt waarop hij opereert. Hoe hij met zijn organisatie op die veranderende markt inspeelt, dát moet zijn verhaal zijn. Een lossere netwerkstructuur kan dan juist heel verstandig zijn. De organisatie stroomlijnen en terug in het harnas jagen is het terugdraaien van de klok. Zou ik niet doen.
Beter is het om te ‘hercategoriseren’, zoals dat in jargon heet: een nieuwe beschrijving voor je activiteiten vinden. Oliebedrijven zijn nu bijvoorbeeld energieleveranciers geworden, ze doen niet meer alleen in fossiele brandstof. Of neem Durex, eens condoomfabrikant gericht op bescherming, nu leverancier van een breed assortiment ‘speelgoed voor volwassenen’. Zo kun je ook stellen dat de termen ‘consultant’ en ‘adviseur’ eigenlijk verouderd zijn. Kennisintensieve organisaties werken in netwerkverband. De directeur kan dus beter daar een visie op formuleren. Waarom is zijn organisatie beter in het leggen van verbindingen dan zijn concurrent? Dat moet zijn verhaal zijn. Misschien moet hij ook naar een nieuwe term om zijn voormalige consultants te duiden.”

 

Pensioen regelen: hoe eerder, hoe beter. Dit zijn dé 5 momenten voor een pensioenregeling

In samenwerking met Doenpensioen van a.s.r. - Hoe eerder, hoe beter. Stap af van het idee dat een pensioenregeling vooral iets is voor grotere bedrijven. En regel bij het aannemen van je eerste medewerker zijn pensioen. Dit zijn dé 5 momenten voor startups en scaleups om over pensioen te beginnen.

pensioenregeling nick leben asr doenpensioen
Foto: Getty Images

Een groep van ruim 900.000 mensen. En dat verdeeld over maar liefst 85.000 werkgevers, oftewel: 29 procent van het totaal. Dat is de omvang waarover we praten als we kijken naar welke werknemers in Nederland in loondienst zijn, maar toch géén pensioen opbouwen.

Een grote groep, constateert Nick Leben, die voor Doenpensioen van a.s.r. met veel jonge en startende bedrijven in gesprek gaat over het opzetten van een pensioenregeling. Want met name bij veel startups en scaleups leven vragen als: ‘Wanneer kan ik nu het beste beginnen met een pensioenregeling?’ En ‘hoe werkt zo’n flexibele pensioenregeling voor mij en mijn medewerkers?’

In de praktijk ziet hij vaak verschillende momenten waarop dit soort vragen zich aandienen.

#1 Als je je eerste medewerker aanneemt

Hoewel er dus een grote groep ondernemers is die géén pensioenregeling aanbiedt, de zogenoemde ‘witte vlek’, is er ook een grote groep die er al bij de eerste medewerker mee begint. Sterker nog: van alle bedrijven die hun pensioenregeling onderbrengen bij Doenpensioen heeft meer dan 70 procent nog geen vijf medewerkers in dienst, en nog eens ruim 15 procent niet meer dan tien.

Het aantal bedrijven dat pas bij een nog grotere omvang hierover begint, is dus in de minderheid. Logisch, denkt Leben. ‘Een flexibele pensioenregeling groeit met je mee en past daardoor bij élk bedrijf en élk budget. En als je er vroeg mee begint, is het vaak ook nog makkelijker, omdat je hierdoor minder te maken hebt met draagvlak creëren onder medewerkers voor de beoogde pensioenregeling.’

#2 Als je seniors wil aannemen

Veel startups en scaleups werken in de begindagen vooral met jonge mensen, voor wie het pensioen vaak minder hoog op het wensenlijstje staat. Maar word je als organisatie volwassener en wil je professionals met ervaring aantrekken? Dan is een pensioenregeling vaak onontbeerlijk, constateert Leben.

‘Voor senior medewerkers is het gewoon een eis. Die rekenen het mee in hun arbeidsvoorwaarden. En omdat een pensioenbijdrage vaak goedkoper is dan het omrekenen in salaris, is het op zo’n moment vaak verstandig om een pensioenregeling te starten. Maak je toch afzonderlijke afspraken, dan is vaak het hek van de dam. Dan ontstaat mogelijk een jungle aan verschillende afspraken met collega’s over vergoedingen en compensaties en ben je mogelijk aan het discrimineren op geslacht en leeftijd.’

#3 Als je winst begint te maken

Veel startups hebben wel een goed idee, maar nog weinig tot geen budget. Een pensioenregeling voor medewerkers staat dan logischerwijs nog niet zo hoog op de prioriteitenlijst, dat beseft Leben ook. ‘Ze zijn dan vooral bezig met productontwikkeling, niet zozeer met arbeidsvoorwaarden. Maar zodra ze voor het eerst zwarte cijfers schrijven, zie je dat ze er vaak wel over gaan nadenken.’

Eigenlijk is er voor elke werkgever, met elk budget, wel een pensioenregeling mogelijk, zegt hij. ‘Je kunt bijvoorbeeld ervoor kiezen om als werkgever eerst te starten met een relatief lage inleg, maar wel je medewerkers de ruimte te geven voor extra inleg. Dat kun je dan later altijd nog uitbouwen.’

#4 Als je financiering ophaalt

Leben zegt het in de praktijk vaak mee te maken. Staat de ene week op MT/Sprout dat een bepaalde onderneming financiering heeft opgehaald, wordt hij een paar weken later door diezelfde onderneming gebeld voor een afspraak. Het is vaak hét moment om meer structuur in een organisatie aan te brengen. Een goede pensioenregeling hoort daarbij, constateert hij.

Bovendien is er dan volgens hem ook vaak meer ‘financiële ademruimte’. ‘Vaak wordt het dan ook besproken met de financiers en wordt het meegenomen in het plan van de financiering. Pensioen is daar dan ook een onderdeeltje van.’

Als je een pensioenregeling kunt aanbieden, wordt het ook makkelijker om medewerkers aan te trekken, ziet hij. ‘Je haalt er al een angel uit voor de toekomst. Mensen gaan er toch naar vragen. Het maakt groei makkelijker als je dan ja kunt zeggen.’

#5 Als je aantrekkelijker wil worden als werkgever

De krappe arbeidsmarkt gaat ook aan startups en scaleups natuurlijk niet voorbij. Dus ook het nadenken over hoe je als werkgever aantrekkelijk(er) kunt worden is vaak een moment om na te gaan denken over een pensioenregeling. ‘Dat kan bijvoorbeeld zijn als je ziet dat mensen te snel weer weglopen, maar ook als het moeilijk is om vacatures te vervullen’, zegt Leben. ‘Het is voor veel werknemers toch een belangrijk extra vinkje bij een werkgever.’

In de huidige arbeidsmarkt legt de gemiddelde werkgever die een pensioenregeling heeft bij Doenpensioen van a.s.r. elke maand zo’n 120 euro in, variërend van gemiddeld 79 euro in de sector sport en recreatie tot 154 euro in de IT.* ‘De werkgever heeft hierin zelf de regie’, benadrukt Leben. ‘Het kan afgestemd worden op het budget van de werkgever en is dus voor elk budget toegankelijk.’

Bij de deelnemers van Doenpensioen kiest meer dan de helft ervoor om ook de medewerkers een deel te laten bijdragen aan hun pensioenopbouw. Dit loopt uiteen van gemiddeld 51 euro (in sport en recreatie) tot 95 euro in de IT-sector*. Zo’n 46 procent van de werkgevers vraagt géén eigen bijdrage.

‘Maar of je nou wel of geen eigen bijdrage in de pensioenregeling verwerkt, bij het Doenpensioen van a.s.r. kunnen medewerkers altijd vrijwillig extra inleggen vanuit het brutosalaris’, verheldert Leben nog.

Hoe je het ook inricht, hij raadt ondernemers aan er op tijd mee te beginnen. En eigenlijk geldt volgens hem: hoe eerder, hoe beter. ‘De vraag komt vroeg of laat toch. Voor medewerkers is het de belangrijkste arbeidsvoorwaarde. Hoe eerder je begint, hoe meer profijt je daar later van hebt. Als je nog weinig medewerkers hebt, is zo’n regeling eigenlijk het makkelijkst in te voeren. Nieuwe medewerkers groeien dan vervolgens vanzelf erin mee.’

* op basis van een data-onderzoek onder de klanten van Doenpensioen van a.s.r.

Startup-expert Thomas Mensink mikt op 5 miljoen euro voor meeloopfonds GEC Capital

Met Golden Egg Check koppelt Thomas Mensink al jaren startups en investeerders aan elkaar om te zorgen voor fundingdeals. Sinds een tijdje investeert GEC Capital daarbij ook af en toe mee, in kleine plukjes van 50K. Het 'meeloopfonds' geeft nu gas en sluit op 4,5 miljoen euro. 'We zitten niet in de weg.'

thomas ytsen gec capital
Thomas Menink (links) en Ytsen van der Meer leiden GEC Capital.

Binnenkort sluit GEC Capital, het fonds opgericht door startupanalist Golden Egg Check, officieel zijn eerste investeringsfonds. De omvang: minimaal 4,5 miljoen euro, met een uitloop naar 5 miljoen. Geld dat in kleine plukjes van gemiddeld 50K zal worden ingezet voor talloze startups die de komende jaren funding ophalen.

Investeringen in een flink tempo

Het startupfonds heeft in de eerste twee jaar van zijn bestaan op die manier al 17 investeringen op zijn naam gezet. Een flink tempo: veel Nederlandse venture capital-investeerders zijn blij als ze elk kwartaal een deal weten te closen. Maar GEC Capital is dan ook niet zomaar een techfonds.

‘We werken heel anders dan de meeste Nederlandse vc’s’, zegt Thomas Mensink, die met hulp van Ytsen van der Meer het fonds leidt. ‘Zij zijn heel hands-on betrokken bij hun bedrijven, waardoor ze maar 10 tot 15 deals kunnen doen in vijf jaar. Wij liggen op schema om alleen dit jaar al 10 tot 15 deals te doen.’

Fondsprofiel

Naam: Golden Egg Check Capital
Fondsomvang: 4,5 miljoen euro
Scope: tech-startups
Geografische focus: Nederland en omringende landen
Ticket size: gemiddeld 50K
Portfolio: o.a. Valyuu, RUNNR.ai, Orq, Roseman Labs

Golden Egg Check loopt mee

Die snelheid waarmee GEC Capital deals doet, is verklaarbaar. De hoofdactiviteit van Mensink is het bij elkaar brengen van startups en hun investeerders om te zorgen dat daar deals uit voortkomen. Daarvoor verzamelt en deelt Golden Egg Check als startupanalist kennis en data, organiseert het events als StartupRoulette, maakt het startups investor ready en adviseert het ook de investeerders aan de andere kant van de tafel.

Lees ook: Dit zijn de beste adviezen van investeerders voor startup-ondernemers op zoek naar geld

Als je zó dicht op het vuur zit, lijkt het best een goed idee om mee te lopen bij een investeringsronde.

Mensink: ‘We zien veel startups en deals, kennen investeerders goed, weten wat hun voorkeuren zijn en leveren ze een bepaalde dealflow aan. Twee jaar geleden ontstond het idee om daar iets meer mee te doen: dat werd dit fonds, waarmee we mee-investeren onder dezelfde voorwaarden met een klein ticket.’

Daarmee is niet gezegd dat GEC Capital zich focust op de allervroegste pre-seed rondes. Met zijn bescheiden investering loopt het net zo goed mee bij rondes van miljoenen.

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Founder moet anderen helpen

Mensink: ‘Er is altijd een goede lead investor die de expert is en de due diligence heeft gedaan, daar leunen we in feite op. We kijken zelf wel goed naar de founder. Als die alleen op zoek is naar geld, is het vaak geen match met ons. We selecteren erop of iemand bereid is om andere founders te helpen. Het moet klikken. De lakmoesproef: ik stel mezelf de vraag of ik zin heb om op te nemen als ik de naam van deze persoon in mijn telefoon zie verschijnen.’

Want die klik met de ondernemers is wat GEC Capital ook onderscheidt van andere investeerders. ‘Wij gaan niet zeggen hoe de founder het bedrijf moet runnen. Maar we hebben inmiddels een flinke groep founders achter ons, peers die willen meedenken op basis van hun eigen ervaringen.’

Plekje op de cap table

Van der Meer: ‘We zijn ook op zoek naar een manier om vragen van onze founders uit te zetten bij die community. Misschien kunnen we volstaan met een maandelijks mailtje om te vragen waarmee ze struggelen. Wij durven in elk geval toe te geven dat we ook niet alle antwoorden hebben. Daar hebben ervaren investeerders het een stuk moeilijker mee. Terwijl we om ons heen een nieuwe generatie ondernemers in de technologie zien die erg van het pay it forward zijn.’

Met het eerste geld van Koejans Capital, het family office van internetveteraan Jan-Willem Tusveld (Vinden.nl), kreeg Mensink de kans te bewijzen dat de opzet van het meeloopfonds werkt. ‘Het was inderdaad afwachten of investeerders en startups ons wel een plekje zouden gunnen op de cap table, de lijst met aandeelhouders. Maar we zitten niet in de weg en komen er meestal wel tussen. En vaak werkt het ook andersom: dan kloppen founders bij ons aan voor kapitaal en kunnen we ze introduceren bij investeerders.’

Van der Meer: ‘We kregen van vc’s te horen: jullie hebben een vc-netwerk, maar gaan voor een angel-ticket. Daardoor is het makkelijk om jullie ertussen te plaatsen. Dat wordt anders als je voor 250K wilt meedoen.’

Thuis koken voor founders

Na die eerste validatie stapten ook angels als Andre Polderman (RecruitNow), Arjé Cahn (Hippo) en Geert-Jan Smits van Flinders in. Ondernemers die, op zijn Hollands gezegd, hun schaapjes redelijk op het droge hebben en het leuk vinden om in de nieuwe generatie te investeren.

Lees ook: Zijn startup faalde, daarom schreef Geert-Jan Smits (Flinders) een handboek over succes- en faalfactoren

Sinds kort is Van der Meer, investment manager bij regionale investeerder NOM, als venture partner verbonden aan het startupfonds.

Met de founders die nu in de stal van GEC Capital zitten, loopt die community al goed. Mensink: ‘Ik nodig ze uit bij mij thuis en kook voor ze. Een informele setting waarin ik me van mijn persoonlijke kant laat zien, dat werkt goed. Het paste de laatste keer nog nét in mijn eetkamer en iedereen hing rond de koelkast. De volgende keer moeten we toch echt op zoek naar een andere plek.’

Mensink noemt het ‘superbelangrijk’ om een familiegevoel te kweken en een cultuur te bouwen. ‘Dat zit in simpele dingen. Elke keer als we een nieuwe startup toevoegen, voegen we die toe aan de appgroep.’

Diverse club, breed portfolio

Een scherp thema heeft GEC Capital niet: in het portfolio vind je AI, digitale technologie, deeptech en marktplaatsen. Wel een tamelijk diverse club founders, wat gender en kleur betreft. Mensink: ‘Toeval. Of misschien zijn het mensen die net wat meer tegenslagen hebben moeten overwinnen dan andere ondernemers, die meer openstaan voor advies en elkaar vooruithelpen.’

Hier in Nederland is ons netwerk het sterkst, maar 30 procent van ons portfolio bestaat nu uit startups uit nabije landen: Duitsland, Zweden en Engeland. Er is genoeg moois om in ons eigen land te investeren, maar we willen ook een brug slaan naar investeerders in andere landen, ook voor de startups die we adviseren.’

Volgende fonds wordt groter

Deze zomer willen de twee hun fonds gevuld hebben, met voldoende kapitaal voor 35 bedrijven en ruimte om ook in vervolgrondes mee te investeren. Daarna denken ze al aan een vervolg met GEC Capital II. Van der Meer: ‘Alle tekenen staan op groen om in de zomervakantie van 2025 dat fonds te openen. En dat mag best wat groter zijn, zeg 15 tot 20 miljoen euro. Maar weer voor 35 tot 40 deals, iets grotere misschien, over een periode van drie jaar.’

Als analist houdt Mensink met Golden Egg Check ondertussen de blik op het Nederlandse startup-ecosysteem. Er is geen kwartaal- of jaarrapport over de staat van het ecosysteem of hij heeft de data geleverd en eraan meegeschreven. Wat heeft Nederland nodig om zijn positie te versterken als startupland?

Financiering een probleem in de vroege fase

‘Er is een probleem in de vroege fase, waar startups moeilijk aan geld kunnen komen doordat vc’s steeds grotere rondes willen doen. Er zijn fondsen als Lumo Labs, Arches Capital en Shamrock Ventures die in die vroege fase instappen, maar het blijft moeilijk.’

Lees ook: Tommy Hurley (Shamrock Ventures): ‘Al die techfondsen moeten meer aan pre-seed doen’

Van der Meer: ‘Maar als je een paar ton bij elkaar moet sprokkelen, moet je toch echt bij angels zijn. Founders moeten bewuster worden van de mogelijkheden daarvan: als je een sterk verhaal hebt, kun je er best tien vinden.’

Bij de grotere rondes moeten Nederlandse investeerders meestal afhaken. ‘Doorgroeien is dus een tweede probleem voor startups. De meeste unicorns hebben geen Nederlandse vc aan boord, omdat die de slagkracht daarvoor missen. Al gaat het de laatste tijd in de deeptech wel beter, met grotere fondsen van honderden miljoenen.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het derde punt, stelt Mensink, is dat investeerders zodra ze aan boord zijn, de startupfounders niet voldoende steunen. ‘Op allerlei manieren: ze willen controle houden, zetten eerder de handrem erop dan dat ze het gas verder intrappen. Natuurlijk pleiten we niet voor geld verbrassen, maar stimuleer de ondernemer meer. En als het tegenzit, zeg dan: oké, we gaan dit fixen, want we geloven in je. Ik zie in zo’n geval te vaak dat vc’s in een kramp schieten en gaan micromanagen.’

Lees ook: Deze 11 angel-investeerders maken van Nederlandse startups wereldspelers

Sociale app Evo vervangt de event-functie van Facebook: ‘Dit wordt helemaal niks of gigantisch’

Max van Zoest en Arjo van Ramshorst lanceren deze week Evo, een sociale app waarmee gebruikers hun event-agenda kunnen delen met elkaar of hun fans. 'We halen de event-functie van Facebook in feite uit Facebook.'

evo.social arjo van ramshorst max van zoest
Arjo van Ramshorst (links) en Max van Zoest, de oprichters van Evo.

Het klinkt als een idee. Steeds minder mensen gebruiken Facebook nog, maar áls ze er komen is het vaak vanwege de kalenderfunctie. Je vrienden gaan naar dit of dat event: moet jij niet ook komen? Het viel Max van Zoest (30), de afgelopen jaren investment manager bij investeerder Ponooc, op dat er nog niet een echt alternatief voor was.

Facebook vanwege de events

‘Slechts een derde van de Amerikaanse tieners gebruikt nog Facebook, en dan alleen vanwege de events. Je vindt zo’n functie niet bij de grote sociale apps als Insta of TikTok’, zegt Van Zoest. ‘Daar volg je vooral random mensen en ben je vooral met andermans leven bezig. Terwijl ik toch een trend zie: mensen willen weer gewoon dingen gaan ondernemen met echte vrienden.’

Dan helpt het dat je als clubje een agenda kunt delen. ‘Je kunt zien wat je vrienden gaan doen en krijgt aanbevelingen voor events. Zo volg je niet langer mensen achteraf, maar denk je na over de toekomst: wat ga ik doen met mijn vrienden, hoe maak ik mijn leven leuk?’

Agenda delen gaat privé

Agenda delen is gesneden koek voor je werk, maar privé bestond daar volgens Van Zoest nog geen app voor. ‘Ik kreeg het idee ooit toen ik op uitwisseling ging naar Singapore en de wedstrijden van Roger Federer wilde blijven volgen. Het bleek onmogelijk om zijn wedstrijden toe te voegen aan mijn kalender.’

Dat idee bleef sluimeren. Toen zeven jaar later Facebook in onbruik begon te raken terwijl Van Zoest nog steeds geen ander platform vond om agenda’s te volgen, nam hij een besluit. Na jaren investeren in startups gaf hij zijn baan op om aan ‘the other side of the table’ te gaan opereren.

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Proeidraaien met studentenverenigingen

Zelf is Van Zoest aan de TU Delft afgestudeerd in computer science. Omdat zijn programmeerskills inmiddels een beetje roestig zijn, haalde hij studievriend Arjo van Ramshorst over om in het startupavontuur te stappen. ‘Hij had overigens al jaren ervaring als cto bij verschillende startups.’

Met geld van enkele angels zijn Van Zoest en Ramshorst nu iets meer dan een jaar aan het bouwen. De afgelopen maanden is proefgedraaid met de app, onder andere bij studentenverenigingen in Breda en Maastricht. ‘Ik zat zelf ooit in het bestuur van mijn studentenvereniging, daar stuurden we de kalender rond als excelsheetje. Dat blijken ze acht jaar later nog precies zo te doen.’

Lees ook: Meer grip op je agenda en e-mail? Begin bij je werkweek

Wedstrijdagenda van sporters

Dat kan natuurlijk handiger: de vereniging maakt de kalender aan in Evo en nodigt alle leden uit om de kalender te volgen. Vanzelfsprekend moeten ze daarvoor de app downloaden, die zichzelf daardoor rap kan verspreiden. ‘We hopen natuurlijk dat jaarclubs en andere subgroepen ook hun eigen kalenders gaan aanmaken en delen.’

Een mooie feature die technisch nog best ingewikkeld was om te bouwen, is de mogelijkheid om de kalenderinfo uit de Evo-app zonder gedoe te synchroniseren met je standaard agenda in Google of Apple.

Van alle voetbalteams heeft Evo ook al de kalenderinformatie klaarstaan. En nu zijn app live is, wil Van Zoest snel meer studentenverenigingen aanhaken, maar ook sporters. Fans willen graag weten wanneer een sporter wedstrijden speelt, en de informatie over die wedstrijdagenda wordt nogal verbrokkeld aangeboden. ‘We spraken een manager die het zelf niet eens op één plek bij de hand had.’

Freeke Moes deelt haar agenda

Hockeyster Freeke Moes, speler van het Nederlands elftal en aanvalster van Amsterdam, wordt de eerste die haar agenda gaat delen met fans. ‘We zien dit vooral voor individuele sporters als mogelijkheid om hun fans beter te bereiken. Op Insta concurreer je met de duizenden posts per dag die gebruikers langs zien flitsen. Hier heb je van begin af aan een vaste relatie via de events in de agenda.’

Op wie Evo mikt? Aan de ene kant op groepen vrienden die hun feestagenda willen delen. Maar daarnaast is er een groep ‘creators’: de sporters, artiesten of verenigingen die hun aanhang willen bereiken. ‘Je kunt een Insta-story aanmaken om een event te promoten met een linkje, maar dat is eenmalig. Nu kun je elk event op de kalender zetten, compleet met linkje naar de tickets of de livestream. Het is veel intiemer dan Insta: we noemen het ook wel een Substack voor kalenders.’

evo social agenda app
Bron: evo.social

Zo snel mogelijk viraal

Wat de inkomsten betreft: die kunnen straks komen uit betaalde suggesties voor events, uit de verkoop van de techniek om agenda’s te synchroniseren aan derden of gebruikers die willen betalen voor premiumfuncties die nu nog niet beschikbaar zijn. Want eerst is het, zoals met elke sociale app, zaak om zo snel mogelijk gebruikers te verzamelen.

‘Klopt. De hamvraag is: hoe maken we dit zo viraal mogelijk? We gaan woensdag live op Product Hunt, de site waar nieuwe producten worden gelanceerd. Daar hopen we aandacht te trekken. Maar de komende tijd willen we sporters en studenten inzetten als ambassadeurs om groep voor groep te groeien. We willen niche voor niche gaan bouwen, niet alles voor iedereen zijn.’

Brede sociale app

‘We kijken naar nichesporten, ook omdat we geen oneindig budget hebben en sporters vooral ervan willen overtuigen dat ze er zelf baat bij hebben. We hebben een mooie sportzomer voor de boeg waarin we veel kunnen proberen. Aan de andere kant willen we onszelf ook niet beperken tot sport, studenten of festivals. Het moet een brede sociale app blijven.’

Hoe het leven is aan de andere kant van de tafel? ‘Heel anders. Als investeerder ben je zo high level als het maar zijn kan: je kijkt naar de markt, het founders-team en de metrics, je bent als commissaris of aandeelhouder betrokken bij een onderneming maar je bouwt die niet zelf op. Als founder ben jij degene die alles doet. Ik denk na over waar elke knop komt in de app, en ook nog welke kleur die krijgt. Als ik maandag onder de douche een goed idee heb, gaat het woensdag live in de App Store.’

Lees ook: 20 vragen die je moet kunnen beantwoorden als je groeigeld wil ophalen

Potentie om groot te worden

Het is goed om beide kanten te hebben meegemaakt, weet Van Zoest nu al. ‘Ik ga eigenlijk de omgekeerde weg, als investeerder die startupondernemer is geworden. Maar als ik ooit terug zou gaan het vak in, zou ik een betere investeerder zijn.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Voorlopig zet hij alles op alles om Evo groot te maken. Dat kan, en dat moet ook wel, met een app waarvan het businessmodel pas gaat zoemen als er een massa gebruikers is die ook blijft terugkeren.

‘Het wordt helemaal niks of het wordt gigantisch. Als dit lukt, moet het echt een van de sociale apps in je telefoon worden. Dat vinden we vooral ook het vette eraan. En ja, dat vond ik als investeerder ook belangrijk: een startup moet de potentie te hebben om heel groot te worden. De investering die zoveel oplevert, dat die de vele andere mislukkingen meer dan goed maakt.’

Zo veroveren Arjanneke Teeuw (Yogho! Yogho!) en Nicole Horsmans (Soof Drinks) internationaal de drankenmarkt

In samenwerking met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland - Vrouwelijke ondernemers moeten het nog altijd doen met minder investeringen dan hun mannelijke collega's. Toch zien Arjanneke Teeuw (Yogho! Yogho!) en Nicole Horsmans (Soof Drinks) ook onbenutte kansen voor vrouwen. 'Er gaan eigenlijk nog veel te weinig vrouwen op handelsmissies.'

arjanneke teeuw yogho yogho nicole horsmans soofdrinks
Links Arjanneke Teeuw van Yogho! Yogho!, rechts Nicole Horsmans van Soof Drinks.

Van Healthy People naar Yogho! Yogho!

Na enkele jaren te hebben gewerkt voor grote multinationals, startte Arjanneke Teeuw in 2005 met Healthy People. ‘Allerlei kleine bedrijfjes van mij kwamen nooit écht van de grond. Je moet er keihard voor werken als je een vernieuwend concept groot wil maken in een lastige markt. Ik wilde graag een gezond product op de markt brengen voor een brede doelgroep.’

Healthy People werd marktleider in special juices en kokoswater. In 2020 verkocht Teeuw het bedrijf aan Riedel. In datzelfde jaar stopt de productie van yoghurtdrink Yogho! Yogho!, de merknaam die Teeuw een jaar later kocht.

‘Dat liedje zit bij veel mensen nog steeds tussen de oren’, lacht ze. ‘We willen ermee verdergaan, maar niet als de zoete melkdrank zoals velen het zullen kennen, maar als volledig veganistisch alternatief. Zónder suiker en met positieve voedingsstoffen. We maken er nu iets positief gezonds van.’

‘Siroop zonder zooi’

Nicole Horsmans deelt deze missie om, duurzamere producten zonder onnodige ingrediënten te creëren. Horsmans is mede-oprichter van Soof Drinks, dat siropen en frisdranken produceert op basis van 100 procent natuurlijk fruit, groenten en kruiden. ‘Ik heb altijd kansen gezien, ook tijdens mijn werk als category manager voor een aantal van de grootste supermarkten. Ik wil iets neerzetten dat écht beter en duurzaam is.’

Zo kwam Horsmans op het siroopconcept ‘zonder zooi’, waar ze sinds 2015 samen met mede-oprichter Daan Harterink fulltime aan werkt. ‘Waarom zitten alle siropen bomvol toegevoegde suiker, als een mix van wortel, appel en gember ook natuurlijk lekker en zoet kan zijn? Soof heeft de potentie om de frisdrankenmarkt op te schudden.’

Harder werken om gezien te worden

Veel vrouwen dromen ervan hun eigen startup of bedrijf te runnen, maar vaak blijft het bij een droom. Genderongelijkheid gooit toch nog vaak roet door de limonade, zo blijkt uit het rapport State of Dutch Tech van Techleap. In de afgelopen vijf jaar ging slechts 9 procent van het groeikapitaal naar founding-teams die uit ten minste één vrouw bestaan.

Voor female-only teams ligt dat percentage nog een stuk lager. In 2022 kwam slechts 0,6 procent van het groeikapitaal terecht bij startups met louter vrouwelijke oprichters, becijferde Golden Egg Check.

‘Mannen hebben nog altijd de neiging om met mannen te praten’, bevestigt Teeuw. ‘Tijdens financieringsgesprekken kijken mensen nog altijd eerder naar mijn man. Ik weet niet of het opzettelijk is, maar het maakt wel dat je als vrouw harder moet werken om gezien te worden. Toen ik met Yogho! Yogho! aan de slag ging met een financiering waren er maar twee geïnteresseerden. Dat waren allebei vrouwen.’

Speelveld gelijk trekken

De dranken van Soof én Yogho! Yogho! zijn inmiddels in steeds meer supermarkten te vinden. Nu richten beide ondernemers zich op een internationale groei van hun merken, waarin ze hulp krijgen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Met een scala aan handelsmissies én subsidieopties willen RVO en het ministerie van BZ bijdragen aan een gelijker speelveld voor vrouwelijke ondernemers.

‘De handelsmissies stellen mij in staat om mijn werk in het buitenland te presenteren en contact te leggen met klanten en producenten’, vertelt Horsmans, die in 2022 op haar tweede handelsmissie ging, naar Duitsland. ‘Het was een fantastische ervaring. Je krijgt een heleboel informatie over potentiële afzetmarkten, terwijl je continu omringd wordt door andere inspirerende ondernemers.’

‘Je krijgt de kans om direct op een plek marktonderzoek te doen en de trends te observeren’, voegt Teeuw toe, die zelf vorig jaar een ‘food tour’ deed door Japan met een RVO-subsidie. ‘Er zitten ook ondernemers bij die al ervaring hebben in een land en je tips geven. Dat zijn fijne en waardevolle momenten.’

Kansen voor het oprapen

Die waardevolle momenten liggen dus voor het oprapen, maar in de praktijk maken vrouwen nog te weinig gebruik van de mogelijkheden, ziet Horsmans. ‘Er gaan eigenlijk nog veel te weinig vrouwen op handelsmissies. Ik schat dat tijdens mijn laatste reis slechts 1 procent van de deelnemers vrouw was.’

Teeuw ziet in de praktijk vaak hetzelfde gebeuren. Ze is al enkele jaren betrokken en sinds 2024 voorzitter van Womensbizz, een netwerk van 65 vrouwelijke internationale ondernemers dat gesteund wordt door het RVO. ‘Vrouwen beschikken over diverse hulpmiddelen om hun internationale groeiambities te steunen, maar het vereist moed om als ondernemer te slagen. Je moet doorzetten en risico’s durven nemen.’

‘Gewoon doen’

Nu hopen de twee vrouwen vooral andere ondernemers te inspireren. ‘Ik denk dat veel vrouwen gewoon nog steeds niet hun volledige potentie benutten’, zegt Teeuw. ‘Ik hoop dat onze verhalen anderen inspireren om toch die stap te zetten. Er gaan uiteindelijk áltijd dingen mis, maar je moet het gewoon doen.’

Wil jij op handelsmissie?

Met de campagne ‘Groei over Grenzen’ inspireert en stimuleert het RVO, in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het RVO publiceert relevante informatie over subsidiemogelijkheden, events & handelsmissies, handige (vrouwen)netwerken én interessante onderzoeken. Kijk voor meer informatie op www.rvo.nl/ondernemendevrouwen.

IT-schaarste? 7 redenen waarom remote teams een logische oplossing zijn

In samenwerking met Gapstars - Terwijl de vraag naar IT-talent stijgt, blijft het aanbod nog altijd schaars. Daarin wint het samenstellen van remote teams als oplossing steeds meer terrein. 'Je moet het zien als het inhuren van een team aan nieuwe IT-collega's die fulltime op afstand werken', zegt Hugo Hemmen, ceo en oprichter van Gapstars.

gapstars hugo hemmen ceo it schaarste remote werken
Hugo Hemmen is ceo van Gapstars. Foto: Getty Images / Gapstars

1. IT’ers zijn schaars

Het is bepaald geen breaking news, maar mocht je het toch hebben gemist: IT’ers zijn extreem schaars. Momenteel zijn er zo’n 580.000 Nederlanders werkzaam in IT-functies. Van deze groep heeft slechts 6,8 procent een actieve positie op de arbeidsmarkt, significant lager dan het landelijk gemiddelde van 11,5 procent voor de hele Nederlandse beroepsbevolking.

‘Die schaarste zal de komende jaren verder uitbreiden’, zegt Hugo Hemmen, oprichter en ceo van Gapstars, dat bedrijven helpt met het bouwen, onderhouden en ontwikkelen van remote IT-teams. ‘Je ziet dat het gebrek aan IT-talent nog steeds invloed heeft op de beslissingen van bedrijven én de businessplannen die eraan hangen. Ik heb in de acht jaar dat wij zelf bezig zijn de schaarste alleen maar nijpender zien worden.’

2. Groei van IT houdt aan

Terwijl het aantal IT’ers op de arbeidsmarkt dus bovenal schaar is, zit er geen rem op de groei van de techindustrie. Nederland heeft er recent met Mews en DataSnipper weer twee nieuwe tech-unicorns bijgekregen. ‘Je ziet steeds meer bedrijven, groot of klein, inzetten op automatisering, digitalisering en robotisering’, zegt Hemmen. ‘Dat zorgt alleen maar voor meer vraag naar talentvolle IT’ers.’

Arbeidsmarktdatabedrijf Intelligence Group verwacht dat het IT-vakgebied in 2030 zo’n 8,5 procent van de totale beroepsbevolking zal uitmaken. Op dit moment is dat nog 6 procent. ‘Trends als cloud computing, big data, cybersecurity, artificial intelligence (AI) en het Internet of Things (IoT) zijn de sleutelfactoren die deze groei ondersteunen. Het is een beetje wachten op de volgende techboom.’

3. Onvoldoende IT-personeel kost groei én omzet

En voor wie nog twijfelt aan de gevolgen van die schaarste: het beperkt uiteindelijk de omzetmarges én de groeimogelijkheden, zo stelt onderzoek van Linden-IT. In een onderzoek onder meer dan 1.000 hr-verantwoordelijken geeft 20 procent aan dat hun organisatie de afgelopen twee jaar een lagere winst heeft behaald vanwege een tekort aan IT-talent.

Dat treft voornamelijk grote organisaties, waar meer dan 35 procent van de ondervraagden aangeeft dat dit een negatieve impact heeft op de groei van hun bedrijf. In tegenstelling tot grote bedrijven ervaren kleine en middelgrote ondernemingen minder vaak dit probleem, met slechts 22 procent die dezelfde zorgen deelt. Bovendien missen grote organisaties door deze kwestie ook vaker winst, met een significant verschil van 35 procent tegenover 16 procent bij de kleinere bedrijven.

4. IT’ers werken liever remote

Terwijl IT’ers in de praktijk dus nog vaak een hide and seek-spelletje spelen met potentiële werkgevers, is het vrij duidelijk waar ze precies zijn: thuis. Bijna 68 procent van alle werknemers in de technologiesector wereldwijd werkt volledig remote. ‘Als je IT-talent zoekt, kun je niet van ze verlangen dat ze vijf dagen naar kantoor komen’, zegt Hemmen. ‘Je moet inspelen op hun wensen en behoeften.’

Thuiswerken is voor de IT’er al langer heel gewoon. Professionals in de IT-sector hebben al járen ervaring met het op afstand samenwerken en communiceren. Bovendien hebben IT-experts die samenwerken met teams verspreid over verschillende continenten, zich al vaker aangepast aan flexibele werkschema’s om rekening te houden met de tijdsverschillen.

5. Remote teams zijn productiever

Volledig of gedeeltelijk thuiswerken blijkt ook een positief effect te hebben op de productiviteit van medewerkers, zowel vanuit het perspectief van werknemers als werkgevers. Zo geeft 40 procent van werkend Nederland aan productiever te zijn vanuit huis. Onder IT-professionals ligt dit percentage zelfs nog iets hoger, op 45 procent.

6. Kostenbesparing

Door je IT te outsourcen, hoeven bedrijven geen kantoorruimte te huren, te investeren in dure apparatuur óf te voorzien in vergoedingen voor woon-werkverkeer. Maar dan heb je nog altijd twee opties, ziet Hemmen. Kies je voor een off-shore of een near-shore team? ‘Dat is voor ons letterlijk het verschil tussen Sri Lanka en Portugal.’

‘Off-shore is meer voor bedrijven die wat meer risico durven te nemen en overtuigd zijn van het idee dat de mensen écht niet om de hoek hoeven te zitten. Je krijgt daardoor een betere businesscase, omdat arbeid daar veel goedkoper is. De keerzijde is dat je te maken krijgt met grotere cultuurverschillen én tijdverschil.’

7. Een bredere talentpool

Door te werken met remote teams, gaat er letterlijk en figuurlijk een wervingswereld voor je open. Met een team op afstand zijn bedrijven niet langer beperkt tot de lokale talentenpool. Ze kunnen kandidaten uit de hele wereld aantrekken, waardoor de kans groter wordt dat ze de juiste vaardigheden en expertise vinden.

Dat betekent overigens niet dat je anders met talent moet omgaan, ziet Hemmen. ‘Als je ze eenmaal hebt, wil je ze behouden. Alle dingen die je normaliter voor je personeel in Nederland zou doen, blijven gelden. Je moet het zien als het inhuren van een team aan nieuwe IT-collega’s die fulltime op afstand werken. Dat is wat ons betreft ook de sleutel tot succes én een harde eis als we met nieuwe klanten gaan werken.’