Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Expertpanel

STELLING Een nieuwe directeur kan niet omschrijven wat zijn adviesbureau nu eigenlijk doet. Zijn bedrijf (40 fte) is een steeds losser geheel en, erger, ook de scheidslijn tussen de eigen organisatie en de netwerken van de consultants wordt steeds onduidelijker. Moet hij de organisatie stroomlijnen? Of moet hij een nieuwe vlag bedenken voor z’n lading, met daarbij de vraag: hoe doe je dat?

‘Moet ik onze consultants aan de lijn leggen?’

Rob Pols ceo ict-dienstverlener AtosOrigin

“Is een organisatie het spoor bijster, dan is er maar één plek om te beginnen: de klant. Wat willen zij en wat is hun beeld van de organisatie? Ik zou met 10 klanten om tafel gaan zitten en die vraag stellen. De vervolgvraag is dan: is mijn organisatiestructuur een reflectie van de wensen van die klanten?
De volgende stap is dan focus aanbrengen. Dit bedrijf kan met zijn 40 medewerkers maximaal 3 focusgebieden bieden, maar 2 is nog beter. Dan moet je dus ook kritisch kijken naar de mensen die er werken. Wie passen er bij die focus en wie niet? Een deel zal afvallen, die posities kun je vullen met passende mensen en zo de focus van de organisatie scherper krijgen.
Ik vermoed dat in het verleden de eigen ambitie te veel leidend geweest is en niet de wens van de klant. Het is beter om goeroes en nieuwe ontwikkelingen te volgen.
Daarnaast heeft het management een cruciale rol. Bij organisaties tot 10 man draagt sociale controle bij aan de focus. Met 40 mensen verwatert die en dat leidt ook tot een diffuser beeld. Het management moet op dagelijkse basis sturen op de eenheid van de bedrijfsactiviteiten.”

Hein Knaapen directeur human resources KPN

“Mijn eerste baas bij Philips leerde me een belangrijke les: als je niet in 1 A4’tje kunt uitleggen wat je doet, heb je het zelf niet begrepen. Dit is bij deze organisatie ook aan de hand. Er kunnen veel verschillende oorzaken zijn voor deze wanorde: toegeeflijkheid, gebrek aan kritische zin, te veel middelpuntvliedende krachten, gebrekkige leiding, kies maar. Maar ongeacht de oorzaak, de verandering moet beginnen bij de heroriëntatie op waar de organisatie voor is. Welk product of welke dienst leveren we nu eigenlijk? Dat is het makkelijkste deel.
Daarna volgt het lastige deel: de professionals zullen opnieuw moeten worden gedisciplineerd. Zij moeten terug naar het werk waar ze oorspronkelijk voor zijn aangenomen. De professionals zijn in de periode dat het bedrijf niet strak werd aangestuurd een eigen leven gaan leiden. Dat terugdraaien is een lastig proces, vaak ook een bron van veel arbeidsconflicten. Ik hoop voor de directeur dat hij daarvoor de ruggengraat heeft en dat niet al te veel medewerkers een in steen gebeitelde -arbeidsovereenkomst hebben. Het is een noodzakelijke fase waar hij met zijn bedrijf doorheen moet. Want als hij dat niet doet, kan hij wel vergeten dat zijn organisatie impact krijgt of – voor zover nog aanwezig – houdt.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Onno Maathuis zelfstandig adviseur en founding father van adviesbureau De BR-ND Positioneringsgroep

“Deze directeur moet het in de eerste plaats niet hebben over zijn bedrijf, maar over de markt waarop hij opereert. Hoe hij met zijn organisatie op die veranderende markt inspeelt, dát moet zijn verhaal zijn. Een lossere netwerkstructuur kan dan juist heel verstandig zijn. De organisatie stroomlijnen en terug in het harnas jagen is het terugdraaien van de klok. Zou ik niet doen.
Beter is het om te ‘hercategoriseren’, zoals dat in jargon heet: een nieuwe beschrijving voor je activiteiten vinden. Oliebedrijven zijn nu bijvoorbeeld energieleveranciers geworden, ze doen niet meer alleen in fossiele brandstof. Of neem Durex, eens condoomfabrikant gericht op bescherming, nu leverancier van een breed assortiment ‘speelgoed voor volwassenen’. Zo kun je ook stellen dat de termen ‘consultant’ en ‘adviseur’ eigenlijk verouderd zijn. Kennisintensieve organisaties werken in netwerkverband. De directeur kan dus beter daar een visie op formuleren. Waarom is zijn organisatie beter in het leggen van verbindingen dan zijn concurrent? Dat moet zijn verhaal zijn. Misschien moet hij ook naar een nieuwe term om zijn voormalige consultants te duiden.”

 

Connected data en AI: zó haal je meer rendement uit je business

In samenwerking met Bright Digital - Betere businessbeslissingen nemen en sneller inspelen op klantbehoeften? Zorg voor de juiste inzichten door je CRM te integreren met de rest van je organisatie. En verdiep je in de groeiende mogelijkheden van AI, zegt commercieel directeur Henry van Olst van Bright Digital. 'AI zorgt momenteel voor een enorme versnelling binnen RevOps.'

revops bright digital henry van olst
Foto: ChatGPT

Steeds meer bedrijven kiezen voor RevOps (Revenue Operations) om de samenwerking binnen hun commerciële processen te verbeteren en de efficiëntie te verhogen. De manier waarop RevOps wordt ingevuld verschilt in de praktijk, merkt commercieel directeur Henry van Olst van HubSpot-agency Bright Digital.

‘In de basis komt RevOps altijd neer op het planmatig weghalen van bottlenecks over de as van marketing, sales en customer service. Uiteindelijk wil je simpelweg dat zoveel mogelijk deals zo snel mogelijk worden getekend, en dat de klant vervolgens zo tevreden mogelijk is.’

Goed inzicht is cruciaal

Om deze RevOps-doelen te kunnen bereiken, is inzicht nodig. Van Olst: ‘Waar loopt er zand in de motor? En waar moet er misschien net wat meer olie bij, zodat het lekkerder gaat lopen? Als je dat weet, kun je gerichte procesoptimalisaties doorvoeren en gefundeerde keuzes maken. Waar zet je als bedrijf op in en waarop juist niet? Goed inzicht, op basis van kwalitatief hoogwaardige data, is cruciaal om de juiste prioriteiten te kunnen stellen.’

Datakwaliteit

En juist bij die datakwaliteit, dáár gaat het vaak nog mis, ziet Van Olst. ‘Wat is de gemiddelde doorlooptijd van het orderproces? Wat kopen je klanten wel en wat niet? Hoe hangt dit samen met andere klantkenmerken? Deze en tal van andere datapunten vormen de basis voor je analyse, maar die zijn lang niet altijd in elke organisatie goed op orde. Daardoor ontbreekt een goed fundament voor RevOps.’

Primaire systemen

Data worden accurater naarmate je dichter bij ‘het hart’ van de organisatie komt, vervolgt Van Olst. ‘Niet voor niets wordt een CRM-platform als HubSpot, dat van oudsher vaak als apart eiland fungeerde, steeds vaker gekoppeld aan de primaire systemen van een organisatie, zoals het boekhoudpakket, het ERP-systeem of het ordermanagementsysteem. Juist in deze systemen worden data vaak gevalideerd, door een externe accountant bijvoorbeeld. Dat maakt ze extra betrouwbaar.’

Connected CRM

Een ‘connected CRM’ haalt kortom data op uit de gehele operatie. Wat is de daadwerkelijke omzet per klant? Wat zijn de daadwerkelijke omloopsnelheden in de salesfunnel? Welke productgroepen lopen het best en welke juist niet?

Bedrijven die RevOps écht goed willen implementeren, ontkomen volgens Van Olst niet aan zo’n connected CRM-platform. ‘Maar: ook dan is het belangrijk om in al die primaire systemen je data up-to-date te houden. Maak vooral iemand binnen je organisatie verantwoordelijk voor het actueel houden van je data.’

Kunstmatige intelligentie

Intussen heeft de voortrazende AI-trein ook de wereld van CRM bereikt. Recent introduceerden leveranciers als Salesforce, Microsoft en HubSpot gerichte AI-toepassingen om het hele proces van datagedreven CRM verder te verfijnen.

Zo presenteerde HubSpot onlangs zijn AI-engine Breeze, die commerciële teams helpt om hun productiviteit te verhogen en werkprocessen te vereenvoudigen. Parallel daaraan kan data intelligence-oplossing Breeze Intelligence data verrijken en koopintenties analyseren, zodat bedrijven gerichter prospects kunnen identificeren en conversies kunnen verbeteren.

Laaghangend fruit

De ontwikkelingen gaan momenteel – zoals het cliché luidt – écht razendsnel, schetst Van Olst. ‘De basis van RevOps is en blijft dat je je tijd en geld zo slim mogelijk inzet, op basis van datagedreven inzichten, voor een zo hoog mogelijk rendement. Daar verandert uiteraard niets aan.’

Maar: AI zorgt momenteel voor een enorme versnelling van dit proces, door voortdurend te identificeren waar het ‘laaghangend fruit’ zich bevindt. Welke potentiële deals zou je met minimale effort kunnen verzilveren? Welke kansrijke contacten heb je al een tijdje niet meer gesproken? Welke customer support-tickets dien je snel op te lossen voor een hogere klanttevredenheid?

‘Een platform als Breeze komt voortdurend met tal van aanbevelingen, die je meteen kunt doorvoeren voor een zo groot mogelijke commerciële winst’, aldus Van Olst.

AI-agents

Bij het vervolgens doorvoeren van dit soort optimalisaties worden volgens Van Olst steeds vaker zogenoemde AI-agents ingezet. Deze virtuele, door AI aangedreven ‘teamleden’ ondersteunen commerciële teams door razendsnel specifieke taken uit te voeren; van het analyseren van social media en het uitvoeren van leadonderzoek, tot het 24/7 versturen van geautomatiseerde reacties op supportverzoeken en het produceren van content in de tone of voice van de klant.

CRM en marketing automation gaan daarmee echt een nieuwe fase in, denkt Van Olst. ‘Veel handmatig werk is in de afgelopen tien jaar al geautomatiseerd, en AI zal die ontwikkeling verder versnellen. Jezelf als commercieel directeur verdiepen in dit soort ontwikkelingen is denk ik cruciaal als je niet achterop wil raken. Op dit moment zijn er nog maar weinig bedrijven die AI écht geïntegreerd hebben in hun commerciële processen, dus daar liggen nog tal van kansen om jezelf te onderscheiden. Laat je vooral goed adviseren op dit vlak.’

‘Tegelijkertijd is het belangrijk om de basis van het werk niet uit het oog te verliezen. Het optimaliseren van je commercieel proces begint met het op orde houden van je core-data. Je kunt wel allerlei torenhoge ambities rondom AI formuleren, als je CRM- of marketingplatform nog altijd niet gekoppeld is aan je andere basissystemen, loop je feitelijk nu al achter. Dat is dus een goed startpunt voor iedereen die écht optimaal rendement uit zijn business wil halen.’

Legacy software moderniseren? Zo doe je het zonder risico’s

In samenwerking met Codeless - Ongeveer twee derde van álle IT-projecten faalt. 'Volstrekt onnodig', stelt Mike Sier van Codeless. Het softwarebedrijf boekt consequent succesvolle resultaten bij het moderniseren van verouderde bedrijfssoftware. 'Het gaat er niet om dat er géén risico's bestaan, maar dat wij elk risico in kaart brengen, met de opdrachtgevers analyseren, bespreken en mitigeren in het project.'

mike sier codeless legacy software
Mike Sier is commercieel directeur bij Codeless.

Geen beschikbare updates meer, uitgesteld onderhoud en beperkte ondersteuning vanuit de leverancier: het zijn slechts enkele voorbeelden van situaties die kunnen leiden tot legacy software. Dit zijn oudere of verouderde technologieën en applicaties die nog steeds binnen organisaties worden gebruikt en vaak lastig te moderniseren zijn.

Dat is dan ook precies waar Codeless, het 35 jaar oude familiebedrijf uit Dordrecht, zich in specialiseert. ‘Wij moderniseren legacy software tegen een fixed price’, vertelt Mike Sier, commercieel directeur bij Codeless. ‘Verouderde software heeft niet alleen impact op technische processen. Het vormt vaak een obstakel voor strategische bedrijfsdoelstellingen. Denk aan een gebrek aan flexibiliteit en schaalbaarheid van de bestaande applicatie. Onze aanpak richt zich daarom niet alleen op modernisering, maar ook op toekomstbestendigheid.’

Legacy niet op tijd geagendeerd

Volgens Sier is het ontbreken van een tijdige agendering van legacy-modernisering een terugkerend probleem. ‘Soms zitten we aan tafel met ondernemers die aanzienlijke verliezen hebben geleden omdat hun IT-project echt uit de hand liep’, vertelt hij. ‘Het gebeurt regelmatig dat bedrijven bij ons komen met software die end-of-life is. Het is te laat geagendeerd.’

De oplossing ligt volgens Sier in een vaste én bewezen methodiek. ‘Die methode, ‘Slim Software Nabouwen’, is speciaal ontwikkeld om bedrijven zonder risico’s door het moderniseringsproces te loodsen, aan de hand van vier fasen: uitlijning, nabouwen, optimaliseren én innoveren.’

Volledig uitgelijnd

‘In de eerste fase zorgen we voor volledige alignment tussen stakeholders’, stelt Sier. ‘Dan praat je met business, key users, finance, C-level of aandeelhouders. We willen praten over je uitdagingen. Wat wil je over twee of drie jaar? Wat zijn de uitdagingen en wat wordt de businesscase? Vervolgens bouwen we de bestaande software opnieuw in moderne technologieën, waarbij de bedrijfsprocessen en kennis van medewerkers behouden blijven.’

‘Pas daarna richten we ons op optimalisatie en innovatie. Belangrijk hierbij is dat alle betrokken partijen vanaf het begin worden meegenomen. Naast technische specialisten speelt ook het managementteam een sleutelrol. De methode voorkomt dat er onderweg keuzes worden gemaakt die niet in lijn zijn met de bedrijfsstrategie.’

Risico’s kennen én beheersen

‘Te vaak zien we dat alle risico’s van een IT-project worden doorgeschoven naar de ondernemer’, benadrukt Sier. ‘Denk aan offertes waarbij een groot deel van het budget opgaat aan onderzoek. Dat is geen haalbare aanpak. Wij draaien dit om: we delen de verantwoordelijkheid, bespreken en mitigeren risico’s en nemen stap voor stap de uitdagingen door.’

Hoewel Codeless spreekt over ‘risicoloze IT-projecten’, nuanceert Sier deze term. ‘Het gaat er niet om dat er géén risico’s bestaan, maar dat wij elk risico transparant in kaart brengen, zorgvuldig analyseren en proactief beheersen. Voordat we overgaan tot implementatie, hebben we elk detail grondig doorgesproken en geëvalueerd.’

‘Ons implementatieplan is gestructureerd in heldere fasen die mogelijke obstakels tot een minimum beperken. We geloven in volledige openheid: alles wat we doen, is vooraf besproken en uitvoerig getest. Onze klanten krijgen géén verrassingen, alleen een zorgvuldig voorbereid traject, waarin stilstand geen optie is. We zorgen ervoor dat alle bedrijfsprocessen blijven draaien terwijl we moderniseren en garanderen een succesvolle go-live.’

Duurzame relaties, geen snelle winst

‘Duurzame relaties ontstaan niet alleen door succesvolle implementaties, maar ook door eerlijk advies’, zo stelt Sier. ‘Als een standaard softwareoplossing beter past voor een relatie, zullen we dat altijd aangeven. Het gaat immers om een duurzame relatie, niet om snelle winst.’

Die focus op duidelijkheid vertaalt zich ook naar de manier waarop Codeless communiceert met klanten. ‘Een realistische planning is essentieel’, stelt Sier. ‘Als er geen fixed price kan worden aangeboden, of een deadline niet haalbaar is, dan moet dat direct geadresseerd worden. Transparantie voorkomt teleurstellingen.’

Speeltuin versus realiteit

Eén van de grootste valkuilen bij IT-projecten is volgens Sier dat het een ‘speeltuin’ wordt. ‘Iedereen vindt het leuk, denkt er iets van te weten en heeft een nice-to-have. Wij hebben dat leergeld ook betaald. Dan wil iedereen wat en ineens is het een Ferrari. Maar de klant kan die Ferrari niet betalen en erger nog: er niet in rijden.’

‘Wij hebben een klant gehad die wilde 172 dingen in de applicatie gebouwd hebben toen we klaar waren’, zegt Sier ‘De changelist was net zo groot als het project zelf. Uiteindelijk zijn er 42 overgebleven. Ben je dan een dief van je eigen portemonnee? Misschien, maar het rendement voor de lange termijn is beter.’

Alle stakeholders aan tafel en total cost of ownership

Een succesvolle IT-implementatie begint bij het betrekken van de juiste stakeholders, vroeg in het proces. Codeless richt zich daarom op het volledige plaatje: de total cost of ownership.

‘De initiële investering is slechts een startpunt’, zegt Sier. ‘Elementen als de licenties, hosting, onderhoud, support én de eigen bezetting zijn net zo belangrijk als de initiële implementatie. Het is essentieel om niet alleen te kijken naar de korte termijn, maar ook naar de langetermijnimpact. Hoe blijft de oplossing schaalbaar? Wat zijn de implicaties voor de operationele kosten versus the return on investment (ROI)? Dit zorgt voor een solide businesscase en voorkomt verrassingen later in het traject.’

‘Ons software kent geen grenzen’

De Slim Software Nabouwen-methodiek werpt zijn vruchten af. Codeless groeide in de laatste jaren van 50 naar 100 medewerkers en ook weten steeds meer grote partijen het bedrijf te vinden. ‘Onze software kent eigenlijk geen grenzen’, stelt Sier. ‘Maar het is aan ons om samen met klanten koers te houden en een heldere, realistische langetermijnstrategie uitstippelen.’

‘We hebben talrijke praktijkvoorbeelden en ervaringen verzameld’, zegt Sier. ‘De kennis die we bij het ene project opdoen, kunnen we direct toepassen bij het volgende. Na afloop van elk project analyseren we kritisch: wat kan er efficiënter? Waar zijn we tekortgeschoten? Onze filosofie is continue verbetering. We meten elk aspect van onze werkzaamheden en sturen onze aanpak voortdurend bij. Ons doel is alleen succesvolle softwaretrajecten op te leveren en de beste software te maken voor bedrijven en hun ambities.

Met de Slim Software Nabouwen-methode vernieuwt Codeless verouderde software tegen een vaste prijs, gegarandeerd binnen budget en binnen het afgesproken tijdsbestek. Ze leveren een exacte kopie zonder broncode-toegang, met minimale operationele verstoring. Ontdek hoe Codeless jouw legacy-systemen succesvol kan moderniseren en bekijk klantcases op Codeless.com.

Waarom non-bancair geen ‘alternatieve’ financiering meer is

In samenwerking met Bufr: Zakelijk vastgoed financieren met aandacht - Wel of niet aflossen op je bedrijfspand? Of tóch die ene extra medewerker aannemen? Voor de gemiddelde mkb’er zijn dit terugkerende vraagstukken. Steeds vaker valt de keuze op non-bancaire financiering om door te groeien. ‘We willen ondernemers helpen vooruit te kijken en slimme keuzes te maken. Dat is waar het uiteindelijk om draait: samen zoeken naar de ja’, stelt Diederik Jongema, operationeel directeur van Bufr.

diederik jongema bufr
Diederik Jongema is operationeel directeur van Bufr, dat ondernemers en investeerders samenbrengt in financieringen voor zakelijk vastgoed.

Het aandeel non-bancaire financieringen in Nederland blijft gestaag groeien. Uit recent onderzoek van Stichting MKB Financiering blijkt dat in 2023 zo’n 36 procent van de financieringen tot 1 miljoen euro buiten de traditionele banken om werd geregeld. In 2022 was dat percentage nog 29 procent. Alles goed voor zo’n 5,1 miljard euro aan financieringen in het afgelopen jaar.

De belangrijkste oorzaak van deze groei? ‘Banken hebben het moeilijk met alle regelgeving en vinden het lastig winstgevend te zijn op kleine financieringen’, legt Jongema van Bufr uit. ‘Het beeld dat alternatieve financiering duur of ondoorzichtig is, klopt niet meer. De rentes zijn marktconform en veel voorwaarden zijn gunstiger dan bij banken. Non-bancaire financiering is vaak niet alleen toegankelijker, maar ook beter afgestemd op de behoeften van de ondernemer.’

Geen ‘alternatieve’ financiering meer

In Nederland wint non-bancaire financiering dus langzaam terrein, maar de vergelijking met de Verenigde Staten laat zien dat er nog veel meer ruimte is voor groei. ‘In Amerika wordt non-bancaire financiering al niet meer als alternatief gezien, maar als één van de primaire opties’, zegt Jongema. ‘Die ontwikkeling komt ook hierheen. Het label ‘alternatief’ mag er wat mij betreft af, want dit is de toekomst van financiering.’

‘Te vaak laten ondernemers zich ontmoedigen door een ‘nee’ van de bank’, merkt Jongema op. ‘Een afwijzing betekent niet dat je een slecht plan hebt. Het kan ook liggen aan sectorbeperkingen of andere factoren waar je als ondernemer helemaal niks aan kunt doen.’

Financiering als groeiversneller

Jongema ziet financiering niet als een last, maar als een krachtig middel om groei te stimuleren. ‘Ik kom uit de private equity- en venture capital-wereld’, legt hij uit. ‘Daar wordt financiering gezien als een essentieel instrument om bedrijven te laten groeien. Voor ondernemers geldt hetzelfde: geld lenen is niet ‘vies’, zolang het een gezond doel dient. Ik geloof sterk dat een ondernemer altijd meer rendement moet halen uit het geleende geld dan de rente die hij of zij betaalt.’

Hij moedigt ondernemers aan om kritisch naar de financieringsstructuur van hun vastgoed te kijken. ‘Veel mkb’ers lossen bijvoorbeeld af op hun pand, zonder na te denken over alternatieven. Stel dat je 100.000 euro per jaar aflost, terwijl je dat geld kunt inzetten om een extra medewerker aan te nemen. Misschien genereert die medewerker wel meer winst dan de aflossing kost. Dan creëer je verdiencapaciteit in je organisatie.’

‘Aflossen omdat het kan, niet omdat het moet’

Toch snapt Jongema de crux bij ondernemers. ‘Het begint bij het in kaart brengen van je financieringslasten. Wat is je pand waard, en wat kost het je? Meer dan alleen rente, ook de aflossingen. Als je bijvoorbeeld in twintig jaar aflost, stop je jaarlijks zo’n 5 procent van de waarde in aflossing. Maar dat geld kun je misschien beter inzetten in je bedrijf. Hij benadrukt: ‘Het gaat erom dat je aflost omdat het kan, niet omdat het moet.’

Vooruitkijken is volgens Jongema essentieel. ‘Wat wil je komend jaar bereiken en hoe kan vastgoed daarbij helpen? Door op tijd plannen te maken, kun je rustig nadenken over je opties. Kom je echter in het nauw, dan loop je het risico terecht te komen bij partijen met woekerrentes van 20 of 30 procent, puur omdat je geen uitweg meer ziet. Dat gebeurt vaak als je inzet op groei, maar de resultaten tegenvallen en je liquiditeitsplanning niet uitkomt. Door vooruit te kijken, voorkom je dat je in de hoek van de kamer belandt.’

Samen op zoek naar de ‘ja’

Bufr brengt ondernemers, vastgoedbeleggers en vastgoedontwikkelaars samen met investeerders in financieringen voor zakelijk vastgoed, zónder tussenkomst van een bank. ‘We beginnen altijd met een brede blik’, legt Jongema uit. ‘We hebben toegang tot diverse financieringskanalen, zoals peer-to-peer lending, family offices, institutionele fondsen én onze eigen middelen. Voor elke ondernemer zoeken we de oplossing die het beste past bij zijn of haar situatie.’

Maar soms is de oplossing er simpelweg niet meteen. ‘Het liefst help ik iemand aan een financiering, maar ik vind het net zo belangrijk om de ondernemer eerlijk mee te nemen in het proces. Waarom niet? Wat kan wél? Wat past binnen de kaders? Soms is het beter om even te wachten, bijvoorbeeld tot de nieuwe jaarrekening klaar is. Dat kan betere voorwaarden opleveren. We willen ondernemers helpen om vooruit te kijken en slimme keuzes te maken. Dat is waar het uiteindelijk om draait: samen zoeken naar de ja.’

De vraag achter de vraag

Hoewel digitalisering steeds meer grip krijgt op de financiële sector, signaleert Jongema een belangrijke paradox: ondernemers hebben júist behoefte aan persoonlijk contact. ‘Veel dienstverleners gaan volledig online, maar dat werkt niet voor altijd. Bij sommige aanbieders wordt bijna 9 op de 10 van de online aanvragen afgewezen. Dat betekent dat 90 procent van de ondernemers tijd en energie steekt in een proces dat vaak niet eens uitlegt waarom hun aanvraag niet past. Dat frustreert.’

‘Met Bufr willen we niet alleen financiering bieden, maar ook een sparringpartner zijn’, stelt Jongema. ‘Ik vind het belangrijk om ondernemers écht te horen. Toen ik een provinciaal fonds in de markt zette, zag ik hoeveel ondernemers vastliepen: ze konden nergens meer terecht met hun financiële vragen. Het begint met een simpel gesprek en een kop koffie. Dat eerste contact, waarin je luistert naar de vraag achter de vraag, maakt alles daarna tien keer sterker. Dat element van écht luisteren wil ik terugbrengen in dit vakgebied. Als je belt, krijg je iemand aan de lijn die met je meekijkt en oplossingen zoekt.’

‘Ondernemers blijven terugkomen’

Bufr is tweeënhalf jaar geleden gestart als dochteronderneming onder de vlag van de Rotero Groep. Deze groep, al actief sinds de jaren 80, staat bekend om concepten als Huis & Hypotheek en heeft een breed netwerk in de vastgoedmarkt.

‘Bufr is een integraal onderdeel van deze groep, die naast vastgoedconcepten ook expertise heeft in default management voor grootbanken en over een landelijk taxateursnetwerk beschikt. Die samensmelting van vastgoed- en financieringskennis vormt de kern van Bufr.’

Die filosofie werpt inmiddels dan ook haar vruchten af, ziet Jongema. ‘We bouwen elke dag verder. Bijna op een startup-, scaleup-achtige manier, ondanks het feit dat we al meer dan dertig jaar ervaring hebben in het speelveld van vastgoedfinancieringen. Ondernemers die bij ons een financiering hebben afgesloten, blijven terugkomen. Hetzelfde geldt voor investeerders. Onze beste reclame is mond-tot-mondreclame, en dat krijg je alleen als mensen het gevoel hebben dat ze er beter van worden.’

Meer weten? Benieuwd wat Bufr voor jou kan betekenen? Neem dan direct contact op via telefoonnummer 0513 – 644466 of download hier de whitepaper.

Zo wordt de kerstborrel op kantoor geen nachtmerrie: 7 tips

Medewerkers die dronken op de bar dansen, een getrouwde collega versieren, ruzie maken met een leidinggevende, rare berichtjes op sociale media plaatsen of onderweg naar huis van hun fiets vallen. De laatste bedrijfsborrel van het jaar is vaak de gezelligste, maar kan ook vreselijk uit de hand lopen.

grensoverschrijdend gedrag evita lammes
Foto: Getty Images

De bijzondere sfeer rond de feestdagen, de drank die rijkelijk vloeit, de vrije dagen in het vooruitzicht, de terugblik op het afgelopen jaar: allemaal ingrediënten die de kerstborrel heel anders kunnen doen verlopen dan je voor ogen had. Vooral omdat mensen op een werkgerelateerde borrel sneller dronken worden dan in gezelschap van vrienden of familie.

Incidenten kunnen achteraf grappige anekdotes worden, maar op het moment zelf valt er meestal weinig te lachen. Ernstig wordt het zelfs als werknemers na afloop van een bedrijfsfeestje aangeschoten achter het stuur kruipen. Juridisch valt de werkgever misschien niets te verwijten, maar die heeft wel degelijk een sociale en morele verantwoordelijkheid.

Drank op bedrijfsborrels verbieden gaat de meesten te ver en komt de sfeer ook niet ten goede. Maar wie slim is, houdt het feestje wel in de hand. Zeven tips voor een borrel waar je ook de volgende dag nog met een goed gevoel op terugkijkt.

#1 Geen drank op de werkvloer

Het lijkt goedkoop en makkelijk om de borrel in de eigen kantine te houden, maar dat is niet altijd handig. Als mensen zelf hun wijn inschenken of biertjes tappen, is maathouden een stuk lastiger. In veel bedrijven hebben medewerkers pasjes waardoor ze te allen tijde het pand in en uit kunnen lopen. Dat maakt het moeilijk om het feestje af te sluiten zonder dat er nog groepjes blijven hangen of door het pand gaan dwalen. Kies dus liever voor een kroeg in de buurt.

#2 Zorg voor inhoud

Geef een (korte!) presentatie over de resultaten van het afgelopen jaar, zet de best presterende medewerkers in het zonnetje, verloot de relatiegeschenken die zijn binnengekomen. Een gezamenlijke activiteit houdt de sfeer leuk en voorkomt dat drinken de voornaamste bezigheid wordt.

#3 Stel een eindtijd

Geef vooraf niet alleen aan wanneer het feest begint maar vooral ook wanneer het eindigt. Hou je aan die eindtijd, ook al is het nog zo gezellig. Geef het personeel van het restaurant of de kroeg door dat er niet meer wordt geschonken, of kies voor een locatie die om een bepaalde tijd dichtgaat. Collega’s die toch door willen feesten, kunnen dat elders op eigen gelegenheid en kosten doen.

#4 Serveer (veel) hapjes

Alcohol komt op een lege maag veel harder aan. Zelfs één glas kan dan al te veel zijn om nog te gaan rijden. Zorg dus dat er voldoende te eten is en hou het niet bij een schaaltje pinda’s. Het kan ook een idee zijn om aan het begin van de avond kort te borrelen en daarna met elkaar aan tafel te gaan. Wie met de auto is, kan dan vooraf één drankje meedoen, en tijdens het diner water drinken zonder zich een ‘spelbreker’ te voelen.

#5 Consumptiebonnen

Beetje kinderachtig misschien, maar wel effectief. Een andere mogelijkheid is om alcoholvrije drankjes onbeperkt te laten ronddelen en consumpties mét alcohol bij de bar te laten afhalen. Dat stimuleert dat drank en fris worden afgewisseld en doet medewerkers die helemaal geen alcohol drinken minder uit de toon vallen.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#6 Geef het goede voorbeeld

In sommige bedrijfsculturen worden een paar (of te veel) borrels na werktijd heel normaal gevonden. Het is dan ook lastiger om op een feestje grenzen te stellen. Wees duidelijk over waar jouw bedrijf staat. Laat weten dat je dronkenschap bij medewerkers niet professioneel vindt, ook niet op een bedrijfsborrel. Zorg er uiteraard voor dat je zelf ook niet te veel drinkt.

#7 Regel vervoer

Als je echt een groot feest wil geven en geen beperking wil stellen aan de hoeveelheid alcohol die wordt genuttigd, regel dan taxibusjes of een overnachting. Dit voorkomt uiteraard alleen dat medewerkers dronken achter het stuur kruipen. Ander ongewenst gedrag hou je er niet mee tegen.

Innovatie en leiderschap verbinden: makkelijker gedacht dan gedaan

Aangeboden door TSM Business School - Hoe krijg je dat vernieuwende product, die businessunit of dienst van de grond? Met de juiste verbinding tussen een bedrijfskundig sterk onderbouwd idee en persoonlijk leiderschap, opperen MBA-docenten Leen de Waal en Martian Slagter. 'De meeste mensen kijken niet kritisch genoeg naar zichzelf en het innovatieidee, of missen bedrijfskundige context,' aldus De Waal. 'Zonde, want we hebben innoverende leiders hard nodig om onze wereld een stukje mooier te maken.'

tsm business school leen de waal martian slagter
Leen de Waal en Martian Slagter, docenten bij de MBA Innovatie & Leiderschap van TSM Business School.

Echt iets nieuws met meerwaarde voor mens, markt en maatschappij introduceren: hoeveel ruimte is daar nog voor in onze economie? Genoeg, zien Leen de Waal en Martian Slagter, docenten bij de MBA Innovatie & Leiderschap van TSM Business School.

‘Innoveren betekent een betere manier vinden om in een behoefte te voorzien dan eerder,’ licht De Waal toe. ‘En winst is niet per se vies. Het is zelfs een krachtig bewijs dat je iets doet waar de samenleving behoefte aan heeft.’ Daar zien de twee genoeg voorbeelden van.

De docenten vertellen met een glimlach over “hun” MBA-alumni. Zoals de wooncorporatie-teamleider die een Funda voor de sociale sector bedacht. De zorgmanager die werkte aan een onboardingtraject voor jonge zorgprofessionals. De strategische Business & IT-expert, die een VR-/AR-tool ontwikkelde als ondersteuning van wethouders bij ruimtelijke besluitvorming. En het hoofd Marketing & Innovatie uit de bouwwereld, die drijvende zonnepanelen bedacht voor nuttig gebruik van anders onbruikbare zandwinplassen.

Struikelblokken en succesfactoren

Een idee bedenken is één, een echt vernieuwend, haalbaar en schaalbaar organisatieconcept de wereld inbrengen twee. Daar is verbinding tussen bedrijfskunde én leiderschap voor nodig. Slagter en De Waal zien op dat gebied vooral deze zeven uitdagingen bij innovators in spe.

1. Buiten je bestaande systeem denken

‘Als manager ben je de linking pin in een organisatie. Je hebt een systeem boven, onder en rondom je: de directie, teamleden, klanten en andere externe partijen om rekening mee te houden’, vertelt Slagter.

‘In deze MBA leer je om je eigen systeem te maken. Je eigen context, noemen we dat’, vervolgt De Waal. ‘We geven deelnemers mee: vlieg deze innovatie aan alsof je morgen ontslagen wordt. Ook na jouw ontslag moet de venture nog marktrelevant zijn. Op die manier leer je buiten de gebaande paden en bestaande organisatiekaders denken.’

Je maakt je eigen systeem, buiten de gebaande paden om

2. Idee bevestigen versus ontkrachten

‘Veel managers zijn vooral gericht op overtuigen. Ze zijn een kei in het vinden van bewijzen voor hun ideeën’, schetst De Waal. ‘Wij draaien dat om. In de MBA leer je juist je idee ontkrachten, op een wetenschappelijke manier. Gestructureerd falsifiëren. Dat maakt je idee en pitch veel sterker.’

3. Te lang ‘perfectioneren’

Onderdeel van je idee “onderuithalen” is testen of de markt zit te wachten op jouw innovatie. Te veel mensen wachten daar te lang mee, benadrukt De Waal. ‘Ze willen hun idee eindeloos perfectioneren, zonder te weten of er überhaupt markt voor is. Terwijl innovatie meer draait om: try early, fail fast, learn faster. Een goed boek daarover is The Lean Startup van Eric Ries.’

4. Team in ontwikkelstand krijgen

‘Wil je een verandering inzetten met je teamleden, dan balanceer je tussen overzichtelijkheid en het onzekere’, vervolgt Slagter. ‘Je moet duidelijkheid bieden, terwijl je tegelijk met hen in het diepe springt. En soms wil het ene team wel mee, en een ander in de organisatie weer niet. Daar draait het ook om in de MBA: hoe krijg je mensen met jou op die ontwikkeltrein?’

5. Passende leiderschapsstijl inzetten

‘Niet één leiderschapsstijl is overal de juiste’, benadrukt Slagter. ‘Verschillende situaties vragen om verschillende aanpakken. De vraag is vooral: welke soort leiderschap is nodig in deze situatie? Wat heb jij daarin persoonlijk te ontwikkelen? Ben je bijvoorbeeld meer van het vrije speelveld en moet je gaan structureren? Of is het juist zaak dat je meer vrijgeeft? Ook jij kunt de rem zijn op de ontwikkeltrein. Ik vind het altijd mooi als mensen tijdens de MBA beseffen: oh, ik hoef geen ander persoon te worden. Ik moet alleen goed nadenken over hoe ik mijzelf inzet in relatie tot anderen.’

Werk klantgericht, niet klantgezwicht

6. De juiste vraag stellen en oplossen

‘Een onderschatte skill in het innovatieproces is goede vragen stellen’, vervolgt De Waal. ‘Een innovator beheerst die en ontdekt wat de klant zelf nog niet weet. Zo breng je onderliggende behoeften in de markt naar de oppervlakte en creëer je toekomstige relevantie. Vroeger was een kunstbeen bijvoorbeeld precies nagemaakt in de vorm van het originele lichaamsdeel. Maar als je andere vragen stelt, blijkt dat looks een deel van het verhaal zijn. Een veel fundamentelere behoefte die je vervult met een kunstbeen? Lopen. Daarom zien we tegenwoordig de blade-protheses, die veel efficiënter en comfortabeler zijn. Werk klantgericht, niet klantgezwicht.’

7. Denken dat innovatie ‘groot’ moet zijn

‘Veel managers houden zichzelf klein met calimero-denken: ik ben geen innovatiegoeroe. De grote bazen hebben het nog niet aangekaart, dus ik zie het vast verkeerd. Of ze denken dat een innovatie per se een grote uitvinding van Einstein-achtige proporties moet zijn’, schetst De Waal. ‘Maar het kan ook gewoon een andere combinatie zijn van bestaande zaken. Innovatie draait vooral om verwondering of frustratie: waarom gaat dit nog (niet) zo? Daarna moet je durven om zelf die voorbeeldfunctie als innovatieleider in te nemen.’

De Waal en Slagter benadrukken dat ze innovatie en leiderschap verbinden zonder één absolute norm voor te schrijven. ‘We nemen innovators mee in de kaders die er zijn en leren hen daar consequent mee omgaan. Misschien is de mooiste uitkomst van de MBA Innovatie & Leiderschap nog wel dat de uitdagingen die we benoemden na de opleiding geen struikelblokken meer zijn. De skillset en inzichten die je opdoet maken de slagingskans van jouw innovatieve idee veel groter’, vertelt De Waal.

‘Je leert weerstand bijvoorbeeld zien als informatie. Straks denk je: ‘Yes, weerstand! Wat zit daarachter en wat leer ik daarvan?’ Innoveren moet je doen én begrijpen’, besluit Slagter.

De MBA Innovatie & Leiderschap van TSM Business School richt zich op managers, professionals, ondernemers en bestuurders die persoonlijk willen groeien en innovatiekansen zien. Het opleidingsprogramma: NVAO-geaccrediteerd, academisch-theoretisch onderbouwd en creatief-praktisch tegelijk, met een InnovatieLab en Dragons’ Den als belangrijke onderdelen.

Via deze opleiding krijg je in 18 maanden doorlopend feedback van mede-deelnemers, docenten en externe experts. Zo ben je vernieuwend bezig en houd je tegelijk zicht op bedrijfskundige risico’s. Het resultaat – naast een waardevaste MBA-titel en persoonlijke leiderschapsgroei – is een eigen venture: een vernieuwend, haalbaar en schaalbaar organisatieconcept.