Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Advertorial – KPN

Het Nieuwe Werken: beter voor medewerkers en milieu  

Mensen staan centraal in Het Nieuwe Werken. Dankzij deze nieuwe manier van werken zitten medewerkers beter in hun vel, werken ze efficiënter en zijn ze productiever. Dat gaat niet vanzelf. Zo zijn bijvoorbeeld ICT-middelen en ondersteuning van het management nodig.

 

Moderne technologieën zorgen voor aanzienlijke veranderingen bij bedrijven en in het privéleven van mensen. In het geval van Het Nieuwe Werken, waarover ondernemingen en organisaties zich momenteel buigen, speelt een aantal zaken een rol. “Het gaat niet alleen om het inzetten van technologische middelen of een andere huisvesting, als je medewerkers de mogelijkheid geeft om waar en wanneer dan ook te kunnen werken”, zegt Esther van Zeggeren, directeur marketing, strategie en innovatie bij de Zakelijke Markt van KPN. “De mens staat centraal in Het Nieuwe Werken. Het belangrijkste is dat wordt nagedacht over de manier waarop mensen samenwerken als ze niet meer dagelijks van negen tot vijf in een gezamenlijk kantoor hun arbeid verrichten. Er zijn natuurlijk voordelen. Wanneer medewerkers bijvoorbeeld een deel van de week vanuit huis werken, zitten ze minder in de auto, zijn ze minder tijd kwijt in de file, of kunnen ze eventueel eerst hun kinderen naar school brengen. Bijzonder is dat dit resulteert in een hogere productiviteit. Mensen delen hun tijd beter in en werken veel effectiever. Ze zijn namelijk geconcentreerd op het resultaat.”

Vitaliteit

Een niet te onderschatten extra voordeel is dat mensen beter in hun vel zitten als ze de mogelijkheid krijgen om hun tijd en werkplek zelf in te delen. De vitaliteit van medewerkers neemt toe. Uit het medewerkerbetrokkenheidsonderzoek van KPN blijkt dat medewerkers die meedoen aan Het Nieuwe Werken bijvoorbeeld significant meer betrokken zijn. Ook zien ze meer mogelijkheden voor persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling. De overgang naar een andere manier van werken gaat echter niet altijd zonder slag of stoot. “Er bestaat geen vast stramien waar organisaties zich aan kunnen conformeren”, zegt Van Zeggeren. “Verschillende medewerkers zullen verschillend reageren op de veranderende omstandigheden. Waar de een zich met gemak aanpast aan flexibele werktijden en werkplekken, zal de ander meer moeite hebben om te wennen. Er gaat een leer- en gewenningsproces aan vooraf.”

Managementattitude en eigen ervaring

Het management moet zorgen dat duidelijke afspraken over productiviteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid worden gemaakt en nagekomen. Er verandert op zich niets aan de werkrelatie van werknemers met de organisatie, en ook de verstandhouding tussen het bedrijf en zijn leveranciers blijft hetzelfde; wat anders wordt zijn de werkomstandigheden. “Als manager word je geacht jouw teamleden te faciliteren”, legt Van Zeggeren uit. “Je kunt niet langer meer sturen op aanwezigheid van medewerkers – wat als je erover nadenkt geen enkele garantie biedt voor output en productiviteit. Het vraagt om een andere managementattitude. Je moet sturen en toetsen op resultaat.” KPN ondersteunt zijn eigen medewerkers hierbij door bijvoorbeeld workshops te organiseren over het onderwerp, door ruimten te creëren waar collega’s elkaar informeel kunnen ontmoeten als ze op kantoor zijn en ook door middel van een intern socialmediaplatform, waarop medewerkers ook als ze op andere locaties werken informeel contact kunnen houden. Van Zeggeren: “Ruwweg zie ik dat sommige collega’s direct vanaf dag één overstappen op Het Nieuwe Werken en daar heel gelukkig mee zijn. Anderen doen er iets langer over om te wennen, terwijl een derde groep er om verschillende redenen helemaal niets mee heeft. Ze hebben bijvoorbeeld geen mogelijkheid om thuis te werken. En soms laten specifieke werkzaamheden van een bedrijf Het Nieuwe Werken niet toe.”

Milieu en maatschappij

“De meeste mensen passen zich toch snel aan de nieuwe omstandigheden aan, zien de voordelen en maken daar ook gebruik van”, zegt Van Zeggeren. “Tijd- en plaatsonafhankelijk werken biedt ook een bedrijf voordeel. De huisvestingskosten en reisvergoedingen zijn bijvoorbeeld veel lager. Bovendien draagt het bij aan het maatschappelijk en sociaal belang. Het is onderdeel van de oplossing voor bijvoorbeeld de mobiliteitsproblematiek. Als er minder woon-werkverkeer is, zijn er ook minder files, zodat het milieu en de economie er wel bij varen. Vergeet niet dat er ook sprake is van een nieuwe generatie werknemers voor wie laptops, smartphones en internet doodgewoon zijn. Duurzaamheid, milieubewustzijn, een betere balans van werk en privé, en eigen verantwoordelijkheid staan voor hen voorop. Zij hechten net zo veel waarde aan welzijn als aan welstand. Als organisatie moet je hen daarin ondersteunen. Nu noemen we dat nog Het Nieuwe Werken, maar over een aantal jaar is het volledig ingeburgerd.”
KPN is niet alleen zelf bezig met het implementeren van Het Nieuwe Werken in de eigen organisatie. “Wij beschikken ook over de infrastructuur, de technologie en de knowhow om onze klanten te ondersteunen bij Het Nieuwe Werken. Verschillende bedrijven hebben uiteraard verschillende behoeften, al naar gelang hun grootte, branche en vorm van dienstverlening. Als toonaangevende leverancier van ICT-diensten, vooral door de samenwerking met Getronics, kan KPN er met de juiste ICT-oplossingen aan bijdragen om Het Nieuwe Werken tot een succes te maken.”

KPN

Zakelijke Markt
Postbus 30000, 2500 GA Den Haag
Telefoon: (070) 343 43 43
E-mail: [email protected]
www.kpn.com/zakelijk
 

Bijna failliet, nu bouwt het Delftse CEAD 3D-printers die bijna elke fabriek wil hebben

Van jachtbouwers in het Midden-Oosten tot autoproducenten in Europa. Ze staan in de rij voor de 3D-printers van het Delftse CEAD. Dat was overigens niet meteen het geval. 'We dachten dat de orders vanzelf zouden komen, maar dat viel zwaar tegen.'

cead delft lucas janssen maarten logtenberg
De twee founders van CEAD, Lucas Janssen (l) en Maarten Logtenberg. Foto: CEAD

Zeg je 3D-printer, dan hebben veel mensen nog steeds het beeld van een open huis-, tuin- en keukenkubus die je op een tafel kunt zetten. Vergeet dat plaatje voor het gemak even. De machines die CEAD (je zegt seed) produceert zijn namelijk van een heel andere orde.

De kleinste productcategorie heeft de omvang van een auto. Dat is al tamelijk indrukwekkend, maar valt in het niet bij de 3D-printer die onlangs werd geleverd aan een scheepsbouwer in Abu Dhabi. Die machine is veertig meter lang en vier meter breed. Er worden nu onder meer watertaxi’s mee geprint.

Bij CEAD, dat staat voor Connecting Engineering And Design, wordt het gaspedaal al een poosje vol ingedrukt. En founders Maarten Logtenberg en Lucas Janssen zijn niet van plan om hun voeten daar snel weg te halen. Toch had het maar weinig gescheeld of hun bedrijf was kopje onder gegaan.

Twee cruciale pivots

We schrijven de jaren 2012 tot 2015. Logtenberg en Janssen studeren aan de TU Delft, maar zijn niet de meest trouwe collegevolgers. 3D-printers hebben dan al hun interesse en met Leapfrog 3D Printers ontwikkelen ze kant-en-klare machines voor de consumentenmarkt. Dat bedrijf bestaat overigens nog steeds.

Het tweetal neemt een afslag en gaat zich richten op de industrie. ‘We bouwden in die jaren erna heel specifieke machines voor bedrijven die een specifieke stap in hun productieproces wilden verbeteren. Dat was leuk, maar ook ingewikkeld. Je verkoopt namelijk altijd een machine die nog niet bestaat.’

De pivot die dan volgt, blijkt beslissend voor de toekomst van het bedrijf. CEAD gaat de opgedane kennis met Leapfrog combineren met de behoeften die leven bij hun industriële partners. ‘We hebben toen tegen elkaar gezegd: laten we de grootste 3D-printers bouwen die er bestaan’, aldus Logtenberg.

De eerste order

Los van de technische uitdagingen, is er nóg een probleem waarmee de jonge founders moeten dealen. Op de bedrijfsrekening staat een bedrag waarmee ze het hooguit nog een paar maanden kunnen uitzingen. Er is slechts een idee. Geld voor de ontwikkeling van zo’n megaprinter is er helemaal niet.

‘We hebben toen een ruw concept geschetst van het product en zijn daarmee mensen gaan benaderen’, zegt Logtenberg. Zo ook het bedrijf Poly Products uit Werkendam. En wat blijkt? De eigenaar ziet wel brood in het verhaal.

‘Een van de afspraken was dat we betaald krijgen als er bepaalde milestones waren behaald. Zo hebben we de ontwikkeling voor een groot deel kunnen financieren. Dit is by far de belangrijkste opdracht geweest voor ons bedrijf. Zonder deze order waren we waarschijnlijk allang failliet geweest.’

Met de printer van CEAD maakt Poly Products nu onder meer straatmeubilair, designmeubelen en kunstwerken.

cead 3d printer
De Flexbot is een van de 3D-printers van CEAD.

Concrete bestellingen

Het is de periode rond 2019. En bij CEAD roepen ze het hardop: nu één schaap over de dam is, volgen er meer. Maar dat valt vies tegen.

‘We dachten dat de orders vanzelf zouden komen’, zo geeft Logtenberg toe. ‘Interesse was er al wel meteen. Zo waren er bijvoorbeeld veel vragen over de afwerking en de materialen die we gebruikten. Maar tot concrete bestellingen kwam het die eerste periode niet. We hebben heel veel tijd moeten steken in het opvoeden van de markt.’

‘Voor veel bedrijven is het de eerste grote 3D-printer die ze bestellen. Dat zorgt voor relatief lange salestrajecten, waarbij het niet ongewoon is om eerst een pilot project op te tuigen. We moeten klanten echt nog bij de hand nemen en precies uitleggen hoe het werkt.’

De productbeloften

Wat inmiddels helpt is dat ze in Delft steeds meer concrete usecases kunnen laten zien. CEAD leverde de afgelopen jaren al ruim 150 3D-printers aan zo’n honderd bedrijven. Die komen overal vandaan. Van Duitsland en Frankrijk tot het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en Noord-Amerika, waar het bedrijf inmiddels een vestiging heeft. Zo staat één van hun producten bij een leverancier van Airbus, waar mallen worden geproduceerd voor vliegtuigvleugels. Ook BMW is inmiddels klant.

In deze fabrieken produceren de machines kunststof voorwerpen en doen dat laagje voor laagje, op de millimeter nauwkeurig. Bijkomend voordeel: het materiaal dat ze hiervoor gebruiken is relatief makkelijk te recyclen. ‘Het gaat om thermoplastisch composiet. Of simpel gezegd: kunststof met een vezel. Dat kan glasvezel zijn, maar bijvoorbeeld ook carbon’, aldus Logtenberg.

De traditionele productiemethode is frezen. Dat duurt niet alleen langer, op die manier gaat ook veel productiemateriaal verloren. Zo hebben we meteen twee beloften te pakken die CEAD aan twijfelende afnemers doet: ‘We versnellen je productieproces en doen dat bovendien op een duurzamere manier.’

Salesafdeling optuigen

Kosten van zo’n reuzenprinter? Zo ergens tussen de drie ton en een paar miljoen. Alle onderdelen worden in Delft gemaakt én geassembleerd. Dan volgt een finale softwaretest. ‘Wanneer alles goed werkt, dan wordt de machine weer ontmanteld. De verschillende onderdelen gaan via de vrachtwagen of een container naar de klant. We sturen een team mee om ‘m op locatie weer in elkaar te zetten en medewerkers te leren hoe ermee om te gaan.’

Een kleine honderd medewerkers telt CEAD inmiddels. Groeien deed het bedrijf de afgelopen jaren steevast met percentages tussen 70 tot zelfs boven de 100 procent. De omzet komt dit jaar naar verwachting uit op zo’n 20 miljoen euro.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hoewel de scaleup actief is in een kapitaalintensieve business, zijn er weinig investeerders nodig geweest om de boel draaiende te houden. Slecht in de beginperiode is er een angel investor aan boord gestapt. De afgelopen jaren werden steeds groene cijfers geschreven en ook nu is het orderboekje goed gevuld.

‘In 2023 hebben we veel geld gestopt in het schalen van onze productiefaciliteit’, vertelt Logtenberg. ‘Dat is nu geen issue meer. Nu investeren we vooral in de salesafdeling. We verkopen nu eenmaal geen tafels en stoelen, het kost gewoon tijd om iedereen op productniveau te krijgen.

Kristel Kuit (Headroom Assistance): ‘Bedrijf opschalen? Laat je inboxverslaving los’

In samenwerking met Headroom Assistance - Wil je jouw bedrijf opschalen? Dan moet je strenger zijn over de manier waarop je jouw tijd indeelt, zegt Kristel Kuit, oprichter van Headroom Assistance. 'Je moet identificeren wat jouw hours of power zijn: wat zijn de momenten op een dag dat je in je kracht staat?'

kristel kuit headroom assistance

Oprichters van startups zijn vaak overwerkt en uitgeput, zo blijkt uit onderzoek van Sifted. 45 procent van de ondervraagde oprichters omschreef hun mentale gezondheid als ‘slecht’ of ‘zeer slecht’. 85 procent gaf aan ‘veel stress’ te hebben ervaren in het laatste jaar. Het resultaat? 61 procent overwoog om hun bedrijf te verlaten, terwijl 49 procent zei dat ze dit het komende jaar zouden overwegen.

Zonde én onnodig, stelt Kristel Kuit, die met Headroom Assistance ondernemers én executives over de hele wereld helpt met Executive Assistants op afstand. ‘Je ziet dat de jongere generatie worstelt met het jongleren van werk- én privé-ambities. Tussen de 20 en 40 jaar ben je bijzonder productief. Je bedrijf groeit, maar je gezin misschien ook. Je staat iedere week voor een aantal belangrijke beslissingen die bepalen hoe je werkweek eruit ziet. Ik spreek veel ceo’s die niet meer weten waar ze de energie vandaan moeten halen.’

Jongleren met ambities

Het zijn van ondernemer gaat vooral om het nemen van de juiste beslissingen, ziet Kuit. ‘Hoe kun je jouw privédoelen combineren met je werkambities? Je moet je eigen resources, tijd én energie te allen tijde bewaken. Als je geen ochtendmens bent en net terugkomt van een lange zakenreis, waarom zou je dan maandagochtend om 9 uur direct een board-call inplannen? Daar help je jezelf, jouw bedrijf én je stakeholders niet mee.’

Hours of power

Het draait erom dat executives kritischer naar hun eigen week durven kijken. ‘Je moet identificeren wat jouw hours of power zijn: wat zijn de momenten op een dag dat je in je kracht staat? En welke dagen van de week wil je bijvoorbeeld helemaal geen meetings hebben?’

Want, zegt Kuit, we hebben allemaal de neiging om een overleg van een uur ook helemaal vol te praten, terwijl het in de praktijk vaak weinig toevoegt. ‘Kies bijvoorbeeld één of twee dagen waarop je overleggen doet, zodat je de andere dagen écht verder aan je business kunt bouwen. Als je wilt groeien als ondernemer, moet je ook jezelf kennen. Daar mag je best streng in zijn.’

Getest in San Francisco

Kuit helpt met Headroom Assistance (gestart in 2014) inmiddels meer dan 100 leiders, verspreid over de hele wereld én alle industrieën. Executives van WeTransfer en Tony’s Chocolonely — maar ook minder ‘sexy’ bedrijven. ‘Het is geen luxe om met een assistent te werken. Ik weet uit eigen ervaring dat er áltijd kopzorgen zijn. Over de financiering, over de product-market fit én het vinden van het juiste talent.’

Ze testte haar bedrijfsmodel in de techhub van de wereld. In San Francisco, waar ze tevens een bachelor in bedrijfskunde behaalde aan de San Francisco State University. ‘Ik had zelf járen gewerkt als secretaresse — en kreeg zo grip op waar executives mee worstelden. Ik wilde het ondernemers en C-suites zo gemakkelijk mogelijk maken om te werken met goed secretarieel support.’

Leiders van de toekomst creëren

Dat gebeurt op basis van maandelijkse abonnementen, waarna gebruikers toegang krijgen tot hun eigen assistent én een eigen platform dat alle data inzichtelijk maakt. De assistenten van Headroom Assistance doorlopen eerst een volledige academie. Daar worden ze getraind binnen een eigen softwareplatform.

‘Denk aan e-mails, vergaderingen, reizen, to-do-lijstjes, uitzoekklusjes en nog veel meer. Wij worden eigenlijk een beetje de baas van jouw tijd. Wij kijken heel streng mee naar zakelijke, maar juist ook doelen die je privé gesteld hebt. Wij willen de leiders van de toekomst creëren. Daar past een traditionele secretaresse op kantoor niet per se bij.’

Last van de schouders

Eén van de eerste afnemers was Arthur Kosten, medeoprichter van Bookingsportal, waaruit Booking.com uiteindelijk is ontstaan. ‘Hij wilde juist geen traditionele secretaresse op kantoor of iemand die belang zou hebben bij de informatie die hij of zij te zien zou krijgen, financieel of persoonlijk. Daar komt bij kijken dat hij veel op reis was, dus er was ook weinig noodzaak voor iemand die altijd op kantoor zou zijn.’

Na twee weken hing Kosten bij Kuit aan de lijn. ‘Hij dacht dat het een leuk verhaaltje van een jonge ondernemer was, maar stond versteld van het effect. Hij voelde een last van zijn schouders afvallen, had meer tijd voor zijn familie én was niet de hele dag bezig om te reageren op e-mails en appjes.’

Slimmer, niet harder werken

Dat is dan ook iets waar meer ondernemers en executives aan lijden: inboxverslaving. Zo ook Ernst-Jan Pfauth, oprichter van De Correspondent. ‘Dat vinden ze misschien nog wel het lastigste om los te laten, maar is één van de eerste dingen die we aanpakken. Het idee dat je, als je even geen directe taak hebt, onmiddellijk je inbox opent om dezelfde mail voor de vierde keer te lezen — die je toch nog niet kunt beantwoorden. Dat is geen slim werken.’

Kuit adviseert executives dan ook om altijd twee momenten op een dag te kiezen om alle berichten, via mail, Slack of WhatsApp te beantwoorden. ‘Die reactiemomenten zijn echt de makkelijkste quick win. Kies een moment in de ochtend en de middag om te reageren — en laat je gedurende de dag niet continu verleiden door notificaties, waardoor je je focus verliest. Je moet het tussendoor loslaten. Het draait erom dat je slimmer, niet harder gaat werken als je jouw bedrijf wil laten groeien.’

Afgeknipt haar bij de kapper? Human Material Loop maakt er nieuwe stoffen van

Stoffen gemaakt van menselijk haar. Het klinkt akeliger dan het is. Sterker nog: haar is één van de weinige uitbuitingsvrije en volledig milieuvriendelijke grondstoffen ter wereld, stelt Zsofia Kollar, oprichter van Human Material Loop. Nu nog de conservatieve textielindustrie aan boord krijgen.

human material loop zsofia kollar
Founder Zsofia Kollar van Human Material Loop en coo Vincent van den Ende.

Wat is Human Material Loop?

Human Material Loop verwerkt haarresten van kapsalons tot duurzame grondstof voor de textielindustrie. Het bedrijf reinigt het afgeknipte haar om onzuiverheden uit het materiaal te halen. Een duurzaam chemisch proces maakt het vervolgens geschikt voor de textielindustrie, als basis voor nieuwe stoffen.

Op het moment van spreken is Kollar net terug van festival SXSW, waar ze een keynote mocht geven namens haar jonge bedrijf. ‘Het was geweldig om te zien waar mensen zich om bekommeren en waar niet om. Er is nog veel werk te doen om de wereld beter te maken voor iedereen.’

Haar is als grondstof niet alleen rijkelijk aanwezig, maar ook nog eens een materiaal zonder negatieve consequenties, stelt Kollar. ‘Het is een van de weinige basisstromen ter wereld waarvoor niets of niemand is uitgebuit.’ Ze trekt een vergelijking met stromen uit de pluimvee-industrie en landbouw, waar uitbuiting van arbeiders, bodemdegradatie, watervervuiling of slechte omgang met dieren kan voorkomen.

Een andere vergelijking: ‘Haar en bijvoorbeeld wol zijn niet zo verschillend. Met dezelfde kwaliteiten als wol zonder het dierenleed of de methaanuitstoot.’

Desondanks kan werken met afgeknipt haar voor een buitenstaander wat ‘eng’ klinken, hoewel Kollar vaker het woord ‘goor’ hoort. Maar het is juist heel schoon, brengt ze daar tegenin. ‘Voordat je naar een kapsalon gaat, was je je haar en voor ze je gaan knippen, wassen zij het ook nog.’ Dat het vies is, leeft dus alleen in de hoofden van mensen.

Wie zitten erachter?

Kollar geldt als oprichter van het bedrijf en startte in 2021. Inmiddels is ook Vincent van den Ende aan boord als chief operating officer en werkt het duo met verschillende experts uit de industrie, zoals wetenschappers en engineers.

human material loop zsofia kollar
Zsofia Kollar met haar coo Vincent van den Ende. Foto: Human Material Loop

Wie zitten er op Human Material Loop te wachten?

Om de markt te betreden, mikt Human Material Loop momenteel op high-end modebedrijven die zich niet alleen bekommeren om het milieu, maar ook hoge kwaliteitsstandaarden hebben voor de materialen die ze gebruiken – andere sectoren volgen later. ‘Zij hebben een grondig ontwerpproces met als doel om voor de lange termijn te ontwerpen en producten niet het volgende seizoen weg te gooien’, licht Kollar toe.

Wat hierbij helpt, is dat de textielindustrie te maken krijgt met steeds meer regelgeving voor duurzamer werken. En de branche legt zichzelf ook doelen op. Zo moet de CO2-uistoot in 2030 met 45 procent zijn afgenomen en probeert Frankrijk fast fashion aan banden te leggen. ‘Bedrijven moeten overschakelen op vezels met een lage impact’, vat Kollar samen.

Lees ook: Hoe redden we kleding van de afvalberg? 4 mogelijke oplossingen

Daarnaast wordt er ingespeeld op de invoering van het productpaspoort dat ervoor moet zorgen dat de oorsprong van materialen is te herleiden. ‘Over de hele keten weten we wat er met het materiaal gebeurt.’

Eveneens belangrijk is dat de technologische oplossingen die Human Material Loop ontwikkelt, passen binnen de bestaande infrastructuur van afnemers. Er zijn volgens Kollar slechts minimale aanpassingen nodig. ‘De textielindustrie is niet alleen problematisch, maar ook conservatief. Doordat ze niet hoeven te investeren in nieuwe machines of fabrieken, kunnen we snel schalen en impact maken. Als je de industrie wil veranderen, dan moet je met een nieuw materiaal komen waarmee ze gewoon kunnen werken.’

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Wat is het verdienmodel?

Het verdienmodel is tamelijk direct. ‘We ontwikkelen materialen en verkopen die aan bedrijven en ontwerpers die er producten van merken’, vat Kollar samen.

Hoever is Human Material Loop?

Klantnamen kunnen nog niet gemeld worden. Wel vertelt Kollar dat de focus vooralsnog op Europa ligt. Zo heeft een land als Spanje de aandacht. Vanuit de wil om het Europese productielandschap te ondersteunen en de lokale economie laten groeien, terwijl de negatieve impact wordt beperkt.

Zoals gesteld fungeert mode als start, opschaling moet via het interieursegment volgen. ‘Dat is een strategische zet om mogelijke angst weg te nemen die mensen misschien voelen ten opzichte van het materiaal. En om te laten zien dat het eigenlijk gewoon een raffinaderij is.’

De komende tijd moeten er drie productiefaciliteiten aangesloten worden. De samenwerking met textielfabrikanten die daarvoor nodig is, moet één voor één opgetuigd worden, beseft Kollar.

En dan is er aan de andere kant nog de aansluiting van de haarleveranciers. In onder andere Australië, Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk is daar bestaande infrastructuur voor. In het vaste land van Europa moet dit zelf worden opgetuigd. ‘Gelukkig krijgen we al flink wat support van Europese corporates.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nog geld nodig?

Momenteel wordt er gekeken naar de eerste ronde externe investeerders die ‘op één lijn zitten met het creëren van impact.’ Kollar: ‘We zijn geen ngo, dus ons bedrijf is er voor planet, people en profit.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het helpt dat het aantal impactfondsen groeit, maar circulair werkende bedrijven blijven een vreemde eend in de bijt, merkt Kollar. ‘Investeerders moeten nog steeds aanpassen hoe ze tegen een businessmodel of prognose in financiën aankijken. Je kunt een circulaire startup niet vergelijken met een oud bedrijfsmodel.’

Lees ook deze artikelen over startups en financiering:

Review: de ‘nieuwe’ VanMoof S5 is zichzelf gebleven – en weer een tikkie goedkoper

VanMoof herlanceert donderdag onder nieuwe eigenaar McLaren Applied de VanMoof S5 en A5. Alle onderdelen zijn grondig getest en waar nodig vervangen, zegt de maker. Rijdt het een beetje? MT/Sprout ging een weekje op pad met de 'nieuwe' S5.

vanmoof s5 2024 review

Hij is fonkelnieuw, maar ziet er exact hetzelfde uit als het origineel, de VanMoof S5 die vanaf deze week door McLaren Applied, de nieuwe Britse eigenaar van het merk, wordt geleverd. En dat klopt ook wel: de VanMoof is alleen aangepakt waar dat nodig was, op basis van uitgebreide testen en de data over wat er kapot ging aan de S5’s en A5’s onder het Carlier-regime.

Lees ook: Taco en Ties Carlier hadden lef en dachten groot, dat bleek de valkuil voor VanMoof

Uitgebreid testen

En dat was bijzonder weinig, daar blijft de nieuwe VanMoof-eigenaar op hameren na uitgebreid testen van de pakweg 400 onderdelen in de designfiets. De ellende met hopeloos haperende fietsen begon met voorganger S3, maar was met dit model grotendeels opgelost. Hoewel? Toen wij de ‘oude’ S5 testten, strandden we al op dag één met een fiets die dood bleef na een rondje laden.

Dus ja, al ging het om een handvol onderdelen, de S5 kreeg wel degelijk een update. Onderhuids is bijvoorbeeld in het stroomcircuit een stekker vervangen die voor storingen zorgde. Er werd gekozen voor de betere batterij van de twee die eerder werden geleverd en de schroefjes in de remhevels zijn vervangen door exemplaren die makkelijker te monteren zijn en ook blijven zitten.

E-shifter en schopslot mochten blijven

Maar de e-shifter, de versnellingsautomaat die in een vorige versie de S3 zijn beruchte imago gaf maar voor de S5 al opnieuw was ontworpen, mocht blijven. Die voldeed al prima bij de S5, vindt VanMoof 2.0. En hetzelfde geldt voor het schopslot, de voorwielmotor en de remmerij. De software kreeg een stevige opfrisbeurt, inclusief de app waarmee je de accu-inhoud en ritjes bijhoudt en de fiets desgewenst opent en sluit.

Uiteindelijk bleef de S5 dus de S5. Uit alle stadsfietsen herkenbaar, met zijn uitgebeende en robuuste design, hufter- en dievenproof.

vanmoof s5 stuur
Aan de voorwielmotor en remmerij van de VanMoof S5 is niets veranderd. Foto: VanMoof

De ultieme VanMoof

Twee weken door Amsterdam rondsuizen op de ‘nieuwe’ VanMoof bevestigt wat we al wisten: wie kan wennen aan de sportieve zit, rijdt op de ultieme VanMoof. Inclusief een paar eigenwijze trekjes die niet iedereen voor lief zal nemen. Die motor in het voorwiel in plaats van achter of bij de trapas geldt technisch niet als de mooiste oplossing. De batterij is nog steeds niet uitneembaar – alsof tout Amsterdam een schuurtje heeft om de fiets ‘s nachts op te laden.

De ketting is ook gebleven, ook al zweren e-bikeliefhebbers bij riemaandrijving. Eigenwijs van dat nieuwe VanMoof, want zo’n Gates-belt is gewoon standaard in deze prijscategorie. En wat de aandrijving betreft: de drieversnellingsnaaf van Sturmey Archer wordt dan wel keurig bediend door die e-shifter, maar mogen we zelf handmatig bepalen wanneer we van verzet willen wisselen? Nee dus.

Trapondersteuning met sensor

In de praktijk is de trapondersteuning dankzij de sensor zo smeuïg, dat je er niks van merkt dat het voorwiel je meetrekt. En bij dat schakelen helpt die sensor ook, om te voorkomen dat je tijdens krachtig aanzetten onverwacht van verzet wisselt. De VanMoof heeft de schakelmomenten van de eshifter voorgeprogrammeerd, maar die kun je ook naar eigen voorkeur instellen.

Desondanks kan de fiets je nog steeds af en toe verrassen als hij op de vooraf ingestelde momenten schakelt, en trakteert hij je op gekraak als je dan net stevig aanzet. We spraken VanMoof-ceo Eliott Wertheimer erover, maar hij blijft onvermurwbaar: de computer weet dankzij ‘torque calculations’ echt beter hoe en wanneer te schakelen dan de stadsforens. Best eigenwijs van hem om die schakelautomaat te behouden, in een markt waar single speed (Cowboy) of juist een Enviolo traploze automaat (Veloretti) gedoe met schakelen voorkomen.

Lees het volledige interview met Wertheimer: ‘Het probleem van VanMoof waren niet die haperende onderdelen’

vanmoof s5
De VanMoof S5 met het kenmerkende achterlicht. Foto: VanMoof

E-shifter kalibreren

Het kan toeval zijn, maar het enige wat aan de VanMoof haperde tijdens onze twee testweken was uitgerekend die e-shifter. Die hield ermee op en verspreidde vervolgens een merkwaardig, aanhoudend elektronisch gekreun. Het bleek een kwestie van ‘kalibreren’: de shifter resetten via de app. Dat die functie überhaupt op de VanMoof-app zit, stelt niet helemaal gerust. Volgens VanMoof is die functie alleen nodig als je zelf de schakelmomenten wilt instellen.

Onverslaanbaar is dan natuurlijk weer de turboknop, die VanMoof nog steeds zijn kwikzilverige acceleratie geeft. Ook hier bepalen software en elektronica weer het karakter van de fiets. Met een paar toevoegingen: je kunt het achterlicht laten functioneren als remlicht – nuttig – en met een druk op de knop gaat de koplamp knipperen bij wijze van geluidloze claxon – geen idee wanneer dat handig is.

Doordat het achterlicht bestaat uit twee delen, die nu in principe ook bruikbaar zijn om richting mee aan te geven. Ook weer met een knop aan het stuur, maar in Nederland (nog?) niet leverbaar. De meest opzienbarende gadget blijft natuurlijk de boostknop, die verslavende knop rechts op het stuur. Die turbo houdt aan zolang je wilt. Je hoeft als een ware fatbiker de trappers alleen maar voor de vorm traag te laten rondgaan om de topsnelheid aan te houden.

Goedkoper, maar niet voordelig

Goed nieuws dat de VanMoof S5 en A5 weer te bestellen zijn. Beter nieuws is dat de prijs weer een stukje lager is: 3.298 euro om precies te zijn. Dat is 200 euro minder dan de 3.500 euro waarvoor Taco en Ties Carlier hun bedrijf overeind probeerden te houden.

Maar anderzijds nog steeds een stuk hoger dan de 2.500 euro waarvoor het model in 2022 werd gelanceerd. Voor die kleine 3.300 euro ben je overigens wel uitgewinkeld bij VanMoof 2.0, want een verzekering of de service waarbij bike hunters achter je gestolen karretje aangingen, zijn niet meer verkrijgbaar. De gps-tracker zit er wel nog in.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

We gunnen VanMoof 2.0 een toekomst met gezonde marges, maar het is even afwachten of de prijs scherp genoeg is om consumenten weg te houden bij Veloretti, Cowboy, Tenways en de rest.

Lees ook: Getest: de nieuwe Veloretti Ace en Ivy Two, een prima alternatief voor VanMoof

1-2-Taste zet de voedingsindustrie op z’n kop met Amazon-achtige oplossing

De ondoorzichtige, inefficiënte markt van voedingsingrediënten verplaatsen naar online was nog niemand gelukt. Tot nu. Jasper Schouten ontwikkelde met twee compagnons 1-2-Taste: 'We zijn uniek omdat we digitaliseren, zonder voorbij te gaan aan de traditionele manier waarop voedingsmiddelen worden ontwikkeld.'

1-2-taste jasper schouten
De oprichters van 1-2-Taste: Jan Klawer (cmo), Jasper Schouten (ceo) en Arjan Koudijs (coo).

Wat is 1-2-Taste?

Een platform dat voedings- en drankenbedrijven gemakkelijk toegang geeft tot ingrediënten.

‘Heb je het over foodscience, dan speelt Nederland een toonaangevende rol. Daar ligt ook mijn achtergrond. Ik heb Levensmiddelentechnologie gestudeerd’, vertelt ceo Jasper Schouten. ‘Toen ik werkte voor de grootste producenten van geur- en smaakstoffen ter wereld, zoals IFF, kreeg ik een beter beeld van hoe de ingrediëntenindustrie in elkaar zit: inefficiënt. Met veel schakels tussen leveranciers en klanten.’

‘Mijn compagnons en ik dachten: er is maar één schaalbare oplossing en dat is zorgen dat voedingsingrediënten online vindbaar en bestelbaar zijn voor fabrikanten van voedingsmiddelen. Onze missie is om de inkoop van ingrediënten zo moeiteloos mogelijk te maken voor alle voedings- en drankbedrijven, om innovatie en efficiëntie in productontwikkeling te bevorderen.’

En dus bouwden Schouten en zijn team een online platform dat het inkoopproces van voedingsbedrijven vereenvoudigt: een plek waar vraag en aanbod van leverancier en fabrikant samenkomen. Op dit moment staan er 3.000 ingrediënten online van meer dan 100 leveranciers. Variërend van aroma’s tot suiker- en zoutvervangers, vezels, nutraceuticals, plantaardige eiwitten, emulgatoren en nog veel meer.

Schouten: ‘De traditionele route naar markten is dat het ofwel direct gaat – vooral grote klanten – of via distributeurs en agenten. Dat is een vrij ontransparante weg.’ Aan de andere kant staan mkb’ers die het moeilijk vinden om in het woud van tussenpersonen ingrediënten te vinden. Dat staat innovatie in voedingsproducten nu vaak in de weg.

Het platform doet in de verte denken aan Amazon. ‘Dat klopt’, vertelt Schouten, ‘alleen bieden wij iets meer toegevoegde waarde aan onze klanten. De verkoop van een ingrediënt gaat van oudsher eerst met een sample. Vervolgens ga je van sample naar een proefproductie in de fabriek en daarna worden consumententesten gedaan. Het duurt even voordat het product in de schappen ligt, wij begeleiden dat hele proces. Dat is toch nét even anders dan dat je bij Amazon een paar schoenen koopt.’

Daarnaast helpt 1-2-Taste ook bedrijven bij het vinden van partners die recepturen kunnen ontwikkelen. ‘Voor een nieuw drankje, koekje of vlees-alternatief bijvoorbeeld. Al die kennis zijn we nu aan het bundelen in een AI-tool: een online expert die bedrijven kan assisteren om de juiste ingrediënten te vinden voor hun toepassing en om technische vragen te beantwoorden.’

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Wie zitten erachter?

Naast Schouten zijn ook Arjan Koudijs en Jan Klawer medeoprichter. ‘Koudijs is coo en is een tijdje mijn leidinggevende geweest bij IFF. Hij was regio-directeur operations Azië toen ik in China zat voor het bedrijf. Hij verzorgt nu onze tech. Klawer (cmo) gaf een tijdje leiding aan een digital marketing agency in het Midden-Oosten, dat is ook waar ik hem heb leren kennen.’

‘Toen ik hem vertelde over het idee van Arjan en mij, kon hij niet geloven dat een dergelijke marktplaats nog niet bestond. Hij is onderzoek gaan doen en kwam een tijdje later terug met de wetenschap dat we gelijk hadden. En de vraag of hij niet kon aansluiten bij het bedrijf. Inmiddels bestaat het team uit 26 werknemers in Europa en India.’

1-2-taste
De oprichters van 1-2-Taste: Jan Klawer (cmo), Jasper Schouten (ceo) en Arjan Koudijs (coo).

Wie zitten er op 1-2-Taste te wachten?

Dat de ondernemers voor deze twee markten kozen, heeft te maken met dat Koudijs in India heeft gewerkt. Schouten: ‘Het is natuurlijk een extreem grote markt met veel distributiepartijen. We hebben er een test gedraaid: hoe reageert de markt als kleine groothandelaren hun ingrediënten rechtstreeks bij leveranciers kunnen kopen via het 1-2-Taste-platform? Na positieve signalen wilden we – Nederlanders, dat we zijn – ook in Europa aan de slag.’

1-2-Taste is naar eigen zeggen de enige die deze oplossing aanbiedt. ‘Er zijn wel leadgen-achtige platformen, maar die lossen het probleem van de leverancier niet op. Wij ontzorgen de supply chain doordat je meteen kunt bestellen. Grote en kleine hoeveelheden. We dropshippen: we halen de ingrediënten op en leveren ze af. Of we halen de ingrediënten uit ons eigen warehouse als onze partner daar voorraad heeft liggen.’

Leveranciers boren met een samenwerking met 1-2-Taste vaak een nieuwe markt van mkb-bedrijven aan. Schouten: ‘Vaak hebben ze ook al wat kleine klanten in hun portfolio waarvan ze denken: moeten we die nog bedienen? Dat soort klanten wordt steeds minder rendabel. Zij worden steeds vaker naar ons platform verwezen om ingrediënten te kopen.’

Een voorbeeld is een fabrikant van kokosbrood, dat in iedere supermarkt te vinden is. Of denk aan een kleine brouwerij. Voor hen is het interessant dat ze flexibele volumes kunnen inkopen.

Wat is het verdienmodel?

Je hebt twee kanten van het platform: aan de ene kant de leverancier en aan de andere kant de voedingsmiddelenproducent. Aan leveranciers vraagt 1-2-Taste onboardingkosten en daarna kunnen ze via betaalde marketingmodules hun producten onder de aandacht brengen van klanten. Daarnaast vangt het platform ook een marge over verkochte producten. Schouten: ‘Die marge, dat gaat in samenspraak om het product competitief in de markt te kunnen zetten.’

Hoever is 1-2-Taste?

‘De afgelopen jaren zijn we flink bezig geweest met de waardepropositie. We moesten best wat balletjes opgooien om te zien: wat is de beste manier om dit proces transparanter en schaalbaarder te maken?’, blikt de ondernemer terug. De komende twee jaar richt het bedrijf zich op een consistente groei in Europa en India.

‘We hebben nu duidelijk in het vizier waar het geld vandaan moet komen en waar we groot mee willen worden. Het gaat nu dus om procesoptimalisatie. Je kunt je voorstellen dat we AI voor diverse zaken willen inzetten. Dat inside sales niet meer alle specifieke informatie hoeft te weten van de 3.000 ingrediënten die we online hebben staan bijvoorbeeld.’

Nog geld nodig?

In maart sloot 1-2-Taste een seedronde af met Icos Capital en Navus Ventures. Laatstgenoemde is een venture capital-fonds, onderdeel van een family office verbonden aan robotfabrikant Lely. ‘Zij zagen het concept en herkenden het probleem, dus zij zijn voor de tweede keer ingestapt.’

Hoe groot de investering is, daar kan Schouten niets over zeggen. ‘We hebben het eerste deel afgerond, maar als het goed is komt er nog een tweede deel bij. Hopelijk is het over een maand beklonken.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Met de investering wil het bedrijf zijn operaties verder opschalen, de technische infrastructuur verbeteren en het aanbod van ingrediënten uitbreiden. Schouten: ‘Als startup begin je ieder jaar weer opnieuw aan een nieuwe uitdaging. We zijn ambitieus en willen de komende jaren twee keer verdubbelen in omzet. We zien dat dat mogelijk is.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Over twee jaar is het tijd om onze vleugels uit te slaan naar nieuwe markten. We denken aan Noord-Amerika. Als we dat willen doen, is het tijd voor een nieuwe investeringsronde.’

Lees ook deze artikelen over startups en financiering: