Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob de manager

Bob is divisiedirecteur bij een groot concern. Bob doet zijn best. In aflevering 4 schakelt hij de chef automatisering in als Big Brother.

Beste Thomas

De Raad van Bestuur is van plan om een regel uit te vaardigen die het bezoeken van sekssites verbiedt. Onlangs heeft de rechter namelijk bepaald dat je zonder zo’n regel een werknemer die tijdens werkuren zo’n site bezoekt niet mag ontslaan. Ik wil echter eerst zeker weten of er in onze divisie überhaupt werknemers zijn die sekssites bezoeken. Ik denk niet dat dit bij ons het geval is en dan heeft het uiteraard weinig zin zo’n regel in te stellen. Je kent mijn motto: hoe minder regels, hoe beter. Desalniettemin: zou jij als chef automatisering discreet kunnen onderzoeken of er sekssites bezocht worden?
Groet,
Bob

Beste Bob

Op jouw verzoek heb ik een week lang het bezoek aan sekssites bijgehouden. Dat was nog een hele klus en ik moet concluderen dat jouw verwachting dat het wel mee zou vallen helaas niet overeenstemt met de werkelijkheid. Van de 176 werknemers bezochten er de afgelopen week 38 een seksite. Hierbij moet ik aantekenen dat van die 176 er elf al langere tijd thuis zitten, er zes ziek waren, vier op dienstreis en veertien op cursus. Houden we 141 werknemers over; 27 procent bezocht dus een seksite. De kortste bezoekperiode was 81 seconden. Dat was Rob van den Bent, van de loonadministratie. Die was, zal ik maar zeggen, snel klaar. De langste bezoekperiode was Kees Hagenaars, onze avondportier. Tja, hij is jong en de avond lang, maar 21 uur en acht minuten in een week tijd is toch wel erg veel.
De gemiddelde bezoektijd is 14 minuten per week. Men bezoekt de gehele dag door, maar tussen drie en vijf is men er het drukst mee. Eén werknemer was de hele zondagmiddag ermee bezig. Het betreft ons hoofd juridische zaken Frederik ten Have. Zo te zien (1 uur en 47 minuten) raakt hij vooral opgewonden van aerdenhoutsesletjes.nl. Kennelijk geeft men elkaar ook tips, want veel werknemers bezoeken dezelfde sites. Bovenaan in onze divisie staat viezeplaatjes.nl, gevolgd door annekewiljounu.nl. Vooral marketing is gek op annekewiljounu.nl: twaalf van onze twintig marketeers bezochten de site, onder wie chef marketing Lodewijk de Vries (maar niet meer dan elf minuten die week). Delekkerstekantoorseks.nl staat op drie. Eerst dacht ik dat ikhebzininbizarrespelletjes.nl op drie stond, maar die site blijkt gewelddadige games te bieden. Geldt die regel van de Raad van Bestuur trouwens ook voor gamesites? Anders wil ik daar ook nog wel een week aan besteden. Veelbezocht is ook kommaarschatje.nl, omdat die prominent op de site heeft staan dat bezoek op geen enkele manier te traceren is; dat men daar anno 2003 nog intrapt. Vooral Frank Roblé van sales is gek op kommaarschatje.nl: maandagochtend begon hij om 09.02 uur en was pas om 10.58 uur klaar. Helaas moet ik meedelen dat ook een van de directieleden onder de bezoekers valt. Het betreft onze financiële man Luc van Houten, wat me verrast, want Luc staat bij automatisering bekend als iemand die nauwelijks weet hoe internet werkt. Hij deed het in elk geval wel buiten werktijd: donderdagavond bezocht hij van 18.12 tot 18.24 uur beursplein5hoertjes.nl.
Heb je hier wat aan?
Groet,
Thomas

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Beste Thomas

Dank voor je onderzoek. Ik had niet verwacht dat je het zó grondig en gedetailleerd zou aanpakken. Hier heb ik zeker wat aan. Ik zal de Raad van Bestuur vandaag nog melden dat zo’n regel broodnodig is, wat mij betreft ook voor gamessites. Wat ik met Van Houten moet weet ik nog niet. Ik heb hem inmiddels discreet op zijn gedrag gewezen. Hij houdt echter vol dat hij stom toevallig op beursplein5hoertjes.nl terecht is gekomen toen hij de AEX-slotkoersen wilde bekijken en dat vervolgens zijn computer vastliep.
Groet,
Bob

Wie werknemers verplicht terug te keren naar kantoor, slaat de plank mis

Eis jij dat je personeel terugkeert naar kantoor? Dan maak je een grote vergissing. Volgens Harvard-prof Prithwiraj Choudhury is de belangrijkste strategie van de 21ste eeuw juist het omgekeerde: bedrijven brengen hun werk naar de mensen, waar ze ook zitten in de wereld. 'Een win-win voor bedrijven, individuen en gemeenschappen.'

remote werken werknemers wereld the world is your office
Foto: Getty Images

Amerikaanse bedrijven, zoals Amazon en Goldman Sachs, eisen inmiddels dat werknemers terug naar kantoor komen. Dat is in Nederland nog niet het geval, maar de spanning tussen werkgevers en werknemers neemt wel toe.

Uit een recent onderzoek van LinkedIn blijkt dat 47 procent van de Nederlandse professionals zich onder druk voelt gezet om vaker naar kantoor te komen dan ze zelf willen. 59 procent van de werknemers tussen de 18 en 42 jaar ziet dat terugkeren als problematisch.

Werkgevers die hun mensen terug op kantoor willen zien, slaan de plank behoorlijk mis. Althans volgens Prithwiraj ‘Raj’ Choudhury, hoogleraar aan Harvard Business School en Wharton. Voor deze managementdenker is de toekomst van werk WFA, dat staat voor Work From Anywhere.

Hybride werken is halfzachte oplossing

Dat is niet te vergelijken met een paar dagen per week thuiswerken of remote werken op satellietkantoren. Dat hybride werken van vandaag is maar een halfzachte oplossing. Dit gaat over werknemers die zelf kiezen waar ze wonen en werken. Of dat nu in een loft in Tokio is of in een hutje in de Franse Alpen. De plek waar het kantoor van hun werkgever staat, heeft daar geen invloed op.

Leiders moeten beseffen dat WFA ‘de belangrijkste talentstrategie van de 21ste eeuw’ is, schrijft Choudhury. Daarvoor komt hij in The World Is Your Office, dat op 22 april verschijnt, ook met bewijs.

Dat heeft hij de afgelopen tien jaar verzameld op verschillende continenten, in verschillende sectoren en bij zowel gevestigde bedrijven als startups. Het belangrijkste argument om vanaf nu te gaan investeren in WFA? Het aantrekken en het behouden van divers en productief talent over heel de wereld.

Lees ook: Personeelstekorten los je niet op met pleisters plakken

Beter voor talent

Bedrijven die werknemers nog altijd in de buurt van hun vestigingen willen hebben, beperken zichzelf. Ze vissen in een kleine vijver, waar veel meer bedrijven in vissen. Waarom houden ze in deze digitale tijden nog vast aan geografische grenzen, vraagt de prof zich af.

Het is veel beter om het werk naar de werknemers te brengen, waar ze dan ook zitten. Bedrijven hoeven daarvoor geen nieuwe vestigingen te openen. Er is al evenmin gedoe met visa of emotioneel zware verhuizingen naar vreemde landen.

Onderzoek heeft al aangetoond dat werkgevers met de WFA-strategie beter gekwalificeerd en diverser talent aantrekken, dat de productiviteit verhoogd wordt, dat werknemers langer blijven hangen en dat er belangrijke kostenbesparingen aan vastzitten. Dat is ook de ervaring van bedrijven die deze strategie al toepassen.

GitLab en Zapier

Zo heeft ontwikkelaarsplatform GitLab geen kantoren, maar wel meer dan 2.000 werknemers verspreid over 65 landen. Het bedrijf wordt gewaardeerd op meer dan 8 miljard dollar. Softwarebedrijf Zapier heeft evenmin kantoren, maar wel meer dan 800 werknemers verspreid over 38 landen en een waardering van 5 miljard.

Choudhury heeft achter de schermen gekeken bij die bedrijven, maar ook bij USPTO, het patentbureau van de VS, dat in 2012 een eerste WFA-programma lanceerde. Dat leverde 4,4 procent meer productiviteit op. Na drie jaar noteerde het bedrijf al een besparing van 39 miljoen dollar op kantoorruimtes. GitLab bespaart zo 18.000 dollar per jaar, per werknemer.

Andere voordelen zijn het verminderen van de CO2-uitstoot van het forenzen en het voorkomen van leegloop van dorpen en kleinere stadjes, omdat de lokale talenten niet langer worden gedwongen te verhuizen voor een betere toekomst. ‘WFA is de toekomst, het is een win-win voor bedrijven, individuen en gemeenschappen.’

Kan ook bij fabrieken

Wie denkt dat WFA alleen interessant is voor techbedrijven, startups of de traditionele kantoorbanen in marketing, hr, klantenservice of juridische diensten vergist zich. Deze strategie kan veel breder worden toegepast, geeft Choudhury aan.

Wat gedaan kan worden op afstand, heeft dankzij de voortschrijdende technologie steeds minder beperkingen. Denk bijvoorbeeld aan digital twins, waarmee processen in fabrieken op afstand gemonitord kunnen worden. Ook ziekenhuizen of magazijnen kunnen volgens hem ‘gecontroleerd worden vanaf een keukentafel’.

BMW bouwt een slimme fabriek in Hongarije, die eind dit jaar open zou moeten gaan. Ingenieurs kunnen daar elk aspect van de productielijnen virtueel controleren. Choudhury was zelf bij de introductie van digital twins en AI-tools in een Braziliaanse fabriek van Unilever die wasmiddelen produceert.

Lees ook: Digital twins zijn het nieuwe businessmodel van HaskoningDHV

Digitale twins

Ook al was het trainen van medewerkers een uitdaging die enkele jaren in beslag nam, de uiteindelijke balans was positief. Optimalere processen, grotere hoeveelheden sneller produceren en minder energieverbruik.

Unilever heeft diverse fabrieken in onder meer Indonesië en Zuid-Afrika inmiddels verregaand gedigitaliseerd. ‘Het bedrijf speelt met het idee om één operationeel centrum te openen om toezicht te houden op de wereldwijde productie.’

Dat gebeurt al bij het digitale twin-model van de Turkse energiemaatschappij Enerjisa Üretim, dat op één centrale locatie alle centrales overziet. ‘Dat stelt de ingenieurs van dit bedrijf in staat om in Istanbul te wonen, in plaats van een afgelegen regio van Turkije.’

Alleen verwarren heel wat leiders nog altijd werk met kantoor, weet de hoogleraar. Ze zien vooral problemen in plaats van kansen. Choudhury brengt ze samen onder drie noemers: communicatie, kennisdelen en isolement. ‘Met de juiste managementpraktijken kan elk obstakel overwonnen worden.’

Obstakel 1: Communicatie

Het communicatieprobleem is echt niet nieuw. Bedrijven zijn al gewend aan werknemers op verschillende plekken en in verschillende tijdzones. De sociale cohesie is een argument dat managers vaak gebruiken om mensen te laten terugkeren naar de werkvloer.

Choudhury zet daar toch wat vraagtekens bij. ‘De Cupertino-campus van Apple omvat 360 hectare. Hoe groot is de kans dat werknemers contact hebben met iemand aan de andere kant van die campus? In een ander gebouw? Op een andere verdieping?’

Onderzoek uit 1977 heeft al aangetoond dat een afstand van 10 meter tussen collega’s de kans op spontane interactie aanzienlijk vermindert. En dat het bij 25 meter al wordt gereduceerd tot nul. ‘Het bijeenbrengen van de juiste mensen en de juiste informatie om effectief samen te werken op een innovatieve manier zal een uitdaging blijven.’

Workflow aanpassen

Technologie biedt ook hier een oplossing, informatie kan hierdoor veel gemakkelijker worden uitgewisseld. Direct via online meetings, of meer asynchroon via e-mail, apps of platforms zoals Slack. Bij GitLab is de workflow al helemaal aangepast op deze asynchrone vorm van communicatie.

Taken worden afgewerkt en op het eigen platform geplaatst, of er wordt om feedback gevraagd voor verbeteringen. ‘Heel wat anders dan het presenteren van een compleet product tijdens een teamvergadering om er dan achter te komen hoeveel het nog verbeterd kan worden.’

Bij appontwikkelaar Doist werken meer dan honderd mensen verspreid over 35 landen. Dit bedrijf werkt met hun eigen oplossing: Twist. Deze app zorgt voor de nodige transparantie, omdat mensen van alles in threads kunnen nazoeken. Kennis, beslissingen, discussies, vragen en dergelijke.

Grenzen stellen

Van niemand wordt een direct antwoord verwacht. Teamleden worden juist aangespoord om eerst na te denken voor ze hun ideeën opschrijven of feedback geven. Dat levert kwalitatief betere resultaten op dan ‘wat tijdens fysieke vergaderingen wordt geroepen’, vertelt een manager van het bedrijf in het boek.

Bovendien komen de winnende voorstellen minder vaak van ‘de mensen met hoge posities of de luidste stemmen’. Zo worden dus ook meer diversiteit, creativiteit en innovatie aangemoedigd. Tegelijkertijd moeten leiders wel grenzen stellen, zoals ‘ping-vrije uren’, om te voorkomen dat mensen te veel worden afgeleid.

Lees ook: Diversiteitsquota zijn als pijnstillers, ze lossen het echte probleem niet op

Obstakel 2: Kennis delen

Een andere veelgehoorde kritiek in managementkringen is dat het voor mensen die remote werken moeilijk is om bij te blijven, om te leren van elkaar of blunders te voorkomen dankzij meer ervaren collega’s. Hoe krijgen ze op afstand de relevante en actuele informatie die ze nodig hebben om hun werk te doen?

Choudhury erkent dat dit wel een uitdaging is, maar wijst erop dat allereerst alle informatie van de organisatie beschikbaar moet zijn. Van het aanvragen van budgetten, het schema voor een productlancering, tot sollicitatieprocedures. Zelfs ‘stilzwijgende informatie’ moet worden uitgeschreven en zo worden opgeslagen dat het te vinden is.

De praktijk bij bedrijven is dat dit soort informatie tot nu toe als tweederangs wordt beschouwd. De kwaliteit ervan is armoedig, de informatie is incompleet, verouderd, niet relevant, of bevat alleen feiten en cijfers in plaats van nuttige inzichten.

Tik-op-de-schouder-aanpak

‘Veel bedrijven hebben dat opgelost met een tik op de schouder aanpak’, schrijft hij. De informatie zelf is niet beschikbaar, dus wordt het alles aan de collega’s of de manager gevraagd. Die zijn of haar aanpak graag zal delen, al kan het bij een andere collega zo weer op een andere manier worden aangepakt.

Wat WFA doet, is dit gebrek aan nuttige informatie en praktijkkennis voor het voetlicht brengen. Het is een enorme investering, beseft Choudhury, maar voor een WFA-bedrijf is het essentieel om deze kennis tot in de details op te schrijven en toegankelijk te maken.

Bij GitLab hebben ze bijvoorbeeld een handboek gemaakt dat antwoord geeft op elke vraag die met hoe begint. Iedereen werkt er ook aan mee, het opschrijven waar ze aan gewerkt hebben en wat ze geleerd hebben is gewoon onderdeel van de dagelijkse job. Het is de prijs die ze betalen voor WFA.

Zelfs GitLab-founder en voormalig ceo Sid Sijbrandij besteedt een uur per dag aan het ‘codificeren’ van de opgedane kennis. Dit handboek is ook de eerste bron voor iedereen, dit is de Wikipedia van het bedrijf, en dus niet de senior collega of de manager. Als dit handboek geprint zou moeten worden, dan rollen er zo 2.000 pagina’s tekst uit de printer.

Lees ook: Drie grote uitdagingen voor hr en recruitment tot 2030

Obstakel 3: Isolement

Een andere drempel zijn de zorgen over het isolement waar werknemers op afstand in terecht zouden komen, zowel professioneel als sociaal. Daardoor denken managers dat ze veel meer zullen worstelen met het ondersteunen van hun mensen en dat ze signalen over burn-out bijvoorbeeld zullen missen.

WFA leidt vaker tot extreme betrokkenheid en het nodige overwerk, weet Choudhury. Hij raadt die managers aan om productiviteit te beoordelen op de kwaliteit van het werk en niet op het aantal uren dat erin is gestoken. Ook moet het bedrijf serieus investeren in welzijn. Werknemers op afstand die risico lopen, moeten worden begeleid.

Een andere uitdaging is het op afstand opbouwen van een professioneel netwerk. Dat is de sleutel voor continue groei en vooruitgang in de carrière, is de heersende gedachte. Voor Choudhury is die redenering wat te simpel.

Vooroordelen sijpelen digitaal door

WFA kan een risico zijn voor de carrière, maar hij wijst op andere, veel subjectievere factoren die een rol spelen. Vooral de (onbewuste) vooroordelen van managers bij het beoordelen van mensen voor promotie. Uit onderzoek van de auteur blijkt dat die biases ook doorsijpelen naar de digitale werkvloer.

Werknemers op afstand dragen in brede zin minder bij aan de organisatie, omdat ze niet deelnemen aan allerlei activiteiten. Ze zijn minder gehecht aan hun collega’s en ze zijn minder toegewijd aan de waarden en de missie. Het zijn zorgen die Choudhury erkent, maar daar zijn wel degelijk oplossingen voor.

Hij geeft er twee in zijn boek: virtuele waterkoelers en bedrijfsuitjes. De virtuele waterkoeler, bij ons beter bekend als de koffieautomaat, is een soort vaste en verplichte online afspraak waar deelnemers niet over het werk praten, maar over tuinieren, huisdieren of sporten.

Virtuele koffieautomaat

Het kunnen ook mentor- of vraag-en-antwoordsessies zijn met nieuwe medewerkers en managers. Of de ceo kan opeens opduiken en uitleg geven over de strategie. Wat deze virtuele events interessant maakt, is dat de deelnemers vooraf niet weten wie er aanwezig zal zijn.

Uit zijn eigen experiment bij een grote investeringsbank met stagiaires en managers bleek dat de virtuele waterkoelersessies een positief effect hadden op hun tevredenheid en productiviteit. Ook bleken de deelnemers na afloop van hun stage vaker een aanbod voor een baan te krijgen.

Eén deelnemer verwoordde het zo: ‘Op kantoor zaten de senior managers op een andere verdieping. Niemand van de stagiaires stapte de lift in naar deze cxo-etage voor een toevallig gesprekje. De virtuele waterkoelers waren een gamechanger.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bedrijfsuitstapjes

Bedrijfsuitstapjes op een aantrekkelijke locatie, waarbij het bedrijf de kosten op zich neemt, zijn ook een goede manier om te netwerken. Daaraan kunnen ook allerlei presentaties worden gekoppeld, over de strategie of nieuwe producten.

Zapier doet dat bijvoorbeeld twee keer per jaar en dan vijf dagen lang. De ene helft van de dag wordt ingevuld met activiteiten die focussen op het bedrijf, de andere helft met wandelingen, boottochten, bezoeken aan filmsets en dergelijke. Maar er is ook voldoende vrije tijd voorzien.

Het is niet de bedoeling dat dit een workation wordt, waarbij iedereen individueel aan het werk gaat, geeft Choudhury nog mee. Het doel is elkaar leren kennen, bouwen aan relaties en het bedrijf leren kennen. Denk ook aan het ontwikkelen van een set van rituelen die kunnen helpen bij het onderdompelen in de cultuur van het bedrijf.

Daarmee kunnen medewerkers op afstand een hele tijd vooruit, bevestigt zijn eigen onderzoek bij Zapier. Goedkopere opties zijn er ook. Zelfs korte gezamenlijke uitstapjes, zoals het volgen van een conferentie of een debatsessie, leiden al tot een betere connectie en samenwerking die lang aanhoudt.

Lees ook: Dit is wat werknemers echt belangrijk vinden in een baan

Zonder grote investering verduurzamen? Dit kan nú met Energy as a Service

In samenwerking met Adven - De energietransitie moet sneller, maar hoe pak je dat als industrie aan zonder dat het je afleidt van je kerntaken? Energiepartner Adven en chemiereus Nobian weten ons kabinet te imponeren door slim samen te werken. Door een nieuwe elektrische installatie te realiseren, wordt de CO₂-uitstoot met 25.000 ton per jaar verminderd. Victor Donselaar (Adven): 'Samenwerken is wat ons betreft de sleutel in de energietransitie. Op dat vlak zijn er nog heel wat stappen in te maken in Nederland.'

victor donselaar adven
Victor Donselaar (Adven): 'Samenwerken is wat ons betreft de sleutel in de energietransitie. Op dat vlak zijn er nog heel wat stappen in te maken in Nederland.' Foto: Pim Geerts - Adven

Energy-as-a-Service: een versneller voor de energietransitie

Waarom zou je als organisatie zelf investeren in energieoplossingen als het niet je kerntaak is? Met Energy-as-a-Service (EaaS) kunnen bedrijven verduurzamen zonder grote investeringen of technische expertise. Een externe partner neemt je energiebeheer uit handen, inclusief investering en onderhoud. Dit concept, al jaren de norm in Scandinavië, staat nu op het punt om ook in Nederland door te breken.

De kracht van ontzorging

Het Nederlandse woord ‘ontzorgen’ heeft geen directe vertaling in andere talen, maar het principe is wereldwijd bekend. In de Nordics is het al decennialang gebruikelijk om energiebeheer uit te besteden, net zoals schoonmaak, catering en beveiliging.

Dit EaaS-model is niet alleen economisch aantrekkelijk, het kan ook nog eens een enorme aanjager zijn van de noodzakelijke energietransitie, stelt Victor Donselaar, geboren en getogen Rotterdammer, maar al jaren actief en lang zelf ook woonachtig in Noord-Europa. ‘Duurzaamheid en langetermijndenken zit echt in de cultuur hier in de Nordics. Mijn dochter kreeg er al op de basisschool les in.’

Adven: pionier in Nederland

Donselaar werkt nu inmiddels als country manager Nederland voor ‘energiepartner’ Adven, een van oorsprong Noord-Europese multinational, die in allerlei landen de energietransitie versnelt via slimme samenwerkingen. Eind 2024 brak Adven door in Nederland met een samenwerking met chemiebedrijf Nobian in Delfzijl. Door een nieuwe elektrische indampinstallatie voor natronloog te realiseren, gaat de CO₂-uitstoot versneld met wel 25.000 ton per jaar verminderd worden. Zelfs het kabinet noemde dit – in combinatie met de gemaakte maatwerkafspraken – een “een bijzondere mijlpaal”.

Een mooi voorbeeld van de potentie, aldus Donselaar. ‘De bouw van dit soort installaties draait om kapitaal, kennis en mankracht. Dat hebben organisaties lang niet altijd zelf in huis. Wij wel. En we werken daarbij vaak met een investeringshorizon én een performance-garantie van 15 jaar. We doen dan het ontwerp, de investering, de bouw én het operationeel beheer van zo’n installatie. Eigenlijk letterlijk het hele ontzorgen dus, om zo de energietransitie in een versnelling te brengen.’

Samenwerken als sleutel

Volgens Donselaar kunnen vooral energie-intensieve sectoren, zoals chemie, levensmiddelen- en papierindustrie, profiteren van het EaaS-model. En ook in organisaties die te maken hebben met de aangescherpte energiebesparingsplicht kunnen er baat bij hebben. Juist vanwege de langetermijnhorizon die Adven hanteert.

Voor het behalen van de energietransitiedoelen in 2030 en 2050 zijn forse investeringen nodig. Ook waterbesparing vraagt om een stevige aanpak. Volgens Donselaar kan het EaaS-model in beide gevallen een uitkomst zijn. ‘Die investeringen in verduurzaming van je processen kun je allemaal zelf proberen te doen. Maar als dat niet je kerntaak is, kun je ook samenwerken met een partij als de onze. Samenwerken is wat ons betreft de sleutel in de energietransitie, zodat iedereen op het terrein van zijn expertise actief kan zijn. Op dat vlak zijn er nog heel wat stappen in te maken in Nederland’, zegt hij.

‘Juist nu (goedkoop) aardgas steeds minder vanzelfsprekend wordt. Wij proberen altijd holistisch naar een fabriek te kijken: hoe kunnen we het energiegebruik naar beneden brengen? Dat kan betekenen dat een organisatie bij ons aanklopt voor bijvoorbeeld een nieuwe stoomketel, maar dat ze dan uiteindelijk een nieuwe indampinstallatie krijgen. Elke samenwerking heeft bij ons twee aspecten: het moet enerzijds bijdragen aan onze missie om de energietransitie te versnellen, en anderzijds ook geld opleveren voor de klant. Dat gaat gelukkig bijna altijd goed samen.’

Laaghangende projecten

Dat bewijst de 50 jaar ervaring in Noord-Europa wel, zegt hij. Duurzaamheid is daarbij een kernwaarde, en inmiddels gaat het vaak om elektrificatie van productieprocessen, energieopslag of waterzuivering. ‘We hanteren daarbij alle beschikbare technieken en kunnen deze dan ook combineren. Dan moet er bijvoorbeeld een nieuwe waterzuivering bij. Dat kun je dan ook bij ons ‘ontzorgen’. Wij kunnen dat custom made bouwen, inclusief de investering en het onderhoud’, stelt Donselaar.

Ook voor een ander actueel onderwerp in Nederland, de netcongestie, kan het een (deel van de) oplossing zijn, zegt hij. ‘De infrastructuur moet er natuurlijk wel liggen. Maar wij kijken naar een businesscase en samenwerking van minimaal 15 jaar. Daarom kunnen we dan ook andere technische keuzes maken, om bijvoorbeeld een duurdere warmtepomp in te zetten in plaats van een elektrische boiler die juist op de lange termijn een betere business case oplevert, en minder energie verbruikt. Met sommige partijen in de zuivelindustrie werken we zelfs al 40 jaar samen. Je gaat echt een soort huwelijk met elkaar aan. De samenwerking is heel nauw. Dan is er veel mogelijk.

Onbekend, onbemind

Adven heeft recent zo’n 675 miljoen euro aan funding opgehaald, en zoekt daarvoor nu ‘projecten om te ondersteunen’, legt Donselaar uit. Dat betekent nog wel: veel missiewerk, zegt hij. ‘Dit concept is business as usual in Noord-Europa, en denk ik ook wel een van de redenen waarom ze daar al zo duurzaam zijn. Hier moeten we het echter vaak nog wel uitleggen. Dat heeft ook te maken met: het is onbekend, en dus misschien wel wat onbemind. Maar de Nobian-case is denk ik wel echt een kantelpunt. We zorgen er daar niet alleen voor dat er geen aardgas meer in het productieproces aan te pas komt, maar besparen ook nog eens 25.000 ton CO₂. Dat zorgt gelukkig ervoor dat ik nu aan heel wat meer directietafels mag uitleggen hoe we het aanpakken.’

Aan directietafels stelt hij altijd de vraag: is energie voor jullie écht een kernproces? En zo ja, doe je op dit gebied iets écht beter dan de concurrentie? Als het antwoord op ook maar een van die twee vragen ontkennend is, zou het Energy-as-a-Service-model altijd een uitkomst kunnen zijn, zegt hij.

‘Onze uitdaging is ervoor te zorgen dat dit altijd meegenomen gaat worden als een van de opties bij een eventuele investeringsbeslissing. Vanuit onze ervaring op meer dan 350 productielocaties kunnen we inmiddels gelukkig wel aantonen dat het werkt. We nemen veel potentiële klanten mee naar Finland, dan kunnen ze het met eigen ogen zien. En wij blijven dan buiten, zodat ze onafhankelijk hun eventuele vragen kunnen stellen.’

Van onbekend naar onmisbaar

De bredere as-a-service-trend helpt bij de acceptatie van EaaS. Ook McKinsey merkte recent al op dat door alle onzekere marktomstandigheden het outsourcen van energie gebruikelijk en aantrekkelijk wordt. ‘Het grootste obstakel is nog de perceptieswitch, het verhaal laten landen, een andere manier van denken introduceren. Zodra een bedrijf besluit om te willen verduurzamen, willen we aan tafel komen. Er moet in Nederland ontzettend veel gebeuren in de energietransitie. Daar heeft niet iedereen het kapitaal, de menskracht en de kennis voor. Wij hebben dat gelukkig wel. En we hebben in Noord-Europa ook laten zien die energietransitie te kunnen versnellen. Dus het goede nieuws is: er kán ook een hoop gebeuren. Het vraagt alleen maar een andere manier van denken en openstaan voor een andere manier zakendoen.’

Waarom ik als ceo zelf weer dingen maak (en jij dat misschien ook zou moeten)

Na jaren als ceo bij internationale organisaties koos Ineke Kooistra voor een nieuwe aanpak. Ze herontdekte het plezier van zelf maken – met moderne tools. 'Ik wil weer maker zijn, niet alleen beslisser.'

ceo ineke kooistra presentatie maken productiviteit

Gratefulness. Zo’n mooi woord. Ik gebruik het vaak. Omdat ik het elke dag voel – wanneer ik terugkijk, maar vooral als ik vooruit mag kijken.

Na jaren als ceo van internationale organisaties gewerkt te hebben, heb ik begin dit jaar een nieuwe stap gezet: ik ben ondernemer geworden. Ik heb twee bedrijven opgericht – en combineer die met energie, visie en plezier.

Enerzijds blijf ik actief als ceo binnen Intermanage – The Agency, waar ik als (interim-)ceo strategische en transformatie-opdrachten uitvoer voor internationale bedrijven. Anderzijds ben ik samen met mijn businesspartner Elbrich Batstra gestart met EliN Partners – een executive search firm met een vernieuwende aanpak waarbij onze beide achtergronden een enorme verrijking en kracht is als het gaat om leiders identificeren die daadwerkelijk verandering kunnen bewerkstelligen binnen organisaties.

En ja, dat combineren? Dat kan gewoon. Je mag de rollen die je vervult anders invullen, zolang je maar blijft werken met plezier, energie, toewijding – en vooral: slimmer en sneller.

Kritische zelfreflectie

Want daar wil ik het over hebben. Productiviteit. Dat waar we als leiders eindeloos op sturen. KPI’s scherper. Kosten omlaag. Output omhoog. Meer efficiëntie. Meer snelheid.

Maar wie vertelt de ceo eigenlijk dat hij of zij zelf ook slimmer moet werken? Weinig mensen. En dus ben ik het mezelf gaan vertellen.

Het afgelopen jaar heb ik er mijn persoonlijke challenge van gemaakt om vele AI-tools en productiviteitsapps die op mijn pad kwamen uit te proberen. Echt alles. Mijn Apple-abonnement zuchtte eronder, maar ik wilde weten wat er mogelijk is als je werk echt anders durft te organiseren.

Ik ben door al mijn taken gegaan. Wat doe ik zelf? Wat besteed ik uit? En – belangrijker – waarom eigenlijk? Niet: ‘Wie kan dit doen?’ maar: ‘Hoe kan ik dit anders doen?’

Creatieve controle

Het klassieke advies luidt: ‘Jouw tijd is kostbaar, daar heb je anderen voor.’ Maar misschien is het tijd om die balans te herzien. Als je kijkt hoeveel mensen er bezig zijn om jou als ceo draaiende te houden – van assistenten tot bureaus, van spindoctors tot presentatiegoeroes – dan kun je je afvragen: draagt dit bij aan mijn scherpte? Mijn wendbaarheid? Mijn creativiteit?

Ik wilde terug naar het zelf kunnen maken. Maar dan wel met de tools van nu.

Een paar voorbeelden van wat ik tegenwoordig gewoon zélf doe – sneller, slimmer én beter:

  • Presentaties? Tools als Beautiful.ai, Canva, Gamma.app of Tome helpen me om strak vormgegeven decks te maken – in mijn eigen stijl, mét AI-hulp.
  • Meetings plannen? Calendly, Reclaim.ai en Motion elimineren het eindeloze gemail en geven mijn agenda rust.
  • Notuleren of samenvatten? Read.ai, Fireflies.ai of Otter.ai luisteren mee en leveren direct een bruikbare samenvatting. Nauwkeurig, snel, klaar voor actie.
  • Website of content aanpassen? Met tools als Webflow, Framer of gewoon Mijndomein.nl pas ik in minuten mijn site aan. Zonder developer. Zonder stress.
  • E-mailbeheer? Tools zoals Superhuman, Shortwave, of AI-plugins als Flowrite of Gmail Smart Compose helpen me filteren, prioriteren en antwoorden met focus.
  • Schrijven en structureren? Met ChatGPT, Notion AI of Gork laat ik me inspireren, structureren, samenvatten en versnellen.

Allemaal tools die mij als ceo meer autonomie geven. Niet omdat ik alles zelf wil doen, maar omdat ik weer maker wil zijn. Niet alleen beslisser.

Oprecht contact

Tegelijkertijd zijn er ook dingen die ik altijd zelf blijf doen. Gewoon, omdat het persoonlijk is – en dat ook moet blijven.

Mijn columns, bijvoorbeeld. Die schrijf ik helemaal zelf, van begin tot eind. Pas als ik écht tevreden ben met de inhoud, en mezelf erin teruglees, laat ik er een AI-tool naar kijken voor stijl en taalfouten. Niet eerder. Want het is mijn stem. Mijn verhaal.

Ook berichten via LinkedIn of e-mails zijn bij mij altijd persoonlijk. Je zult me niet betrappen op een geautomatiseerd bericht met reminders (superirritant) – dat vind ik écht niet kunnen. Sterker nog: ik reageer er zelf ook nooit op. In mijn ogen moet contact tussen mensen altijd écht en oprecht blijven. Anders word je niet serieus genomen.

Jezelf opnieuw uitvinden

Het gaat niet om méér doen. Het gaat om anders doen. En vooral: om te ontdekken wat er gebeurt als je jezelf opnieuw uitvindt met de mogelijkheden van nu. Want hoe kun je van je team verwachten dat ze efficiënter, creatiever en innovatiever werken als jij zelf nog werkt met structuren en tools uit 2012?

Natuurlijk weet ik ook dat ondanks AI ik niet alles zo mooi en goed kan als de echte specialisten. Je moet weten tot hoever je kan gaan. Als het bijvoorbeeld om design gaat, dan zijn er toch mensen die hiervoor geboren zijn en het tien keer beter kunnen dan ik –en wellicht ook AI.

Ik ben dankbaar dat ik de ruimte heb genomen om hiermee te experimenteren. Dankbaar voor de technologie, maar vooral voor het inzicht dat échte productiviteit begint bij jezelf. Bij de top van jouw bedrijf.

Dus, beste ceo: wie spreekt jou eigenlijk aan op jouw productiviteit? Misschien is het tijd dat je die vraag zelf eens stelt.

Lees ook deze columns van Ineke Kooistra:

Waarom impactgedreven leiders de toekomst hebben en hoe jij er een kunt worden

In samenwerking met Impact Centre Erasmus - De toekomst vraagt om impactgedreven leiders, beslissers die voorbij macht denken en streven naar betekenis. En het goede nieuws is: dat is te leren. Maar dan moeten we investeren in ander onderwijs op alle niveaus.

impactgedreven leiders
Het is de hoogste tijd voor impactgedreven leiders. Leiders die niet alleen sturen op financiële resultaten, maar ook op maatschappelijke waarde. Die duurzaam denken én doen. Foto: Getty Images

Klimaatverandering, technologische disruptie, toenemende ongelijkheid en maatschappelijke onrust dwingen organisaties tot fundamentele herbezinning. De klassieke leiderschapsmodellen, gericht op winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde, voldoen niet meer. Het is de hoogste tijd voor impactgedreven leiders. Leiders die niet alleen sturen op financiële resultaten, maar ook op maatschappelijke waarde. Die duurzaam denken én doen. Die weten dat hun succes onlosmakelijk verbonden is met het welzijn van mens en planeet.

Verder kijken

Impactgedreven leiderschap is een manier van leidinggeven waarbij maatschappelijke, ecologische en ethische overwegingen centraal staan in strategische besluitvorming. Het zijn  leiders die verder kijken dan kwartaalcijfers. Ze vragen zich af: welke kansen biedt impactgedreven ondernemen? Hoe ben ik langdurig een aantrekkelijke werkgever? Hoe bereiken we de benodigde transformatie? Impactgedreven leiders geven richting aan organisaties die een positieve bijdrage willen leveren aan de samenleving, gepaard met goede economische prestaties. Sterker: steeds vaker blijkt dat organisaties met een duidelijke maatschappelijke missie innovatiever zijn, aantrekkelijker voor talent en weerbaarder in crisistijd.

‘Maar ze zijn ook hard nodig’, stelt Emiel Gieles, impact researcher bij Impact Centre Erasmus (ICE) in Rotterdam. Gieles doet onderzoek naar impactgedreven organiseren. ‘De uitdagingen waar we voor staan – van klimaatverandering tot ongelijkheid, en de energietransitie tot digitalisering – zijn complex en met elkaar verweven. Impactgedreven leiders beschikken over het vermogen om in ecosystemen te denken en te handelen. Ze zien samenwerkingen, ketens en netwerken als een hefboom voor verandering’.

Steeds belangrijker

Ook de omgeving vindt het steeds belangrijker. Overheden, investeerders, klanten en partners stellen steeds strengere eisen op het gebied van milieu, diversiteit en transparantie. Leiders moeten hun commerciële belangen en maatschappelijke verantwoordelijkheid integreren.

En nieuw talent heeft een sterke voorkeur voor impactgedreven werkgevers. De generaties Y en Z – nu al een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking – kiezen bewust voor werkgevers die hun waarden delen. Ze willen werken voor bedrijven die iets betekenen, die bijdragen aan het oplossen van grote vraagstukken. Gieles: ‘Ik vrees dat bedrijven zonder maatschappelijke relevantie hun aantrekkingskracht verliezen en daarmee hun toekomst.’

Naast kennis ook waarden

Volgens impact researcher Gieles heeft de roep om impactgedreven leiderschap grote implicaties voor het onderwijs. Business schools, hogescholen en universiteiten staan voor een belangrijke opgave: zij moeten niet alleen kennis overbrengen, maar ook waarden, kritische denkvaardigheden en maatschappelijke betrokkenheid stimuleren.

‘Verbreding van perspectief is nodig om het bedrijfsleven een force for good te laten zijn’, vindt Gieles. ‘We moeten van winst- naar waardedenken. Dit begint in het onderwijs, waar we de volgende generatie leiders moeten uitrusten met zowel financiële vaardigheden als een diep begrip van maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Daarbij is het belangrijk dat er meerdere perspectieven aan bod komen, dus naast bijvoorbeeld het neo-klassiek economisch gedachtegoed ook het brede welvaart-perspectief, impactdenken en transitiekunde. Dus niet alleen financiële waarde, maar meervoudige waardecreatie. Niet alleen for-profit & not-for-profit onderscheid, maar allerlei vormen van hybride ondernemerschap, zoals sociaal ondernemerschap, impactecoystemen en steward-ownership.’

Dit brengt Impact Centre Erasmus zelf ook in de praktijk, door bijvoorbeeld de minor New Economic Thinking & Social Entrepreneurship aankomend academisch jaar voor de negende keer te organiseren. ‘Niet alleen krijgen de studenten hier bredere perspectieven aangeboden, maar moeten ze deze ook daadwerkelijk toepassen op een vraagstuk van een sociale ondernemer uit de praktijk’, aldus Gieles.

Impact Centre Erasmus is om die reden onderdeel van een traject om duurzaamheid in het onderwijs te classificeren. Ook zet academisch directeur prof. dr. Karen Maas zich actief in om vernieuwing te stimuleren via verschillende organisaties die zich richten op mbo, hbo en universitair onderwijs. Dit doet ze onder meer door zitting te nemen in de raad van toezicht van Our New Economy, een denktank die staat voor een economie die goede levens voor alle mensen realiseert binnen de ecologische grenzen van de aarde, en Het Groene Brein, het collectief van bevlogen wetenschappers voor een duurzame samenleving. Ook doet ze in een Europees samenwerkingsverband onderzoek naar de rol en impact van universiteiten.

Ook op masterniveau

Het impactgedreven onderwijs wordt ook op masterniveau aangeboden, waarbij de samenwerking met stakeholders uit de praktijk essentieel is. Zo werken studenten bij de master Economics of Sustainability gedurende een half jaar aan een impact-case, die aangedragen wordt door toonaangevende instanties uit de praktijk. Ook voor het keuzevak Assessing the impact of Culture and Creativity in Society doen studenten onderzoek naar de impact van organisaties in kunst, cultuur en de creatieve sector. ‘Dit type onderwijs, waarbij de praktijk actief betrokken is, wordt door de studenten erg gewaardeerd. Tegelijkertijd is het ook kostbaarder, omdat het niet op massale schaal is én betrokkenheid van de organisaties in de pr vraagt. In het licht van de huidige bezuinigingen op onderwijs dreigt er echter een reëel gevaar.’

Maar ook voor de professional die in de praktijk het verschil kan maken is het essentieel te blijven leren. Zo wordt het Executive Program Corporate Social Responsibility al bijna twintig jaar aangeboden, en wordt het impactgedreven leiderschap onderwezen in het Executive Program Conscious Business voor directeuren en C-level. Jacqueline Scheidsbach, directeur van Impact Centre Erasmus: ‘De toekomst vraagt om business leaders die verder kijken dan het financiële plaatje en de volgende kwartaalcijfers. Daarom moet impact een centrale plaats krijgen in onze benadering van zakendoen.’

ICE - advertorial

Bedrijven willen bijdragen aan de samenleving. Juist bedrijven kunnen een force for good zijn. Om hieraan optimaal vorm te geven is actuele kennis en het mobiliseren van álle krachten binnen én buiten het bedrijf van kardinaal belang. Dit vraagt ondernemen met bewustzijn!

Brochure aanvragen

Maximaliseer jouw impact als CEO of ondernemer

In deze whitepaper vertellen we je wat Conscious Business precies is, 5 redenen waarom het interessant voor je kan zijn en geven we voorbeelden van bedrijven die het doorleven.

Downloaden
/

Hoe een fixed mindset groei saboteert (en wat je eraan doet)

In samenwerking met Boertien Vergouwen Overduin - Een open geest en de wil om jezelf te verbeteren – dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Tal van werksituaties kunnen onbewust een fixed mindset triggeren. Hoe herken je die situaties? En belangrijker nog: hoe buig je ze om naar een groeimindset?

Hoe een fixed mindset groei saboteert (en wat je eraan doet)
Foto: Getty Images

The power of yet

Tijdens een TEDx-talk vertelt de Amerikaanse psychologe Carol Dweck over een bijzondere middelbare school. Scholieren die niet slaagden voor een vak kregen niet simpelweg een onvoldoende, maar de beoordeling ‘nog niet’. Fantastisch, aldus Dweck. ‘Want als je te horen krijgt dat je bent gezakt, denk je: ik ben niets waard, ik ben nergens. Maar als je hoort dat je er nog niet bent, begrijp je dat je in een leerproces zit.’

Bart Heuvingh, auteur, en hoofd topsportbegeleiding bij voetbalclub AZ Alkmaar, is ‘groot fan’ van Dwecks gedachtegoed. Voor hem staat de zogeheten growth mindset voor de overtuiging dat je dingen kunt leren. Capaciteiten zijn geen vast gegeven. ‘Ik gebruik altijd de metafoor van de open hand. Die staat voor de overtuiging dat je meerdere mogelijkheden hebt om naartoe te werken.’

Daartegenover staat de fixed mindset. ‘De gesloten hand. Dat je denkt: dit is wie ik ben, zo ben ik geboren en dit is wat ik goed kan.’

Overigens is dat geen kwestie van of-of. ‘Je mindset is niet zwart of wit, maar zit ergens tussen de twee uitersten in’, zegt ook neurowetenschapper Marcia Goddard. ‘Vanuit welke mindset je denkt, hangt af van de situatie.’

Maar welke situaties triggeren nou een vaste denkwijze? En hoe buig je die om naar een growth mindset?

1. Kritische feedback van anderen

Mary C. Murphy, schrijfster van het boek Cultures of Growth, stelt dat situaties waarin medewerkers verwachten kritiek te krijgen, een fixed mindset kunnen triggeren.

‘Kritiek kan persoonlijk aanvoelen’, zegt Mathijs de Boer. Hij is business development manager bij trainingsbureau Boertien Vergouwen Overduin en helpt organisaties en professionals leren te leren. ‘Je denkt al snel: het gaat over mij als persóón, in plaats van: dit gaat over het wérk dat ik doe.’ Gevolg is dat je ‘uitgelokt’ wordt om vanuit een fixed mindset te handelen, met defensief gedrag als gevolg. ‘Het risico is dat de ruimte om te leren en groeien niet meer optimaal wordt benut,’ aldus De Boer.

Murphy raadt aan om zelf pro-actief feedback te vragen, waardoor je zelf de regie houdt en je je mentaal kunt voorbereiden op kritiek. ‘Het is dan wel verstandig om duidelijk te zijn waar je feedback over wil en hoe je die wil ontvangen’, aldus De Boer. ‘Je kunt bijvoorbeeld vragen wat al goed gaat, want dit blijkt vaak voor onszelf een blinde vlek te zijn. Het versterkt bovendien je gevoel van competentie en geeft informatie wat je de volgende keer kan doen’, aldus de Boer. Vraag vervolgens om advies hoe het de volgende keer nog béter kan.

Ook het vertellen van verhalen over de impact die kritiek kan hebben, dragen bij aan het normaliseren. De Boer: ‘Licht toe hoe je ermee om gegaan bent, wat het met je deed en wat het je uiteindelijk heeft opgeleverd. Ook dit is een manier om feedback een ‘normaal’ onderdeel van je dagelijkse werk te laten worden. Leiders binnen organisaties zijn natuurlijk als geen ander in staat om dit te doen’.

2. Staan voor een nieuwe uitdaging

Een nieuwe baan of functie is mooi, maar het brengt ook spanningen met zich mee. Een high effort situation noemt Murphy dat: een situatie die jou mogelijk in een fixed mindset laat schieten. Het kan je overrompelen, je incompetent laten voelen.

‘Logisch’, zegt De Boer, ‘want het gaat om een nieuwe baan, met nieuwe taken. Voordat je het weet zeg je tegen jezelf: dit leer ik nooit. Daar komt nog bij dat je je graag wil bewijzen en wil bevestigen dat jouw nieuwe werkgever de juiste persoon heeft aangesteld. Mensen kunnen dan hun toevlucht zoeken in makkelijk, herkenbaar werk en de ingewikkelde taken voor zich uit schuiven. Typisch fixed mindset gedrag.’

Murphy’s advies in deze gevallen: hak grote taken op in kleinere, behapbare stukken. Houd het overzichtelijk. De Amerikaanse onderzoeker BJ Fogg spreekt over het nut van zogenoemde tiny habits: kleine, haalbare acties, die bijdragen aan het grote doel.
Typerend voor iemand die denkt vanuit een growth mindset, aldus De Boer. ‘Hij geeft niet op en denkt na over hoe hij zich de nieuwe taken eigen kan maken. Hij past zijn leerstrategie aan.’

3. Prestaties vergelijken

Veel mensen herkennen het wel. Je zit in een vergadering en bent aanbeland bij het onderdeel ‘successen delen en vieren’. De Boer: ‘Je teamleden gaan dan vaak zitten shinen en bewijzen hoe goed ze bezig zijn. Maar realiseer je dat het uitstralen van ‘je hebt het allemaal goed voor elkaar’ typisch gedrag is dat past bij de fixed mindset. En dat vergaderingen, waar ‘successen vieren’ een vast onderdeel vormt, dergelijk gedrag nog eens extra uitlokt.’ Aanwezigen kunnen denken dat het de bedoeling is om te laten zien hoe succesvol je bent en dat laat weinig ruimte om te leren.

Niet dat je successen vieren moet laten. Het geeft erkenning en dat werkt motiverend. Wel is het volgens Murphy dan raadzaam ook te reflecteren en samen te leren: de zogeheten ‘thorns en roses’-interventie.

Dat werkt zo. Aan het begin van iedere week wordt niet alleen besproken waar medewerkers trots op zijn, wat ze zelf zien als grootste succes en waar ze naar uitkijken (roses). Maar er moet volgens De Boer ook worden gevraagd naar de uitdagingen die ze tegen gaan komen en de hordes die genomen moeten worden om dit succes te bereiken: de thorns. Teamleden komen vervolgens met ideeën hoe zij hiermee om zouden gaan.

‘Door hierover samen na te denken, leer je van elkaar. En er gebeurt er nog iets essentieels: je erkent dat succes vaak gepaard gaat met tegenslagen. Degene die hiervan leert en blijft doorgaan, is uiteindelijk het meest succesvol’, aldus de Boer.

Randvoorwaarden

Maar hoe creëer je nu een cultuur waarin leren mogelijk is, en wat is de rol van de leidinggevende daarin?

Als manager is het belangrijk om open te staan voor collega’s die fouten maken, zegt neurowetenschapper Goddard. ‘Goed voorbeeld doet volgen, maar slecht voorbeeld ook. Topmensen zeggen vaak dat fouten maken mag, maar handelen er niet naar. Managers kopiëren dat gedrag weer in hun eigen team. Zo creëer je een cultuur die funest is voor een growth mindset.’

Murphy raadt leidinggevenden aan hun eigen pad naar succes te delen met hun medewerkers: inclusief de tegenslagen. Laat mensen dat proces begrijpen, zegt ze. ‘Als anderen succes hebben, ben je geneigd alleen naar het resultaat te kijken en niet naar het pad dat daartoe heeft geleid.’

Volgens Heuvingh geeft een groeimindset ruimte om jezelf niet meteen te veroordelen als je een fout maakt. ‘Het biedt je een gezond perspectief, door niet direct je prestaties aan je identiteit te koppelen, maar aan het moment.’

Met andere woorden: fouten maken en falen mag. De Boer: ‘Als je vooraf nagedacht hebt over je doel, de risico’s inschatte, je inzet toonde, een aanpak had, maar het toch niet lukte, dan doet zich een uitgelezen kans voor om te leren.’

Geen eindstation

Het ombuigen van een fixed mindset naar een growth mindset is makkelijker gezegd dan gedaan, onderstreept De Boer. ‘Het vraagt om een diepgaand inzicht in wanneer je triggers actief zijn of worden.’

Een groeimindset is geen eindstation, maar een continu proces, zei Carol Dweck al. Het onderhouden van de groeimindset zelf vraagt ook om aandacht. Heuvingh: ‘De open hand kan door de context in een mum van tijd gesloten worden. De kunst is om dit proces te herkennen en je hand open te houden. Te blijven denken vanuit groei en ontwikkeling.’

Welke kennis wil jij naar een hoger niveau tillen? Ontdek Lift Up!: de podcast over leren, leiderschap en persoonlijke effectiviteit. Krijg inzichten van experts uit het veld om vandaag nog te groeien. Met welke kennis stap jij uit op de top floor?

Ontdek Lift Up!

De wereld verandert razendsnel. Ontdek welke skills je moet ontwikkelen om maatschappelijke en technologische veranderingen de baas te blijven. Skills als samenwerken, kritisch denken en zelfregulering bijvoorbeeld.

Lees meer

BVO Bites is een gloednieuw leerconcept om het maximale uit jezelf te halen. Ontvang gratis één week lang elke dag een audiobite via WhatsApp en leer nieuwe skills op het gebied van timemanagement, communicatie, leiderschap en persoonlijke effectiviteit.

Lees meer

Wil je je persoonlijk en professioneel ontwikkelen én meer uit je leiderschap halen? Volg dan een Strategisch Leiderschapsprogramma. Het leidt je naar de volgende carrièrestap. Bekijk snel welke programma’s we aanbieden.

Lees meer

Als een van de grootste trainingsbureaus van Nederland weten wij hoe belangrijk mensen zijn voor organisaties. Met onze trainingen spelen wij optimaal in op de ontwikkelbehoefte van leiders, zodat zij écht het verschil kunnen maken.

Lees meer

We volgen ontwikkelingen binnen leren en ontwikkelen op de voet en haken daar regelmatig op in met nieuwe trainingen, leerconcepten en innovaties. Wil je hier als eerste alles over weten? Via onze nieuwsbrief krijg je elke maand de laatste ontwikkelingen in je mailbox!

Lees meer
/