Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – Ernst & Young

Al bijna honderddertig jaar ademt Ernst & Young ondernemerschap in alles wat het doet. De organisatie ondersteunt zowel ondernemers binnen als buiten haar portfolio op het lastige pad naar succes. Een sleutelrol is hierbij weggelegd voor de eigen wereldwijde benchmark van kennis en ervaring.


In de globale markt bruist het van de ondernemersambitie, maar is het pad naar succes allerminst gemakkelijk begaanbaar. Omdat de meeste ondernemers maar één keer de gooi vanuit de spreekwoordelijke garage naar het marktleiderschap doen, missen ze meestal de kennis en ervaring om de vele hobbels en valkuilen het hoofd te bieden. Met zijn dienstverlening maakt Ernst & Young het pad voor hen beter begaanbaar. “We zijn één wereldwijde firma met één winst-en-verliesrekening en één gezamenlijke backoffice: we kennen letterlijk geen landsgrenzen”, illustreert partner Wolfgang Paardekooper de kracht van de multinational. “Die structuur is uniek binnen onze branche. We kunnen daardoor alles uit de kast halen om ondernemerschap optimaal te ondersteunen, waar dan ook ter wereld.”

Benchmark

Kennis speelt een essentiële rol binnen Ernst & Young. Het bedrijf beschikt over een ongeëvenaarde benchmark waarin jarenlange ervaring en continu geactualiseerd onderzoek samenkomen. “We destilleren hier de algemene patronen uit die kunnen bijdragen tot ondernemerssucces”, licht partner Andrea Vogel toe. “Zo hebben we het Exceptional Enterprise Model ontwikkeld op basis van bevindingen over de manier waarop bedrijven als Google, Dell en Starbucks marktleider zijn geworden. Die weg is voor iedere onderneming natuurlijk anders, maar dit model is zo krachtig in zijn voorspellende waarde dat het bijna een handleiding is. Met deze kennis kunnen we voor iedere ondernemer, ongeacht in welke sector hij actief is, een momentopname maken die met grote waarschijnlijkheid voorspelt welke uitdaging hij spoedig op zijn pad gaat vinden.”
Of het nu gaat om beginnende bedrijven of multinationals als Coca-Cola: Ernst & Young begeleidt alle soorten ondernemers bij hun specifieke uitdagingen. “Voor de sleutelmomenten van start-up, groeifinanciering en beursgang hebben we bijvoorbeeld multidisciplinaire specialistenteams op het gebied van private equity en IPO samengesteld”, vertelt Vogel. “Het opzetten van een organisatie, een private-equityconstructie of het voorbereiden op een beursgang vormt een complex vraagstuk. Onze experts zorgen dat deze processen vlot verlopen zonder het belang van ondernemerschap uit het oog te verliezen. Maar ook marktleiders kloppen bij ons aan vanwege onze specialistische kennis. Dat kan gaan om een wereldwijde fiscale organisatie, automatisering of risicobeheersing. We bieden hen één accountmanager en één heldere aanpak, waarin onze wereldwijde kennis geïntegreerd en op elkaar afgestemd is.”

Sparringpartner

Het Exceptional Enterprise Model stelt Ernst & Young in staat om proactief te handelen. Met deze kennis kan het concern ondernemersrisico’s sterk verminderen. Als voorbeeld noemt Paardekooper de wetenschappelijk vastgestelde hoofdoorzaak van faillissementen: een onbeheerste groei. “Een ondernemer wiens afzet ineens de hoogte inschiet, krijgt binnen zijn organisatie te maken met groeistuipen”, legt hij uit. “Dit is een natuurlijk proces in de vorming van een bedrijf, maar je moet als ondernemer wel op tijd acteren om bijvoorbeeld de backoffice mee te laten groeien. Anders ontstaat er een bottleneck en resulteert je groei uiteindelijk in neergang.”
Hoe goed Ernst & Young ook kan anticiperen op de ontwikkeling van een organisatie, het bedrijf beschikt niet over een glazen bol. Regelmatig overleg met cliënten is dan ook een pre. “We ambiëren immers de rol van kritische sparringpartner”, vertelt Paardekooper. “Zeker als een ondernemer binnen zijn organisatie geen gelijkwaardig klankbord heeft, kunnen wij hem zo een spiegel voorhouden. We vertellen wat hij goed doet, maar leveren ook opbouwende kritiek op punten waar het beter kan of de ondernemer zelfs risico’s loopt. Willen we onze expertise op volle kracht inzetten, dan is het dus een voorwaarde dat een ondernemer ons tijdig vertelt waar hij strategisch naartoe wil.

Ondernemersprijs

Ernst & Young stimuleert het ondernemerschap op brede basis. Het concern spreekt en schrijft er opiniërend over, maar belegt ook regelmatig bijeenkomsten om onderzoek en marktontwikkelingen te bespreken. “Recentelijk hebben we ons Europese onderzoek naar de kracht van familiebedrijven gepresenteerd”, noemt Vogel als voorbeeld. “Die studie toonde aan dat dit soort bedrijven goed presteert door een unieke cliëntrelatie, een langetermijnplanning, innovatie en loyaal personeel. We hebben deze bevindingen voorgelegd aan wetenschappers en Nederlandse ondernemers, met een voor alle partijen inspirerende en leerzame discussie als resultaat.”
Met de Entrepreneur Of The Year-verkiezing, die in vijftig landen wordt gehouden, zet Ernst & Young ieder jaar succesvolle ondernemers op het podium. “De wedstrijd is leuk, maar het gaat toch vooral om netwerken”, zegt Paardekooper. “Voor de Nederlandse finalisten hebben we een sociëteit opgericht, die twee keer per jaar op Nyenrode bijeenkomt. Het is echt exclusief voor ondernemers bedoeld; commerciële partijen komen er niet tussen. Ook wij blijven als faciliterende partij op de achtergrond. In internationaal verband heeft Ernst & Young dit jaar voor het eerst voor (oud-)finalisten van de competitie uit Europa, het Midden-Oosten, Afrika en India een forum georganiseerd waarin toonaangevende sprekers hun visie gaven over de rol die ondernemerschap kan spelen bij essentiële kwesties als scholing van de bevolking. Hiermee bewijst Ernst & Young eens te meer dat ondernemerschap rotsvast in onze cultuur verankerd is.”

Ernst & Young

Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam
Postbus 2295, 3000 CG Rotterdam
Telefoon: 088-407 10 00
www.ey.nl
 

Topman Marcel Oosterwijk maakte van Lidl een beeldbepalende speler, maar bleef zelf onzichtbaar

Premium - Algemeen directeur Marcel Oosterwijk maakte van Lidl de derde supermarkt van Nederland – zonder zelf op de voorgrond te treden. Nu schuift de topman na 27 jaar door naar het internationale hoofdkantoor. ‘Dit is zijn levenswerk.’

marcel oosterwijk lidl
Marcel Oosterwijk, vertrekkend algemeen directeur van Lidl Nederland. 'Hij is heel uitgesproken en duidelijk in wat hij wil.' Foto: Lidl

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.

Bas van der Veldt (Afas) geeft zijn bedrijf deels weg: ‘Aandeelhouders zitten er te vaak in voor zichzelf’

De families Mars en Van der Veldt, eigenaren van Afas, hebben onlangs 30 procent van hun bedrijf aan goededoelenstichtingen geschonken. Bas van der Veldt wil er andere ondernemers mee inspireren. 'Mkb-bedrijven doen in verhouding veel meer dan de allergrootste bedrijven die heel veel winst draaien.'

afas bas van der veldt piet mars donatie goede doel

Afas draait uitstekend. Op een omzet van 325 miljoen euro werd vorig jaar 127 miljoen euro winst gemaakt, een marge waar de meeste ondernemers alleen van kunnen dromen.

Het bedrijf doneerde al circa 3 procent van zijn omzet aan een eigen goededoelenstichting Afas Foundation. De families achter het bedrijf, ooit opgericht door Piet Mars en Ton van der Veldt, hadden elk hun eigen stichting waarmee ze zich inzetten voor de wereld. Nu zetten ze een bijzondere nieuwe stap. ‘We baalden al een tijdje van de periodieke schenkingen waarop je je van de fiscus moet vastleggen als je grotere bedragen wilt weggeven’, vertelt ceo Bas van der Veldt. ‘We wilden flexibeler zijn in onze donaties.’ En dat laatste is nu geregeld.

30 procent Afas-aandelen naar goede doelen

De Afas-eigenaren dragen 30 procent van hun aandelen over aan de stichtingen Contribute en Pharus, die (deels) worden bestuurd door de families. ‘We waren het er heel snel over eens’, zegt Van der Veldt.

Volgens hem is het ‘echt significant’ wat nu naar stichtingen gaat. ‘Ook blijft er voldoende over voor de aandeelhouders om in de toekomst flexibel te zijn, als we een grote som opzij moeten zetten voor een pand of een sponsorschap.’ Of een grote overname, bijvoorbeeld? ‘Nee, grote overnames, daar zijn we niet zo van.’

De stichtingen krijgen geen stemrecht, maar zullen als aandeelhouders jaarlijks dividend ontvangen, naar verwachting zo’n 20 miljoen euro per jaar. ‘Dat is pakweg drie keer zoveel als we tot nu toe konden weggeven.’ Dat komt naast de 10 miljoen die jaarlijks naar de Afas Foundation zal blijven gaan.

Volgens analisten vertegenwoordigen de aandelen een waarde van meer dan 600 miljoen euro. ‘Maar dat vermogen is niet het punt. Daar kun je niks mee, want het bestaat alleen op papier. Terwijl: dat dividend, dat gaat over honderden miljoenen de komende jaren.’

‘Als het je goed gaat, moet je ook delen’

Het is geen onderdeel van de beslissing geweest, zegt Van der Veldt, maar het nieuwe politieke klimaat speelde wel in het achterhoofd mee. ‘We hebben in Nederland gekozen voor een vrij bijzonder rechtssysteem, dat flink snoeit in allerlei mooie dingen die we zouden moeten doen in het buitenland. Daarom is het extra mooi juist nu deze stap te zetten: we nemen onze verantwoordelijkheid. Als het je goed gaat, moet je ook delen.’

bas van der veldt afas software
Ceo Bas van der Veldt van Afas: ‘Als we geen value for money leveren, hadden mijn klanten ons allang eruit gekieperd.’

De stichtingen bestaan al veel langer en hebben al verschillende projecten gesteund. Zo werden menstruatiecups uitgedeeld in Afrika, waardoor meisjes vaker naar school kunnen gaan. Van der Veldt: ‘Empowerment van vrouwen en meisjes in Afrika vinden we belangrijk. Seksueel geweld in Afrika is een diepgeworteld probleem waar echt iets aan moet gebeuren.’

Ook is met geld van de stichtingen door het Wereld Natuur Fonds een natuurgebied ‘ter grootte van Gelderland’ aangekocht in Kazachstan voor de herintroductie van tijgers.

Andere ondernemers inspireren

De actie van Afas staat niet op zichzelf, maar is zeldzaam in Nederland. In het buitenland ging Patagonia-oprichter Yvon Chouinard nog een stap verder: de Canadees schonk in 2022 zijn hele bedrijf aan een goed doel. Sindsdien wordt Patagonia wereldwijd aangehaald als voorbeeld van hoe het ook kan.

Lees ook: Net zo activistisch worden als Patagonia? 5 lessen voor ondernemers

Wil Van der Veldt in eigen land andere ondernemers inspireren? ‘Ja, natuurlijk! Ik krijg massaal positieve reacties van ondernemers. Sowieso spelen onze stichtingen elk jaar wel een paar initiatieven door aan andere ondernemers die iets willen steunen.’

Einde geefregeling raakt steward owned-bedrijven

De timing van de Afas-actie is niet helemaal willekeurig. In 2024 bestond nog de regeling ‘geven uit de vennootschap’, die per 1 januari 2025 alweer is afgeschaft. Een gift als die van de families Mars en Van der Veldt wordt voortaan weer beschouwd als een gewone winstuitkering, waarover 31 procent dividendbelasting moet worden betaald.

Van der Veldt. ‘Als we dat nu zouden willen doen, zouden we honderden miljoenen euro’s belasting moeten betalen. Dat geld hebben we niet. Daarom zouden we aandelen moeten verkopen en dat willen we niet.’

Het is niet alleen jammer voor ondernemers die aandelen willen schenken, de afschaffing van de geefregeling door het kabinet-Schoof maakt het ook lastiger om een bedrijf om te zetten in een steward-owned vennootschap. Ook daarbij worden de aandelen geschonken aan een stichting met een maatschappelijke doelstelling. Gijsbert Koren, die zich met We Are Stewards inzet voor die nieuwe vorm van eigenaarschap, heeft daarover alarm geslagen rond de behandeling van het nieuwe belastingplan.

‘Helaas heeft een motie om een uitzondering te maken voor steward ownership het niet gehaald’, zegt Koren. En inderdaad, het is vorig jaar druk geweest bij notarissen die een aandelenoverdracht moesten regelen zonder schenkbelasting. ‘We zaten zelf letterlijk op 31 december met een klant bij de notaris.’

Telecombedrijf Voys is een bekend voorbeeld van een bedrijf dat vorig jaar steward-owned werd, net als groenvoorzieningsbedrijf Donker Groep en pompoenkweker De Terp. ‘Er zit nog altijd een stijgende lijn in het aantal bedrijven dat steward-owned wordt. Voor startups is het goed te doen, en ook voor de wat kleinere bedrijven. Maar als het gaat over ondernemingen die al langer bestaan en een grote waarde hebben, is het dit jaar weer een stuk lastiger geworden om het te regelen.’

Lees ook: 6 misverstanden over steward ownership: ‘Winst maken is wel degelijk mooi en relevant’

Het hoeft volgens Van der Veldt ook niet altijd om miljoenen te gaan. ‘Gelukkig heeft Nederland veel mkb-bedrijven. Daar moeten de goede doelen het ook van hebben, als ik kijk naar sommige grote bedrijven en hoe weinig die van hun winst weggeven. En dan toch heel trots zijn. Tja, hun aandeelhouders, en daaronder zitten ook de pensioenfondsen bij, willen dividend zien. Ze zitten er vooral in voor zichzelf, niet om de wereld beter te maken.’

Geen klantenkorting uit de winst

Als aandeelhouders hebben de Afas-families het zo goed, dat ze een derde van hun vermogen kunnen weggeven. Maar hoe zit het met die andere stakeholder, de klant? Zouden de prijzen niet omlaag kunnen bij zulke winstmarges?

‘Die vraag krijg ik inderdaad af en toe van klanten. Maar we opereren in een stevig concurrerende markt met 300 boekhoudpakketten. Als we geen value for money leveren, hadden onze klanten ons allang eruit gekieperd. Onze resultaten zijn het gevolg van een dondersgoed pakket plus dienstverlening en het feit dat we een bedrijf zijn met een hart.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dat valt niet te onderschatten, zegt Van der Veldt. De vrijgevigheid van Afas spreekt klanten aan, en zeker ook werknemers die graag bij een bedrijf met purpose werken. Zo is iets wat de families bij de start van hun bedrijf stil hielden een strategisch voordeel geworden. ‘We wilden ons in de beginjaren niet schuldig maken aan borstklopperij, tot op een gegeven moment steeds vaker de vraag kwam: het gaat zo ontzettend goed daar, waarom doen jullie niets aan goede doelen? Sindsdien zijn we daar transparant over.’

Vierdaagse werkweek maakt productiever

Kort geleden speelde Van der Veldt zich nog in de kijker met een andere zet die zijn bedrijf deed met het oog op de te verwachten productiviteitsgroei dankzij AI maar ook om iets terug te geven aan de werknemers. Afas voerde dit jaar een vierdaagse werkweek in, met behoud van salaris. Elke vrijdag is ‘ontwikkeldag’ voor alle collega’s. Inclusief de ceo.

‘Het voordeel is dat er minder binnenkomt die dag’, zegt Van der Veldt. ‘Ik doe wel een paar uurtjes de laptop open en als er iets speelt bij klanten, zijn we er gewoon.’

Lees ook: Elke vrijdag betaald vrij, dat is vanaf 2025 de standaard bij Afas: ‘Dat geeft echte rust’

Na vier van die korte werkweken is hij niet ontevreden. ‘Ik heb ze zelf, enigszins gespreid, aan mezelf en de ontwikkeling om me heen kunnen besteden. En ik zie voorzichtig bewijs van wat we vooraf al vermoedden: onze mensen worden juist productiever. Ik ben alleen nog niet toegekomen aan gitaarspelen.’

Spanningen op de werkvloer escaleren sneller: ‘Zolang niemand stop zegt, gaat het door’

Een team dat vastloopt in onderlinge spanningen. Een leidinggevende die te laat ingrijpt. En een organisatie die daarvan de rekening betaalt. Expert Silvia Prins ziet dat conflicten op de werkvloer steeds sneller escaleren. 'We worden er niet beter in.'

silvia prins de werkprofessor

‘Wat mij vooral opvalt is dat conflicten heel lang blijven liggen’, zegt Silvia Prins. ‘Leidinggevenden hebben moeite om de signalen vroeg op te pikken en snel actie te ondernemen. Daardoor escaleren conflicten vanzelf en worden de problemen steeds groter.’

Als expert in conflicthantering, teamcoaching en leiderschap ziet Prins de laatste jaren een zorgwekkende trend. Organisaties worstelen steeds meer met spanningen die uit de hand lopen, terwijl de oplossing vaak simpel kan zijn: vroeg ingrijpen en het gesprek aangaan.

Oude manieren

Prins weet waar ze het over heeft. Na haar promotie in de organisatiepsychologie aan de KU Leuven richtte ze in 2006 Circles for Connection op, een bureau dat organisaties begeleidt bij het creëren van gezonde samenwerkingsdynamiek. In de podcast De Werkprofessor vertelt ze over haar ervaring met conflicthantering.

‘Veel mensen zitten vast in hun oude manieren van omgaan met ruzies en irritaties’, legt ze uit. ‘Ze maken grapjes, negeren dingen of zwijgen voor de lieve vrede. Daardoor gaan ze het conflict niet aan. De emmer loopt steeds voller, tot het op een gegeven moment ontploft.’

Om te begrijpen hoe conflicten escaleren, gebruikt Prins de escalatieladder van Glasl. Deze ladder beschrijft negen stappen van oplopende spanning. ‘In de eerste drie stappen, de groene fase, kan een leidinggevende nog zelf ingrijpen. Daarna heb je een externe bemiddelaar nodig. En in de laatste fase willen mensen niet meer met elkaar praten.’

Warme en koude conflicten

Prins maakt onderscheid tussen ‘warme’ en ‘koude’ conflicten. ‘Warme conflicten zijn zichtbaar, met drama en gedoe. Die zijn eigenlijk makkelijker aan te pakken. Koude conflicten zijn veel lastiger – die zitten onder de radar, maar escaleren onzichtbaar. Dan is er dertig jaar geleden iets gebeurd en ontploft ineens de boel. Niemand had door dat het al zo lang speelde.’

Het is een misverstand dat je spanningen op het werk kunt negeren, benadrukt Prins. ‘Sommige mensen zeggen: hou je gevoeligheden lekker thuis, op het werk kom je om te werken. Maar deze dingen staan juist in de weg van goede samenwerking en relaties.’

Peaceful Rebel

Om organisaties te helpen ontwikkelde ze de ‘Peaceful Rebel’-methodiek, met vier modules die stapsgewijs helpen bij het herkennen en oplossen van conflicten. Van het vroegtijdig signaleren van spanningen tot het begeleiden van teams die beschadigd zijn door langdurige conflicten.

‘Iedereen heeft het mandaat om aan de bel te trekken’, zegt Prins. ‘Als teamlid kun je aangeven dat een situatie onhoudbaar is geworden. Of dat je er last van hebt. Zolang niemand stop zegt, gaat het door.’

Haar belangrijkste advies? ‘Moed is het kernwoord. De moed om dingen onder ogen te zien, om ze te benoemen, om moeilijke situaties aan te pakken. Daar zie ik veel mensen op vastlopen – ze durven niet, het voelt niet veilig genoeg, ze weten niet hoe. En dan ontstaan er allerlei gekke dynamieken uit die angst.’

Drie takeaways uit de podcast:

  • Moed is essentieel – Het aangaan van conflicten vraagt om lef. Leidinggevenden en medewerkers moeten de moed hebben om moeilijke gesprekken niet uit de weg te gaan, maar juist te benutten voor groei en verbinding.
  • Vroegtijdig signaleren voorkomt escalatie – Conflicten verdwijnen niet vanzelf. Door tijdig in te grijpen en open communicatie te stimuleren, kunnen organisaties veel grotere problemen voorkomen.
  • Goede conflicthantering draagt bij aan een gezondere organisatie én samenleving – Door beter om te leren gaan met conflicten op de werkvloer, ontwikkelen medewerkers ook vaardigheden die bijdragen aan gezondere relaties en samenlevingen.

Beluister de nieuwste aflevering van de podcast ‘De Werkprofessor’. Of abonneer je via de podcast-app van jouw keuze. Nieuwe afleveringen verschijnen elke twee weken op maandag.

Heb je vragen of input? Neem dan contact op met Wendy van Ierschot via [email protected]. Benieuwd naar de volgende gast in ‘De Werkprofessor’ of wil jij als eerste de teaser van de volgende aflevering horen? Volg dan ‘De Werkprofessor’ op LinkedIn.

Action-ceo Hajir Hajji: baas van een bedrijf dat 32 miljard euro waard is

Premium - Action blijf een ongeëvenaard groeiverhaal, sinds drie jaar onder leiding van Hajir Hajji. Van vakkenvuller groeide ze uit tot ceo van een Europees bedrijf met een geschatte waarde van 32 miljard euro.

hajir hajji action ceo
Foto: Action

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.

Nederlands bedrijf jaagt Portugese waterstof-droom na: ‘Energietransitie is een economische kans’

In samenwerking met Invest International - Het Nederlands-Portugese Madoqua werkt aan plannen voor een grootschalige groene waterstof- en ammoniakfabriek in het Portugese Sines, die vanaf 2029 een belangrijke rol moet gaan spelen in de Europese energietransitie. Voor het project van 1,5 miljard euro heeft het bedrijf al financiering toegezegd gekregen van Invest International en de European Hydrogen Bank.

madoqua portugal waterstof sines
Vlnr: Tim Zijderveld (Invest International), Rogaciano Rebelo (ceo Madoqua) en Marloes Ras (cco Madoqua).

‘Het begon allemaal met een memorandum of understanding tussen Nederland en Portugal in 2019’, vertelt Marloes Ras, medeoprichter van de Nederlands-Portugese onderneming Madoqua. ‘Toen werd erkend dat Portugal eigenlijk een ideale locatie is voor de productie van groene waterstof, met Nederland als afname- en doorvoerland via de Rotterdamse haven.’

Samen met haar Portugese partner Rogaciano Rebelo zag ze direct een kans. ‘Wij zijn projectontwikkelaars. We beginnen met een idee en werken dat uit vanaf de basis. In deze sector vliegen de miljarden je om de oren, maar die fabriek staat er nog niet. Die moeten ontwikkeld worden from scratch. Dat is wat wij aan het doen zijn.’

Groen premium blijft uitdaging

De fabriek, een samenwerking tussen Madoqua, het Nederlands-Canadese Power2X en het Deense Copenhagen Infrastructure Partners, moet straks ongeveer 300.000 ton groene ammoniak per jaar produceren. Maar de businesscase is complex, zo stelt Ras. ‘Als ik nú aan een potentiële afnemer vraag: wil je grijze of groene ammoniak? Dan willen óf moeten ze groen. Maar ben je bereid om meer te betalen voor groen? Dan wordt het soms lastig.’

Om die ‘green premium’ zo laag mogelijk te houden, ontwikkelt Madoqua óók eigen wind- en zonneparken. ‘Ongeveer 70 procent van onze kostprijs is stroom. Als we die inkopen met hoge marges, wordt onze groene ammoniak te duur. Door de hele keten te optimaliseren, proberen we competitief te zijn.’

Support uit eigen land

Recent investeerde Invest International 1 miljoen euro in het project, bedoeld voor de ontwerpfase én het maken van commerciële afspraken voor de fabriek. ‘Dit is echt ons mandaat’,  vertelt Tim Zijderveld, Investment Manager bij Invest International. ‘We zijn opgericht door het ministerie van Financiën om juist in het gat te springen waar commerciële banken het open laten, door risico’s of een te lange terugverdientijd.’

‘Er is nog een hele weg te gaan, maar als we naar de langere termijn kijken, willen we in Nederland zorgen dat we onze eigen energie kunnen inkopen. We hebben ook geïnvesteerd in soortgelijke studies en initiatieven in Namibië, Marokko en Zuid-Afrika, maar Portugal blijkt bij uitstek een land met veel kansen om groene stroom op te wekken.’

Voor Ras betekent de financiering meer dan alleen het geld. ‘Het laat zien dat de Nederlandse staat erkent dat wat wij doen belangrijk is. Die waarde is misschien nog wel groter. Dat je weet dat je gesteund wordt door je eigen land met een speciaal platform dat zegt: wij moeten pionieren. Dat is best bijzonder.’

Oók Europese erkenning

Een grote doorbraak kwam toen het project werd geselecteerd als één van de winnaars in de eerste veiling van de European Hydrogen Bank, goed voor 245 miljoen euro aan steun. ‘Ik zat achter de computer en hoorde mensen gillen’, lacht Ras. ‘Zoiets is écht een mijlpaal. Dit gebeurt niet iedere dag.’

Toch blijft Ras nuchter. ‘Dat bedrag ontvangen we  over een periode van tien jaar met als kernvoorwaarde dat je eerst de eindstreep moet halen én vervolgens operationeel bent. Het helpt nu vooral, omdat het erkenning geeft. Afnemers weten: ze hebben alle stappen doorstaan van de EU, terwijl het ons nu een beetje meer lucht geeft om al het juiste onderzoek te doen.’

[Advertorial]

‘We moeten doorpakken’

De EU-steun is tevens een belangrijke stap richting het aantrekken van grotere investeerders. ‘De grote investeerders willen het liefst allemaal instappen op het punt van de finishlijn, of één dag ervoor. Er is dan veel kapitaal beschikbaar. Maar de grote vraag is: hoe kom je daar? Want je hebt ontwikkelbudget nodig om aan te tonen dat het haalbaar is en dat je een businesscase hebt.’

Een lange adem is dus broodnodig. ‘Als je het aan mij vraagt, dan weet ik zeker dat we die fabriek gaan bouwen. Ik word iedere dag wakker en denk: we gaan dit doen. Is het altijd makkelijk? Nee. Soms ook frustrerend. Op een dag met meerdere tegenslagen denk je soms: waarom pakken we als EU niet door als we dit als doel hebben gesteld?’

‘Als het om de energietransitie gaat, dan moeten we af en toe vaart maken en risico’s nemen’, zegt Ras. ‘Ik snap dat iedere investeerder op een ander vlak meespeelt, maar het is wel dunbevolkt aan de voorkant, in de vroege fase van een project — terwijl de investeringen daar juist hard nodig zijn. Dat is waar Invest International voor ons zo’n bijzondere rol speelt.’

‘Beter samen geld inzetten’

Zijderveld van Invest International ziet vooral het nut van een Europese samenwerking. Het project is intussen namelijk een soort samenwerking geworden tussen Nederland, Portugal én Denemarken. ‘Je kunt als Europa beter samen geld inzetten op één project, in plaats van versnipperen.’

‘We zien dit als een belangrijke stap voor Nederlandse bedrijven om in de kopgroep van de waterstofeconomie mee te gaan. En zodra meerdere overheidsgerelateerde financiers erop instappen, dan kun je denken dat je op een van de winnaars inzet.’

‘Je ziet dat de drive enorm is’, voegt Zijderveld toe. ‘Toen ik de toekomstige locatie van de fabriek bezocht in Portugal, voelde je direct het potentieel: hier gebeurt straks iets wat impact heeft ver buiten de regio. We kunnen hier echt iets bereiken, vanuit een Europese samenwerking écht stappen vooruit zetten om een belangrijke transitie te maken.’

300.000 ton groene ammoniak

Voor andere ondernemers in de energietransitie heeft Ras een duidelijke boodschap: het gaat niet alleen om duurzaamheid. ‘Energietransitie is ook gewoon een economische kans, om nieuwe industrieën op te bouwen en je energieonafhankelijkheid te versterken. Bij uitstek zijn wij een commercieel bedrijf: er moet ook gewoon geld verdiend worden.’

Het is een ambitieus project met grote impact: in de eerste fase moet de fabriek al werk bieden aan 115 mensen, met nog eens 3.000 indirecte banen. Als de plannen werkelijkheid worden, kan de fabriek vanaf 2029 jaarlijks 300.000 ton groene ammoniak produceren. Die productie kan in de tweede fase zelfs groeien naar meer dan 1 miljoen ton.

Groene corridor naar Rotterdam en Duisburg

Via een speciaal ontwikkelde ‘groene corridor’ moet de ammoniak vervolgens vanaf 2029 van Sines naar Rotterdam én Duisburg worden verscheept, waar het kan dienen als grondstof voor bijvoorbeeld de industrie en als schone brandstof voor de scheepvaart.

‘Er is veel kritiek dat er niet genoeg werk wordt gestoken in de energietransitie in Europa. Maar er zijn dus partijen, zoals wij, die het gewoon aan het doen zijn. Met een idee, hard werken én de juiste mensen en partners. En we hadden ook geluk: we zaten op de juiste plek op het juiste moment, maar je moet wel gewoon beginnen. Het perfecte plan bestaat namelijk niet.’