Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob de manager

Bob is divisiedirecteur bij een groot concern. Bob doet zijn best. In aflevering 4 schakelt hij de chef automatisering in als Big Brother.

Beste Thomas

De Raad van Bestuur is van plan om een regel uit te vaardigen die het bezoeken van sekssites verbiedt. Onlangs heeft de rechter namelijk bepaald dat je zonder zo’n regel een werknemer die tijdens werkuren zo’n site bezoekt niet mag ontslaan. Ik wil echter eerst zeker weten of er in onze divisie überhaupt werknemers zijn die sekssites bezoeken. Ik denk niet dat dit bij ons het geval is en dan heeft het uiteraard weinig zin zo’n regel in te stellen. Je kent mijn motto: hoe minder regels, hoe beter. Desalniettemin: zou jij als chef automatisering discreet kunnen onderzoeken of er sekssites bezocht worden?
Groet,
Bob

Beste Bob

Op jouw verzoek heb ik een week lang het bezoek aan sekssites bijgehouden. Dat was nog een hele klus en ik moet concluderen dat jouw verwachting dat het wel mee zou vallen helaas niet overeenstemt met de werkelijkheid. Van de 176 werknemers bezochten er de afgelopen week 38 een seksite. Hierbij moet ik aantekenen dat van die 176 er elf al langere tijd thuis zitten, er zes ziek waren, vier op dienstreis en veertien op cursus. Houden we 141 werknemers over; 27 procent bezocht dus een seksite. De kortste bezoekperiode was 81 seconden. Dat was Rob van den Bent, van de loonadministratie. Die was, zal ik maar zeggen, snel klaar. De langste bezoekperiode was Kees Hagenaars, onze avondportier. Tja, hij is jong en de avond lang, maar 21 uur en acht minuten in een week tijd is toch wel erg veel.
De gemiddelde bezoektijd is 14 minuten per week. Men bezoekt de gehele dag door, maar tussen drie en vijf is men er het drukst mee. Eén werknemer was de hele zondagmiddag ermee bezig. Het betreft ons hoofd juridische zaken Frederik ten Have. Zo te zien (1 uur en 47 minuten) raakt hij vooral opgewonden van aerdenhoutsesletjes.nl. Kennelijk geeft men elkaar ook tips, want veel werknemers bezoeken dezelfde sites. Bovenaan in onze divisie staat viezeplaatjes.nl, gevolgd door annekewiljounu.nl. Vooral marketing is gek op annekewiljounu.nl: twaalf van onze twintig marketeers bezochten de site, onder wie chef marketing Lodewijk de Vries (maar niet meer dan elf minuten die week). Delekkerstekantoorseks.nl staat op drie. Eerst dacht ik dat ikhebzininbizarrespelletjes.nl op drie stond, maar die site blijkt gewelddadige games te bieden. Geldt die regel van de Raad van Bestuur trouwens ook voor gamesites? Anders wil ik daar ook nog wel een week aan besteden. Veelbezocht is ook kommaarschatje.nl, omdat die prominent op de site heeft staan dat bezoek op geen enkele manier te traceren is; dat men daar anno 2003 nog intrapt. Vooral Frank Roblé van sales is gek op kommaarschatje.nl: maandagochtend begon hij om 09.02 uur en was pas om 10.58 uur klaar. Helaas moet ik meedelen dat ook een van de directieleden onder de bezoekers valt. Het betreft onze financiële man Luc van Houten, wat me verrast, want Luc staat bij automatisering bekend als iemand die nauwelijks weet hoe internet werkt. Hij deed het in elk geval wel buiten werktijd: donderdagavond bezocht hij van 18.12 tot 18.24 uur beursplein5hoertjes.nl.
Heb je hier wat aan?
Groet,
Thomas

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Beste Thomas

Dank voor je onderzoek. Ik had niet verwacht dat je het zó grondig en gedetailleerd zou aanpakken. Hier heb ik zeker wat aan. Ik zal de Raad van Bestuur vandaag nog melden dat zo’n regel broodnodig is, wat mij betreft ook voor gamessites. Wat ik met Van Houten moet weet ik nog niet. Ik heb hem inmiddels discreet op zijn gedrag gewezen. Hij houdt echter vol dat hij stom toevallig op beursplein5hoertjes.nl terecht is gekomen toen hij de AEX-slotkoersen wilde bekijken en dat vervolgens zijn computer vastliep.
Groet,
Bob

Hoe de Indiase gierencrisis een perfecte metafoor is voor falend management

Toen miljoenen gieren stierven in India, volgde een economische ramp van 32 miljard euro en stierven honderdduizenden mensen. Dezelfde fatale denkfout die daartoe leidde, zien we dagelijks terugkomen in Nederlandse boardrooms, schrijft innovatie-expert Simone van Neerven.

india gierencrisis
Foto: Getty Images

Halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw begint het sterftegetal in bepaalde regio’s in India toe te nemen. Het is onduidelijk waarom mensen te vroeg sterven, maar de problemen lijken het grootst in drukke verstedelijkte gebieden. Al gauw ontdekt men dat ook het aantal gieren ontzettend is afgenomen. Nog niet zo heel lang geleden telde India zo’n 50 miljoen gieren, maar daarvan is ondertussen zo’n 97 procent verdwenen. Die gieren blijken een cruciale rol te vervullen.

In India is de koe heilig en mag die niet worden opgegeten. Zodra een koe overleed, doken de gieren erop af en aten het karkas in een mum van tijd op. Het was een fantastisch werkend systeem voor afvalverwerking en ziektepreventie, maar door het verdwijnen van de gier bleven de karkassen lang liggen.

Bacteriën en ziekteverwekkers kwamen in het drinkwater terecht en konden zich onbelemmerd verspreiden. Straathonden namen de rol van de gieren over, maar die zijn veel minder effectief in het opruimen van rottende resten en werden bovendien zelf ook ziek. Dat leidde tot meer hond-gerelateerde problemen, zoals agressie en een stijging van hondsdolheid, die ernstige gevolgen hadden voor de volksgezondheid. Elk jaar stierven er zo’n 100.000 mensen.

Grote stappen, snel thuis

Bij nader onderzoek bleek dat de gieren stierven door nierfalen. De koeienkarkassen die ze aten zaten namelijk vol met diclofenac, een goedkope pijnstiller die voor vee prima werkt maar dodelijk is voor gieren. Naarmate de boeren dat middel steeds vaker en in grotere hoeveelheden aan hun zieke koeien toedienden, steeg ook de sterfte onder de gieren.

In plaats van de tijd te nemen om op zoek te gaan naar de kern van het probleem, neemt men maar al te graag het snelle pad. De nadruk ligt veel te vaak op het snel fixen van problemen. Er wordt niet ingezien dat het herstellen van ontstane problemen achteraf juist veel meer tijd, geld en energie kost.

In het voorbeeld van de gierensterfte in India sprong Elam Pharma maar al te graag in het gat om zieke koeien beter te maken met medicijnen en daar flink veel geld mee te verdienen. Uiteindelijk was de gevolgschade enorm. De inschatting is dat het de Indiase samenleving zo’n 32 miljard euro per jaar heeft gekost.

Pleister op pleister

Bij het oplossen van problemen wordt er vaak opportunistisch en reductionistisch gehandeld zonder de tijd te nemen om goed te onderzoeken wat er daadwerkelijk aan de hand is. We verliezen daarmee het grote geheel volledig uit het oog. De oplossingen die worden bedacht zijn suboptimaal en zorgen op hun beurt vaak juist weer voor nieuwe problemen.

Dit fenomeen van compartimenteren zie je overal terug. Bij de overheid die complexe problemen opknipt en verdeelt over de ministeries waardoor er vervolgens geen logisch en zelfs onuitvoerbaar beleid ontstaat waar geen touw aan vast te knopen is.

Verzuiling en interne concurrentie

In veel organisaties gebeurt precies hetzelfde. Daar werken afdelingen als strategie, innovatie, sustainability, (digitale) transformatie, IT en D&I nauwelijks met elkaar samen, terwijl ze wél veel raakvlakken en uiteindelijk óók hetzelfde doel hebben. Sterker nog, ze concurreren met elkaar om dezelfde resources en vechten daar hard voor om zo hun eigen KPI’s te halen, volledig blind voor het grotere plaatje.

In plaats van met elkaar samen te werken, werken ze elkaar tegen en zijn ze druk bezig om problemen weg te werken die een andere afdeling heeft veroorzaakt. De organisatie wordt er niet beter van en de echte problemen blijven onopgelost.

Bezint eer ge begint

Ren dus niet achter de feiten aan. Het loont vaak om wat langer stil te staan bij het probleem. Want door daar dieper in te graven, komt men tot andere inzichten.

Toen Jerry Sternin van Save the Children jaren geleden de opdracht kreeg om de ondervoeding van Vietnamese kinderen aan te pakken, trok hij de dorpen in om in gesprek te gaan met bewoners en met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. Hij ontdekte dat er ook arme gezinnen waren waar de kinderen wel gezond waren.

In plaats van na te denken over hoe hij de logistiek van een enorm voedsel distributieprogramma van de grond zou krijgen, stelde hij zichzelf de vraag: “Hoe kan het dat de kinderen van sommige arme gezinnen wel gezond zijn?”. De inzichten die hij kreeg door hier verder op door te gaan, hielpen hem om een programma op te zetten dat gebruik maakte van lokale voedselbronnen die voorheen niet werden gebruikt waardoor het probleem veel structureler werd opgelost.

In het geval van de gieren in India had de vraag niet moeten zijn “Hoe krijgen we de koeien weer gezond?”, maar “Waarom worden die koeien eigenlijk ziek?”.

Lees ook deze columns van Simone van Neerven:

7 dingen die topbedrijven doen zodat mensen niet gillend weglopen

'Waarom werk ik eigenlijk nog?' Door uitputting, stress, onzekerheid en de opkomst van AI vragen steeds meer werknemers zich dat af. Leiders kunnen daar iets aan doen. Met slechts 20 minuten per week is die 'midlifecrisis' op de werkvloer aan te pakken.

werkgeluk vergroten verjaardag vieren
Het vieren van verjaardagen is een belangrijk ritueel om de binding met collega's te vergroten. Foto: Getty Images

Natuurlijk vragen de meeste mensen zich weleens af waarom ze eigenlijk werken. Met alle onzekerheden van vandaag is dat nog een graadje erger geworden. De hele werkvloer bevindt zich ‘universeel in een midlifecrisis’, zegt de Amerikaanse werk-expert Jennifer Moss en auteur van het recente boek Why are we here?.

Het risico op burn-out is hoger dan tijdens de piek van de pandemie (81 procent volgens het trendrapport van Mercer). De betrokkenheid is de laatste tien jaar nooit zo laag geweest. Werknemers voelen zich onthecht, raken vervreemd van hun werk (80 procent volgens Gallup).

Zingeving, het grotere doel? Slechts 15 procent vindt dat ze met hun werk daaraan kunnen bijdragen (onderzoek van McKinsey).

Moss toont op het webinar van Harvard Business Review een veelzeggend plaatje: op vrijdagmiddag gillend wegrennen van kantoor. ‘We zijn doodmoe en snakken naar het feestje van het weekend. Maar op zondagavond schieten we al in de stress, omdat we op maandag weer moeten werken.’

Band met werk is kapot

Wat blijft er zo over van ronkende ambities en grote doelen van bedrijven als de mensen die ze moeten uitvoeren het nut er niet van inzien? Onze band met werk is kapot, geeft ze aan. Aan leiders de taak om die te repareren.

Te beginnen met het ‘ouderwetse fundament’ van een betere werkcultuur: hoop, purpose en community. Gevolgd door compassie, vrijheid en openheid voor de nieuwere uitdagingen, zoals de impact van kunstmatige intelligentie. Collectief – over de verschillende generaties heen – gaat het over het creëren van erkenning en het gevoel erbij te horen.

Niet schrikken van deze grote woorden: volgens Moss is een investering van 20 minuten per week voldoende om ‘een cultuur te creëren waar mensen willen werken’. Het addertje onder het gras: het is geen investering van een paar weken, maar eigenlijk van minstens vijf jaar om zo’n nieuwe cultuur te bouwen.

Terug naar die 20 minuten per week. Wat kunnen leiders dan allemaal doen? Uit het webinar komen deze zeven tips die meteen toegepast kunnen worden.

#1 Zet in op hoop

Uit recent onderzoek naar wat er nodig is om leiders te volgen, blijkt hoop de belangrijkste factor (56 procent volgens Gallup). Die vraag is universeel, maar speelt nog meer bij jongeren tot 29 jaar (64 procent). Leiders die op deze vraag een inspirerend antwoord geven, zien mensen groeien en bloeien (met 38 procent).

Moss raadt managers dus aan om hoop te ‘operationaliseren’ via doelen, paden en autonomie. Een doel kan op meerdere manieren bereikt worden. ‘Dus als je een doel stelt met je team, zorg dan dat ze een plan B en C hebben. Zo weten ze dat ze ergens op kunnen terugvallen, waardoor ze cognitief hoop opbouwen.’

Natuurlijk zorgen leiders daarbij ook voor de nodige vrijheid. ‘Laat mensen hun doelen behalen, zoals ze zelf willen. Zo krijgen ze het gevoel dat ze zelf iets kunnen bereiken, zonder micromanagement.’

Vier ook kleine successen

Google doet dat bijvoorbeeld met OKR’s (objectives & key results): ambitieuze doelen stellen in alle openheid, waardoor collega’s elkaar kunnen aanmoedigen en helpen. ‘Vertel ook meer verhalen waarmee mensen zichzelf in de toekomst kunnen projecteren’.

Vergeet evenmin om regelmatig successen te vieren, voegt Moss daaraan toe. ‘Kleine successen zijn cruciaal. Als leiders moeten we ervoor zorgen dat we niet alleen die grote, gigantische projecten vieren of de bel luiden wanneer er een grote deal is. Het gaat erom dat we wekelijks en maandelijks kleine overwinningen vieren.’

Lees ook: Teams kapot, prestaties omlaag, dat is de prijs van veranderen

#2 Hou wekelijkse check-ins

Wat heel snel de moraal van een team kan verbeteren, is de ervaring van Moss, zijn wekelijkse check-ins van twintig minuten. Liefst check-ins die niet over het werk gaan. Een beetje humor kan helpen om het ijs te breken.

Zelf doet ze dat met haar team met een lijst met tien kattenplaatjes met verschillende houdingen. Van maffende tot spelende poezen. ‘Hoe voelt iedereen zich op de kattenschaal van één tot tien?’ Hoe het ook wordt aangepakt, het is belangrijk om bij elke check-in drie vragen te stellen.

Waar zijn mensen enthousiast over? Over het coachen van hun voetbalteam, of de films die ze gezien hebben, of… Relaties tussen collega’s worden ‘steeds meer een transactie’, vindt Moss. ‘Door het delen van deze simpele dingen ontstaat meer verbinding. Weten waar een collega om geeft, maakt dat er ook op de werkvloer meer van elkaar gepikt zal worden.’

Maak het alledaagse betekenisvol

De tweede vraag gaat over waar mensen stress van krijgen. De leider kan dan het goede voorbeeld geven en delen waar hij of zij last van heeft. ‘Met die kwetsbaarheid bouwen ze aan vertrouwen.’ De laatste vraag is: wat kunnen mensen doen om de week voor elkaar gemakkelijker te maken?

‘We moeten het alledaagse weer betekenisvol maken. Leiders kunnen met die check-ins ontdekken wat werknemers enthousiast maakt. Als het lukt om dat te koppelen aan hun dagelijkse taken, dan krijgen hun mensen toch het gevoel dat de saaie dingen die ze doen ook hun waarde hebben. Dat ze wel degelijk bijdragen aan het grotere geheel, wat hun werk weer interessanter maakt.’

#3 Organiseer ‘blijf-interviews’

Exitgesprekken kunnen een eyeopener zijn voor bedrijven. Volgens Moss is dat te laat, omdat die inzichten niet meer zullen helpen om dat vertrekkende talent te behouden. Organiseer liever ‘blijf-interviews’. Doe dat jaarlijks, bijvoorbeeld op de dag dat die werknemer is begonnen.

Waarom willen ze nog altijd blijven? Waar zijn medewerkers enthousiast over en wat willen ze behouden? Daar moeten leiders nieuwsgierig naar zijn. Daarmee leren ze namelijk meer over de functie zelf en hoe die verbeterd kan worden, over de leermogelijkheden, over de ambities waar ze op kunnen inspelen.

Die blijf-gesprekken dragen ook bij aan het opbouwen van een cultuur van nieuwsgierigheid. Nieuwsgierigheid naar elkaar is belangrijk voor het bouwen van communities.

Lees ook: Generatie Z heeft die diepere verbintenis met werk niet nodig

#4 Zet een rem op meetings

Moss vindt dat er veel te veel online vergaderd wordt. Daardoor is er amper tijd om te investeren in relaties met collega’s. ‘Het gemeenschapsgevoel is over de hele wereld verloren gegaan. Vooral bij onze jongere generaties. We missen het dorp, dat dorp is verdwenen.’

Leiders moeten een rem zetten op online vergaderingen. Ga wandelen tijdens een meeting of pak gewoon de telefoon, stelt ze voor. Dat is effectiever. ‘Een goed ouderwets telefoongesprek is ook veel minder intens.’ Ook omdat er alleen geluid is, en dus geen afleiding in beeld, zullen mensen meer gefocust zijn.

Werknemers terug laten komen naar kantoor om daar vervolgens de hele dag online te vergaderen is ook geen oplossing. ‘Laten we op kantoor vooral niet repliceren wat we thuis zouden kunnen doen. Het kantoor moet een andere ervaring bieden. Een soort derde plek worden waar we naartoe gaan om samen te werken en te verbinden.’

#5 Herstel rituelen weer in ere

Ze pleit voor het in ere herstellen van rituelen. Sommigen waren misschien wat geforceerd, zoals het vieren van iemands verjaardag met een plak cake in een vergaderzaaltje. ‘Toch realiseren we ons niet hoeveel momenten die vieringen creëerden om met elkaar te praten en meer over elkaar te leren.’

Hoe meer rituelen opgebouwd worden, hoe aantrekkelijker mensen het gaan vinden om erbij te zijn. ‘De angst om iets te missen, zorgt dat mensen meer verbinding maken. Rituelen creëren meer relationele en sociale energie binnen een organisatie. Dat missen we nu echt.’

Samen lunchen kan al zo’n ritueel zijn. Een onderzoek van Cornell University heeft aangetoond dat teams die twintig minuten per week samen lunchen erop vooruitgaan. De prestaties worden beter, er worden minder fouten gemaakt, de tevredenheid is hoger en daardoor is er ook minder personeelsverloop.

Luister ook: Een bedrijfscultuur kan in 4 stappen worden gecreëerd

#6 Kijk breder naar flexibiliteit

Flexibiliteit was vroeger een gunst, vandaag is het een recht. Vooral de jongere generatie ziet dat zo, geeft ze aan. ‘Flexibiliteit gaat ook over veel meer dan waar mensen werken, remote, hybride of op kantoor. Het gaat ook over wat mensen doen, wanneer ze dat doen en met wie.’

Bij Patagonia zijn er veertien manieren waarop medewerkers hun diensten kunnen delen of verplaatsen, geeft ze een voorbeeld. ‘Zo hebben de medewerkers het gevoel dat ze enige autonomie over hun roosters hebben.’

Microsoft doet het ook behoorlijk goed, vindt Moss, daar gaat het ‘om momenten die ertoe doen’ op kantoor. ‘Dat zijn bijvoorbeeld het volgen van onboarding, sprints voor projecten of samen iets creatiefs doen.’ De rest is voor thuis of een andere werkplek.

Buddy-systeem

Bij het lopendebandwerk in bepaalde magazijnen mogen mensen zij aan zij werken met hun beste vrienden. ‘Dankzij dat buddy-systeem verbeterde de veiligheid exponentieel en verminderde het aantal fouten significant.’

Leiders hoeven niet op alles meteen het antwoord te hebben. Wat meer nederigheid is cruciaal, vindt Moss. ‘Door te zeggen dat ze iets niet weten, kunnen ze juist gaan experimenteren.’

#7 Toon meer compassie

Moss mist compassie bij leiders. ‘We hebben veel gepraat over empathie bij leiders, maar dat is vooral luisteren. We moeten meer gaan praten over compassie, dat is wat ze doen nadat ze geluisterd hebben.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ze ziet dat niet gebeuren in de praktijk. Eerder het omgekeerde. ‘We hebben tijdens de pandemie veel autonomie gekregen, die vrijheid wordt nu weer ingeperkt. Mensen moeten terug naar kantoor. Datzelfde geldt voor de focus op welzijn en het aanjagen van diversiteit en inclusie. Dat is ons gegeven en wordt nu weer afgenomen.’

‘Hoe kun je dan verwachten dat medewerkers loyaal blijven? We moeten beter worden in het nakomen van onze beloftes en dat vertrouwen opbouwen.’ Aan wantrouwen alvast geen gebrek. Vooral voor de versnelling van technologie is die compassie nodig, geeft ze aan. Een op de twee werknemers is bang om vervangen te worden door kunstmatige intelligentie.

Negeer ouderen niet

AI zou het werk interessanter moeten maken, mensen nieuwe taken geven, meer tijd en andere vaardigheden om te leren. Van die belofte komt op de werkvloer niets terecht. Vooral de oudere generaties worden aan hun lot overgelaten, merkt ze op. ‘Ze worden compleet over het hoofd gezien voor trainingen in AI en technologie.’

Ouderen voelen zich er niet langer bij horen, krijgen nul erkenning voor hun bijdrage. Dat is volgens haar ook meteen de verklaring waarom oudere werknemers zoveel sneller met pensioen gaan. ‘Veertig procent zou langer blijven als ze worden gevraagd, worden betrokken en ook aangemoedigd om te blijven leren.’

Lees ook: Zelfs de hardnekkigste cultuur kan worden veranderd

Chocolademaker Tony’s bewijst: voor échte duurzame transitie moet je samenwerken

In samenwerking met Nyenrode Business Universiteit - Een chocolademerk dat zijn aanpak deelt met concurrenten? Het lijkt tegen alle zakelijke logica in te gaan. Toch doet Tony's Chocolonely het. En met succes: grote supermarkten volgen hun strijd tegen uitbuiting. Daarin schuilt een belangrijke les over duurzaam ondernemen. ‘Voor echte veranderingen moeten leiders hun blik verruimen.’

tony's open chain chocolade
Foto: Tony's Chocolonely

Een Amsterdams chocolademerk dat zijn succesformule openlijk deelt met concurrenten? Het klinkt tegenstrijdig, maar dat is precies wat Tony’s Chocolonely doet. In 2005 begon het bedrijf met een missie: chocolade maken zonder slavernij. Het ontdekte al snel dat dit alleen lukt als de hele sector verandert.

Daarom richtte Tony’s in 2019 ‘Open Chain’ op: een platform waar chocolademakers, supermarkten en cacaoboeren samenwerken. Deelnemers krijgen toegang tot Tony’s methodes, digitale systemen en contacten met boerencoöperaties. In ruil daarvoor beloven ze eerlijke prijzen te betalen en zich in te zetten tegen kinderarbeid.

Wat begon als experiment, trekt nu grote namen. Zo zet Albert Heijn zijn complete chocolade-assortiment – meer dan 600 producten – om naar cacao via Tony’s Open Chain. Aldi, Colruyt, Hema, Jumbo en andere kleinere foodmerken zijn ook aangehaakt.

Tunnelvisie bij directeuren

De resultaten van Tony’s aanpak zijn overtuigend. Bij boerencoöperaties die via Tony’s Open Chain werken, werd in 2020-2021 bij slechts 4,4 procent van de boerderijen kinderarbeid aangetroffen, tegenover 52,8 procent bij andere coöperaties. Ook het inkomen van boeren die drie jaar volgens deze principes werken, is meer dan verdubbeld.

Nicolas Chevrollier, hoofddocent en wetenschapper bij Nyenrode, vindt Tony’s een prachtig voorbeeld van duurzame transitie. Door samen te werken, kan er echte verandering komen.

Toch kijken veel managers en directeuren nog vooral naar hun eigen bedrijfsvoering, constateert Chevrollier. ‘Het is een soort tunnelvisie, dat is jammer. Voor echte veranderingen moeten leiders hun blik verruimen.’

Lees ook: Hoe je als leider je duurzame initiatieven een boost kan geven

Van één bedrijf naar het hele systeem

Bij Nyenrode onderzoeken ze hoe bedrijven deze bredere blik kunnen ontwikkelen. Het gaat om systeemdenken: niet alleen kijken naar je eigen organisatie, maar naar de hele keten.

‘Het is een skill die we veel meer nodig hebben’, zegt Chevrollier. ‘Voor leiders is dat niet makkelijk. Zij werken graag met concrete plannen die ze liever vandaag dan morgen uitvoeren. Systeemdenken vraagt om uitzoomen naar de hele sector of de hele keten. De focus verschuift van één organisatie naar veel meer partijen.’

systeemdenken bij Nyenrode
Nicolas Chevrollier en Marjolein Baghuis van Nyenrode Business Universiteit. Foto: Nyenrode

Nyenrode-collega Marjolein Baghuis, die veel met Tony’s Chocolonely heeft samengewerkt, legt uit waarom dit belangrijk is: ‘Als je het hele systeem overziet, wordt de omvang van een bepaalde opdracht duidelijk. En komt ook het inzicht dat samenwerken met concullega’s, ngo’s en kennisinstellingen noodzakelijk is. Binnen organisaties vereist dat een bepaalde mate van kwetsbaarheid en bescheidenheid. Het is een andere houding dan uitstralen dat je het allemaal wel weet en niemand nodig hebt.’

Competitie versus samenwerking

In veel sectoren wint competitiedrang het nog van de wens om samen te werken, merkt Chevrollier op. Bedrijven zouden in bepaalde situaties beter af zijn als ze hun krachten bundelen.

Een voorbeeld: de meeste benodigde materialen voor de energietransitie komen uit China. Voor kleine en grote bedrijven zou het slim kunnen zijn een coöperatie op te zetten om deze grondstoffen gezamenlijk in te kopen. Om mogelijk betere prijzen te bedingen.

Chevrollier: ‘Het is nu ieder voor zich. De competitiedrang wint het van de wens om samen te werken. Prima, maar in sommige situaties is het verstandiger om de samenwerking op te zoeken.’

Persoonlijke drive telt

Hoe komt het dat de ene organisatie veel sneller verduurzaamt dan de andere? Het heeft te maken met de leider, menen de docenten van Nyenrode.

Chevrollier: ‘De persoonlijke drive wordt vaak onderschat. Bij opleidingen voor managers staan businessmodellen en strategieën centraal. Maar echte verandering gebeurt vaak op basis van gevoel.’

Baghuis heeft dit zelf gezien bij een technisch mkb-bedrijf. De directeur en grootaandeelhouder werd geraakt door het boek Doughnut Economics van Kate Raworth. Na het lezen kon hij nooit meer op een andere manier naar zijn bedrijf kijken. Hij wilde het voortaan anders doen en het managementteam daarin meekrijgen. ‘Als leiders geraakt worden, kan dat een motor zijn voor verandering.’

Bij urgentie ontstaan samenwerkingen

Langdurige afspraken kunnen verduurzaming vertragen, zegt Chevrollier. ‘Bedrijven zijn dan niet flexibel en zitten vast in een systeem. Grote organisaties veranderen vaak langzaam. Dat komt vaak niet door angst, maar uit gewoonte.’

‘Tot het vastloopt’, meent Baghuis. Dat zie je volgens haar nu met de elektrificatie in het bedrijfsleven. Op veel plekken is het lastig om nog een aansluiting te krijgen.

‘Ineens zie je samenwerkingen ontstaan. Overigens is dat vaak tussen buren en niet tussen directe concurrenten. In havengebieden en bedrijventerreinen wordt gekeken hoe de stroomvoorziening beter kan worden ingericht, waardoor aansluitingen ineens wel mogelijk zijn. De urgentie is groter dan de angst.’

Chevrollier beaamt dat: ‘In die zin is een crisis een goede katalysator. Het kan verandering in een versnelling brengen.’

Systeemdenken en persoonlijke missie

Systeemdenken kan helpen om duurzame verandering voor elkaar te krijgen, menen de twee docenten. Hetzelfde geldt voor het persoonlijke aspect.

‘Verandering is zowel zeer systeemgericht als enorm persoonlijk. Eigenlijk moeten managers omhoog naar het systeem en naar binnen voor hun eigen, persoonlijke drijfveren’, vat Baghuis samen. ‘Die twee moeten worden toegevoegd aan het klassieke leiderschap dat zich richt op de organisatie.’

Tony’s Open Chain laat zien hoe dit in de praktijk werkt. Het bedrijf combineert de brede blik – samenwerken met de hele keten – met een persoonlijke missie tegen slavernij.

‘De bedoeling is om de hele chocoladesector te verbeteren’, zegt Baghuis. ‘Het maken van een grote beweging waardoor de hele markt kantelt, is lastig. Maar het begin is er.’

De evolutionaire fout die zelfs de beste managers maken: ‘Je moet echt dieper dat brein in’

Waarom moeten bazen undercover om hun eigen bedrijf te begrijpen? Evolutiepsycholoog Leon Schaepkens vertelt in podcast De Werkprofessor hoe managers de oerbehoeften negeren die al 10 miljoen jaar in ons DNA verankerd zitten.

leiderschap leon schaepkens
Foto: Getty Images

‘Undercover Boss is een fantastisch leuk programma, maar het is eigenlijk best raar dat een baas undercover moet om te ontdekken hoe het is in zijn bedrijf.’ Deze observatie van Leon Schaepkens vat kernachtig samen wat er vaak misgaat in organisaties: leiders die niet weten wat er speelt op de werkvloer.

In de podcast De Werkprofessor met Wendy van Ierschot deelt Schaepkens zijn visie op leiderschap, gebaseerd op zijn boek 10 miljoen jaar leiderschap. Als evolutiepsycholoog, bestuurskundige én jurist brengt hij een uniek perspectief: ons leiderschapsgedrag is diep verankerd in ons evolutionaire verleden.

Zes basisbehoeften

‘Tien miljoen jaar geleden zijn onze voorouders zo’n beetje begonnen op die savannes in Afrika’, vertelt Schaepkens. ‘Als je dan kijkt naar de afsplitsingen – chimpansee, bonobo en later de mens – dan zie je een sterke behoefte aan zes basisbehoeften.’

Die zes basisbehoeften (veiligheid, verbondenheid, waardering, autonomie, zelfexpressie en grenzen) zijn volgens Schaepkens ‘echt heel sterk in ons DNA opgeslagen’. Ze bepalen hoe we functioneren in groepen en reageren op leiderschap. Het probleem is dat moderne managementtheorieën vaak aan de oppervlakte blijven en deze diepere drijfveren negeren.

‘In mijn praktijk was ik bezig met de bekende managementtheorieën, en daar is niks mis mee. Maar ze blijven wel aan de bovenkant, zeg maar, aan de vernislaag van ons brein’, legt hij uit. ‘Je moet toch echt dieper dat brein in om mensen mee te krijgen in bepaalde veranderingen.’

Lees ook: 7 excuses van mensen die niet willen veranderen (en hoe daarmee om te gaan)

Veiligheid als basis

Van alle basisbehoeften is veiligheid volgens Schaepkens de meest fundamentele. Zonder gevoel van veiligheid zullen medewerkers niet open zijn, geen initiatief nemen en niet innoveren.

‘Als je je onveilig voelt, dan ga je zeker niet de dag daarna open zijn,’ zegt hij. ‘Wat leidinggevenden vaak willen: “Ben open, vertel mij anders.” Dat ga je niet doen. Je gaat ook niet innovatief zijn.’

werkprofessor leon schaepkens
Leon Schaepkens is te gast bij Wendy van Ierschot in de nieuwste aflevering van de podcast De Werkprofessor.

De oplossing klinkt simpel: wees aanwezig, emotioneel stabiel en duidelijk. In de praktijk blijkt dit echter een grote uitdaging. Veel managers zitten volgens Schaepkens gevangen in wat hij de ‘vergaderreflex’ noemt – ze zijn fysiek wel aanwezig, maar mentaal afwezig.

‘Wat ik veel zie is dat mensen weliswaar aanwezig willen zijn, maar de hele tijd occupied met andere dingen’, zegt hij. ‘Dus dat ze gewoon op hun mobiel zitten of achter hun eigen computer en niet zo goed een houding weten te geven met wat dan aanwezig zijn is.’

Autonomie versus structuur

Een andere interessante observatie betreft autonomie. Hoewel zelfsturing en autonomie als modern leiderschapsprincipe worden gepresenteerd, plaatst Schaepkens hier kanttekeningen bij.

‘Wat je weleens ziet bij moderne leiderschapsgoeroes: “Je moet iedereen autonomie geven.” Maar veel mensen kunnen autonomie niet aan’, stelt hij. ‘Er zijn mensen die in principe weinig autonomie aankunnen. Dan moet je eigenlijk taakgericht zijn.’

Hij pleit voor een gedifferentieerde aanpak: sommige medewerkers floreren bij vrijheid, anderen hebben juist behoefte aan duidelijke taakomschrijvingen en kaders. De kunst is om te herkennen wie wat nodig heeft.

Grenzen stellen

Over kaders gesproken: het belang van duidelijke grenzen wordt volgens Schaepkens vaak onderschat. Grenzen bieden structuur en houvast, maar te veel regels verstikken creativiteit en innovatie.

‘Grenzen zijn het kader waarbinnen mensen hun vrijheid kunnen pakken’, legt hij uit. ‘Schiet het door, heb je veel te veel, dan krijg je die beroemde bureaucratie. Heb je te weinig, dan hebben mensen te weinig houvast.’

De balans vinden is essentieel. Om in Schaepkens’ woorden te blijven: ‘Rijdt Max Verstappen met vierkante wielen of rijdt hij met ronde wielen? Als hij ronde wielen heeft, gaat hij hard vooruit, dan wint hij.’

Zijn advies voor leiders die willen verbeteren? Begin bij jezelf. ‘Je moet jezelf eerst leren kennen. Dus wat zijn jouw basisbehoeften waar je last van hebt? Welke basisbehoefte heb jij een tekort aan? Ieder mens heeft dat.’ Alleen vanuit die zelfkennis kun je beter leiding geven aan anderen.

‘Het zijn makkelijke dingen om te zeggen, maar moeilijke dingen om te doen’, besluit Schaepkens. ‘Juist omdat je je als leider moet leren kennen.’

Drie takeaways uit de podcast:

  • Zelfkennis is de eerste stap naar beter leiderschap. Leiders die hun eigen basisbehoeften en reactiepatronen onder druk begrijpen, kunnen effectiever leidinggeven en een gezondere werkomgeving creëren.
  • Leiderschap gaat niet over status, maar over betrokkenheid. Fysiek en mentaal aanwezig zijn, luisteren en actief meedoen in de organisatie zijn cruciaal om vertrouwen en verbondenheid te creëren.
  • Echte autonomie vereist duidelijke grenzen. Vrijheid zonder kaders werkt niet; leiders moeten de juiste balans vinden tussen richting geven en ruimte laten om medewerkers te laten groeien.

Beluister de nieuwste aflevering van de podcast ‘De Werkprofessor’. Of abonneer je via de podcast-app van jouw keuze. Nieuwe afleveringen verschijnen elke twee weken op maandag.

Heb je vragen of input? Neem dan contact op met Wendy van Ierschot via [email protected]. Benieuwd naar de volgende gast in ‘De Werkprofessor’ of wil jij als eerste de teaser van de volgende aflevering horen? Volg dan ‘De Werkprofessor’ op LinkedIn.

Tijdelijke kapitein voor Jumbo: retailveteraan Tom Heidman wordt interim-ceo

Jumbo haalt voormalig C1000-topman Tom Heidman binnen als interim-ceo. De door de wol geverfde retailspecialist moet de supermarktketen op koers houden tijdens de zoektocht naar een nieuwe, vaste kapitein. ‘Iemand die voor lange termijn verbonden zal zijn aan ons familiebedrijf.’

tom heidman ceo jumbo
Tom Heidman gaat Jumbo tijdelijk leiden. Ondertussen gaat de zoektocht naar een vaste ceo door. Foto: Jumbo

De zoektocht naar een nieuwe kapitein voor Jumbo is begonnen. Retailveteraan Tom Heidman neemt de zaken tijdelijk waar als interim-ceo, tot het familiebedrijf een definitieve opvolger voor vertrekkend topman Ton van Veen heeft gevonden.

Hij start op 1 maart en zal nog een maand met Van Veen samenwerken. Daarna trekt de ‘vierde zoon’ van Jumbo-grondlegger Karel van Eerd de deuren in Veghel achter zich dicht. Dat meldt de gele grootgrutter bij de presentatie van het jaarverslag.

Jumbo en Heidman zijn goede bekenden. Heidman was betrokken bij de overnames van Super de Boer en C1000; bij die laatste formule was hij destijds ceo. De bedrijven werkten ook samen voor de oprichting van inkooporganisatie Bijeen. De topman was ook vijf jaar commissaris bij Rituals; eigenaar Raymond Cloosterman is getrouwd met Jumbo-telg Colette van Eerd.

Lees ook: Raymond Cloosterman maakte van Rituals een wereldmerk

Retail en wijn

Heidman is een door de wol geverfde retailspecialist. Na studies bedrijfskunde en bedrijfseconomie start hij zijn loopbaan in de retail eind jaren 80. Die carrière krijgt snel vleugels. In 1994 krijgt hij de leiding over slijterijketen Gall & Gall, daarna volgen directierollen bij Albert Heijn. Hij is zeven jaar ceo van de voormalige retailholding Retail Network (onder andere Prenatal, Perry Sport) en zwaait vier jaar de scepter bij C1000.

Vervolgens slaat hij een andere weg in met het besluit om zich meer op non-executive rollen te focussen, waaronder commissariaten bij sausmaker Remia en kruidenleverancier Euroma. Hij koopt ook een wijngaard in Toscane, Renzo Marinai, die hij flink uitbreidt. Daarmee combineert hij twee grote liefdes: wijn en Italië.

Redder in crisistijd

Een volle agenda dus, maar van het aanbod van Jumbo ging zijn retailhart naar eigen zeggen sneller kloppen. ‘Daarvoor maak ik graag ruimte’, stelt hij in een aankondiging. Het is niet de eerste keer dat Heidman als interimmer naar voren stapt. Hij deed het al eens bij slachterij Vion, waar hij een crisis moest bezweren, schrijft het AD. Het bedrijf stond op opvallen na overnames die niet het gewenste resultaat opleverden.

Ook Jumbo bevindt zich in roerige wateren. Jaren kon het niet op bij de grootgrutter uit Veghel, die zich in een kleine twintig jaar opwerkte van lokale speler tot de tweede supermarkt van Nederland met bijna 700 winkels. Tot er een paar jaar geleden zand in de motor kwam. Dat begon met de arrestatie van voormalig topman Frits van Eerd, die verdachte is in een witwaszaak.

Veel te duur

Maar belangrijker was misschien nog wel dat Jumbo, dat zich altijd liet voorstaan op zijn betaalbare aanbod, volgens kenners te duur was geworden. Veel te duur. Het bedrijf werd links en rechts ingehaald door prijsvechters als Dirk van den Broek, Nettorama, Vomar en natuurlijk Aldi en Lidl.

Dat besefte ook Ton van Veen, die het stokje van Van Eerd overnam. ‘Terug naar Jumbo zoals Jumbo bedoeld is’ werd de kern van zijn strategie.

Lees ook: Is de aanval van Jumbo op Albert Heijn definitief mislukt?

Heidman kijkt er (dan nog) vanaf de zijlijn naar. ‘Een verstandige keuze’, zei hij vorig jaar tegen vakblad Retailtrends. ‘Jumbo kijkt naar de markt, de consument en de competitie en beseft dat men de formule tegen het licht moet houden.’

De Brabantse super was altijd van de vaste lage prijzen, maar in tijden waarin consumentenbestedingen onder druk staan, springen klanten volgens hem eerder op de fiets voor promoacties met hoge kortingen. ‘Zonder kun je niet meedoen.’

Voorzichtig herstel

Het moet tot groot chagrijn hebben geleid in Veghel: Jumbo verliest al drie jaar op rij marktaandeel en leverde het afgelopen jaar voor het eerst in heel lange tijd ook omzet in. Die kwam uit op 10,7 miljard euro, een daling van 2,7 procent. Met het verbod op de tabaksverkoop in supermarkten per 1 juli vorig jaar liep het bedrijf naar eigen zeggen 400 miljoen euro aan omzet mis.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Los van die dip lijkt de koers van Van Veen vruchten af te werpen. Door kostenbesparingen, waaronder het schrappen van 350 banen op het hoofdkantoor, en een scherpere inkoop ontstond ruimte om voor 150 miljoen euro aan prijsverlagingen door te voeren.

Ook de nettowinst steeg licht: van 22 miljoen euro in 2023 naar 28 miljoen euro in 2024 – al is dat op een miljardenomzet nog steeds wat magertjes, en niet te vergelijken met de winsten die in de hoogtijdagen werden behaald. Ander lichtpunt: in België schreef de supermarkt in 2024 voor het eerst ook zwarte cijfers, een jaar eerder dan verwacht.

Jacht op marktaandeel

Komend jaar wordt de jacht op het heroveren van marktaandeel ingezet, blijkt uit het meerjarenplan. En gaat de zoektocht naar een vaste ceo door. ‘Iemand die voor lange termijn verbonden zal zijn aan ons familiebedrijf’, zegt Colette Cloosterman-Van Eerd.

Welke eigenschappen de nieuwe kapitein van Jumbo in elk geval moet hebben? Bij Retailtrends reflecteerde Heidman daar al op. ‘Leiders van retailorganisaties waren van huis uit misschien vooral gericht op de korte termijn’, zegt hij. ‘Dat werkt niet meer. Je moet een combinatie hebben: een toekomstbestendige langetermijnstrategie neerzetten en binnen die visie de korte termijn weten te managen. Tussen dat dualisme moet je laveren.’

Lees ook: Wie volgt Ton van Veen op bij Jumbo? Dit zijn 6 kandidaten