Bob is divisiedirecteur bij een groot concern. Hij doet zijn best. Deze keer zit Bob in Parijs voor zaken.
VAN Bob
AAN Linda
ONDERWERP Contractbespreking Vilmar
Linda,
Mooie PA ben je, zeg. Zit ik hier vanmiddag in Parijs te lunchen met die Pierre Vilmar, blijkt dat hij geen woord Engels spreekt, of misschien wel, maar wat ik ook probeerde, hij bleef maar in het Frans doorratelen en dan ook nog in een enorm tempo. Dat is heel lastig, want het zijn wel contractbesprekingen met wat wel eens een hele grote klant kan worden en ik zeg om de zoveel tijd ‘Oui!' en ‘Biensur!' maar ik heb geen idee waar ik dan op reageer. Ja, soms kijkt hij me verbaasd aan, dan begrijp ik wel dat ik geen ‘Oui!' of ‘Biensur!' had moeten zeggen maar waarschijnlijk ‘Mais non!' Ik voel me er totaal niet prettig bij en vanavond moet ik hem gaan dineren en het is geloof ik – maar ook dat heb ik niet helemaal begrepen – dat we dan de deal closen en dat wordt natuurlijk een ramp als dat weer zo gaat als tijdens de lunch. Waarom heb jij of anders iemand van Sales me niet verteld dat Vilmar alleen maar Frans spreekt?
Dat is punt één. Ja, sorry dat ik zo nijdig reageer, maar dat lijkt me wel begrijpelijk in deze omstandigheden. Kom ik aan punt twee: ik eis niet veel als ik op reis ben, hou me keurig aan alle regels van Hoofdkantoor, maar waarom heb je me in een hotel gezet in een niet al te beste buitenwijk tevens hoerenbuurt? Ik moet de douche delen met drie anderen, ik moet vijf trappen op en ik moet, zoals nu, naar een internetcafé want in dat hotel hebben ze natuurlijk geen enkele moderne voorziening. Kijk eens, vijfsterren hoeft voor mij echt niet, je kent me, maar dit is toch het andere uiterste.
Bob
Hoi Bob,
Wat erg allemaal, Bob. Sorry hoor, echt sorry.
Om te beginnen wat Vilmar betreft: ik heb het Robert van Sales gevraagd en die houdt vol dat Vilmar vast Engels spreekt, maar dat hij dit gewoon weigert om het jou heel moeilijk te maken tijdens de onderhandelingen. Robert zegt wel dat het veiligheidshalve verstandig is om niet meteen de deal te sluiten. Levensgevaarlijk, vindt Robert.
Dan het hotel: tja, helemaal mijn fout. Het was de bedoeling dat je zou verblijven in Hotel Villeneuve, vlakbij de Eiffeltoren, mooi hotel in een mooie buurt, maar ik lette even niet op en heb dus een heel ander Hotel Villeneuve geboekt. Volgens Robert moet je trouwens flink veel stennis maken over je gestolen mobieltje met de hoteleigenaar, volgens hem is dat uiteindelijk de enige taal die ze in Parijs verstaan, zeker in dat deel van Parijs waar jij nu zit.
Linda
Linda,
Zo, volgens Robert moet ik niet tekenen. Heeft Robert er ook aan gedacht dat de Raad van Bestuur furieus zal zijn als zo'n belangrijke deal mislukt omdat Bob geen idee had waar Vilmar het over had? Snápt Robert wel wat er op het spel staat?
En dat advies om stennis te schoppen met de hoteleigenaar. Die hoteleigenaar is twee meter hoog en breed en heeft me al bijna op straat gezet omdat ik vriendelijk vroeg om een handdoek. Ja, dat begrijp je goed: ik zit in een hotel waar ze je uitschelden als je beleefd om een handdoek vraagt en ik moet naar een diner waar ik vrijwel zeker een heel belangrijke deal ga verpesten.
Oh, Linda, ik voel me zo ellendig ineens, en zo alleen.
Bob
Bob,
Komaan Bob, niet zo zielig, ook al is het allemaal niet makkelijk, je bent en blijft wel divisiedirecteur, ook in het buitenland. Je zegt vanavond gewoon in je beste Frans dat je niet tekent. Die Vilmar begrijpt toch ook wel dat een concern sowieso niks tekent zonder dat er eerst een jurist overheen gaat? Nou dan! En misschien kun je ergens in de buurt een handdoek kopen?
Oh ja, Bob, nog iets vervelends: helaas zaten alleen rechtstreeks vluchten vol en dus vlieg je via Frankfurt terug, waar je ruim vijf uur moet wachten. Je komt al met al middenin de nacht op Schiphol, heel vervelend allemaal. Maar als je toch zo lang moet wachten in Frankfurt: kun je een lekker flesje Jill Sander voor me kopen? Zoals de Fransen zeggen: Merci beaucoup!
Linda