Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob de manager

Bob is divisiedirecteur bij een groot concern. Bob doet zijn best. In aflevering 4 schakelt hij de chef automatisering in als Big Brother.

Beste Thomas

De Raad van Bestuur is van plan om een regel uit te vaardigen die het bezoeken van sekssites verbiedt. Onlangs heeft de rechter namelijk bepaald dat je zonder zo’n regel een werknemer die tijdens werkuren zo’n site bezoekt niet mag ontslaan. Ik wil echter eerst zeker weten of er in onze divisie überhaupt werknemers zijn die sekssites bezoeken. Ik denk niet dat dit bij ons het geval is en dan heeft het uiteraard weinig zin zo’n regel in te stellen. Je kent mijn motto: hoe minder regels, hoe beter. Desalniettemin: zou jij als chef automatisering discreet kunnen onderzoeken of er sekssites bezocht worden?
Groet,
Bob

Beste Bob

Op jouw verzoek heb ik een week lang het bezoek aan sekssites bijgehouden. Dat was nog een hele klus en ik moet concluderen dat jouw verwachting dat het wel mee zou vallen helaas niet overeenstemt met de werkelijkheid. Van de 176 werknemers bezochten er de afgelopen week 38 een seksite. Hierbij moet ik aantekenen dat van die 176 er elf al langere tijd thuis zitten, er zes ziek waren, vier op dienstreis en veertien op cursus. Houden we 141 werknemers over; 27 procent bezocht dus een seksite. De kortste bezoekperiode was 81 seconden. Dat was Rob van den Bent, van de loonadministratie. Die was, zal ik maar zeggen, snel klaar. De langste bezoekperiode was Kees Hagenaars, onze avondportier. Tja, hij is jong en de avond lang, maar 21 uur en acht minuten in een week tijd is toch wel erg veel.
De gemiddelde bezoektijd is 14 minuten per week. Men bezoekt de gehele dag door, maar tussen drie en vijf is men er het drukst mee. Eén werknemer was de hele zondagmiddag ermee bezig. Het betreft ons hoofd juridische zaken Frederik ten Have. Zo te zien (1 uur en 47 minuten) raakt hij vooral opgewonden van aerdenhoutsesletjes.nl. Kennelijk geeft men elkaar ook tips, want veel werknemers bezoeken dezelfde sites. Bovenaan in onze divisie staat viezeplaatjes.nl, gevolgd door annekewiljounu.nl. Vooral marketing is gek op annekewiljounu.nl: twaalf van onze twintig marketeers bezochten de site, onder wie chef marketing Lodewijk de Vries (maar niet meer dan elf minuten die week). Delekkerstekantoorseks.nl staat op drie. Eerst dacht ik dat ikhebzininbizarrespelletjes.nl op drie stond, maar die site blijkt gewelddadige games te bieden. Geldt die regel van de Raad van Bestuur trouwens ook voor gamesites? Anders wil ik daar ook nog wel een week aan besteden. Veelbezocht is ook kommaarschatje.nl, omdat die prominent op de site heeft staan dat bezoek op geen enkele manier te traceren is; dat men daar anno 2003 nog intrapt. Vooral Frank Roblé van sales is gek op kommaarschatje.nl: maandagochtend begon hij om 09.02 uur en was pas om 10.58 uur klaar. Helaas moet ik meedelen dat ook een van de directieleden onder de bezoekers valt. Het betreft onze financiële man Luc van Houten, wat me verrast, want Luc staat bij automatisering bekend als iemand die nauwelijks weet hoe internet werkt. Hij deed het in elk geval wel buiten werktijd: donderdagavond bezocht hij van 18.12 tot 18.24 uur beursplein5hoertjes.nl.
Heb je hier wat aan?
Groet,
Thomas

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Beste Thomas

Dank voor je onderzoek. Ik had niet verwacht dat je het zó grondig en gedetailleerd zou aanpakken. Hier heb ik zeker wat aan. Ik zal de Raad van Bestuur vandaag nog melden dat zo’n regel broodnodig is, wat mij betreft ook voor gamessites. Wat ik met Van Houten moet weet ik nog niet. Ik heb hem inmiddels discreet op zijn gedrag gewezen. Hij houdt echter vol dat hij stom toevallig op beursplein5hoertjes.nl terecht is gekomen toen hij de AEX-slotkoersen wilde bekijken en dat vervolgens zijn computer vastliep.
Groet,
Bob

Hoe pensioen helpt bij vinden en behouden van werknemers

Aangeboden door Doenpensioen van a.s.r. - In een krappe arbeidsmarkt is het uitdagend om werknemers te vinden en te behouden. Secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals een pensioen, helpen dan om werknemers aan je te binden. Volgens pensioenexpert bij a.s.r. Stefan Bosselaar toon je op die manier ook duurzaam werkgeverschap. 'Je laat zien dat je goed voor je mensen zorgt en maakt je bedrijf daarmee aantrekkelijker. En je huidige werknemers voelen zich meer gewaardeerd.'

hoe pensioen helpt bij vinden en behouden van werknemers
Foto: Getty Images

Bosselaar heeft in zijn werk veel contact met onafhankelijke pensioenadviseurs. Hij merkt in die gesprekken dat duurzaam werkgeverschap steeds meer leeft onder werkgevers.

‘Een pensioen is één van de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde naast salaris, het is inkomen voor later. Een belangrijk onderwerp dus voor werknemers, ook al is niet iedereen daar al bewust mee bezig. Een pensioen van a.s.r. verzekert werknemers ook bij arbeidsongeschiktheid en overlijden. En we bieden als extra service het gezondheidsprogramma a.s.r. Vitality. Daarmee beloon je werknemers voor gezonde keuzes en bewegen. Dat zorgt voor minder ziekteverzuim én meer productiviteit. Met een pensioen als arbeidsvoorwaarde voelen werknemers zich gewaardeerd en blijven ze langer bij je. Daarnaast helpt het je ook om nieuw talent aan te trekken.’

Duurzaam werkgeverschap

Werknemers stimuleren om zelf de regie te nemen over hun financiële situatie is een belangrijk onderdeel van duurzaam werkgeverschap. Bosselaar: ‘Daarom hebben wij een gebruikersvriendelijk online pensioenportaal waarin werknemers snel zien hoe hun pensioen ervoor staat. Als werkgever bepaal je welke keuzes werknemers in het portaal kunnen maken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld extra geld inleggen voor hun pensioen en veranderen van beleggingsprofiel (lifecycle) is ook mogelijk. Hierbij kiezen werknemers een beleggingsprofiel waarbij onze vermogensbeheerders meer of minder in obligaties en aandelen beleggen. In het portaal zien ze ook wat de financiële gevolgen zijn van eerder of later stoppen met werken. Een werknemer ziet in het pensioenportaal snel wat je als werkgever hebt geregeld en wat ze zelf kunnen aanpassen. Die eigen regie zorgt ervoor dat ze meer betrokken zijn bij hun pensioen.’

Kansen voor werkgevers

Pensioenregelingen moeten voor het einde van 2027 voldoen aan de Wet toekomst pensioenen (Wtp). ‘Het doel van de Wtp is om het pensioenstelsel persoonlijker te maken’, vertelt Bosselaar. ‘In dit nieuwe stelsel gaat het om de waarde van de ingelegde pensioenpremies op de pensioendatum. Deze waarde wordt bepaald door de pensioenpremies die voor de werknemer zijn ingelegd en het rendement op de beleggingen. Dit vraagt van werknemers dat ze zelf actief keuzes maken voor de opbouw van hun pensioen. Als werkgever wil je je werknemers daar zo goed mogelijk in meenemen en over informeren.’

Lees ook: Om deze redenen is een pensioenregeling als startup-ondernemer wél belangrijk

Vragen over pensioen

Bosselaar: ‘Neem bij vragen over pensioen contact op met een onafhankelijke pensioenadviseur of een pensioenexpert van a.s.r. Die helpen je ingewikkelde onderwerpen rondom pensioen te begrijpen en ondersteunen je bij het kiezen van een goede pensioenregeling. Wij sturen daarnaast regelmatig nieuwsbrieven naar werkgevers en werknemers. Daarin leggen we uit hoe het pensioenportaal werkt en wat werknemers zelf kunnen aanpassen.’

Financieel fit

Door een pensioen te regelen, laat je zien dat je geeft om je werknemers. Zo toon je nu duurzaam werkgeverschap. Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde voor werknemers. Zo geef je hen goede redenen om later bij je te blijven óf te komen werken. En draag je altijd bij aan een financieel fit Nederland. Wil jij ook een pensioen regelen voor je werknemers? Dat is makkelijker dan je denkt. Met het stappenplan helpt a.s.r. je op weg.

Hoe deze Nederlandse plasticrecycler wél succesvol blijft in moeilijke markt

In samenwerking met Tetra Pak - Terwijl meerdere plasticrecyclers failliet gaan, blijft AVK Plastics succesvol groeien. Het geheim? Samenwerking in de keten en technische innovatie. Het bedrijf verwerkt nu ook PolyAl uit drankkartons tot nieuwe producten. 'We hebben steeds meer volume grondstof nodig.'

avk plastics balk
AVK Plastics in Balk is onderdeel van het Deense AVK Group. Foto: AVK Plastics

‘We zijn een beetje een vreemde eend in de bijt’, zegt Arno Kanters, directeur van AVK Plastics. ‘Als onderdeel van de Deense AVK Group, die voornamelijk metalen afsluiters produceert, focust AVK Plastics zich juist op kunststofproducten.’

Het bedrijf is opgericht in Nederland en inmiddels actief door heel Europa, maakt producten zoals straatpotten, transportpallets en mobiele afvalcontainers van gerecycled kunststof met een zo klein mogelijke milieu-impact. ‘We voegen slechts in kleine hoeveelheid nieuwe additieven toe aan onze gerecyclede kunststof, zoals voor het inkleuren van producten of betere verwerking. Maar het uitgangspunt is dat het eindproduct ook weer volledig recyclebaar is.’

Drankkartons recyclen

AVK Plastics werkt sinds 2022 samen met met Recon Polymers. Dit bedrijf uit Roosendaal verwerkt PolyAl-afval uit drankenkartons tot herbruikbare grondstoffen voor de kunststofindustrie. PolyAl is het restant van plastic en aluminium dat overblijft nadat papierfabrieken de papiervezels uit gebruikte drankenkartons hebben gehaald.

Tetra Pak, producent van drankkartons en voedselverwerkingsoplossingen, investeerde in 2023 nog 1 miljoen euro in de recyclingtechnologie van Recon Polymers. Die investeringen zijn belangrijk, omdat geavanceerde techniek nodig is om de PolyAl-reststroom zo te verwerken dat er een grondstof uitkomt die AVK Plastics kan gebruiken voor nieuwe producten.

Met de kapitaalinjectie stijgt de recyclingcapaciteit tot minstens 8.000 ton per jaar. Hierdoor kan ongeveer 30 procent van het PolyAl uit drankenkartons in Frankrijk, België en Nederland gerecycled worden.

Schone korrel

‘Het is belangrijk dat wij een gerecyclede korrel krijgen die voldoet aan de juiste specificaties zodat wij er iets mee kunnen’, zegt Kanters. ‘Deze korrel kunnen wij vervolgens tot zo’n 20 procent bijmengen in onze receptuur voor nieuwe producten.’

Deze maakt AVK Plastics middels spuitgieten. De kunststofreceptuur wordt met een spuitgietmachine verhit en gesmolten en in een gekoelde stalen mal geperst. Als de kunststof voldoende afgekoeld en gestold is, wordt de mal geopend en blijft een nieuw product van gerecycled kunststof over.

Het spuitgietproces is nauwkeurig afgesteld; verandert de receptuur, dan moet ook vaak het proces bijgesteld worden. Kanters: ‘Het PolyAl-granulaat dat we via Recon binnenkrijgen, kunnen we op dit moment alleen nog verwerken in de receptuur voor transportpallets. Dat is de eerste toepassing die we hebben aangepakt. Maar in de toekomst zie ik ook mogelijkheden voor enige van onze andere producten.’

Technische innovaties

AVK Plastics werkt al sinds het begin van zijn bestaan met gerecyclede kunststoffen en ziet zijn productievolumes gestaag groeien. ‘We hebben dus ook steeds meer volume grondstof nodig’, zegt Kanters. ‘Samenwerken met partners die ons een stabiele en consistente materiaalstroom kunnen bieden is dus essentieel. De samenwerking met Recon Polymers en andere partners zoals Tetra Pak is ideaal, omdat we met hen open en transparant kunnen samenwerken en zo technische innovaties sneller kunnen doorvoeren.’

avk plastics balk
AVK Plastics maakt verschillende producten van gerecycled kunststof zoals straatpotten, transportpallets en mobiele afvalcontainers. Foto: AVK Plastics

Faillissementen

De markt voor gerecycled kunststof is veranderd. Waar gerecycled materiaal vroeger als inferieur werd beschouwd, is er nu steeds meer vraag naar. Toch zijn er in de afgelopen maanden verschillende vooraanstaande plasticrecyclers failliet gegaan, zoals Umincorp en Ioniqa.

De reden volgens deze bedrijven: goedkoop virgin plastic uit het buitenland en achterblijvende beleidsmaatregelen, zoals de bijmengverplichting van kunststofrecyclaat in nieuwe producten.

Toch denkt Kanters niet dat zo’n verplichting alleen een wenselijke situatie gaat sorteren. ‘Voor sommige bedrijven gaat de verplichte overstap naar gerecycleerd materiaal moeilijk zijn, omdat ze gewend zijn aan de voorspelbare eigenschappen van nieuw kunststof. Daar zijn hun processen op afgesteld. Wij hebben een behoorlijk grote technische dienst die zich juist richt op dit soort uitdagingen.’

Webinar: Hoe recyclen we drankenkartons weer tot hoogwaardige producten?

Op 3 december om 15.00 uur organiseert Change Inc., het duurzame zustermerk van MT/Sprout, in samenwerking met Tetra Pak een webinar over de recycling van drankenkartons in Nederland.

In het bijzonder gaan we in op wat er nu al mogelijk is. Hoe worden drankkartons nu verwerkt? Welke grondstoffen worden eruit gehaald? En wat voor nieuwe spullen kun je van dit materiaal maken?

Schrijf je snel in via deze link.

Bijmengverplichting

Hebben bedrijven dan niet ruim de tijd gekregen om hun productieprocessen klaar te maken voor de bijmengverplichting in 2027? ‘De regelgeving schiet tekort op een heel ander probleem, namelijk garanderen dat er genoeg schoon, bruikbaar gerecyclede kunststof beschikbaar is’, zegt Kanters.

‘Als bedrijven straks verplicht worden om 30 procent recyclaat te gebruiken, dan moeten ze op zoek naar recyclaat met de eigenschappen van virgin materiaal. Dat is misschien voor sommige afvalstromen mogelijk. Maar als je gerecycled kunststof met de eigenschappen van virgin wilt hebben, kom je alsnog op een heel duur secundair materiaal uit. Ik ben bang dat er straks veel te weinig recyclaat beschikbaar gaat zijn, terwijl de vraag naar kunststoffen alleen maar blijft stijgen.’

Minder verbranden

Liever ziet Kanters maatregelen die ervoor zorgen dat er meer plastic wordt teruggewonnen uit afval. Daarvoor moet meer ingezet worden op inzameling, sortering en verwerken.

‘Een verbod op het verbranden van kunststof afval zou een stap in de goede richting zijn. Idealiter zorgt regelgeving ervoor dat afval bij recyclers terechtkomt, in plaats van bij de verbrandingsinstallaties. Zo’n aanpak zou de beschikbaarheid van gerecyclede grondstoffen verbeteren en bedrijven helpen om hun producten verder te verduurzamen.’

Nieuwe wind langs oude molens: hoe Vattenfall zijn windmolenparken circulair wil maken

In samenwerking met Vattenfall Nederland - Windenergie vormt met de jaren een groter deel van onze energiemix; een zegen in het licht van de naderende Parijse klimaatdoelen. Maar het levert ook een hoop afval op. Windparken van de eerste generatie bereiken langzaam het einde van hun levensduur, en al die onderdelen schreeuwen om een nieuwe bestemming. Energiebedrijf Vattenfall zoekt naar creatieve manieren om de onderdelen zo hoogwaardig mogelijk te hergebruiken.

vattenfall annemarie kerkhof
Annemarie Kerkhof is als strategisch adviseur verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van Vattenfalls circulariteitsstrategie.

Het klopt dat de stad Eindhoven bekend staat om zijn technologie, carnavalsoptochten en de voetbalclub PSV. Maar de stad heeft ook naam gemaakt als design-hub van Nederland. Elk jaar wordt er de Dutch Design Week georganiseerd, een tiendaags evenement waarbij de creaties van talloze internationale ontwerpers samenkomen. Het is uitgegroeid tot een van de grootste designbeurzen van Europa.

Een bedrijf dat je op zo’n beurs misschien niet zou verwachten, is de van oorsprong Zweedse energiemaatschappij Vattenfall. Toch speelde het bedrijf, dat ook een Nederlandse tak kent, er een rol van betekenis. Vattenfall is namelijk op zoek naar ontwerptalent, naar ideeën outside the box.

Hoogwaardig hergebruiken

Als ontwikkelaar van windmolenparken krijgt het bedrijf in toenemende mate te maken met ‘afval’; oude torens en wieken van turbines die aan het einde van hun levensduur zijn gekomen. Wat te doen met al die onderdelen? Je kunt ze natuurlijk vermalen en de grondstoffen eruit filteren, maar beter is het om de onderdelen intact te laten en als geheel in nieuwe toepassingen te gebruiken.

‘Ons doel is om in 2040 netto geen CO2 meer uit te stoten in onze gehele waardeketen’, vertelt strategisch adviseur Annemarie Kerkhof, verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van Vattenfalls circulariteitsstrategie. ‘Als wij materialen inkopen, moeten die op de lange termijn dus ook geen uitstoot meer veroorzaken. Dat is best een uitdaging, en circulariteit kan een oplossing bieden.’ Daarom nodigde Vattenfall vier ontwerpstudio’s uit om creatieve oplossingen te bedenken voor het hoogwaardig hergebruiken van windmolenonderdelen. Tijdens een tentoonstelling op de Dutch Design Week presenteerden de studio’s hun ontwerpen.

vattenfall tiny house
Het tiny house, gemaakt van de gondel van een oude Oostenrijkse windmolen.

Tiny house

Het leverde opvallende creaties op. Bijvoorbeeld het ‘tiny house’ van ontwerpbureaus Superuse en Blade-Made, gemaakt van een oude Oostenrijkse windmolen. De nacelle van die turbine – de huls waarin de generator van de molen draait – werd omgebouwd tot woongelegenheid van 40 vierkante meter. Het ontwerp werd een regelrechte hit en werd opgepikt door meerdere, internationale media. Kerkhof: ‘We hebben zelfs al reacties gekregen van mensen die het tiny house willen kopen.’

Of architectenbureau Cepezed, dat van windmolenwieken ‘eilanden’ maakt. Het lichte composietmateriaal in wieken zorgt ervoor dat ze goed kunnen drijven en gecombineerd kunnen dienen als platform voor zonneparken, huizen en landbouwtoepassingen. Niet verkeerd, in een land dat ruimte tekortkomt.

eilanden vattenfall
‘Eilanden’, gemaakt van windmolenbladen. Het lichte composietmateriaal zorgt ervoor dat ze goed kunnen drijven.

‘We hadden eigenlijk twee redenen om samen te werken met de ontwerpstudio’s’, vertelt Kerkhof. ‘Allereerst wilden we een andere manier van denken uitnodigen. Dat is namelijk voor ons ook weer een manier om tot nieuwe ideeën te komen. Ten tweede geloven we: stel dat een van de ontwerpen een succes wordt, dan kan de markt het oppikken en hebben wij weer een plek om onze ontmantelde windmolens naartoe te brengen.’

90 procent gerecycled

Want het windmolenafval blijft komen. Volgens de vereniging WindEurope zal er tussen nu en 2030 meer dan 13 gigawatt aan windenergiecapaciteit worden ontmanteld. Daarnaast worden er weer nieuwe parken gebouwd die na vijftien tot twintig jaar ook het einde van hun levensduur bereiken. Reden genoeg om een helder plan te hebben voor wat er met al dat afval gebeurt.

‘Op dit moment wordt het grootste gedeelte van oude windmolens gerecycled’, vertelt Kerkhof. ‘Ongeveer 90 procent. Het grootste gedeelte van een windmolen bestaat namelijk uit staal en beton en dat is goed te recyclen. Bij de wieken zit het anders. Die zijn gemaakt van composietmaterialen die lastig uit elkaar te halen zijn.’ De laatste 10 procent belandt dan ook vaak nog in verbrandingsovens.

R-ladder

Hoe goed recycling ook klinkt, Kerkhof ziet het eigenlijk als een laatste redmiddel. Recycling staat bijna onderaan de R-ladder, een schaal die aangeeft in hoeverre er hoogwaardig gebruik wordt gemaakt van oude onderdelen. ‘Een trede hoger is repurpose, het vinden van een nieuwe toepassing voor een onderdeel. Denk aan het gebruiken van oude windmolenwieken bij het bouwen van bijvoorbeeld speeltuinen of parkeergarages.’ Duurzamer dan recycling, want er zijn geen energieslurpende methoden nodig om grondstoffen uit het turbinepuin te filteren. Bovendien wordt het bouwen van nieuwe toepassingen er ook automatisch een stuk milieuvriendelijker door.

Nog hoger op de ladder staat re-use: het simpelweg opnieuw gebruiken van een onderdeel voor dezelfde toepassing. Ofwel: een oud stuk windmolen gebruiken voor de bouw van een nieuwe. Maar dat blijkt vaak lastig, vertelt Kerkhof. ‘De wieken kunnen niet opnieuw gebruikt worden bij de bouw van een nieuwe windmolen, omdat ze door regen en wind flink in kwaliteit achteruit zijn gegaan. Ook is de windsector continu in ontwikkeling. Door innovatie worden windmolens steeds groter, en dat maakt het lastig om circulair te werken. Oude onderdelen passen simpelweg niet meer op nieuwe turbines.’

Daar komt bij dat nieuwe onderdelen, ook wel virgin materials genoemd, vaak nog goedkoper zijn dan het hergebruiken van oude. ‘Het is daardoor makkelijker om gewoon lekker een nieuwe te bestellen. Een circulaire economie zou de hele maatschappij voordelen opleveren, maar dat zit op dit moment gewoon nog niet goed bij de prijs inbegrepen.’

Gespreksstarter

Genoeg uitdagingen, en de samenwerking van Vattenfall met de ontwerpstudio’s moet dan ook vooral gezien worden als gespreksstarter die een nieuwe manier van denken moet aanwakkeren. Maar: ‘Als de ontwerpen een succes blijken, hopen we natuurlijk wel dat ze gelijk worden opgepikt door de markt’, aldus Kerkhof. ‘En we hopen ook bij Dutch Design Week aangesloten te blijven om in de toekomst weer dit soort opdrachten uit te kunnen zetten.’

Shell wint tijd met zege op Milieudefensie, maar zal hoe dan ook moeten vergroenen

Blijft Milieudefensie met lege handen achter in de klimaatzaak tegen Shell? Nee, zeggen deskundigen tegen MT/Sprout. Het Hof mag de oliegigant in het hoger beroep dan in het gelijk hebben gesteld, maar dat is slechts 'uitstel van het onvermijdelijke'. Vier vragen.

Milieudefensie Shell
Klimaatactivisten voor de rechtbank in Den Haag, tijdens de rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell in 2020/2021. Foto: Ana Fernandez/SOPA Images/Getty Images)

#1 Op welke gronden heeft Shell gewonnen?

Vriend en vijand werd drie jaar geleden verrast door de overwinning van Milieudefensie op Shell. De milieuorganisatie eiste via de rechter dat de olie- en gasreus zijn uitstoot in 2030 met ten minste 45 procent zou verminderen ten opzichte van 2019, en werd daarin in het gelijk gesteld. Het gaat hierbij om het geheel van emissies: de operationele uitstoot, inclusief energieverbruik (scope 1 en 2) en de uitstoot in de keten (scope 3).

De CO2 die vrijkomt bij het verbranden van benzine of kerosine, bijvoorbeeld. Daar valt de meeste winst te halen, maar precies daar wringt het. Shell ging tegen de uitspraak in beroep, omdat het volgens het bedrijf ‘niet haalbaar of zelfs redelijk om te verwachten’ zou zijn om de uitstoot van klanten in minder dan tien jaar tijd praktisch te halveren. Deskundigen gaven toen al aan dat de fossiele gigant grote kans maakte op dat punt in het gelijk te worden gesteld.

‘Scope 3 was altijd al de zwakke schakel’, zegt Phillip Paiement, hoogleraar Recht en Bestuur in het Antropoceen aan de Tilburg Universiteit. ‘Omdat er onvoldoende wetenschappelijke consensus is over de verplichtingen waar olie- en gasbedrijven als Shell op dat vlak aan moeten voldoen.’

Lees ook: ‘Financier van de klimaatcrisis’ of zondebok? Wat de klimaatzaak tegen ING zo opvallend maakt

Marieke Faber, advocaat en medeoprichter van het klimaatgerichte advocatenkantoor New Paradigm, voegt toe: ‘Dat betekent niet dat het Hof de noodzaak voor Shell om iets aan de scope 3-emissies te doen, niet ziet. Zij achten zich alleen niet in staat daar een percentage op te plakken.’

Op basis van dat argument is de zaak in het hoger beroep verworpen. Volgens het Hof is de door Milieudefensie geëiste 45 procent minder CO2 een gemiddelde dat niet zomaar op elk bedrijf kan worden toegepast. Shell kan zelfs meer gaan uitstoten, bijvoorbeeld door gas te gaan leveren aan fabrieken die voorheen op kolen draaiden. Paiement: ‘Daardoor stijgen de eigen emissies, maar draagt het bedrijf óók bij aan de afname van de wereldwijde uitstoot.’

#2 Milieudefensie blijft dus met lege handen achter?

Dat niet. Het Hof erkent namelijk óók dat Shell een maatschappelijke zorgplicht heeft en zich moet inspannen om de gevolgen van gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. ‘Dat is significant’, zegt Paiement. ‘Shell kan zich niet meer verschuilen achter het argument dat het bedrijf zich aan de wet houdt. Ook als je alle regels volgt en alle milieurapportages inlevert, kun je aansprakelijk worden gesteld.’

Lees ook: Donald Pols (Milieudefensie): ‘Multinationals hebben zich buiten de rechtsorde geplaatst’

Shell stelt die verplichting ook te voelen. Na de gevoelige tik die het bedrijf in 2021 in de rechtbank kreeg, scherpte het bedrijf de klimaatambities aan, tot een reductie van 50 procent in scope 1 en 2 tegen 2030. Paiement: ‘Shell zal zeggen dat dit los staat van de klimaatrechtszaak, Milieudefensie zal het vieren als een overwinning.’

Met de kanttekening dat de duurzame doelen drie jaar later weer werden afgezwakt: een reductiedoelstelling van 45 procent voor de net carbon intensity, de uitstoot per eenheid verkochte energie, ging volledig overboord. Dat kwam Shell op forse kritiek te staan.

#3 In bestuurskamers is zeker opgelucht ademgehaald na de winst van Shell?

Shell mag het hoger beroep gewonnen hebben, dat betekent niet dat het bedrijf nu off the hook is. Vanaf 2027 moet het bedrijf voldoen aan de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), die bedrijven verplicht om een klimaattransitieplan op te stellen en uit te voeren. Ze hebben de vrijheid om hun eigen reductiedoelstellingen op te stellen, maar die moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn.

‘Dit is slechts uitstel van het onvermijdelijke’, meent Faber. Ze voorziet dat de nieuwe klimaatwetgeving uit Europa – naast de CSDDD gaat dat onder andere ook over de CSRD-rapportageplicht, die al van kracht is – mogelijk ook haakjes voor toekomstige rechtszaken biedt. ‘Omdat iedereen nu meekijkt.’

Gert Jan Kramer, hoogleraar Duurzame Energievoorziening aan de Universiteit Utrecht, is geen fan van de klimaatzaak als stok. ‘Ik heb moeite met het feit dat individuele spelers aangesproken worden’, zegt hij. ‘Shell is een grote partij, maar tegelijkertijd ook maar een radertje in een groter systeem. Stel dat het bedrijf van het Hof wél aan de scope 3-reductieplicht had moeten voldoen en de productie dus, even kort door de bocht, met bijna de helft zou moeten worden teruggeschroefd. Dan waren afnemers gewoon naar een andere partij gegaan. Want de wereldeconomie draait nog steeds grotendeels op olie en gas. Er is geen enkel scenario waarin we in 2030 al met bijna de helft minder toe kunnen.’

Lees ook: Hoogleraar Gert Jan Kramer: ‘Het is nutteloos als de zware industrie verdwijnt’

Het bouwen van een compleet nieuwe, groene economie vraagt volgens Kramer om een gezond ondernemingsklimaat. ‘Daarop zou de focus moeten liggen’, vindt hij. ‘Rechtszaken als deze doen het klimaat geen goed. Als we ons alleen maar richten op emissiereductie, bestaat het gevaar dat we ergens in het komende decennium niet alleen eindigen met nul emissies, maar ook met nul industrie. En niet om Shell al te veel veren op de hoed te steken, maar volgens EW was het bedrijf vorig jaar de grootste investeerder in de verduurzaming van Nederland.’

#4 Is het eigenlijk aan de rechter om verandering in het bedrijfsleven af te dwingen?

Daarover zijn de deskundigen eensgezind: nee. Dat is aan de politiek, al lijkt het klimaat daar momenteel niet hoog op de prioriteitenlijst te staan. ‘Des te belangrijker dus om het onderwerp in de publieke arena te blijven adresseren en bediscussiëren’, zegt advocaat Faber. ‘Al moeten we voorkomen dat we in een claimcultuur belanden. Ik ben meer voorstander van een constructieve aanpak. In plaats van de beschuldigende vinger, denk ik dat er meer waarde zit in samenwerken en de dialoog opzoeken.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Maar vergeet niet wat klimaatrechtszaken al teweeg hebben gebracht, voegt hoogleraar Paiement toe. ‘Inmiddels vinden we het al bijna normaal, maar tot voor kort werd er nog niet gesproken over civiele aansprakelijkheid of het meenemen van scope 3-emissies bij het toetsen van individuele bedrijven. De volgende horde om te nemen, is of en welke absolute reductieverplichting een bedrijf als Shell kan worden opgelegd. Deze rechtsprocessen zijn extreem belangrijk om de open vragen die er nog liggen, te identificeren.’

Lees ook: Marjan Minnesma (Urgenda) wilde ooit Shell van binnenuit veranderen

Duurzame startups hebben het in Nederland extra moeilijk: ‘Terwijl we ze keihard nodig hebben’

Jip Leendertse, onderzoeker Sustainable Entrepreneurship aan de TU Delft, houdt zich al zijn hele academische carrière bezig met de vraag wat duurzame startups nodig hebben om te slagen. 'Bedrijven die de meeste positieve impact kunnen maken, hebben het vaak ook het moeilijkst.'

jip leendertse duurzame startups
Hoe komen duurzame startups tot bloei? Met die vraag houdt onderzoeker Jip Leendertse zich al jaren bezig.

De grote balen die je vaak op weilanden of bij boerderijen ziet – hooi en gras, voor veevoer – zijn bijna zonder uitzondering verpakt in plastic. Jip Leendertse woont in 2016 als masterstudent Innovation Sciences de ClimateLaunchpad Competition in Tallinn bij, een wedstrijd voor duurzame startups, en ziet daar een pitch van een bedrijf dat als alternatief een eetbaar verpakkingsmateriaal heeft ontwikkeld. Een simpel maar briljant idee: het is een extra voedingsbron voor koeien én het scheelt een hoop afval.

Tijdens het event komt hij in aanraking met meer startups met duurzame oplossingen voor de grote klimaat- en milieuproblemen van deze tijd. De founders hebben ideeën over waterstofmotoren, deelvervoer, het terugbrengen van de kledingconsumptie.

‘Supergave’ bedrijven waar hij razend enthousiast van wordt. Toch is de vraag die achteraf blijft hangen: bestaan ze straks nog wel?

Extra uitdagingen

De bedrijven die in potentie de meeste positieve impact kunnen maken, zegt Leendertse, hebben het vaak ook het moeilijkst. Het is een onderwerp dat hem zijn verdere academische carrière zal bezighouden. Afgelopen juni promoveerde hij op de relatie tussen duurzame startups en de ecosystemen waarbinnen ze kunnen floreren (zie kader, red.), inmiddels is hij postdoctoraal onderzoeker Sustainable Entrepreneurship aan de TU Delft.

In vergelijking met ‘gewone’ startups komen duurzame ondernemers volgens de academicus voor extra uitdagingen te staan. De eerste is vrij voor de hand liggend: ze hebben over het algemeen meer durfkapitaal nodig.

Neem groeibedrijven in de duurzame bouw, die innovatieve bouwmaterialen ontwikkelen van schimmels of landbouwmaterialen als vlas. De technologie moet worden doorontwikkeld, de productieketen moet worden ingericht, er moeten fabrieken worden gebouwd. Daar zijn miljoenen voor nodig, zo niet miljarden.

Risicomijdende durfkapitalisten

Investeerders blijken niet altijd happig om aan te haken. ‘Omdat de businesscase nog niet rond is’, zegt Leendertse. ‘Het ontbreekt ook vaak aan de kennis die nodig is om te beoordelen: is hier op termijn een markt voor? We bouwen in Nederland al honderden jaren met staal, beton en baksteen en nog niet zo lang met bamboe, vlas en mycelium. Dat maakt het lastig om met duurzame alternatieven nu al dezelfde efficiëntie te halen. Dat duurt een tijd en dat zien investeerders als een extra risico.’

Lees ook: Startups somber over klimaat voor ondernemers in Nederland

Data van Crunchbase laten zien dat in Nederland een relatief groter deel van het geïnvesteerde kapitaal naar duurzame startups gaat: 18 procent van het totaal, tegen 12 procent in Europa. Maar dat geld wordt wel over minder bedrijven verdeeld: over 15 procent van alle duurzame startups, waar op Europees niveau 31 procent van de duurzame startups funding ontvangt.

Publieke versus economische waarde

Een ander probleem is dat de waarde die deze groene bedrijven creëren niet altijd in geld is uit te drukken. De publieke waarde is vaak groter dan de economische, zegt Leendertse.

‘En de voordelen landen niet altijd bij de bedrijven die voor het product betalen. Stel dat je een schoner alternatief hebt ontwikkeld voor dieselbusjes. Daardoor wordt er minder fijnstof uitgestoten en verbetert de luchtkwaliteit in de steden waar ze rondrijden. Dat is mooi, maar het bedrijf heeft daar geen financieel voordeel bij. Nu het kabinet de invoer van emissievrije zones in binnensteden wil uitstellen, ontbreekt ook de wettelijke prikkel. Met welk argument overtuig je ze dan?’

Wetgeving – of juist het ontbreken daarvan – blijkt vaker een remmende factor. Voor startups die alternatieven voor chemische gewasbescherming ontwikkelen bijvoorbeeld. Voor die zijn goedgekeurd door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), ben je zo acht tot tien jaar verder.

Steken in pilotfase

Leendertse wil overheden daarnaast oproepen: geef het goede voorbeeld, word klant. Overheidsopdrachtgevers als gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat nemen duurzaamheid mee in aanbestedingen via de zogenoemde milieukostenindicator (MKI). ‘Maar dan gaan ze vervolgens wel met gevestigde marktpartijen in zee. Weeg ook de duurzame oplossingen van startups mee. Nu blijven die vaak steken in de pilotfase.’

Net als hun klanten worstelen startups zelf ook met de balans tussen business en het goede doen. ‘Idealiter gaan die twee hand in hand’, zegt Leendertse. ‘Maar soms moet je harde keuzes maken. Simpel voorbeeld: ga je voor het milieuvriendelijkere materiaal, waardoor je product duurder wordt, of voor het goedkopere, waardoor je product minder duurzaam wordt?’

Jojobeleid

Positief is dat het aantal startups dat in Europa met duurzaamheid bezig is desondanks jaarlijks toeneemt. In 2017 was de aanwas zo’n 5 procent, in 2021 al 9 procent. Ook in ons land is de toename volgens Leendertse duidelijk te zien, al blijft het aandeel duurzame startups achter. In Nederland gaat het om 4,8 procent van het totaal, tegen 7,1 procent op Europees niveau. Een cijfer dat de onderzoeker verrast. ‘Ik had verwacht dat het er meer zouden zijn.’

kaart europa duurzame startups
De dichtheid van sustainable startups (SSU) in Europa.

Ons startup-ecosysteem komt er in de plannen van het kabinet-Schoof volgens Leendertse bekaaid vanaf. Goed, Invest-NL heeft er een miljard bijgekregen, maar ondertussen is ook het Nationaal Groeifonds geschrapt en wordt er vanaf volgend jaar 1 miljard euro per jaar bezuinigd op hoger onderwijs en wetenschap.

‘Het jojobeleid rondom de salderingsregeling en het schrappen van de verplichting voor een warmtepomp, zijn voor duurzame bedrijven ook niet gunstig’, zegt hij. ‘Nu zie ik bedrijven failliet gaan met producten waar over twee jaar misschien wel weer markt voor is.’

Lees ook: Kaalslag dreigt in duurzame techniek door zwalkend overheidsbeleid

Dat is volgens Leendertse wel het laatste dat we moeten willen. ‘Want we hebben onze duurzame startups keihard nodig. We zijn in veel dingen aan het vastlopen: de bouw van woningen, de vernieuwing van infrastructuur en het elektriciteitssysteem. En de uitdagingen waarvoor we op klimaat- en milieugebied staan, krijgen we niet opgelost als we dingen hetzelfde blijven doen als we altijd al deden.’

Verdienmodel omgooien

Het zou naïef zijn om voor oplossingen alleen naar de gevestigde orde – lees: grote multinationals – te kijken, stelt de onderzoeker. ‘Natuurlijk moeten we het toejuichen als ze verduurzamen, maar de realiteit is dat dat vaak bij kleine verbeteringen blijft, in plaats van de grootschalige ingrepen die nodig zijn. Het compleet omgooien van de business, daar hebben deze partijen vaak geen belang bij. Waarom zouden de Shells en Monsanto’s van deze wereld aan de poten van hun eigen verdienmodel gaan zagen?’

Hetzelfde ziet hij gebeuren bij de eiwittransitie. ‘De bedrijven die met kweekvlees bezig zijn, zijn allemaal startups. Grote voedselbedrijven pakken dat niet voldoende op. De enige landen ter wereld die de productie van kweekvlees – op kleine schaal – toestaan, zijn de Verenigde Staten, Singapore en Israël. Dus voor hen is het nog maar de vraag of daar de toekomst ligt.’

Lees ook: Krijn de Nood stopt als Meatable-ceo door strenge EU-regels rond kweekvlees

Hij verwacht dat voedselproducenten de switch op een gegeven moment wel zullen maken. ‘Maar op dit moment verschilt de productie van kweekvlees nog zo enorm van hun eigen processen, dat foodmultinationals ervoor kiezen om af te wachten. Zolang bedrijven niet hoeven veranderen, is die neiging er vaak niet.’

Onderdeel van het establishment

Uitzonderingen op die regel zijn er ook. De Vegetarische Slager, in 2010 opgericht door Jaap Korteweg, is volgens Leendertse een mooi voorbeeld van een startup die het establishment uitdaagde en er daarna onderdeel van werd – Unilever nam de producent van vleesvervangers acht jaar later over.

Sindsdien is de omzet verzesvoudigd, zegt Korteweg tegen Business Insider. De ondernemer is alweer bezig met zijn volgende disruptie: kaas op basis van caseïne, het dierlijke eiwit dat kaas kazig maakt – zonder dat daar een koe aan te pas komt.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Leendertse kan het alleen maar toejuichen. ‘Startups moeten met de innovaties komen die anders zijn dan wat er al is en daarmee de status quo onder druk zetten. Voor mij is die missie geslaagd als ze de gevestigde orde omver duwen óf ze tot vernieuwing pushen.’

Lees ook: Jaap Korteweg: ‘Ga ervan uit dat het mislukt. Dat ontlast je enorm’