Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – KPN

Het Nieuwe Werken: beter voor medewerkers en milieu  

Mensen staan centraal in Het Nieuwe Werken. Dankzij deze nieuwe manier van werken zitten medewerkers beter in hun vel, werken ze efficiënter en zijn ze productiever. Dat gaat niet vanzelf. Zo zijn bijvoorbeeld ICT-middelen en ondersteuning van het management nodig.

 

Moderne technologieën zorgen voor aanzienlijke veranderingen bij bedrijven en in het privéleven van mensen. In het geval van Het Nieuwe Werken, waarover ondernemingen en organisaties zich momenteel buigen, speelt een aantal zaken een rol. “Het gaat niet alleen om het inzetten van technologische middelen of een andere huisvesting, als je medewerkers de mogelijkheid geeft om waar en wanneer dan ook te kunnen werken”, zegt Esther van Zeggeren, directeur marketing, strategie en innovatie bij de Zakelijke Markt van KPN. “De mens staat centraal in Het Nieuwe Werken. Het belangrijkste is dat wordt nagedacht over de manier waarop mensen samenwerken als ze niet meer dagelijks van negen tot vijf in een gezamenlijk kantoor hun arbeid verrichten. Er zijn natuurlijk voordelen. Wanneer medewerkers bijvoorbeeld een deel van de week vanuit huis werken, zitten ze minder in de auto, zijn ze minder tijd kwijt in de file, of kunnen ze eventueel eerst hun kinderen naar school brengen. Bijzonder is dat dit resulteert in een hogere productiviteit. Mensen delen hun tijd beter in en werken veel effectiever. Ze zijn namelijk geconcentreerd op het resultaat.”

Vitaliteit

Een niet te onderschatten extra voordeel is dat mensen beter in hun vel zitten als ze de mogelijkheid krijgen om hun tijd en werkplek zelf in te delen. De vitaliteit van medewerkers neemt toe. Uit het medewerkerbetrokkenheidsonderzoek van KPN blijkt dat medewerkers die meedoen aan Het Nieuwe Werken bijvoorbeeld significant meer betrokken zijn. Ook zien ze meer mogelijkheden voor persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling. De overgang naar een andere manier van werken gaat echter niet altijd zonder slag of stoot. “Er bestaat geen vast stramien waar organisaties zich aan kunnen conformeren”, zegt Van Zeggeren. “Verschillende medewerkers zullen verschillend reageren op de veranderende omstandigheden. Waar de een zich met gemak aanpast aan flexibele werktijden en werkplekken, zal de ander meer moeite hebben om te wennen. Er gaat een leer- en gewenningsproces aan vooraf.”

Managementattitude en eigen ervaring

Het management moet zorgen dat duidelijke afspraken over productiviteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid worden gemaakt en nagekomen. Er verandert op zich niets aan de werkrelatie van werknemers met de organisatie, en ook de verstandhouding tussen het bedrijf en zijn leveranciers blijft hetzelfde; wat anders wordt zijn de werkomstandigheden. “Als manager word je geacht jouw teamleden te faciliteren”, legt Van Zeggeren uit. “Je kunt niet langer meer sturen op aanwezigheid van medewerkers – wat als je erover nadenkt geen enkele garantie biedt voor output en productiviteit. Het vraagt om een andere managementattitude. Je moet sturen en toetsen op resultaat.” KPN ondersteunt zijn eigen medewerkers hierbij door bijvoorbeeld workshops te organiseren over het onderwerp, door ruimten te creëren waar collega’s elkaar informeel kunnen ontmoeten als ze op kantoor zijn en ook door middel van een intern socialmediaplatform, waarop medewerkers ook als ze op andere locaties werken informeel contact kunnen houden. Van Zeggeren: “Ruwweg zie ik dat sommige collega’s direct vanaf dag één overstappen op Het Nieuwe Werken en daar heel gelukkig mee zijn. Anderen doen er iets langer over om te wennen, terwijl een derde groep er om verschillende redenen helemaal niets mee heeft. Ze hebben bijvoorbeeld geen mogelijkheid om thuis te werken. En soms laten specifieke werkzaamheden van een bedrijf Het Nieuwe Werken niet toe.”

Milieu en maatschappij

“De meeste mensen passen zich toch snel aan de nieuwe omstandigheden aan, zien de voordelen en maken daar ook gebruik van”, zegt Van Zeggeren. “Tijd- en plaatsonafhankelijk werken biedt ook een bedrijf voordeel. De huisvestingskosten en reisvergoedingen zijn bijvoorbeeld veel lager. Bovendien draagt het bij aan het maatschappelijk en sociaal belang. Het is onderdeel van de oplossing voor bijvoorbeeld de mobiliteitsproblematiek. Als er minder woon-werkverkeer is, zijn er ook minder files, zodat het milieu en de economie er wel bij varen. Vergeet niet dat er ook sprake is van een nieuwe generatie werknemers voor wie laptops, smartphones en internet doodgewoon zijn. Duurzaamheid, milieubewustzijn, een betere balans van werk en privé, en eigen verantwoordelijkheid staan voor hen voorop. Zij hechten net zo veel waarde aan welzijn als aan welstand. Als organisatie moet je hen daarin ondersteunen. Nu noemen we dat nog Het Nieuwe Werken, maar over een aantal jaar is het volledig ingeburgerd.”
KPN is niet alleen zelf bezig met het implementeren van Het Nieuwe Werken in de eigen organisatie. “Wij beschikken ook over de infrastructuur, de technologie en de knowhow om onze klanten te ondersteunen bij Het Nieuwe Werken. Verschillende bedrijven hebben uiteraard verschillende behoeften, al naar gelang hun grootte, branche en vorm van dienstverlening. Als toonaangevende leverancier van ICT-diensten, vooral door de samenwerking met Getronics, kan KPN er met de juiste ICT-oplossingen aan bijdragen om Het Nieuwe Werken tot een succes te maken.”

KPN

Zakelijke Markt
Postbus 30000, 2500 GA Den Haag
Telefoon: (070) 343 43 43
E-mail: [email protected]
www.kpn.com/zakelijk
 

Generatie Z belt niet, en dat kost bedrijven jaarlijks miljarden: ‘Het directe contact vinden ze niet prettig’

Bellen? Liever niet. Bijna 2 miljoen Nederlandse werknemers kampen met belangst. Vooral generatie Z blijkt telefoneren liever te vermijden. Dat kost bedrijven jaarlijks miljarden aan gemiste kansen en efficiëntie. 'En dat is nog een onderschatting.'

Foto: Getty Images

Janneke van Meenen noemt zichzelf de bel-activist van Nederland. Het is haar missie om het bedrijfsleven bewuster te maken van de 1,9 miljoen werknemers die vandaag belangst hebben. ‘Een groot sociaal en economisch probleem’, vertelt ze aan MT/Sprout.

Hoe komt ze aan dat cijfer? De basis is een onderzoek van Motivaction uit 2018, waaruit blijkt dat 38 procent van de Nederlandse jongeren tussen 18 en 30 jaar het eng vindt om te bellen. Bij de Nederlanders tussen de 31 en 70 jaar komt belangst veel minder voor (15 procent). Ze heeft de cijfers uit dat onderzoek op gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek gelegd.

Dat cijfer is nog een onderschatting, geeft ze aan. ‘Het is nu nog veel erger dan in 2018, zeg ik gevoelsmatig. Dat merk ik bijvoorbeeld bij mijn gastlessen op scholen. Vooral in het MBO is het wel heftig, daar durven leerlingen echt niet te bellen.’ Dat betekent dat dus ook de opvolger van Gen Z, Generatie Alfa, met belangst zal kampen wanneer ze de werkvloer betreden.

Vooral bij Gen Z

Van Meenen schat dat tegen 2030 2,3 miljoen werknemers kampen met belangst. Bedrijven zullen daar steeds meer last krijgen, maar ze staan er veel te weinig bij stil. De generaties die wel raad weten met bellen, de Boomers en de X’ers, verdwijnen ondertussen uit het arbeidsproces.

Stefanie Nelemans ziet belangst niet alleen als een ‘generatiedingetje’, zegt ze tegen MT/Sprout. Nelemans is universitair hoofddocent en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Ze is gespecialiseerd in de ontwikkeling van jongeren. Belangst is juist iets heel persoonlijks en kan op vele manieren ontstaan.

Bij bedrijven leeft wel het beeld dat Gen Z last heeft van belangst, bevestigt ze. Maar binnen die generatie zijn er ook grote verschillen: de één is comfortabel met bellen, de ander niet. Het verschil met oudere generaties op de werkvloer is de ervaring die ze hebben met bellen.

Lees ook: Generatie Z valt in veel organisaties bij bosjes neer, en dat is juist goed

Genoeg keuze in tools

Jongere werknemers zijn opgegroeid met een enorme keuze aan tools om te communiceren. Ze kunnen onder meer appen, sms’en, mailen, slacken, facetimen, zoomen… Ouderen zijn opgegroeid met bellen. Voor hen is het veel normaler dat ze de telefoon pakken, voor jongeren niet.

‘Misschien moet je het geen angst noemen, maar een voorkeur voor een andere manier van communiceren. Daardoor is de jongere generatie veel meer gewend om controle te hebben over de informatie die ze naar buiten sturen.’

‘Met een appje of mailtje kunnen ze veel langer over nadenken over hoe ze dingen formuleren, terwijl dat aan de telefoon toch wat lastiger is. Dan zijn ze afhankelijk van allerlei factoren, over hoe het gesprek loopt, hoe goed ze uit hun woorden komen. Dat geeft ze veel minder het gevoel van controle.’

Kosten: omzet en reputatie

Toch is Van Meenen geen roepende in de woestijn. ‘Iedereen herkent het probleem bij bedrijven. Alleen zijn ze zich niet bewust van de effecten.’ Ze wijst om te beginnen op een vermindering van productiviteit. ‘Ze sturen liever tien mailtjes dan dat ze één keer bellen. Dat kost erg veel tijd.’

Belangst kost bedrijven ook omzet, weet ze. ‘Als er een offerte wordt uitgestuurd, dan wordt daar niet over nagebeld. Datzelfde geldt voor leads die bijvoorbeeld via beurzen of marketingcampagnes binnenkomen. Ook daar wordt niet achteraan gebeld. Als de concurrentie dat proces wel goed geregeld heeft en direct telefonisch contact opneemt, dan verlies je daarvan.’

Bedrijven die telefonisch slecht bereikbaar zijn, krijgen bovendien online op hun flikker. ‘Als mensen daar niet tevreden over zijn, dan zijn ze heel snel met het plaatsen van slechte reviews. Dat kost bedrijven indirect ook klanten. Als je dat allemaal doorrekent, dan kun je wel raden dat belangst veel geld kost.’

Lees ook: Opgegroeid met Whatsapp, maar hoe moet je zakelijk telefoneren?

Connectie maken

Een cijfer durft ze daar niet op te plakken, maar een ander onderzoek uit 2018 van adviesbureau Lopes komt uit op een cijfer van 3 miljard euro. Dat verliezen Nederlandse bedrijven per jaar aan omzet door een slechte klantenservice. ‘Je mag ook hier veronderstellen dat het vandaag nog veel meer is.’

Jan Brabers, co-founder en ceo van Fashionnet Anton Dell (FNAD), zweert bij bellen. Zijn bedrijf brengt over de hele wereld modemerken in contact met modeagenturen. Zo helpt hij merken om hun business internationaal uit te breiden.

Vlak na de overname van Anton Dell merkt hij dat de medewerkers van dit bedrijf alleen maar mails versturen. ‘Niemand zit nog te wachten op mails’, zegt hij tegen MT/Sprout. Die krijgen bedrijven al genoeg. Bovendien duurt het enorm lang voor er dan een connectie is gemaakt, soms wel vier tot zes maanden.

AI kan ook prima mailen

‘Dan kan het bij de markt overkomen alsof wij helemaal niks doen. Met bellen krijg ik meteen antwoord, ja of nee. Bovendien kunnen we bij een ‘nee’ doorvragen over wat mensen zoeken en andere merken voorstellen.’

Maar de jongere generatie belt niet, merkt hij, ze blijven mails sturen. Zo ontdekte hij dat er belangst heerst. ‘Als ze een merk of agentuur niet kennen, dan bellen ze niet.’

Zijn bedrijf heeft vorig jaar een nieuw systeem met AI geïnstalleerd. ‘Toen ben ik ook eerlijk geweest tegen het team: als je niet wil bellen, dan kan jouw rol binnenkort ophouden. Dat mailen kan ik ook door een AI-bot laten doen, veel vlugger en beter zelfs. Met bellen heb je juist een voordeel: de persoonlijke interactie. Ik heb dus het liefste dat mijn team de hele dag belt.’

Lees ook: AI-agent Cara neemt verkopers werk uit handen: ‘Klanten zoeken kun je gewoon automatiseren’

Veel stress om te bellen

Nelemans: ‘Het idee binnen bedrijven dat die jongeren allemaal belangst hebben, komt van een andere generatie die bellen als normaal ziet. Maar de jongere generatie vertrouwt gewoon op andere communicatiemiddelen.’

Worden ze toch verplicht om te bellen, dan ontstaat ook veel stress. ‘Ze zijn angstig, maken zich zorgen, maar ze kunnen het niet vermijden. Ze doorstaan zo’n telefoongesprek dan met veel stress, voelen zich vooral als het niet lekker loopt super-oncomfortabel. Daardoor willen ze een volgende keer echt niet meer bellen.’

Bovendien speelt nog een vorm van sociale angst mee. ‘Jongeren maken zich zorgen over hoe ze overkomen op andere mensen. Ze zijn bang dat ze afgewezen worden of dat mensen slecht over hen denken. Daarom kunnen ze bellen ook willen vermijden. Wat met de huidige alternatieve vormen van communicatie ook heel gemakkelijk is.’

Lees ook: Mannen en vrouwen zijn even bang om door de mand te vallen

Geen alternatief voor bellen

‘Persoonlijk contact maken blijft belangrijk. Daarvoor is er geen alternatief’, reageert Van Meenen. ‘Appen is wel persoonlijk, maar het heeft toch die verbinding niet met mensen. Zakelijk gezien loop je ook nog eens grote risico’s als je alles opschrijft. Omdat je ook nog zoiets hebt als de tone of voice en tikfouten.’

‘Als jij je klanten dus een mail stuurt en het komt een beetje rottig uit je toetsen, zeg maar, dan kun je ook gelijk het conflict krijgen. En dan moet je alsnog gaan bellen. Het gaat om verbinding, dat is en blijft belangrijk. Dat is ook wat ik bedrijven probeer duidelijk te maken: vergeet dit communicatiemiddel niet.’

Facetimen of Teams is toch veel fijner voor persoonlijk contact? ‘Daar ben ik het helemaal mee eens, maar dat volgt dan na een afspraak. Maar als je voor je werk even een collega nodig hebt die buiten de deur is, dan bel je toch even. Je legt het snelste contact wanneer je belt. Dan heb je gelijk antwoord en kun je weer door. Dan ben je effectiever en efficiënter aan het werk.’

Jongeren meer stimuleren

Elk communicatiemiddel heeft voor- en nadelen. Dat heeft bellen ook, en appen, mailen en werken met chatbots. Bedrijven moeten zorgen dat de balans hierin zo goed mogelijk is, vindt de bel-activist. ‘Alleen is die bewustwording er helemaal niet en die wordt ook niet gecreëerd.’

Bedrijven moeten zich wat beter realiseren dat hun jongere werknemers niet meer gewend zijn aan bellen. ‘Ze denken dat ze met bellen mensen storen. Ze vinden dat invasief. Daarom nemen ze ook wanneer ze zelf gebeld worden niet op. Dat directe contact vinden ze niet prettig.’

Het zou al enorm helpen als het bedrijfsleven jongeren stimuleert om wat meer te gaan bellen, vindt ze. Brabers doet dat al, zijn mensen krijgen trainingen. ‘Bij het merendeel is er nog altijd een beetje angst, in die zin dat bellen niet hun eerste keuze zal zijn.’

‘Maar bellen is de enige manier om aandacht te krijgen. Het werkt ook echt, mensen vinden het fijn dat je belt. Je bouwt zo aan een partnership, aan een vriendschap. Tussen al het AI-geweld wordt die menselijke interactie steeds waardevoller.’

Concrete oplossingen

Zijn team van achttien medewerkers geeft hij nu doelen per maand: het aantal merken en agenturen dat gebeld moet worden. En daar moeten ze ook feedback over geven. ‘Zo hopen we ze te pushen om te gaan bellen. Bovendien leren ze iedere keer om het beter te doen. Dat maakt het makkelijker voor ze.’

Wat zijn concrete oplossingen voor belangst? Oefenen, zegt Nelemans, met kleine stapjes. ‘Hoe vaker je iets doet, hoe minder bang je ervan bent. Het is gewoon ervaring opdoen en leren hoe het werkt. Je kunt foutjes maken aan de telefoon, net zoals je dat in een gewoon gesprek kunt doen. En daar zitten niet heel grote consequenties aan vast.’

Managers moeten dat vermijdingsgedrag echter niet gaan faciliteren. Bijvoorbeeld hun werknemers beschermen door het bellen uit hun takenpakket te halen. Zo leren ze het nooit. ‘Op korte termijn is zo’n uitzondering maken heel vriendelijk. Op de lange termijn heeft niemand er wat aan.’

Duidelijkheid scheppen

Wat meer aandacht voor belangst in het sollicitatieproces is ook nodig. Als bellen een essentieel onderdeel is van het werk en van de infrastructuur, dan moet dat vanaf het begin klaar en duidelijk zijn. ‘Bellen is hier de cultuur, dat is belangrijk voor ons en we hebben geen zin in mensen die niet de telefoon durven op te pakken of durven op te nemen.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Formuleer voor je belt een bel-alibi, geeft Van Meenen tot slot mee als tip. ‘Wat is jouw reden om iemand persoonlijk te benaderen voor een product of dienst? Welk probleem los je op, welke pijn verminder je hiermee? Als je dat goed voorbereidt, dan heb je iets te bieden en zijn mensen blij dat je belt.’

Lees ook: Drie slimme strategieën om op het werk nee te zeggen

Bang om door de mand te vallen? Dat gevoel hebben vrouwen even vaak als mannen, blijkt uit nieuw onderzoek

Je bent een succesvolle manager, maar zelf denk je dat je een bedrieger bent. Je bent echt niet zo slim, competent of getalenteerd. Dat is het imposter-syndroom. Lijden vrouwen daar meer onder dan mannen? Nee, aldus nieuw onderzoek van MIT. Drie hardnekkige mythes gaan bij deze onderuit.

imposter-syndroom
Foto: Getty Images

Je hebt die promotie tot manager dan wel gekregen, maar ergens voel je je daar toch niet goed bij. Je vindt dat je geluk hebt gehad of dat er zelfs sprake is van een misverstand. Het stemmetje in je hoofd fluistert je in dat die promotie met jouw kwaliteiten, harde werk en resultaten niets te maken heeft.

Je hebt succesvol de boel bedrogen, dat is het. Stel je voor dat je collega’s erachter komen dat je helemaal niet zo competent of getalenteerd bent als ze denken. Is dat herkenbaar voor je? Jij hebt last van het imposter syndrome, ook wel het bedriegerscomplex of oplichterssyndroom genoemd.

Daarmee verkeer je in goed gezelschap. Onder anderen de Amerikaanse voormalige first lady Michelle Obama, Starbucks-ceo Howard Schultz en acteur Tom Hanks zijn er al openlijk voor uitgekomen dat ze worstelen met symptomen van het bedriegerscomplex.

Verwarring met emoties

Waar komt dit fenomeen vandaan? Twee Amerikaanse psychologen gebruiken de term imposter syndrome voor het eerst 1978. Zij focussen in hun artikel op succesvolle vrouwen in de wetenschap en business. Ze zetten geweldige prestaties neer, maar blijven geloven dat ze ‘echt niet slim zijn’ en ‘dat ze iedereen voor de gek houden die daar anders over denkt’.

Uit nieuw onderzoek van Amerikaanse wetenschappers (van MIT Sloan en de universiteiten van Georgetown en Virginia) blijkt dat de focus inmiddels is verschoven van gedachten naar gevoelens. Daardoor wordt er in de literatuur van alles bijgesleept, wat de onduidelijkheid over het imposter-syndroom alleen maar vergroot.

Het fenomeen wordt ‘vaak verward met emoties’ zoals faalangst, de vrees om ontmaskerd te worden en het gevoel er niet bij te horen, aldus hoofdonderzoeker Basima Tewfik van MIT. Zo zijn ook allerlei populaire aannames ontstaan die wetenschappelijk niet ondersteund worden.

Lees ook: Schaamte is een ziel-etende emotie

Deze drie mythes over het bedriegerscomplex halen ze alvast onderuit.

#1 Het bedriegerscomplex is een blijvertje

Het bedriegerscomplex wordt vaak omschreven als een karaktertrek. Als iets definitiefs en dus ook niet meer te veranderen. ‘Je zit ermee opgescheept of je bent er immuun voor.’ Maar dat is een mythe volgens de onderzoekers.

Het fenomeen is veel dynamischer, veel meer afhankelijk van de situatie of de groep waarin je verkeert. ‘De ene keer ervaar je deze gedachten wel en de andere keer niet. Het is dus niet iets waar je aan vastzit.’

Dit soort gedachten bereikt vaak een hoogtepunt als je voor een nieuwe uitdaging staat, aan een nieuwe baan begint of nieuwe taken krijgt na een promotie. Wie veel solo werkt, kan er ook meer door getriggerd worden, dan wie afhankelijk is van samenwerking of andere professionele relaties.

#2 Vrouwen hebben er het meeste last van

De eerste studies focusten op succesvolle vrouwen, waardoor vrouwen al decennialang dat stempel van imposter met zich meedragen. Zij zouden er ook het meeste onder lijden. Maar mannen en vrouwen worden even hard geraakt door het bedriegerscomplex. Er zijn volgens Tewfik geen grote verschillen.

Datzelfde geldt voor mensen van kleur of andere groepen die in een bedrijf in de minderheid zijn. Tewfik legt uit dat die verwarring is ontstaan door het gevoel er niet bij te horen. Dan is er sprake van een gebrek aan inclusie. Bij het oplichterssyndroom gaat het om de gedachte: ‘Mijn collega’s denken dat ik slimmer ben dan ik eigenlijk ben.’

Ander recent onderzoek voegt toe dat het fenomeen in alle geledingen van een bedrijf voorkomt. Uit een internationale bevraging van organisatieconsultant Korn Ferry onder 10.000 professionals blijkt dat 58 procent van de ondervraagde ceo’s last van het imposter-syndroom heeft.

Datzelfde geldt voor 49 procent van de senior managers, 45 procent van het middenkader en 33 procent van de young professionals.

Lees ook: Natuurlijk overwicht kun je wel degelijk aanleren

#3 Aan het oplichterssyndroom kleven vooral nadelen

Het bedriegerscomplex vergalt het plezier in je werk. Je verliest je motivatie, je krijgt er meer stress van en je kunt er zelfs depressief van worden. Dat zijn flinke nadelen, waar wel wat meer balans in mag worden gebracht, vindt Tewfik op Harvard Business Review.

Met denken dat je een oplichter bent, neig je naar negatieve gevoelens. En dus worden daar ook meteen negatieve gevolgen aan gekoppeld. Maar er zijn andere triggers hiervoor die niets met het imposter-syndroom te maken hebben.

De onderzoekers wijzen bijvoorbeeld op het ‘halo-effect’. Je laat je heel negatief uit over een rapport. Als je direct daarna gevraagd wordt om je mening te geven over een ander onderwerp, dan zul je je daar ook negatiever over uitlaten. Dat staat compleet los van denken dat je een oplichter bent.

Prestaties gaan niet achteruit

Eerder onderzoek van Tewfik wijst erop dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat het oplichterssyndroom je prestaties naar beneden haalt. Je gaat juist harder gaat werken wanneer je zo over jezelf denkt. Bovendien investeer je meer in je relaties en vertoon je ‘ethischer gedrag’.

Je luistert meer, je stelt betere vragen, je geeft meer complimentjes en erkenning. Met die focus op de anderen, word je ook als effectiever beoordeeld. Je wordt er een betere collega en leider van.

Dokters gaan gevoeliger om met hun patiënten, toonde haar een van haar experimenten aan, waardoor ze beter worden beoordeeld op hun relationele vaardigheden. Sollicitanten vragen meer tijdens de gesprekken met potentiële werkgevers, bleek uit een ander experiment waardoor ze bij hr-managers beter scoren op hun people skills.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het is niet de bedoeling dat je in je hoofd nu vaker in de rol gaat kruipen van imposter. De gedachte dat je een oplichter bent, zal van tijd tot tijd vanzelf wel opkomen. ‘Als je dat merkt, zorg dan dat je de stress die ermee gepaard gaat niet verergert door te denken dat je het hierdoor slecht op je werk zal doen’, raadt Tewfik tot slot aan.

Luister ook naar de zakenvrouw van het jaar: ‘Faalangst is mijn grootste vriend’

Van ambitieus naar uitgeput: zo herken je de signalen voor het te laat is

Je steekt je hand op voor elk project, zegt altijd 'ja' op extra klussen van je manager en werkt 's avonds meestal nog even door. Herkenbaar? Al die uitsloverij heeft een keerzijde: je creativiteit, productiviteit én gezondheid lijden eronder. Zo zet je de rem erop.

symptomen werkstress
Foto: Getty Images

Je bent gretig en je wil jezelf bewijzen in je nieuwe baan. Dus zeg je ja tegen iedere klus die voorbijkomt. Ze hebben je niet voor niks aangenomen, je bent het waard. Je zal die ervaren collega’s wel even een poepie laten ruiken. Zonder jou komt deze tent – van startup tot corporate – geen meter verder.

Voor je het weet zit je vast in dat stramien. Dan ben jij telkens opnieuw die ambitieuze m/v die het allemaal oppakt en oplost. Van de wekelijkse lunch met het team tot de kick-off van dat nieuwe project. Jij gaat ervoor, weten de mensen om je heen.

Te veel hooi op je vork nemen, maakt je niet productiever, integendeel. Ook je creativiteit, je innovatievermogen en de kwaliteit van je werk lijden eronder. Je hebt namelijk alleen nog maar tijd om to-dolijstjes af te vinken.

Wat is je echte motivatie?

Bovendien is al die uitsloverij een aanslag op je gezondheid. Je raakt overweldigd, doodmoe en overspannen. Je loopt meer en meer risico op een burn-out. Daar zijn al hele bibliotheken over volgeschreven. Uiteindelijk bereik je juist het tegenovergestelde van waar al je inzet voor bedoeld was.

Om te voorkomen dat je van ambitie naar uitgeput gaat, heb je meer begrip nodig van de motivatie die erachter schuilt. Israa Nasir is founder van The Well Guide en auteur van Toxic Productivity. Zij beschrijft op Harvard Business Review onder meer enkele emoties die je gedrag en beslissingen beïnvloeden.

Zoals je verlangen naar bevestiging. Je hebt een sterke behoefte om erkend en gewaardeerd te worden, vooral door je leidinggevende. Het risico dat je daarmee loopt, is dat je manager daar misbruik van maakt.

Lees ook: Drie slimme strategieën om op het werk nee te zeggen

Managers maken er misbruik van

Uit onderzoek van Matthew Stanley (Duke University Fuqua School of Business) blijkt dat managers vooral dit soort medewerkers uitzoeken om extra – in dit geval onbetaald – werk op hun schouders te nemen. Als die telkens ja zeggen, dan krijgt hun reputatie wel een boost. Zij zijn pas echt loyaal aan het bedrijf.

Het minder leuke neveneffect is dat managers ze in de toekomst nog vaker zullen vragen om extra klussen. Dat wordt dan een vicieuze cirkel.

De volgende onderliggende emotie volgens Nasir is je angst om je collega’s of manager teleur te stellen. Ze zouden je weleens als incompetent kunnen zien.

En dan is er nog een vorm van jaloezie. Die ontstaat wanneer je jezelf begint te vergelijken met de anderen. Je ziet je collega’s bijvoorbeeld moeiteloos veel werk verzetten. Dat wil jij ook kunnen en dus zet je jezelf extra onder druk.

Vier signalen

Hoe kom je hier nu uit? Een eerste stap is beseffen waar je mee bezig bent. Er zijn wel degelijk signalen die erop wijzen dat je aan het overdrijven bent. Wanneer je zo’n signaal herkent, kun je er ook wat aan doen. Dit zijn er alvast vier.

#1 Je steekt zonder nadenken je hand op

Je manager heeft een vrijwilliger nodig voor een event met klanten. Zonder nadenken steek jij je hand op. Achteraf besef je pas dat je agenda voor die week al overvol zit. Dat dit je weer een paar vrije avonden gaat kosten. Je zegt dus al ja voor je weet of je daar ook de tijd voor hebt.

Art Markman, hoogleraar psychologie en auteur van onder meer Bring Your Brain to Work, wijst in FastCompany op een ander mechanisme. Je denkt abstracter over de toekomst dan over het nu. Omdat zo’n klus verder van je bed is, kun je de details van wat je wordt gevraagd niet goed inschatten. Daardoor zeg je ook sneller ja.

Wat doe je eraan?

Steek je hand niet langer onbewust op. Ga liever voor duurzaam succes, schrijft Nasir. Dat betekent niet alles doen, maar wel de juiste dingen doen. Een nieuwe gewoonte kan je hierbij al helpen: check één keer per week je agenda. Hoeveel werk heb je liggen voor de komende week of komende maanden?

Als er nieuwe projecten of klussen worden voorgesteld, hoeveel tijd kun je daar echt voor vrij maken? Hou ook genoeg tijdsblokken open om eventuele last minutes op te kunnen pakken. Een propvolle agenda staat niet gelijk aan succes.

Check bovendien bij jezelf hoe je er emotioneel voorstaat. Voel je je overweldigd, dan is dat een rode vlag. Neem ook de band met je collega’s en je manager onder de loep. Respecteren ze je grenzen? Als ze dat niet doen, is dat ook een rode vlag.

Lees ook: Waarom we moeite hebben met het managen van onze tijd

#2 Je springt eerst op dringende klussen

Je besteedt de halve ochtend aan het opschonen van je mailbox. Die moet asap geleegd worden. Daardoor vergeet je dat je ‘s middags een presentatie voor een klant moet inleveren. Je flanst die snel in elkaar, waardoor je manager niet happy is en je veel moet aanpassen. Dringend gaat bij jou voor prioriteit.

Denk wat vaker na over wat je leuk vindt en wat niet. Waar krijg jij energie van? Geef dat juist meer prioriteit. Daarmee verbeter je vanzelf je resultaten en je zelfvertrouwen. Natuurlijk zullen er altijd klussen zijn die je moet doen en die je daarom meer energie zullen kosten. Zorg dat je die beter inplant en voorbereidt.

#3 Je wordt onrustig in je hoofd

Wanneer je even pauze neemt, wordt het al snel onrustig in je hoofd. Je voelt je schuldig omdat je niet werkt. In plaats van even te relaxen en te genieten van dat koffietje zit je op je smartphone nog snel even door wat Slack-berichten te scrollen.

Een collega vraagt of je mee kan helpen bij een nieuw project. Natuurlijk zeg je ja, met veel plezier. Maar je gevoel zegt vervolgens iets anders: help, waarom heb ik nu ja gezegd? De twijfel slaat toe. Het is dan wel te laat om terug te krabbelen. Als je je collega laat vallen, dan geef je impliciet de boodschap dat je niet te vertrouwen bent, geeft Markman nog mee.

Met een paar goed ingestudeerde zinnetjes koop je meer tijd. Denk aan zo’n soort antwoord: ik check eerst mijn agenda en ik kom erop terug. Of: is het goed als ik je dat morgen laat weten? Neem de tijd om te beoordelen of meewerken aan dit project nuttig voor je is.

Waarom zou je?

Kun je met deze klus belangrijke vaardigheden ontwikkelen of verbeteren? Misschien kom je zo in contact met belangrijke stakeholders. Of je haalt een wit voetje net voor die belangrijke promotie. Overweeg of deze collega later een kruiwagen voor je kan zijn.

Bekijk ook de nadelen: wat is de impact op je andere klussen? En neem tot slot de motieven van je collega mee in je overwegingen, raadt Markman aan. Is dit werk dat hij of zij eigenlijk zelf zou moeten doen? Dan is het al een stuk gemakkelijker om nee te zeggen of – iets beleefder – te verwijzen naar een andere collega.

#4 Je werkt ‘s avonds en in het weekend

Om bij te benen, werk je doordeweeks vaak tot laat in de avond door. En/of je zet op zondagmorgen je laptopje even open. Gewoon even voorbereiden, zodat je de nieuwe werkweek goed kan starten. De dag vliegt om en plots is het avond of zelfs nacht. En nog altijd voel je je niet klaar voor de volgende dag.

Ga regelmatig in gesprek met je manager over je workload, raadt Nasir aan. Je kunt samen bespreken wat je eerst afwerkt en wat voor projecten eraan zitten te komen. Wat wordt er van je verwacht en is dat ook realistisch? Als er iets dringends tussenkomt, dan vraag je je manager wat je kunt laten vallen of uitstellen.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Zo ben jij minder de sjaak in je vrije tijd. Bovendien help je je manager om het werk beter te verdelen. Dat noemen ze dan een win-win.

Lees ook: Weer een nieuw plan? Zo hou je het hoofd koel bij een wispelturige baas

Ojee, kinderen. Betekent dit het einde van je carrière?

Is een kind krijgen het einde van je carrière? Onzin, zeggen experts. Sterker nog: wie kan jongleren tussen luiers en spreadsheets, leert nuttige vaardigheden die van pas komen op de werkvloer. 'Leidinggeven is omgekeerd opvoeden.'

stoppen met werken moeder vader
Foto: Getty Images

Gefeliciteerd! Je bent vader of moeder geworden. Dat betekent het einde van je carrière, maar je krijgt er zó veel voor terug. Zo klinkt het algemene idee over ‘ouderschap’.

Klopt dat eigenlijk wel? Want is het hebben van meerdere veeleisende rollen, zoals die van ouder en manager, vanzelfsprekend stressvol? Of levert het je juist energie op? En wat leert vader of moeder worden jou over leidinggeven aan een team?

Positieve invloed van gezinsleven

Organisatiepsycholoog Elianne van Steenbergen noemt het ‘bullshit’ dat kinderen krijgen funest is voor je carrière. In haar onderzoek toonde zij aan dat het vervullen van de ene rol het uitoefenen van de andere juist makkelijker maakt. ‘Iemand die inspiratie vindt in zijn of haar werk kan met een energiek en opgeladen gevoel thuiskomen. En iemand die net een gezellige avond met partner en kinderen had, gaat met een beter gevoel naar het werk.’

Ook socioloog Lieke ten Brummelhuis toont aan dat het gezinsleven juist bijdraagt aan goede prestaties op de werkvloer. En ook interessant: werkende ouders zijn volgens haar onderzoek zelfs minder gevoelig voor een burn-out. Dat komt omdat ouders beter in staat zijn te relativeren: er is immers meer in het leven dan werk, dus maak je je er niet druk om.

Lees ook: Waarom medewerkers met kinderen geen blok aan je been zijn

Dit leren je kinderen jou over leidinggeven

Hoogleraar leiderschap en managementontwikkeling Bas Kodden gaat nog een stap verder. Hij meent dat kinderen opvoeden je tot een betere manager maakt. ‘Als ouder leer je al snel wanneer je in en wanneer je uit moet stappen. In een split second beslis jij: geef je ruimte of neem je ruimte?’ Die keuze hangt volgens Kodden samen met vier vormen van leiderschap.

Heb je een kleine smurf in huis? Dan ben je volgens de hoogleraar vooral bekend met de directieve vorm van leiderschap. ‘Eet je bord leeg, poets je tanden en ruim je speelgoed op. Jij vertelt je kind wat er moet gebeuren, anders gebeurt het niet. Op een geven moment wordt je kind ouder, een jaar of 16. Dan heb je een nieuwe vorm van leiderschap tot je beschikking, namelijk die van coaching: je doet eindexamen, dus denk maar eens goed na over je toekomst. Je kunt voor studie X of studie Y gaan. Die keuze is aan jou. Anders gezegd: als ouder en expert zie jij deze keuzemogelijkheden, die bied je jouw kind aan, maar hij of zij beslist, want het is zijn of haar leven.’

Je kind studeert af en is inmiddels 26 jaar oud. Dan kun je hem of haar volgens de hoogleraar faciliteren. ‘Neem bijvoorbeeld een tweede hypotheek op je woning om een leerjaar op Nyenrode of een appartementje in Utrecht mogelijk te maken. De tijd vliegt voorbij en ineens ben je bejaard, 80-plus en komt je zoon of dochter van 50 jaar bij je op bezoek. Trots vertelt hij of zij je dat er promotie gemaakt is en een belangrijke award gewonnen is. Jij hebt werkelijk geen idee hoe je kind dat voor elkaar heeft gekregen. Dan heb je nog maar één vorm van leiderschap tot je beschikking, de allerhoogste en allermoeilijkste vorm: applaudisseren en waarderen. Anders gezegd: leiding laten nemen.’

Zo gebruik je dit opvoedmodel als manager

Hoe je dit opvoedmodel als leidinggevende gebruikt? ‘Door je medewerkers in de eerste plaats als 50-jarigen te behandelen’, zegt Kodden. ‘Geef nieuwe medewerkers alle ruimte voor nieuwsgierigheid en het behalen van successen. Zijn die behaald? Dan hoef jij nog maar één ding te doen: applaudisseren.’

Zijn de resultaten niet optimaal? Dan stap je in het model een tree omlaag en start je met faciliteren: wat heb jij van mij nodig? Hoe kan ik jou helpen? Zijn de resultaten na die hulp nog steeds onvoldoende? Dan ga je coachen, zoals bij een 16-jarige. Denk eens hieraan en daaraan. Maar onthoud: het is jouw functie, dus jij houdt eigenaarschap.

Volgens Kodden maken te veel leidinggevende de fout om direct vier treden naar beneden te donderen en hun medewerkers als kleine kinderen te behandelen. ‘Zodra de resultaten tegenvallen, beginnen veel managers te dirigeren. Zij stappen in, in plaats van uit en maken daarmee de intrinsieke motivatie, nieuwsgierigheid en het probleemoplossend vermogen van hun team kapot.’

Waarom zij dat doen? Vanuit angst, ego en empathie, zegt Kodden. ‘Er is angst om de confrontatie aan te gaan, vanuit empathie wordt er te snel op een hulpverzoek ingegaan en successen worden door het ego opgeëist. Daar gaan veel leidinggevenden de mist in.’

Leidinggeven is omgekeerd opvoeden

Volgens Kodden kan een manager zich het namelijk helemaal niet veroorloven om te dirigeren. ‘Je hebt er simpelweg de tijd niet voor. Jij bent als leidinggevende niet verantwoordelijk voor het oplossen van problemen, maar voor het optimaliseren van het probleemoplossend vermogen van jouw team. Net zoals jij je kinderen op hun achttiende zelfredzaam moet afleveren, moet jij jouw team zelfstandig laten opereren.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bied je medewerkers dan ook geen vis, maar een hengel aan, geeft Kodden als tip. Start bovenaan het opvoedmodel. ‘Succesvol leidinggeven is niets anders dan omgekeerd opvoeden. En dat kun jij als ouder als geen ander.’

Lees ook: 6 tips om tijd terug te winnen voor jezelf en je werk

Stoppen met drinken in januari: verstandig of de grootste onzin?

Bijna twee derde van de drinkende Nederlanders staat open voor een maand zonder alcohol, zoals Dry January. Een verstandige zet als je in december de nodige flessen hebt horen ploppen. Maar heeft het eigenlijk wel zin?

maand zonder alcohol dry january
Foto: Kobby Mendez/Unsplash

‘Dry January’ is de universele term voor het initiatief waarbij je belooft in de eerste maand het nieuwe jaar geen alcoholische versnaperingen te nuttigen. Steeds meer Nederlanders doen daaraan mee.

In Nederland wordt het aantal deelnemers bijgehouden door het platform IkPas.nl. In 2024 meldden bijna 42.000 mensen zich officieel aan, maar initiatiefnemer Rob Bovens schat dat veel meer mensen een poging waagden: tussen de 750.000 en één miljoen.

Uit onderzoek van onder meer IkPas blijkt dat dit jaar 62 procent van de drinkende Nederlanders een maand zonder alcohol overweegt.

Maand zonder alcohol: fris de lente in

Het initiatief is bedoeld voor wie onbewust een patroon heeft ontwikkeld waarbij zij of hij vrijwel dagelijks alcohol drinkt, zo is op het platform te lezen. ‘Begin fris aan de lente’: van de deelnemers voelt 62 procent zich fysiek fitter, slaapt 55 procent beter en raakt 32 procent gewicht kwijt.

En: uit onderzoek blijkt ook dat maar liefst zeven op de tien deelnemers een half jaar na de actie nog steeds ruim 30 procent minder drinkt dan voor de deelname.

Een maand zonder alcohol geeft je lever rust en zorgt ervoor dat die zich kan herstellen, aldus leverarts Eric Tjwa van het Radboudmc in een video van AD. Dat blijkt zowel uit een groot Brits onderzoek als uit een eigen, kleinschaligere studie. Wel geldt dat voornamelijk voor stevige drinkers, want vooral als je vier tot zes glazen alcohol drinkt per dag worden je levercellen aangetast – wat uiteindelijk kan leiden tot levercirrose en zelfs leverkanker.

Andere positieve effecten van een maand niet drinken, ook voor wie een gematigde drinker is: bij de proefpersonen uit het onderzoek daalde hun slechte cholesterol met gemiddeld 11 procent, en hun onderhuidse buikvet nam af met 17 procent.

Lees ook: Met deze hersenhacks hou jij je brein (en jezelf) fit en gezond

‘Natte februari’ als gevolg?

Toch klinkt er ook geluid dat minder lovend is over Dry January. Volgens onderzoekers aan de Britse York University zorgt de 31 dagen lange onthouding juist ervoor dat je het idee krijgt dat je daarna weer ‘los’ mag gaan. Alsof je goede gedrag en het ‘afzien’ je daarvoor goedkeuring oplevert. Maar als Dry January op die manier leidt tot een ‘soppend natte februari’, doe je je gezondheid echt geen plezier.

Veel gezondheidsexperts zijn van mening dat totale onthouding juist bijdraagt aan een ongezond jojo-effect waarbij je onderaan de streep waarschijnlijk slechter af bent. Het is bovendien niet nodig. Zo raadt zelfs de British Liver Trust aan dat twee opeenvolgende alcoholvrije dagen al genoeg kunnen zijn voor een gezonde lever.

Vals gevoel van veiligheid

Naar aanleiding daarvan vertelde de Britse leverdeskundige Mark Wright eerder al aan De Volkskrant: ‘Slechts een maandje detoxen in januari is medisch zinloos. Het veroorzaakt een vals gevoel van veiligheid en voedt het idee dat mensen hun lever zoveel kunnen misbruiken als ze willen, als ze maar gewoon een rustpauze vol ‘zuivering’ inlassen. Dat heeft bijna evenveel zin als het hele jaar door rood staan en dan in januari op water en brood te leven. De logica ontgaat mij volledig.’

Niet drinken is bovendien niet het enige wat je kunt doen: genoeg beweging en meer groente en fruit eten is ook ongelooflijk belangrijk voor de gezondheid van je lever, aldus de arts.

Tips voor een maand zonder alcohol

Maar toch, voor sommige mensen kan een maand zonder alcohol wel degelijk werken. De grootste valkuil? Het uur na werk waar je jezelf een glas alcohol inschenkt en even loskoppelt van je dagelijks bezigheden.

Er zijn trucs om die verleiding te weerstaan. Zes tips om te zorgen voor de nodige afleiding – en tegelijkertijd ontspanning.

#1 Vervang de oude gewoonte voor een nieuwe

Is het jouw gewoonte om na een lange dag (thuis)werken op de bank te ploffen met een glas wijn? Jouw ultieme ontspanning als je met een biertje wat tv kan kijken na een dag achter je laptop zitten? Grote kans dat je dan voor de bijl gaat tijdens een maand drooglegging.

Wie het toch probeert, doet er goed aan om deze gewoonte voor een nieuwe in te ruilen. Of je nu gaat wandelen om je werkdag af te sluiten, fietsen, een stuk gaat hardlopen of onder de douche gaat staan – als je maar iets doet waarmee je je lichaam duidelijk maakt dat de werkdag voorbij is. Op die manier maak je een duidelijke scheiding tussen je werkdag en privéleven.

Lees ook: Echt loskoppelen van je werk maakt je een betere leider

#2 Zoek naar een non-alcoholisch alternatief

Wie te veel naar de smaak van alcohol verlangt, kan het lichaam makkelijker voor de gek houden dan gedacht. Denk aan alle non-alcoholische biertjes en wijnen die er zijn. Meer een cocktailtype? Ga op zoek naar smaken die overeenkomen met je favoriete drankje, zonder de alcohol toe te voegen. Het is het ritueel van het hebben van een drankje dat zwaarder weegt dan het drankje zelf.

#3 Vraag je af waar je lichaam écht behoefte aan heeft

Ken je dat gevoel dat je hebt als je op een feestje staat en je bij elk drankje denkt: waarom niet? Alcohol drinken komt vaak voort uit een gewoonte, zonder dat we daar actief bij nadenken. Voel je de volgende keer de behoefte opkomen om naar de fles te grijpen, bedenk je dan waar je eigenlijk behoefte aan hebt. Ontspanning? Stress even kwijtraken? Gezelligheid? Al die behoeftes zijn ook prima anders op te lossen.

#4 Eet suiker – maar niet te veel

Grote kans dat je gedurende een periode van onthouding zin krijgt in snoep en andere zoetigheid. Het is je lichaam dat verlangt naar de suikers die het normaliter via alcohol binnenkrijgt – een klein glas witte wijn bevat ongeveer anderhalve theelepel aan suiker. Doordat je minder suiker binnenkrijgt, is het minder problematisch om eens een stuk chocolade te eten. Al geldt ook hierbij weer: met mate.

Lees ook: Hoe bananen je helpen om betere beslissingen te nemen

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#5 Beperk cafeïne

Dit klinkt voor sommigen misschien een dubbele marteling, maar wie een hoop koffie op een dag drinkt, heeft vaak een glas wijn nodig om uit de cafeïne-high te komen. Omgekeerd helpt de eerste kop koffie van de dag om de laatste roes van de alcohol van de dag ervoor te verwijderen. Wie nu geen alcohol drinkt, heeft dus minder cafeïne nodig.

#6 Pas je agenda aan

Heb je veel borrels in je agenda staan? Grote kans dat je vroeg of laat voor de bijl gaat. Wie niet in de verleiding wil komen om deze maand een alcoholische versnapering te nemen, doet er goed aan de agenda zodanig in te richten dat de kans op een misstap het minst groot is.