Je bent gretig en je wil jezelf bewijzen in je nieuwe baan. Dus zeg je ja tegen iedere klus die voorbijkomt. Ze hebben je niet voor niks aangenomen, je bent het waard. Je zal die ervaren collega’s wel even een poepie laten ruiken. Zonder jou komt deze tent – van startup tot corporate – geen meter verder.
Voor je het weet zit je vast in dat stramien. Dan ben jij telkens opnieuw die ambitieuze m/v die het allemaal oppakt en oplost. Van de wekelijkse lunch met het team tot de kick-off van dat nieuwe project. Jij gaat ervoor, weten de mensen om je heen.
Te veel hooi op je vork nemen, maakt je niet productiever, integendeel. Ook je creativiteit, je innovatievermogen en de kwaliteit van je werk lijden eronder. Je hebt namelijk alleen nog maar tijd om to-dolijstjes af te vinken.
Wat is je echte motivatie?
Bovendien is al die uitsloverij een aanslag op je gezondheid. Je raakt overweldigd, doodmoe en overspannen. Je loopt meer en meer risico op een burn-out. Daar zijn al hele bibliotheken over volgeschreven. Uiteindelijk bereik je juist het tegenovergestelde van waar al je inzet voor bedoeld was.
Om te voorkomen dat je van ambitie naar uitgeput gaat, heb je meer begrip nodig van de motivatie die erachter schuilt. Israa Nasir is founder van The Well Guide en auteur van Toxic Productivity. Zij beschrijft op Harvard Business Review onder meer enkele emoties die je gedrag en beslissingen beïnvloeden.
Zoals je verlangen naar bevestiging. Je hebt een sterke behoefte om erkend en gewaardeerd te worden, vooral door je leidinggevende. Het risico dat je daarmee loopt, is dat je manager daar misbruik van maakt.
Lees ook: Drie slimme strategieën om op het werk nee te zeggen
Managers maken er misbruik van
Uit onderzoek van Matthew Stanley (Duke University Fuqua School of Business) blijkt dat managers vooral dit soort medewerkers uitzoeken om extra – in dit geval onbetaald – werk op hun schouders te nemen. Als die telkens ja zeggen, dan krijgt hun reputatie wel een boost. Zij zijn pas echt loyaal aan het bedrijf.
Het minder leuke neveneffect is dat managers ze in de toekomst nog vaker zullen vragen om extra klussen. Dat wordt dan een vicieuze cirkel.
De volgende onderliggende emotie volgens Nasir is je angst om je collega’s of manager teleur te stellen. Ze zouden je weleens als incompetent kunnen zien.
En dan is er nog een vorm van jaloezie. Die ontstaat wanneer je jezelf begint te vergelijken met de anderen. Je ziet je collega’s bijvoorbeeld moeiteloos veel werk verzetten. Dat wil jij ook kunnen en dus zet je jezelf extra onder druk.
Vier signalen
Hoe kom je hier nu uit? Een eerste stap is beseffen waar je mee bezig bent. Er zijn wel degelijk signalen die erop wijzen dat je aan het overdrijven bent. Wanneer je zo’n signaal herkent, kun je er ook wat aan doen. Dit zijn er alvast vier.
#1 Je steekt zonder nadenken je hand op
Je manager heeft een vrijwilliger nodig voor een event met klanten. Zonder nadenken steek jij je hand op. Achteraf besef je pas dat je agenda voor die week al overvol zit. Dat dit je weer een paar vrije avonden gaat kosten. Je zegt dus al ja voor je weet of je daar ook de tijd voor hebt.
Art Markman, hoogleraar psychologie en auteur van onder meer Bring Your Brain to Work, wijst in FastCompany op een ander mechanisme. Je denkt abstracter over de toekomst dan over het nu. Omdat zo’n klus verder van je bed is, kun je de details van wat je wordt gevraagd niet goed inschatten. Daardoor zeg je ook sneller ja.
Wat doe je eraan?
Steek je hand niet langer onbewust op. Ga liever voor duurzaam succes, schrijft Nasir. Dat betekent niet alles doen, maar wel de juiste dingen doen. Een nieuwe gewoonte kan je hierbij al helpen: check één keer per week je agenda. Hoeveel werk heb je liggen voor de komende week of komende maanden?
Als er nieuwe projecten of klussen worden voorgesteld, hoeveel tijd kun je daar echt voor vrij maken? Hou ook genoeg tijdsblokken open om eventuele last minutes op te kunnen pakken. Een propvolle agenda staat niet gelijk aan succes.
Check bovendien bij jezelf hoe je er emotioneel voorstaat. Voel je je overweldigd, dan is dat een rode vlag. Neem ook de band met je collega’s en je manager onder de loep. Respecteren ze je grenzen? Als ze dat niet doen, is dat ook een rode vlag.
Lees ook: Waarom we moeite hebben met het managen van onze tijd
#2 Je springt eerst op dringende klussen
Je besteedt de halve ochtend aan het opschonen van je mailbox. Die moet asap geleegd worden. Daardoor vergeet je dat je ‘s middags een presentatie voor een klant moet inleveren. Je flanst die snel in elkaar, waardoor je manager niet happy is en je veel moet aanpassen. Dringend gaat bij jou voor prioriteit.
Denk wat vaker na over wat je leuk vindt en wat niet. Waar krijg jij energie van? Geef dat juist meer prioriteit. Daarmee verbeter je vanzelf je resultaten en je zelfvertrouwen. Natuurlijk zullen er altijd klussen zijn die je moet doen en die je daarom meer energie zullen kosten. Zorg dat je die beter inplant en voorbereidt.
#3 Je wordt onrustig in je hoofd
Wanneer je even pauze neemt, wordt het al snel onrustig in je hoofd. Je voelt je schuldig omdat je niet werkt. In plaats van even te relaxen en te genieten van dat koffietje zit je op je smartphone nog snel even door wat Slack-berichten te scrollen.
Een collega vraagt of je mee kan helpen bij een nieuw project. Natuurlijk zeg je ja, met veel plezier. Maar je gevoel zegt vervolgens iets anders: help, waarom heb ik nu ja gezegd? De twijfel slaat toe. Het is dan wel te laat om terug te krabbelen. Als je je collega laat vallen, dan geef je impliciet de boodschap dat je niet te vertrouwen bent, geeft Markman nog mee.
Met een paar goed ingestudeerde zinnetjes koop je meer tijd. Denk aan zo’n soort antwoord: ik check eerst mijn agenda en ik kom erop terug. Of: is het goed als ik je dat morgen laat weten? Neem de tijd om te beoordelen of meewerken aan dit project nuttig voor je is.
Waarom zou je?
Kun je met deze klus belangrijke vaardigheden ontwikkelen of verbeteren? Misschien kom je zo in contact met belangrijke stakeholders. Of je haalt een wit voetje net voor die belangrijke promotie. Overweeg of deze collega later een kruiwagen voor je kan zijn.
Bekijk ook de nadelen: wat is de impact op je andere klussen? En neem tot slot de motieven van je collega mee in je overwegingen, raadt Markman aan. Is dit werk dat hij of zij eigenlijk zelf zou moeten doen? Dan is het al een stuk gemakkelijker om nee te zeggen of – iets beleefder – te verwijzen naar een andere collega.
#4 Je werkt ‘s avonds en in het weekend
Om bij te benen, werk je doordeweeks vaak tot laat in de avond door. En/of je zet op zondagmorgen je laptopje even open. Gewoon even voorbereiden, zodat je de nieuwe werkweek goed kan starten. De dag vliegt om en plots is het avond of zelfs nacht. En nog altijd voel je je niet klaar voor de volgende dag.
Ga regelmatig in gesprek met je manager over je workload, raadt Nasir aan. Je kunt samen bespreken wat je eerst afwerkt en wat voor projecten eraan zitten te komen. Wat wordt er van je verwacht en is dat ook realistisch? Als er iets dringends tussenkomt, dan vraag je je manager wat je kunt laten vallen of uitstellen.
Zo ben jij minder de sjaak in je vrije tijd. Bovendien help je je manager om het werk beter te verdelen. Dat noemen ze dan een win-win.
Lees ook: Weer een nieuw plan? Zo hou je het hoofd koel bij een wispelturige baas