Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De oplossing staat recht voor je neus, toch zie je ‘m niet. Hoe komt dat?

De meeste oplossingen zijn al bedacht, alleen zien we ze niet. We blijven teveel vastzitten in een bepaalde gedachte en dat belemmert het bedenken van creatieve oplossingen enorm, ziet innovatie-expert Simone van Neerven. Drie tips om functional fixedness te voorkomen.

regeneratieve landbouw boeren innovatie

Het is 14 april 1912 als net voor middernacht de Titanic op de Atlantische Oceaan tegen een grote ijsschots vaart. Zes van de zestien compartimenten scheuren open en beginnen vol te lopen met water.

Het schip is niet meer te redden. Er breekt paniek uit. Iedereen wil van het schip af en zover mogelijk van de ijsberg vandaan komen. Maar er zijn veel te weinig reddingsboten om iedereen veilig mee te kunnen nemen, waardoor mensen te water raken en geen schijn van kans maken in het ijskoude water. Veel drenkelingen kunnen niet worden gered en uiteindelijk sterven er meer dan 1500 mensen.

Zou het mogelijk zijn geweest dat meer mensen de ramp hadden kunnen overleven onder deze omstandigheden? Het water was veel te koud om langer dan een paar minuten in te blijven leven, maar wellicht was dat wel gelukt als men heil had gezocht op de ijsberg. Toch is die oplossing nooit uitgeprobeerd, want de ijsberg werd gezien als het grote gevaar en daardoor in plaats daarvan juist niet als de redding.

Veel te gefixeerd op het oorspronkelijke doel

Het niet verder kunnen kijken dan waar een voorwerp oorspronkelijk voor dient heet functional fixedness. We blijven dan vastzitten in een bepaalde gedachte en dat belemmert het bedenken van creatieve oplossingen enorm.

Hier zit een ongelooflijke sweetspot voor innovatie. Want als jij wel verder kunt kijken dan je neus lang is, dan kun je zomaar tot lumineuze oplossingen komen. Daar zijn legio voorbeelden van.

Lees ook: Bij South Park weten ze het al jaren: hoe meer domme ideeën, hoe beter

Neem natuurkundige Percy Spencer. Hij werkte in de jaren veertig van de vorige eeuw aan een nieuwe techniek om microgolfradars te ontwikkelen voor betere radarsystemen om het bombarderen van Londen te beperken, en ontdekte dat dezelfde techniek ook gebruikt kon worden om eten mee te verwarmen. En zo ontstond de magnetron.

En jarenlang sleepten we met onze koffers, totdat Bernard Sadow, medewerker bij US Luggage, in 1970 de ingeving kreeg om wieltjes onder de koffers te plaatsen nadat hij op het vliegveld, wachtend in de rij, een luchthavenmedewerker zonder enige moeite een zwaar apparaat op wieltjes voorbij zag rollen.

Broedplaatsen voor innovatie

De magie vindt dus vaak plaats op plekken waar je het niet zo snel verwacht. Verreweg de meeste innovaties zijn niet iets totaal nieuws, maar een idee dat al in een andere omgeving succesvol is toegepast of een combinatie van ideeën die samen iets nieuws vormen.

Niet voor niets was het dat in de eeuw van de Verlichting (17e en 18e eeuw) de koffiehuizen dé plekken waren voor het ontstaan van nieuwe dingen. Mensen met zeer uiteenlopende achtergronden kwamen daar samen. Er werd gehandeld, gekaart en naar hartelust gedebatteerd. Datzelfde gebeurde later ook, in de Parijse salons, wat vandaag de dag wordt gezien als de oorsprong van zo’n beetje alles dat de hedendaagse kunstwereld definieert.

Lees ook: Als iedereen weet dat het geen goed idee is, dan gaan we het niet doen… toch?

Plekken waar van alles samenkomt zorgen er dus voor dat je blik wordt verruimd en je nieuwe inzichten krijgt die je anders niet zo snel zou oppikken.

Drie tips om je te wapenen tegen functional fixedness:

#1 Stap eens uit je bubbel

We kunnen ontzettend veel leren van de koffiehuizen. Het was een plek waar mensen uit hun bubbel stapten om tot nieuwe inzichten te komen.

In de kwartaal krant ‘Het Koffy-huis der Nieusgierigen’ (1744-1746) schetste een anonymus treffend hoe dankzij de vrije, toegankelijke sfeer bezoekers van allerlei pluimage elkaar beter konden leren kennen: ‘De koopman vervloekt er de oorlog en de vechter vervloekt de vrede, de geleerde veracht allen die rijk zijn, terwijl hij met hart en ziel rijk wenst te wezen: net zo bespot en veracht de rijkaard alle wetenschappen en geleerde lieden.’*

In deze tijd zitten we maar al te vaak helemaal vast in onze eigen bubbels. Voormalig Google engineer Max Hawkins bedacht een manier om te ‘bubbel hoppen’ in de digitale wereld door algoritmes te creëren die willekeur faciliteert.

Emma Stenström, Associate Professor aan de Stockholm School of Economics, bouwde daarop voort en ontwikkelde een aanpak voor de analoge wereld die ze ‘Bubblehoppa’ noemde. Beide methoden hebben als doel om een dieper begrip te krijgen van mensen die anders zijn dan jijzelf, onze perspectieven te verbreden en nieuwe, verrassende inzichten te krijgen.

#2 Ga er op uit en onthaast

Een andere manier om tot nieuwe ideeën te komen is door de natuur in te gaan. Want eigenlijk heeft de natuur voor alles wel een oplossing. Zo is het klittenband ontstaan omdat George de Mestral, een Zwitserse engineer, een wandeling maakte met zijn hond en er allerlei klisbramen aan zijn vacht bleven haken.

Een team van onderzoekers aan Princeton University ontdekte dat zonnepanelen een stuk efficiënter zijn als er plooien aan de zonnecellen worden toegevoegd, iets wat je ook terugziet in bladeren van planten. Muggen vormden de inspiratie voor superdunne naalden en termietenheuvels gaven inzicht in hoe zelfkoelende gebouwen kunnen worden ontwerpen; kennis die nu volop wordt toegepast in landen als Zimbabwe en Australië.

Lees ook: Innovatie begint vaak helemaal niet met een geweldig idee

#3 Leer van de onbevangenheid van kinderen

Wil je leren om helemaal los te komen van je functional fixedness? Kijk dan naar kinderen. Die zijn veel minder gefixeerd op de oorspronkelijke functie van een voorwerp.

Geef ze een paar kussens en wat dozen en ze maken een fantastische hut, ruimteschip of trein, of ze bedenken een compleet nieuw spel. En dus zit eigenlijk de crux erin om weer meer kinds te zijn en je niet zo te laten belemmeren door jouw veel te snelle oordeel.

Een fantastische manier om dat te trainen is door veel meer vragen te stellen. Iets wat kinderen ook veel meer doen dan volwassenen. Tijdens een familievakantie midden jaren veertig van de vorige eeuw maakte Edwin H. Land, uitvinder en wetenschapper, een foto van zijn driejarige dochter. Haar vraag waarom ze niet direct de foto kon zien bracht Land op het idee voor de Polaroid camera, die een gigantisch succes werd en zelfs in het huidige digitale tijdperk weer mateloos populair is.

Dus de volgende keer dat je vastloopt als je ergens een oplossing voor moet zoeken, stap uit je bubbel, ga de natuur in of vraag dan eens aan een kind hoe die dat zou oplossen. Je zult versteld staan van de inzichten die dat oplevert.

Lees ook deze artikelen van Simone van Neerven: