What’s new op de boekenplank? Onontbeerbaar voor de manager: het wekelijkse overzicht van recente publicaties.
>> Bekijk ook de vorige oogst en de MT boekrecensies
>> Bekijk ook de vorige oogst en de MT boekrecensies
Premium - Peter Wennink, oud-topman van ASML, is allesbehalve rustig achter de geraniums gaan zitten. Hij heeft de roadmap al klaar voor een Europa dat 'relevant' moet blijven. Met een focus op vier cruciale transities en Europees kapitaal ziet hij vooral kansen. 'Wij kunnen echt alles aan.'
Premium - Online gokken, sociale media, crypto en zelfs ChatGPT. Jonge werknemers kampen met veel meer verslavingen dan de klassiekers alcohol en drugs. Hoe herken je de signalen en bespreek je dit gevoelige onderwerp? 'Confronterende opmerkingen werken averechts.'
Innovatiemanager aanstellen? Grote fout! Zodra je iemand verantwoordelijk maakt voor vernieuwing, wijst de rest ernaar en denkt: 'Niet mijn probleem.' Afas-ceo Bas van der Veldt vertelt hoe een 24-uurs hackathon meer bereikt dan maanden vergaderen.
Eind maart liep een man met een bouwvakkershelm en een werkhesje door ons atrium. Hij keek rond, en kletste wat voor zich uit. ‘Links achter het podium zit een kier in de muur, die zou je eigenlijk dicht moeten kitten. Ik denk dat dit 50 euro kost. De vloer vooraan is niet helemaal egaal, daar moeten we ook wat aan doen.’
Op het grote scherm werd zijn tekst live getranscribeerd door een AI-tool, én geplaatst in een schema met probleem-, oplossings- en kostenvelden. Een andere tool pakte die tekst weer op en genereerde meteen een offerte.
In de zaal keken we met open mond toe. Fantastisch! Niemand had drie jaar geleden gedacht dat dit zou kunnen.
De man met de helm was geen bouwvakker, en in onze muren zitten geen kieren. Dit was een presentatie van een van de teams die meededen aan onze hackathon, een jaarlijks event waarin we met collega’s en een aantal experts van buiten zo’n 24 uur aan de slag gaan met iets dat we interessant vinden. De teams kiezen zelf hun onderwerp en aan het einde presenteren ze hun uitkomsten.
Het is magisch wat we in een dag en een nacht bereiken met elkaar. En ik denk dat die magie precies is wat organisaties die willen innoveren nodig hebben.
Want hoe gaat dat nu? Bestuurders zeggen: ‘We moeten anders gaan werken. De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe, we willen onze klanten beter bedienen, we willen eigenlijk ook iets met AI.’ Zulke dingen.
Vervolgens hebben ze geen idee hoe ze dit moeten aanpakken. En daarom stellen ze er iemand voor aan: de innovatiemanager. Maar dat is ongeveer het stomste dat je kunt doen. Dan gaat de rest namelijk naar die manager wijzen: innovatie is van hem, niet van mij.
Alsof vernieuwing iets is dat los van je organisatie staat, en vervolgens uitgerold of geïmplementeerd moet worden. Terwijl je juist wilt dat innovaties vanuit je bedrijf komen. Een hackathon helpt daar enorm bij. Ook voor laten we zeggen een overheidsdienst die alle communicatie met inwoners nu eens echt strak wil trekken.
Lees ook: Zo hield Squla-moeder Futurewhiz een AI-hackathon waar nu al producten uitrollen
Het succes zit in drie ingrediënten: dat je in een team aan de slag gaat, dat je dit buiten je kantoor doet en dat je het onder flinke tijdsdruk zet.
Teams geven een fantastische energie. Zeker als je ze een naam geeft. Zo waren er bij ons teams als ‘De Taaltovenaars’ en ‘De kale mannen + Patrick’ (precies ja, dat bestond uit kale mannen, en Patrick die nog wel dakdekking heeft).
En we zaten niet op onze gewone werkplekken, maar verkasten naar ons atrium. Denk: grote tafels met laptops, airhockeytafels, hangbanken, eten, drinken en veldbedjes in de sportzaal. Dat helpt wel om in die 24 uur echt iets neer te zetten.
Neem de presentatie van onze collega Beatrix. Zij schrijft de releasenotes van Afas, waarin staat wat er allemaal veranderd is in de nieuwste versie van onze software. Dat is echt veel werk. Ze moet precies in kaart brengen wat er is gebeurd, of daarmee een fout is opgelost, of dat het om iets nieuws gaat, en dan moet ze de note zelf nog schrijven. Het is, kortom, gedoe.
Ze had daarbij al wel hulp van AI, maar dat werkte nog niet helemaal lekker (AI die bij alles jubelt: ‘gave nieuwe functionaliteit’, terwijl er soms ook gewoon een irritant probleem is opgelost).
Beatrix kwam niet toe aan het optimaliseren van dat proces, want ze was altijd druk met … gedoe. Vandaar dat haar wens op de hackathon was: kijken of ik AI zo veel beter kan prompten dat het werk gemakkelijker wordt. Ze kreeg daarbij hulp van Kyra, een AI-specialist die bij Orq werkt.
Samen gingen ze aan de slag. Ze automatiseerden het testen van prompts, ze verbeterden de releasenote-prompt en ze zorgden dat de gegevens in een vaste structuur worden weergegeven (voor de nerds: JavaScript Object Notation).
Dit gaat haar echt úren werk schelen. Ze hoeft een groot deel niet meer te schrijven. Ze hoeft alleen maar te controleren.
Lees ook: Werk slimmer met AI: deze 9 praktische tips maken je 30 tot 40 procent productiever
Terug naar de succesfactoren. Tijdsdruk is de laatste. En dat is wel een verhaal apart. Het dwingt je om niet alles tot in detail uit te denken, maar afslagen te nemen in je proces. Je kiest er bijvoorbeeld voor om een oplossing eerst alleen in het Nederlands te presenteren en niet ook in het Engels. Of je kiest ervoor om de gevolgen voor privacy even te laten voor wat ze zijn. Dat komt dan later wel.
En precies hier heb je als ceo een belangrijke rol. Want kijk: je kunt nog zo’n fantastische innovatie bedenken, klanten hebben er pas iets aan als ze het kunnen gebruiken. En daarvoor moet je de denkstappen die je tijdens een hackathon hebt overgeslagen alsnog zetten. In de softwarewereld noemen we dat ‘the last mile’. En die is vaak het lastigst.
Mensen zeggen: ‘Ja, maar dit is onmogelijk, en dat is onmogelijk.’ Ze zien dan allerlei beren op de weg.
Die wil ik niet zien. Ik zeg gewoon: prachtige innovatie, strik erom, we presenteren hem over drie maanden op onze Afas Open (onze jaarlijkse klantendagen waarop we ook de nieuwste versie van onze software introduceren). Dan vliegt iedereen in de gordijnen. En dat begrijp ik ook, maar als we niet aan de slag gaan, hebben we niks. Bovendien zijn sommige beren ook echt niet zó groot.
Neem die meertaligheid. Hoe erg is het om een nieuwe functionaliteit eerst alleen in het Nederlands te hebben? Als blijkt dat veel klanten meertaligheid in onze software missen, is dat geen probleem. Dan nemen we dat in de volgende versie mee.
Voor andere organisaties is dat niet anders. Neem die overheidsdienst. Hoe erg is het als niet álle brieven in één keer klaar zijn? Je hebt in ieder geval een begin waarmee je alweer een groot deel van je klanten blij maakt. En daar gaat het om.
Terwijl AI-bedrijven miljarden verdienen, is een boek van MT/Sprout-columnist Aaron Mirck gebruikt om ChatGPT te trainen – zonder betaling of zijn toestemming. Ironisch genoeg vindt de chatbot zelf dit ook ongepast.
Ik kwam erachter dat een van mijn boeken, Niet appen tijdens het eten, gebruikt is om ChatGPT mee te trainen. Dat is grappig, want ik kan me helemaal geen mailtje herinneren van ceo Sam Altman van OpenAI waarin hij mij om toestemming vraagt. Ik ben er zelfs nooit voor betaald – laat staan bedankt.
Ik besloot om ChatGPT te vragen wat-ie er eigenlijk zelf van vindt dat OpenAI mijn werk gebruikt om hun taalmodel mee te trainen. Het antwoord zal je verbazen: ‘Het is slim, maar het is niet netjes. Het voelt op z’n minst als een vorm van intellectuele toe-eigening zonder krediet of compensatie.’
Als je mij niet gelooft als ik zeg dat dit niet deugt, geloof dan alsjeblieft ChatGPT zelf.
Dit gaat natuurlijk niet om mij – misschien vind ik het wel prima dat meer mensen nu leren over digitale etiquette. Dit gaat om alle kunstenaars, schrijvers, journalisten en andere makers wier werk nu in een AI-model zit en waar ze het nooit meer uitkrijgen.
Zoals Hayao Miyazaki, mede-oprichter van het Japanse animatiehuis Studio Ghibli. Die noemde ChatGPT’s ‘Ghibli AI-filter’ een ‘belediging voor anime, kunst en het leven’.
Het is niet alleen de vraag of het netjes is dat AI-bedrijven zonder toestemming het werk van kunstenaars gebruiken. Het is ook de vraag of bedrijven geen onnodige risico’s lopen als ze dit soort AI-toepassingen gebruiken.
Bedrijven in de game-industrie blijven bijvoorbeeld ver weg van AI-tools, omdat ze bang zijn dat ze later worden aangeklaagd voor auteursrechtenschending. (Wie overigens dacht dat de gamesector een niche-industrie was, komt bedrogen uit: gaming is groter dan de muziek- en filmindustrie samen. Dat maakt de sector verre van onbeduidend.)
De manier waarop AI-bedrijven omgaan met het werk van kunstenaars doet denken aan de manier waarop we aan het begin van deze eeuw omgingen met het werk van muzikanten. Denk maar eens terug aan Napster en The Pirate Bay, waarmee massaal muziek gedownload werd. En ook toen was er goed nieuws (gratis muziek voor iedereen) en minder goed nieuws (muzikanten wier carrière niet van de grond kwam, omdat ze niets verdienden met het uitbrengen van hun muziek).
Misschien is het wel tijd voor een ‘Spotify voor AI’, dat makers betaalt voor het gebruik van hun data. Gelukkig zijn er steeds meer van dat soort initiatieven. Zoals ProRata.ai, dat samenwerkingen heeft met onder meer de Financial Times, marketinghoogleraar Scott Galloway en bestsellerauteur Seth Godin.
Een voorbeeld dichter bij huis is GPT-NL, een in Nederland ontwikkeld taalmodel dat ons minder afhankelijk moet maken van Amerikaanse en Chinese AI-bedrijven.
Daarom de volgende oproep: deel je data met dit AI-bedrijf. Ten eerste geeft het je de kans om voor de verandering met consent je data te delen. Ten tweede moet GPT-NL bijdragen aan de digitale soevereiniteit van Nederland, zodat we ook AI kunnen gebruiken die niet ontwikkeld is door iemand die naast Trump in het Witte Huis poseert.
Tot slot biedt het delen van data je mogelijk een nieuw verdienmodel. Wie weet verdien je zo toch nog iets met die ongetwijfeld gigantisch goed geschreven blogs, die tot dusver door nog maar zes bezoekers op je website zijn gevonden.
Premium - Nederland heeft voor 6 miljard euro militaire steun geleverd aan Oekraïne, een bedrag dat dit jaar oploopt tot boven de 10 miljard. Het maakt de Taskforce Oekraïne tot een formidabele opdrachtgever die de innovatie bij dronestartups en andere defensiebedrijven aanjaagt. 'Wij hebben geen tijd voor lange innovatiecycli of trage procedures.'