‘Wat een buitengewoon slecht plan.’ Dat is de eerste reactie van SnappCar-founder Victor van Tol, als hij wordt gevraagd om terug te keren als ceo van het bedrijf dat hij in 2020 verliet. Maar hij wil het aanbod ook niet meteen afschieten, denkt er een weekend over na en komt tot de onverwachte conclusie dat het eigenlijk precies is wat hij wil.
‘Het toeval wilde dat ik beschikbaar was en bezig met wat mijn volgende stap zou worden. Ik was op zoek naar een ceo-rol bij een scaleup, met de ambitie om te groeien én de wereld te verbeteren. Nou, daar voldoet SnappCar helemaal aan.’
SnappCar is per 1 april ingelijfd door de AutoBinck Group, die het autodeelplatform onder leiding van een nieuwe ceo verder wil laten groeien. Het Utrechtse familiebedrijf had al bijna 50 procent van de aandelen in bezit en is nu volledig eigenaar. De overige aandeelhouders, waaronder Van Tol zelf, zijn uitgekocht. De partijen doen geen uitspraken over de bedragen die met de deal gemoeid zijn.
Lees ook: Victor van Tol blikt terug op 10 jaar SnappCar: ‘Ik heb roofbouw op mijn lichaam gepleegd’
SnappCar is dus ook los van investeerder Q8, de staatsoliemaatschappij van Koeweit, die tijdens de onderhandelingen bedong dat Van Tol en consorten geen alcohol zouden drinken op kantoor of prostituees zouden bezoeken. Dat mag dus weer? Schaterlach: ‘AutoBinck heeft zulke eisen niet gesteld, nee. Elke vrijdagmiddagborrel eindigt nu in een bacchanaal en orgie, zet dat er maar in.’
Eén aandeelhouder in plaats van honderden
Van Tol komt in dienst bij het bedrijf dat hij dertien jaar eerder met co-founders Jorg Kop en Pascal Ontijd oprichtte. Zelf vindt hij dat gegeven ‘niet zo relevant’. ‘In principe verandert er niets. We blijven onafhankelijk van AutoBinck opereren en houden ons eigen kantoor. Het enige verschil is dat we voortaan nog maar met één aandeelhouder van doen hebben in plaats van honderden – 624 om precies te zijn. Die constructie kwam de snelheid van de besluitvorming niet ten goede.’
Ander voordeel is dat het afgelopen is met externe financieringsrondes, nu AutoBinck zelf groeigeld in SnappCar gaat pompen. Tot vreugde van Van Tol: ‘In negen jaar hebben we met SnappCar talloze investeringsrondes gedaan. Daar gaat zóveel tijd inzitten. Die uren stop ik liever direct in het bedrijf.’
Ondernemersgeest terug in het bedrijf
Zijn opdracht: SnappCar verder laten groeien, tot ‘dé carsharing–partij in Nederland’. Onderdeel is de founder-energie terugbrengen in het bedrijf. Van Tol droeg het ceo-stokje in het najaar van 2020 over aan toenmalige cfo Erik Rutten, midden in coronatijd. Het bedrijf had behoefte aan een ander soort leider, blikt hij terug.
‘Om covid te overleven, moesten we naar zwarte cijfers. Optimaliseren en consolideren. Dat ligt me minder, ik ben van de groei en het uitbouwen. Erik en het team hebben een geweldige professionaliseringsslag gemaakt. We verdienen meer geld per transactie, de machine draait uitstekend – dat is in het verleden ook weleens anders geweest. Downside is dat de ondernemersgeest een beetje ondergesneeuwd is geraakt.’
Lees ook: Ziek zijn was een ‘blessing in disguise’, zegt SnappCar-ceo Victor van Tol
Zelf heeft Van Tol de afgelopen drieënhalf jaar ook niet stilgezeten. Hij schreef een boek over zijn ondernemersavontuur, SnappStory, en richtte twee bedrijven op: SeedFair, een online marktplaats voor restpartijen van groentezaden, en boekingsite SleeperCharger, voor reizigers die een hotel met laadpaal zoeken. Daar stapte hij afgelopen zomer uit. ‘Iets met twee kapiteins op één schip.’
Hij komt ‘ouder en hopelijk wijzer’ op zijn oude post terug. ‘Ik zit meer gefocust in de ceo-rol dan eerst. Ik heb scherper waar mijn verantwoordelijkheden liggen en waar ik me niet mee moet bemoeien. Ik ben ook rustiger geworden. Ik zit minder op snelle targets te duwen, heb de blik meer op de lange termijn.’
Groei boven winst
Zwarte cijfers schrijft SnappCar overigens nog steeds niet. In plaats van winst kiest het bedrijf volgens Van Tol nu (weer) voor groei. Op de thuismarkt, welteverstaan, want SnappCar trok zich de afgelopen jaren terug uit Denemarken en Zweden. Ook de Duitse activiteiten werden afgebouwd. Daarentegen wordt in Nederland alles uit de kast getrokken om meer mensen in deelauto’s te krijgen en – vooral – uit de deelauto’s van GreenWheels en MyWheels.
‘Die zijn met name geschikt voor dagelijkse ritjes. Als je zo’n auto langer wilt huren is dat ongelooflijk duur’, zegt Van Tol. ‘Wij hebben ons altijd meer als alternatief voor weekenden en vakanties geprofileerd. Nu willen we ook voor dagelijkse ritten de beste keuze worden. Onze ambitie is om de jaarlijkse groei van 25 procent vast te houden en te versnellen.’
Lees ook: MyWheels gaat zijn deelauto’s ook enkele reis aanbieden: ‘We stapelen concepten’
Daarom investeert SnappCar stevig in een groter keyless aanbod, zodat klanten direct kunnen instappen en wegrijden zonder dat er een sleuteloverdracht nodig is. Zulke auto’s worden gemiddeld zeven keer vaker verhuurd, weet Van Tol. Ook aan het vergroten van de zichtbaarheid wordt hard gewerkt. Met vaste parkeerplaatsen (de eerste plekken in de gemeente Utrecht zijn een feit), meer auto’s met SnappCar-bestickering en een grotere vloot.
Blik met auto’s opentrekken
Op dit moment heeft SnappCar 10.000 actieve auto’s in Nederland, van personenwagens tot campers en minivans, die goed zijn voor meer dan 100.000 ritten per jaar. Die vloot uitbreiden is makkelijker gezegd dan gedaan. In tegenstelling tot de concurrentie kan de scaleup niet zomaar een blik met auto’s opentrekken op een locatie naar keuze; het bedrijf moet het hebben van bestaande autobezitters. Wat volgens Van Tol juist iets moois is. ‘Wij dragen in elk geval niet bij aan meer blik op de weg.’
Bijkomend voordeel is dat SnappCar daardoor meestal goedkoper is, vervolgt hij. Als deelplatform zonder eigen wagenpark hoeft het bedrijf geen btw af te dragen over transacties. ‘Bovendien zijn onze concurrenten alleen actief in grote steden, en wij in principe overal waar mensen met auto’s wonen.’
Hij stapte drieënhalf jaar geleden uit het bedrijf, omdat hij wel uitgekeken was op de deelmobiliteit. Nu hij weer op het hoofdkantoor aan het Utrechtse Jaarbeursplein rondloopt, heeft hij het weer helemaal naar zijn zin. ‘In de tussentijd is er zoveel veranderd. De deelauto is snel ingeburgerd en dat brengt nieuwe kansen met zich mee. Een mooie combinatie van bekend en onbekend. Ik ben een happy snappie.’