Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Gedragscode voor Google+

Je leest nu: Gedragscode voor Google+

De opmars van Google+ gaat razendsnel. Een maand na de introductie hebben 25 miljoen mensen de website bezocht. Ter vergelijking: Facebook deed er drie jaar over om 25 miljoen bezoekers te krijgen, Twitter 30 maanden.


Met Google+ is het nu nog makkelijker om informatie te delen. Dat is handig, maar kan voor bedrijven ook een risico zijn. De jurist Joshua Kubicki adviseert bedrijven om na te gaan of hun sociale media gedragscode toereikend is voor Google+. In CIO Magazine noemt hij vijf zaken waar bedrijven rekening mee moeten houden. Zijn tips zijn toegesneden op de Amerikaanse situatie, maar ook nuttig voor het Nederlandse bedrijfsleven.

1. Wat met wie?

Welke informatie mogen werknemers delen en met wie? Mogen ze iedereen laten weten waar ze werken en wat hun functie is? Mogen ze hun zakelijke telefoonnummer openbaar maken? In Google+ groepeer je je contacten in ‘circles’. In Facebook is dit ook mogelijk (daar heet het Lists), maar de optie is zo diep weggestopt in het menu dat bijna niemand er gebruik van maakt. Hoe dan ook, in Google+ is het eenvoudiger om informatie alleen met bepaalde (groepen) mensen te delen. Het kan nuttig zijn om in de gedragscode duidelijkheid te scheppen over het delen van werkgerelateerde informatie.

2. Train werknemers

Veel gedragscodes blijven volgens Kubicki een dode letter. Hij pleit ervoor om trainingen te organiseren waarin de gedragscode wordt uitgelegd. Dat kan het beste aan de hand van de bestaande social media platforms, waaronder dus ook Google+. Vergeet vooral niet om de werknemers de kleine lettertjes van de sites (de ‘terms of use’ of ‘terms of service’) te laten lezen, stelt Kubicki. Dat maakt mensen bewust van de werking van de sites en van het soort gegevens dat wordt verzameld en doorverkocht aan derde partijen.

3. Anticipeer

Probeer te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen van Google+. De netwerksite staat nog in zijn kinderschoenen en zal nog veel verder worden uitgebouwd. Zo is het nu bijvoorbeeld nog niet mogelijk om te zoeken in de informatie die gebruikers delen in de ‘circles’, maar wie zegt dat dat zo blijft? Tenslotte filtert Google met AdWords ook Gmail berichten op sleutelwoorden.

4. Data bewaren

Informatie die wordt uitgewisseld op sociale netwerken kan inzet worden van een rechtszaak, bijvoorbeeld in het geval van een arbeidsconflict tussen werkgever en werknemer. In sommige gevallen kan de rechter van bedrijven eisen dat ze de informatie die wordt uitgewisseld bewaren, zegt Kubicki. Het is de vraag of dat in Nederland ook zo is. Er bestaat op dat vlak voor zover wij kunnen nagaan geen jurisprudentie. Toch is het zeker iets om bij stil te staan.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?

Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

5. Niet aan banden leggen

Na het lezen van deze waarschuwingen zijn bedrijven misschien geneigd om het gebruik Google+ aan banden te leggen. Maar dat gaat Kubicki veel te ver. Hij benadrukt dat vooralsnog Google+ niet onveiliger (of veiliger) is dan de reeds bestaande sociale platforms. ‘Je leert alleen omgaan met Google+ door het te doen. Je wilt niet dat je werknemers overdreven voorzichten worden. Laat ze Google+ verkennen, maar niet in één keer in het diepe springen.'

Lees ook:

Bloopers in verandermanagement: 5 leerzame fouten

In samenwerking met Mobilee - Verandering is nooit gemakkelijk. Wat moet je vooral niet doen als je succesvol wil veranderen met je organisatie? We spreken over verandermanagement met Wilco Ouwens van Mobilee.

Bloopers in verandermanagement Annelien Nijland/Mobilee
Je leest nu: Bloopers in verandermanagement: 5 leerzame fouten

1. De medewerker te laat betrekken

Sommige organisaties besluiten in het management dat er een bepaalde verandering moet komen, maar betrekken hun medewerkers pas wanneer deze wordt doorgevoerd. Iedereen weet dan dat een bepaald team met ‘de verandering’ bezig is, maar niemand weet wat daar gebeurt of wanneer het opgeleverd wordt. ‘Als er wordt ingegrepen in de manier waarop je werkt, leidt dat tot weerstand en opgetrokken wenkbrauwen’, legt Ouwens (consultant bij Mobilee Management & Advies) uit.

Hij vertelt dat je dit kunt ondervangen door je medewerkers op tijd aan te haken in het proces. ‘Laat de verandering onderdeel van de totale organisatie zijn. Wanneer je mensen betrekt in de veranderingen, gaan ze het beter snappen. Erken ook dat mensen bepaalde twijfels hebben, zodat ze zich gehoord voelen.’

2. Te veel, te snel willen

Een cruciale fout die vaak wordt gemaakt, is volgens Ouwens te snel en te grootschalig willen veranderen. Dit ziet hij bijvoorbeeld gebeuren bij grote IT-projecten. ‘Ambitieuze ondernemers en managers willen vaak dat de hele organisatie van de ene op de andere dag wordt omgegooid. Maar we weten allemaal dat dit niet werkt. Een organisatie heeft tijd en vooral ook capaciteit nodig om te veranderen.’

‘Als je toch een te grote verandering in gang zet, maakt dit het proces onbestuurbaar. Dat kan ervoor zorgen dat de verandering ongrijpbaar wordt.’ Hoe moet het dan? Ouwens vertelt dat het belangrijk is om verandertrajecten op te knippen in kleinere, behapbare stukjes. ‘Maak deze deelveranderingen niet te groot, zelfs als er iets groots moet veranderen. Door deze kleine veranderingen aan iedereen kenbaar te maken, vergroot je de kans op succes.’

3. Geen ruimte geven voor fouten

Oude routines en werkwijzen loslaten is voor veel mensen lastig. Het is dan ook niet gek dat er weerstand ontstaat en dat er bij verandertrajecten dingen misgaan. Een valkuil is dat sommige managers fouten binnen verandertrajecten bekritiseren of juist onder het tapijt willen vegen.

‘Het is heel belangrijk dat dingen die misgaan juist omarmd worden’, vindt Ouwens. ‘Fouten horen erbij, daar leren we van. Dan kom je als manager uiteindelijk tot de juiste verandering. Creëer een vliegwiel waarbij je telkens een stap vooruitzet, maar ook bereid bent om een paar stapjes terug te nemen als dat nodig is. Zorg dus voor een werkomgeving waar medewerkers fouten mogen maken.’

Hij benadrukt dat het belangrijk is dat deze fouten gebruikt worden om het uiteindelijke resultaat nog beter te maken. ‘Als mensen die meegaan in een noodzakelijke verandering worden ‘afgestraft’ bij het maken van fouten, zullen ze eerder geneigd zijn om terug te vallen op oude routines die in hun ogen wel werken.’

4. Micromanaging

Ouwens komt vanuit zijn rol als specialist op het gebied van digitale transformatie regelmatig bij organisaties die graag wendbaarder willen worden en agile willen werken. Hierbij is het belangrijk dat medewerkers de ruimte krijgen om eigen keuzes te maken. Dat gaat helaas niet altijd goed.

Ouwens kwam ooit bij een bedrijf waarbij het management graag zelfsturende teams wilde. Tegelijkertijd stonden zij erop dat medewerkers nauwkeurig bijhielden wat ze tijdens hun werkdag deden en dit iedere week rapporteerden aan het management. De cruciale succesfactor “vertrouwen” ontbrak dus volledig. ‘Onze oorspronkelijke opdracht was om de zelfsturende teams op te zetten, maar uiteindelijk bleek het bijsturen van het management de grootste uitdaging!’, vertelt Ouwens.

‘Een verandertraject vraagt om een andere vorm van leiderschap, een coachende en faciliterende stijl. Het is essentieel om leiderschap te creëren binnen de teams, waarbij het stimuleren van goed voorbeeldgedrag en het bespreken van fouten centraal staan.’

5. Blindstaren op theoretische verandermodellen

Er zijn veel boeken geschreven en modellen ontwikkeld over verandermanagement. ‘Hoewel deze modellen heel waardevol kunnen zijn, is het een klassieke blooper om je hier volledig aan vast te houden’, vindt Ouwens. ‘Het kan leiden tot geforceerde veranderingen. Of het nu gaat om agile werken, lean werken of een andere methodiek, het is belangrijk om de essentie eruit te halen en de nuttige en bewezen elementen toe te passen.’

Ouwens legt uit dat sommige organisaties een voorgenomen verandering eerst helemaal uitwerken voordat ze aan de slag gaan. Dat is volgens hem geen goed idee. ‘Vermijd die papieren tijger, de praktijk is altijd weerbarstig. Het gaat nooit zoals je van tevoren bedenkt. Daarom is het belangrijk om open te staan voor aanpassingen en tevreden te zijn met een ontwerp dat voor 60 procent compleet is, en dit ontwerp vervolgens in de praktijk op werkbaarheid te toetsen en aan te passen.

Lees ook: DPG Media: ‘Als de migratie niet zou lukken, zou heel marketing platliggen’

Mobilee-nb-adv

We leven in een turbulente markt waar klanten steeds hogere verwachtingen hebben van organisaties. Wil je graag relevant blijven in een steeds veeleisender wordende markt? Dan
moet je versnellen. Digitale transformatie kan je helpen om te versnellen en je klanten een optimale beleving te geven.

Downloaden

Benieuwd welke ingrediënten een organisatie nodig heeft voor een duurzame digitale transformatie? Download dan het gratis e-book ‘Het kan wél: de weg naar digitale transformatie’.

Downloaden
Mobilee - activatie

Als consultant bij Mobilee los je uiteenlopende vraagstukken op die gaan over digitale transformatie. Je leert veel verschillende keukens kennen door bij diverse opdrachtgevers te werken. Met kennis, ervaring én een bonk energie maak jij blijvende impact op zowel tactisch als strategisch niveau.

Meer informatie
/