In een interview met NRC legde Bunq-oprichter Ali Niknam uit waarom hij veel eist van zijn personeel. Leiderschapsexpert Franka Rolvink Couzy schreef in een bijdrage op MT/Sprout dat controledrift leiders als Niknam dwarszit. Op de lange termijn zou het zelfs schadelijk zijn voor een bedrijf.
Dat doet geen recht aan wat ‘business rockstars’ zoals Ali Niknam of Elon Musk doen. Ze wegzetten als micro- of zelfs nanomanagers is te makkelijk. Rolvink Couzy heeft gelijk: het zijn geen goede managers. Heel belangrijk… dat is ook niet hun rol. Het zijn leiders met een nanofocus op de klant en daarmee de groei voor het bedrijf.
Lees terug: Controledrift zit leiders als Ali Niknam van Bunq op de lange termijn in de weg
Deze mensen worden niet gedreven door geld, en werken niet minstens 80 uur per week, omdat ze hun medewerkers blij willen maken. Ze werken zo hard, omdat ze op missie zijn om een betere wereld te bouwen. Een wereld waar de bank bezig is met wat jij als klant belangrijk vindt, of een wereld waar auto’s duurzaam, betaalbaar en gewoon mooi zijn.
Kortom, een wereld waar niet het bedrijf, maar de dromen van de klant centraal staan.
Extreme focus is extreem moeilijk
Dat klinkt simpel. Maar zoals iedereen die weleens een team heeft aangestuurd weet: het vraagt extreme discipline om niet met politiek en interne dingen bezig te zijn in plaats van je de hele dag te focussen op die klant.
Is dat altijd de leukste baan van de wereld? Nee. Ondernemen, 80 uur per week werken, bijna alles moeten opgeven voor je klanten en missie… dat is niet echt leuk. Het is topsport en topsport is niet voor iedereen.
Als Max Verstappen wedstrijd na wedstrijd wint, staan de kranten vol en roemen we hem om zijn professionaliteit. We vinden het ook leuk dat Nyck de Vries (die andere Nederlander in de Formule 1) ook een kansje krijgt. Als het niet lukt, vinden wij het geweldig dat ze het geprobeerd hebben, maar hebben ze wel dikke pech. Het is topsport; alleen de besten doen mee. En als ze winnen, vereren wij ze als professionals en grote atleten.
Lees ook: We mogen wel wat meer bewondering hebben voor oprichters van startups
Ex-Bunqers zijn gewild
Net als medewerkers van een Formule 1-team zijn medewerkers van Bunq, Tesla, of SpaceX geen domme volgers van nanomanagers. Bel je een rondje met recruiters, dan leer je één ding: als je ex-Bunq of ex-Tesla bent, ben je supergewild. Men verwacht dat je een hoger salaris vraagt dan mensen bij andere bedrijven in een vergelijkbare functie, omdat je de beste van de beste moet zijn om aangenomen te worden bij die bedrijven.
Zelfs als je na een paar maanden afzwaait, verwacht men een premium te betalen, want alleen aangenomen worden is al een blijk van talent. Dat kunnen ze doen, omdat deze bedrijven voor vrijwel elke functie een grote hoeveelheid kandidaten hebben.
Deze ex-werknemers worden gezien als de future leaders die met hun waardevolle ervaring hopelijk andere bedrijven kunnen helpen waar vooruitgang moeilijker gaat.
Topsportmanier bij techbedrijven
Niet gek, want het is geweldig om te werken voor een bedrijf met 100 procent focus op klanten en een gigagrote missie. Het is tenslotte hét winnende businessmodel van dit moment.
Netflix heeft naar eigen zeggen geen personeelshandboek, maar hun 10 procent ‘bad performers’ wordt elk jaar ontslagen. Apple heeft misschien niet één individu die alles bepaalt, maar een groep van tien die dat samen doet.
Vrijwel alle nieuwe techbedrijven die op dit moment de wereld en de economische orde aan het herschrijven zijn, komen niet uit Europa, en worden op een vergelijkbare topsportmanier geleid als Bunq. Geen van deze winnende bedrijven heeft een open managementcultuur of een 9-tot-5-mentaliteit.
Lees ook: Reed Hastings vertrekt als CEO, zo maakte hij Netflix groot
Kop boven het maaiveld
Als een ondernemer als Ali Niknam zich dan zo kwetsbaar opstelt door open te zijn in NRC over wat er echt nodig is om te winnen in een supercompetitieve markt, zouden respect en applaus de eerste reactie moeten zijn. In plaats van de Nederlandse kramp om iemand direct weer beneden het maaiveld te trekken met argumenten van mensen die zelf nooit een bedrijf hebben gebouwd.
De praktijk laat duidelijk zien wat winnende businessmodellen zijn voor bedrijven die echt op een schaal (van groter dan 50 mensen) de wereld veranderen.
Ondernemen in Nederland is door de alsmaar toenemende regelwoede van Europa al moeilijk genoeg als je het vergelijkt met de Verenigde Staten en Azië. Het is echt de hoogste tijd om onze business rockstars het respect te geven dat ze verdienen.
Een scaleup bouwen is topsport, en daar vallen helaas veel mensen bij af. De mensen die het wel redden zijn onderdeel van een waanzinnig avontuur, zo bijzonder als samen met jouw team een wereldkampioenschap winnen. Althans, dat denk ik.
Lees ook: How I did it: 4 lessen van Bunq-oprichter Ali Niknam over winstgevend worden
Dromen najagen
Net als in de sport is het overgrote deel van die journey niet echt leuk. Maar als het goed is, geeft het enorme voldoening als je dan wint. Ondernemers die winnen, verdienen dan ook een vermelding of zelfs een slide in elke presentatie over topmanagement. Niet een volstrekt onterechte framing als micromanager met de boodschap dat ze uiteindelijk toch wel falen.
Persoonlijk werk ik liever dag en nacht voor een bedrijf dat een droom najaagt waar ik in geloof, dan dat ik van 9 tot 5 voor een bedrijf werk waar iedereen is vergeten voor wie ze het ook alweer doen. Het leven bestaat immers uit meer dan geld verdienen, het gaat om dromen najagen. Hoe mooi is het als je een plek kunt vinden waar dát kan en je er ook nog voor betaald krijgt.
Lees meer artikelen over leiderschap:
- Louis van Gaal is al 71 jaar, maar verrassend modern als leider: 7 lessen voor managers
- Ceo’s zitten gevangen in hun topbaan, dat laat de sluiting van restaurant Noma goed zien
- Ajax-directeur Van der Sar vertrekt; op zijn onzichtbaarheid was al lange tijd kritiek