Postbedrijf Sandd voert een consistente strategie van gecontroleerde groei, gebaseerd op de pijlers menskracht, eenvoud en (aandacht voor) de klant. Met nieuwe aandeelhouders en een solide financiële basis gaat Sandd zijn footprint in de markt voor geadresseerde post en het mkb de komende jaren uitbouwen.
Sandd bouwt gestaag door aan zijn marktpositie als postbedrijf met de beste prijs-kwaliteitverhouding. “Kwaliteit moet een randvoorwaarde voor dienstverlening zijn”, meent Sandd-CEO Gert-Jan Morsink. Het is een randvoorwaarde die in de organisatie geborgd wordt door de focus op eenheid van mensen, processen en systemen.
“Sandd onderscheidt zich ten opzichte van marktpartijen zoals TNT Post en DHL met de beste prijs-kwaliteitpropositie”, benadrukt Morsink. “Die positie gaan we de komende jaren verder uitbouwen. Dankzij onze lean-and-mean organisatie konden we snel schakelen toen de markt voor poststukken onder de vijftig gram vorig jaar werd geliberaliseerd. We zijn in staat om snel en professioneel te schakelen en service level agreements op maat af te spreken.”
Voorbereidende fase
In de voor Sandd relatief nieuwe markt voor transactiepost heeft dat per 1 januari 2010 geleid tot het overnemen van alle transactiepost van een grote bank. “We hebben meer klanten, maar dit is de eerste grote zakelijke klant waarmee we bewijzen dat we in staat zijn om onze logistieke en ICT-systemen en bijbehorende processen voor transactiepost goed aan te sluiten op die van onze klanten. We zijn tevens in de voorbereidende fase met een aantal andere banken en verzekeraars – de sectoren waar toch het grote volume in transactiepost zit.”
Gecontroleerde groeiambities
De lange voorbereidingstijd is volgens Morsink vrij logisch. “We hebben duidelijke groeiambities, maar willen gecontroleerd groeien. Zeker bij transactiepost speelt er een aantal zaken mee dat deze tak van sport complexer maakt dan bijvoorbeeld het bezorgen van tijdschriften en catalogi. Privacygevoeligheid van de informatie bijvoorbeeld. Denk daarbij aan polissen en facturen. Maar er zijn ook klanten die hun printwerk hebben uitbesteed aan dochters van TNT. Dat maakt de samenwerking er niet eenvoudiger op. Daarnaast heeft elke klant andere processen, een andere bedrijfsvoering en andere coderingen voor poststukken. Daardoor wordt er ook veel tijd besteed aan de voorbereiding met onze klanten. Zorgvuldigheid gaat voor alles.”
Stap naar mkb-markt
In de tweede helft van 2010 gaat Sandd zijn volume in transactiepost fors uitbouwen. Die basis is nodig om de volgende stap te kunnen zetten, naar de mkb-markt. Een grote, maar gefragmenteerde markt. Morsink: “Volumes van een half miljoen poststukken per jaar vergen een andere logistieke aanpak dan van bijvoorbeeld enkele tientallen miljoenen poststukken voor één organisatie. We zullen dan ook een zekere standaardisatie doorvoeren in ons maatwerk, hoewel er voldoende ruimte zal blijven voor de behoeften van elke klant.”
Zorgvuldig schakelen
Vanaf 2011 gaat Sandd de mkb-markt op. Morsink hierover: “We ontwikkelen daarvoor momenteel een aantal noviteiten op het gebied van logistieke processen en zoeken er de juiste strategische partners bij in logistiek en ICT. We willen ook daarin zorgvuldig schakelen.”
Sandd heeft, benadrukt Morsink, zeer duidelijke ambities. “We willen er echter ook zeker van zijn dat we ze kunnen waarmaken. Dit jaar verwachten we een groei in volume van vijftien procent. Minder dan we eerder hadden verwacht, maar een goede ontwikkeling in het licht van de afkalvende markt voor poststukken.”
Solide financiële basis
Overigens heeft Sandd een zeer solide financiële basis om zijn groeiambities – een marktaandeel van twintig tot vijfentwintig procent – waar te maken. Morsink: “Recent zijn we volledig overgegaan in handen van nieuwe aandeelhouders, die onze groeistrategie ondersteunen. We hebben nieuw vermogen van tien miljoen euro, waarmee we zeker in staat zijn om onze strategie de komende jaren in praktijk te brengen. Want voordat we groeien, moeten we eerst investeren.”
Legacy software moderniseren? Zo doe je het zonder risico’s
In samenwerking met Codeless - Ongeveer twee derde van álle IT-projecten faalt. 'Volstrekt onnodig', stelt Mike Sier van Codeless. Het softwarebedrijf boekt consequent succesvolle resultaten bij het moderniseren van verouderde bedrijfssoftware. 'Het gaat er niet om dat er géén risico's bestaan, maar dat wij elk risico in kaart brengen, met de opdrachtgevers analyseren, bespreken en mitigeren in het project.'
Geen beschikbare updates meer, uitgesteld onderhoud en beperkte ondersteuning vanuit de leverancier: het zijn slechts enkele voorbeelden van situaties die kunnen leiden tot legacy software. Dit zijn oudere of verouderde technologieën en applicaties die nog steeds binnen organisaties worden gebruikt en vaak lastig te moderniseren zijn.
Dat is dan ook precies waar Codeless, het 35 jaar oude familiebedrijf uit Dordrecht, zich in specialiseert. ‘Wij moderniseren legacy software tegen een fixed price’, vertelt Mike Sier, commercieel directeur bij Codeless. ‘Verouderde software heeft niet alleen impact op technische processen. Het vormt vaak een obstakel voor strategische bedrijfsdoelstellingen. Denk aan een gebrek aan flexibiliteit en schaalbaarheid van de bestaande applicatie. Onze aanpak richt zich daarom niet alleen op modernisering, maar ook op toekomstbestendigheid.’
Legacy niet op tijd geagendeerd
Volgens Sier is het ontbreken van een tijdige agendering van legacy-modernisering een terugkerend probleem. ‘Soms zitten we aan tafel met ondernemers die aanzienlijke verliezen hebben geleden omdat hun IT-project echt uit de hand liep’, vertelt hij. ‘Het gebeurt regelmatig dat bedrijven bij ons komen met software die end-of-life is. Het is te laat geagendeerd.’
De oplossing ligt volgens Sier in een vaste én bewezen methodiek. ‘Die methode, ‘Slim Software Nabouwen’, is speciaal ontwikkeld om bedrijven zonder risico’s door het moderniseringsproces te loodsen, aan de hand van vier fasen: uitlijning, nabouwen, optimaliseren én innoveren.’
Volledig uitgelijnd
‘In de eerste fase zorgen we voor volledige alignment tussen stakeholders’, stelt Sier. ‘Dan praat je met business, key users, finance, C-level of aandeelhouders. We willen praten over je uitdagingen. Wat wil je over twee of drie jaar? Wat zijn de uitdagingen en wat wordt de businesscase? Vervolgens bouwen we de bestaande software opnieuw in moderne technologieën, waarbij de bedrijfsprocessen en kennis van medewerkers behouden blijven.’
‘Pas daarna richten we ons op optimalisatie en innovatie. Belangrijk hierbij is dat alle betrokken partijen vanaf het begin worden meegenomen. Naast technische specialisten speelt ook het managementteam een sleutelrol. De methode voorkomt dat er onderweg keuzes worden gemaakt die niet in lijn zijn met de bedrijfsstrategie.’
Risico’s kennen én beheersen
‘Te vaak zien we dat alle risico’s van een IT-project worden doorgeschoven naar de ondernemer’, benadrukt Sier. ‘Denk aan offertes waarbij een groot deel van het budget opgaat aan onderzoek. Dat is geen haalbare aanpak. Wij draaien dit om: we delen de verantwoordelijkheid, bespreken en mitigeren risico’s en nemen stap voor stap de uitdagingen door.’
Hoewel Codeless spreekt over ‘risicoloze IT-projecten’, nuanceert Sier deze term. ‘Het gaat er niet om dat er géén risico’s bestaan, maar dat wij elk risico transparant in kaart brengen, zorgvuldig analyseren en proactief beheersen. Voordat we overgaan tot implementatie, hebben we elk detail grondig doorgesproken en geëvalueerd.’
‘Ons implementatieplan is gestructureerd in heldere fasen die mogelijke obstakels tot een minimum beperken. We geloven in volledige openheid: alles wat we doen, is vooraf besproken en uitvoerig getest. Onze klanten krijgen géén verrassingen, alleen een zorgvuldig voorbereid traject, waarin stilstand geen optie is. We zorgen ervoor dat alle bedrijfsprocessen blijven draaien terwijl we moderniseren en garanderen een succesvolle go-live.’
Duurzame relaties, geen snelle winst
‘Duurzame relaties ontstaan niet alleen door succesvolle implementaties, maar ook door eerlijk advies’, zo stelt Sier. ‘Als een standaard softwareoplossing beter past voor een relatie, zullen we dat altijd aangeven. Het gaat immers om een duurzame relatie, niet om snelle winst.’
Die focus op duidelijkheid vertaalt zich ook naar de manier waarop Codeless communiceert met klanten. ‘Een realistische planning is essentieel’, stelt Sier. ‘Als er geen fixed price kan worden aangeboden, of een deadline niet haalbaar is, dan moet dat direct geadresseerd worden. Transparantie voorkomt teleurstellingen.’
Speeltuin versus realiteit
Eén van de grootste valkuilen bij IT-projecten is volgens Sier dat het een ‘speeltuin’ wordt. ‘Iedereen vindt het leuk, denkt er iets van te weten en heeft een nice-to-have. Wij hebben dat leergeld ook betaald. Dan wil iedereen wat en ineens is het een Ferrari. Maar de klant kan die Ferrari niet betalen en erger nog: er niet in rijden.’
‘Wij hebben een klant gehad die wilde 172 dingen in de applicatie gebouwd hebben toen we klaar waren’, zegt Sier ‘De changelist was net zo groot als het project zelf. Uiteindelijk zijn er 42 overgebleven. Ben je dan een dief van je eigen portemonnee? Misschien, maar het rendement voor de lange termijn is beter.’
Alle stakeholders aan tafel en total cost of ownership
Een succesvolle IT-implementatie begint bij het betrekken van de juiste stakeholders, vroeg in het proces. Codeless richt zich daarom op het volledige plaatje: de total cost of ownership.
‘De initiële investering is slechts een startpunt’, zegt Sier. ‘Elementen als de licenties, hosting, onderhoud, support én de eigen bezetting zijn net zo belangrijk als de initiële implementatie. Het is essentieel om niet alleen te kijken naar de korte termijn, maar ook naar de langetermijnimpact. Hoe blijft de oplossing schaalbaar? Wat zijn de implicaties voor de operationele kosten versus the return on investment (ROI)? Dit zorgt voor een solide businesscase en voorkomt verrassingen later in het traject.’
‘Ons software kent geen grenzen’
De Slim Software Nabouwen-methodiek werpt zijn vruchten af. Codeless groeide in de laatste jaren van 50 naar 100 medewerkers en ook weten steeds meer grote partijen het bedrijf te vinden. ‘Onze software kent eigenlijk geen grenzen’, stelt Sier. ‘Maar het is aan ons om samen met klanten koers te houden en een heldere, realistische langetermijnstrategie uitstippelen.’
‘We hebben talrijke praktijkvoorbeelden en ervaringen verzameld’, zegt Sier. ‘De kennis die we bij het ene project opdoen, kunnen we direct toepassen bij het volgende. Na afloop van elk project analyseren we kritisch: wat kan er efficiënter? Waar zijn we tekortgeschoten? Onze filosofie is continue verbetering. We meten elk aspect van onze werkzaamheden en sturen onze aanpak voortdurend bij. Ons doel is alleen succesvolle softwaretrajecten op te leveren en de beste software te maken voor bedrijven en hun ambities.
Met de Slim Software Nabouwen-methode vernieuwt Codeless verouderde software tegen een vaste prijs, gegarandeerd binnen budget en binnen het afgesproken tijdsbestek. Ze leveren een exacte kopie zonder broncode-toegang, met minimale operationele verstoring. Ontdek hoe Codeless jouw legacy-systemen succesvol kan moderniseren en bekijk klantcases op Codeless.com.
Oorlog in Europa geeft Defenture flinke rugwind: ‘We doen alles anders dan de gevestigde orde’
Premium - Defenture daagt met succes de grote namen in defensievoertuigen uit. Het Nederlandse bedrijf profiteert volop van de groeiende vraag naar militair materieel in Europa. De orderportefeuille is bomvol, vertelt ceo Henk van der Scheer. 'We willen echt het verschil maken voor de jongens en meiden in het veld.'
Defenture-ceo Henk van der Scheer: 'Er was destijds weinig budget en ambitie in Den Haag.' Foto: Defenture
Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn
Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.
Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.
Komen de robots? Nederlandse roboticabedrijven werken nog altijd aan de doorbraak
Robots zouden zo'n beetje de halve wereld overnemen, dachten we pakweg 15 jaar geleden. Maar zelfs met een dramatisch tekort aan mensenhanden beleven de Nederlandse roboticabedrijven nog geen onstuitbare doorbraak. Mede dankzij AI komt die wel een stuk dichterbij. 'De potentie en de noodzaak van robotisering zijn enorm vanwege de arbeidsschaarste.'
Het Nederlandse bedrijf Pixelfarming Robotics ontwikkelt slimme agrobots, zoals deze onkruidbestrijder.
De robots komen! Het klinkt al haast ouderwets, maar niet eens zo gek lang geleden becijferden rapporten de impact die robotisering zou hebben op hoe we werken – en hoeveel werk er nog zou overblijven voor de mens. Inmiddels verschijnen dergelijke onderzoeken over AI en valt het met die opmars van de robots op ons werk, in het ziekenhuis en thuis wel mee.
Of eigenlijk tegen. In Nederland zijn genoeg roboticabedrijven die aan de weg timmeren met de volgende generatie robots. Niet de enorme reuzen die bijvoorbeeld in de auto-industrie achter een veilig hekwerk lassen en pletten, maar hanteerbare machines die als collega van silicium en staal het geestdodende, ongezonde werk overnemen. Dat type robot, de co-bot, bestaat al meer dan tien jaar. Maar waar zie je hem terug?
Smart Robotics: uitzendbureau voor co-bots
Co-bot was een buzzword toen Heico Sandee in 2015 startte met Smart Robotics. Ook in die tijd viel het kwartje al bij potentiële klanten: een robot is nooit ziek, moppert niet over eentonig werk en heeft niets met arboregels te maken. Daar stond de complexiteit tegenover, en vooral de aanschafkosten.
Smart Robotics besloot die drempel weg te nemen en profileerde zich aanvankelijk als een ‘uitzendbureau voor robots’: zijn robotarmen waren te huur en dankzij de in huis ontwikkelde software snel inzetbaar op verschillende plekken in de distributiecentra.
Dat liep goed. Deeptech-investeerder Innovation Industries kwam aan boord en in 2022 stapte zelfs een fonds van Toyota in als aandeelhouder. De startup uit Best werd door heel Europa actief.
Toch was de groei niet ongebreideld: Sandees bedrijf heeft in de bijna tien jaar van zijn bestaan honderd robotarmen geleverd aan klanten. Die kunnen steeds knappere dingen: dozen met afwijkende maten op een pallet stapelen is een ding, maar een kwetsbaar item als een kledingstuk in folie in een doos stoppen kan-ie ook. Meesterwerk voor een robot.
Acceptatie nog steeds laag
‘Ons doel was en is om een wereldspeler worden met robots die breed inzetbaar zijn in verschillende markten’, zegt Sandee. ‘Later zijn we ons volledig gaan focussen op de logistiek. De acceptatie is daar nog steeds laag, maar dat betekent niet dat er geen gigantische groeipotentie is. De potentie en de noodzaak van robotisering zijn enorm vanwege de arbeidsschaarste, gelukkig zien steeds meer bedrijven dat in.’
Sandee mag niet alle namen van klanten noemen, maar reken maar dat de grootste e-commercebedrijven en pakketvervoerders inzien dat het reservoir aan arbeidsmigranten dat naar hun hallen komt om er te werken, niet oneindig is.
Een uitzendbureau is Smart Robotics met zijn zestig werknemers niet meer. En dat hoeft ook niet. De robotarmen zijn zó snel en flexibel in te zetten, dat ze zichzelf binnen drie jaar terugverdienen. ‘Als je een volledig nieuw distributiecentrum ermee uitrust, is het zelfs de helft.’ Dat is vooral te danken aan de ontwikkeling van software, waar AI zorgt voor ongekende nieuwe mogelijkheden.
‘AI gaat kneiterhard en daar borduren we op voort. Onze robots leren zelfstandig en worden elk kwartaal slimmer, bijvoorbeeld in beeldherkenning en complexe bewegingen. Als je een verkeerde iPhone of per ongeluk 2 iPhones in een doosje stopt, is dat een kostbare fout. Wij gaan heel ver om dat te voorkomen.’
Het klopt dat vooral Amerikaanse concurrenten al een stuk groter zijn geworden en geautomatiseerde magazijnen bevolken met hun robots. ‘Zij zetten in op één specifieke toepassing, wij kiezen voor een robot die verschillende taken kan leren. Tijdens corona hebben we hard gewerkt om voor elkaar te krijgen dat de klant hem ook zelf kan installeren, als een soort Ikea-product.’
Het duurt langer dan gehoopt om zijn ‘pick and place’-hulpjes uit te zetten, geeft Sandee toe, maar de grote groei komt eraan. ‘We gaan uitbreiden in kleding en plekken waar heel verschillende artikelen worden behandeld. Het orderpicken van boodschappen bestaat bijvoorbeeld uit tientallen producten per order. Dat maakt het complexer, maar het gaat lukken. Dat is sowieso mijn tip voor andere ondernemers: kies je niche.’
Avular: mobiele robots en drones
AI maakt robots flexibeler, en het Brabantse Avular combineert die steeds slimmere software met mobiele hardware. Een drone was waar het in 2015 begon voor de startup van Albert Maas, bedoeld voor gewasinspectie of het checken van industriële installaties op risicovolle plekken. In de jaren erna veroverde het Chinese DJI met zóveel overmacht en scherpe prijzen zo’n 90 procent van de dronemarkt, dat zijn roboticabedrijf de koers meer verlegde richting op maat gemaakte robots met een grote autonomie.
‘We zijn in 2018 feitelijk compleet opnieuw begonnen met alle opgedane kennis. Het bouwen van een robot is veel complexer dan alleen goede hardware neerzetten, je moet ook verstand hebben van software, sensortechniek, het moet robuust zijn en last but not least, gemakkelijk in het gebruik.’
Al die know-how past Avular de laatste jaren dus toe op een drone en een rijdend platform. ‘Soms blijkt een rijdend voertuig een betere oplossing dan een drone.’
Alternatief voor Chinese drones
Op die mobiele basis bouwt Maas exact wat aansluit bij de taken die zijn klant wil robotiseren. ‘We ontwikkelen zoveel mogelijk techniek in eigen huis, van batterijen tot vluchtcontrollers. Maar de echte intelligentie zit in de software, daarin investeren we zwaar.’
ProRail inspecteert op rangeerterreinen zijn materieel met een karretje van Avular, een ander project gaat over inspectie van een bijzonder gewas: golfterreinen. Maas: ‘Projecten zijn vaak vertrouwelijk, omdat klanten er concurrentievoordeel uit halen.’
Tot nu toe heeft ook Avular bij zo’n honderd klanten robots uitgezet. Soms is het maatwerk, soms wil een klant zelf aan de slag met de basis die in Eindhoven van de band rolt. ‘Naarmate pilots overgaan in een commerciële fase, verwachten we de komende jaren flink te groeien.’
Zelf wil Maas financiering ophalen om de serieproductie starten van een rijdende robot, en drones voor noodhulp en beveiliging van objecten. ‘Daar zien we kansen, want er is een grote vraag naar drones van Europese makelij waarbij de dataveiligheid gegarandeerd is. Wij bieden een Europees alternatief voor Chinese drones.’
Behoefte aan deeptech-kapitaal
Avular heeft inmiddels zestig medewerkers en Maas wil de komende drie jaar groeien naar 2.000 robots in het veld. Hij ziet om zich heen dat Nederland een sterke uitgangspositie heeft om de toekomst van robotica te bepalen.
‘We hebben enorm veel kennis, zeker hier in Eindhoven, met een sterke basis in de regel- en sensortechniek uit onze hightechindustrie. Vergeet niet dat we ook sterk zijn in design: daarmee maken we een unieke koppeling tussen de techniek en een gebruiksvriendelijke interface.’
Waar de Nederlandse robotica behoefte aan heeft, afgezien van een markt die sneller de robots van de nieuwste generatie omarmt, is kapitaal. Dat is niet anders dan bij andere deeptech, maar toch. ‘Amerikanen en Chinese bedrijven zijn veel verder in het aantrekken van durfkapitaal. Slechts 9 procent van de robotica-investeringen in Europa komt uit onze eigen regio.’
Kleinere ondernemingen moeten met robots aan de slag
Die Nederlandse krachtenbundeling in de robotica is iets waar Thijs Dorssers zich al jaren voor inzet, eerst met Holland Robotics en sinds kort met NL Robotics. Het ecosysteem verdient meer aandacht dan het krijgt, ook vanuit de overheid die de afgelopen jaren vanuit het Nationaal Groeifonds toch best wat programma’s heeft gefinancierd. ‘Aanvragen waren vaak gefocust op sexy technologieën als AI, nanotech en semiconductors, terwijl er volop kansen zijn voor onze sector.’
Voorwaarde is wel dat na de grote fabrieken ook kleinere ondernemingen aan de slag gaan met robots. ‘We hollen te hard vooruit, we zorgen te weinig voor toepassing van de technologie in eigen land. Daar missen we een grote stap.’
In de logistiek ziet Dorssers wel beweging, en in de landbouw zijn melkrobots al lang gemeengoed en komen onkruidbestrijders ook op (op de foto bij het artikel een exemplaar van Pixelfarming).
Menselijke robots voor sociale acceptatie
‘Het heeft in Nederland weinig zin om industriële robots te ontwikkelen, want we hebben weinig grote productiebedrijven. Maar neem de zorg en horeca: door een enorm tekort aan personeel is daar de nood hoog. De sociale acceptatie is daar nu nog een obstakel, mensen moeten de techniek leren begrijpen en waarderen.’
Als de robots ‘menselijk’ genoeg worden, komt die acceptatie ook op gang. ‘Vroeger werden robots nog gesaboteerd omdat mensen bang waren dat hun baan in gevaar was. Iedereen snapt nu wel dat ze er juist zijn om je werk te ondersteunen, niet om het over te nemen.’
Voor een mkb-bedrijf is de investering nog een drempel, al rekent een businesscase voor een bot zich wel rond. ‘Je moet je processen soms net iets anders inrichten. En het zou goed zijn als banken of leasebedrijven zo’n ondernemer helpen.’
De robotbranche zal de komende tijd moeten blijven laten zien hoe goed die extra handjes hun werk doen. Samen met klanten en kennisinstellingen blijven ontwikkelen, tot pakweg op de horecabeurs de robots perfect cocktails shaken of pannenkoeken bakken.
Monumental: metselrobot komt van een outsider
Of stenen metselen, want dat doet de robot van Monumental. Laad bakstenen in het karretje van de metselrobot en hij trekt met twee armen – een voor de specie, een voor de stenen – een muurtje voor je op die de goedkeuring kan wegdragen van metselaars van vlees en bloed.
De startup is, net als zijn medeoprichter Salar al Khafaji, een outsider in de Nederlandse robotica. Zonder lang verleden (Monumental werd in 2021 opgericht) en zonder achtergrond in de Delftse of Eindhovense hightech. Al Khafaji verkocht eerder zijn data-startup Silk aan het Amerikaanse Palantir en werkte een paar jaar in Silicon Valley.
‘Mij viel op, dat de meeste robotica-bedrijven zijn opgericht door mensen met een sterke technische achtergrond. Die lossen technische problemen op en zoeken daarna de beste toepassing, even gechargeerd gezegd. De aansluiting op de markt is matig. Ze zijn gericht op optimaliseren, op alles sneller en beter maken. Zo blijven ze steken in de fase van system integrator in plaats van dat ze een product leveren.’
‘Wij zijn geen roboticabedrijf’
Monumental keerde dat om. Al Khafaji bedacht tijdens de coronapandemie dat hij iets wilde doen aan het tekort aan woningen, dat deels ontstaat door het gebrek aan goede vaklui. We komen nu al duizenden metselaars tekort, in de toekomst zijn het er in Europa honderdduizenden. Zou robotisering daarbij niet kunnen helpen?
Nogal outside the box denkend, deden Al Khafaji en zijn medeoprichter Sebastiaan Visser onderzoek, stelden een technisch team samen en gingen in een Amsterdamse werkplaats aan het hacken.
Inmiddels heeft hij 35 mensen aan het werk. ‘Wij zijn geen roboticabedrijf. Uiteindelijk bestaat een robot uit hardware die om een paar assen beweegt, je hebt vooral kennis van de controle- en regeltechniek en software nodig om er een te maken.’
Fundingronde van 25 miljoen
Het resultaat, na twee jaar en een internationale fundingronde van 25 miljoen dollar, is as we speak al aan het werk op Nederlandse bouwplaatsen. Monumental rekent met zijn klanten af per duizend bakstenen en wil dit jaar tien robots in bedrijf hebben. De eerste villa is al voor een deel gemetseld door de robot, die elke dag bijleert. ‘AI is fundamenteel voor onze robot. Die moet onder meer bakstenen kunnen herkennen, terwijl ze allemaal net iets anders van vorm zijn.’
Behalve AI en het continu doorontwikkelen van zijn robots met de input vanuit de bouwput is de acceptatie van de nieuwe technologie net zo cruciaal voor Monumental als voor andere roboticabedrijven. ‘Als er iets niet goed werkt, moet je het snel oplossen. Maar we zien dat klanten beginnen te begrijpen dat onze robot kwaliteit levert en precies werkt. Natuurlijk worden er volop grappen gemaakt als iets misgaat, dat incasseren we gewoon. Uiteindelijk moet aan het eind van de dag die vierkante meters er staan. En als dat lukt, verandert het perspectief van aannemers en groeit het vertrouwen.’
Om onze site goed te laten functioneren, te verbeteren en u de beste ervaring te geven, gebruiken we cookies! Surfen op deze site = akkoord met cookies. OkLees verder
Privacy- & Cookiebeleid
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.