Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

It’s (not yet) a woman’s world

Het aantal vrouwelijke ondernemers groeit. Bungelde Nederland een aantal jaar geleden onderaan als het aankwam op aantallen, nu lopen we ineens voorop. Maar doorgroeien blijkt lastig. Een nieuw coachingsprogramma moet vrouwen dat bekende duwtje in de rug geven.


Ja, dit wordt inderdaad weer zo’n stukje over werkende vrouwen, de zelfcensuur die ze zichzelf opleggen en het verschil met mannen. Alleen gaat het nu eens niet over het glazen plafond en waarom vrouwen niet doorstoten in de top van het bedrijfsleven, maar over de doorgroeimogelijkheden van vrouwelijke ondernemers. Wie denkt dat vrouwen daarin mijlenver achterlopen op mannen, loopt misschien zelf wat achter op de feiten. Daarom eerst wat feitjes over vrouwelijke ondernemers:

  • Er zijn in Nederland 348.000 vrouwelijke ondernemers, relatief gezien meer dan in de VS
  • 46 procent van de werkenden en 35 procent van de starters is vrouw
  • 80 procent van de vrouwen start een onderneming wegens het aantrekkelijke perspectief (en dus niet noodgedwongen, slechts 6 procent doet het uit nood)
  • 14,5 procent is bang om te falen, 10 procent van de mannen
  • 74 procent van de vrouwelijke ondernemers denkt goede capaciteiten te hebben, 95 procent van de mannen
  • 10 procent van de vrouwen stopt na een aantal jaar met hun onderneming, tegenover de helft van de mannen
  • Van alle ondernemers die failliet gaan, is 15 procent vrouw, tegenover 85 procent van de mannen

Syntens en Eigenbaas.nl

Zo nu weten we tenminste een beetje waar we het over hebben. Duidelijk is dat de kloof tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers dus steeds minder groot wordt en dat vrouwen het op sommige punten zelfs beter doen dan mannen. Toch valt er nog het een en ander te verbeteren. Dat vindt ook de Europese Commissie. Met name als het om groeiambities gaat – high growth – dan blijven vrouwelijke ondernemers nog achter. Vrouwen hebben meer moeite met het verkrijgen van financiering, ze ontberen daarvoor een netwerk. Dus blijven hun bedrijfjes kleiner, draaien minder omzet en halen minder winst. En ze leggen nog altijd te veel bescheidenheid aan de dag, ze durven niet ‘groot’ te denken. “Vrouwen zijn zelf altijd het meest verbaasd over hun eigen succes”, aldus onderneemster Patricia Becker.

Reden voor de EC om er een programma tegenaan te gooien dat de vrouwen kan steunen in de klim omhoog. Uit onderzoek blijkt dat onderneemsters daar vooral behoefte aan hebben. En dus werd gisteren met behulp van deze zegen van boven op het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het ‘WE (Women Entrepeneurship) keep on growing’-programma gelanceerd in samenwerking met netwerkorganisaties Eigenbaas.nl en Syntens. WE keep on growing gaat de komende 2 jaar dertig uitverkoren onderneemsters coachen en steunen.

Katalysator van economische groei

Afgezien van het feit dat als Europa oproept tot actie, nationale overheden en dus ook Nederland daar tegenwoordig moeilijk omheen kunnen, is het stimuleren van vrouwelijk ondernemerschap natuurlijk ook goed voor de Nederlandse economie. Historisch gezien blijken ondernemers de katalysator van economische groei te zijn. De meeste bedrijven worden gestart tijdens een recessie. Het zijn bedrijven jonger dan 5 jaar die banen produceren. En het zijn de jonge bedrijfjes die de meeste innovaties generen. Dat de EU het programma grotendeels betaalt en het ministerie er bijna zelf niets in hoeft te stoppen, maakt het natuurlijk ook een stuk makkelijker om deel te nemen.

En zo kon Verhagen gister door ook nog even op het aloude ondernemersschap van boerinnen te wijzen, met wat humor in een klap zijn drie beleidsterreinen bestrijken met een enkel programma. Verhagen ontkende overigens dat als de EU niet met deze call for action was gekomen, er misschien helemaal geen programma was. Volgens hem was er meer sprake van dat ‘zaken bij elkaar kwamen’: “Ook op het ministerie waren we al een tijdje bezig met het uitwerken van ideeën om vrouwelijke ondernemers te steunen.”

Jessica Gal

Voor het programma heeft Syntens vijftien coaches geselecteerd die elk twee ondernemers mochten uitkiezen die ze wilden begeleiden. De ondernemers moesten hun businessplan pitchen en zijn gescand met een 0-meting op groeipotentie. Een van de geselecteerde onderneemsters is oud-judoka Jessica Gal, die sinds 2009 een eigen sportmedisch adviescentrum heeft. Via LinkedIn werd ze getipt over de pitch van Syntens voor deelname aan het programma. “Je loopt toch tegen bepaalde vragen aan op het gebied van marketing, pr en acquisitie waar je zelf niets mee kan. Je vraagt jezelf af of bepaalde processen niet efficiënter kunnen. Het is moeilijk om de richting te bepalen waar je heen wilt, het ontbreekt je aan een netwerk. En soms doe je dus maar wat.”

Patrica Becker, een van de geselecteerde coaches, herkent dat soort hobbels maar al te goed. Met haar bedrijf Career Generators, begeleidt ze al jaren topvrouwen met strategische vraagstukken en carrièrevragen. “Zelf zat ik daarvoor in allerlei topfuncties. Soms zat ik om half 7 ‘s ochtends in de auto op weg naar een vergadering en dacht ik: ‘hoe kom ik deze meeting heelhuids door’. En dan had ik geen idee wie ik kon bellen voor wat support.”

Bescheiden ambities

Die steun op de achtergrond is een mentor, een docent, een klankbord of adviseur, waarop onderneemsters in de dop een beroep kunnen doen voor het spreekwoordelijke duwtje in de rug. Het WE-programma moet daar dus in voorzien. De coaches hebben minstens eenmaal in de maand een gesprek met hun pupillen. “Daar ben je dus minstens een halve dag aan kwijt, en aangezien we allemaal een volle agenda hebben is dat dus best een flinke tijdsinvestering”, aldus Becker.

Aan het programma zijn meetbare doelen verbonden. De dertig onderneemsters hebben nu gezamenlijk een waarde van 5 miljoen euro en 69 fte in dienst. Dat moet over 2 jaar zijn gegroeid naar 6 miljoen en 83 fte. Ook moet elk bedrijf gezorgd hebben voor minstens een innovatie. Gezien de superlatieven die tijdens de bijeenkomst werden geuit, werd zowat de groei van de hele Nederlandse economie op de schouders gelegd van de aanwezige onderneemsters. Maar de vrouwen zijn daar allerminst bang voor. Volgens Becker zijn de coaches het er onderling over eens dat de ambities zelfs wat aan de (te) bescheiden kant zijn: “Van die doelen worden we niet erg warm. Laten we zeggen dat we die 20 procent groei in 1 jaar al gaan halen.”

Groeispurt

Al met al is WE keep on growing met name een kwalitatief programma. De afgelopen tien, vijftien jaar zijn al tal van vrouwennetwerken verrezen. Maar net als de aantallen vrouwen in de bestuurskamers lijkt het toch nog niet echt een groeispurt te veroorzaken. Is Verhagen ervan overtuigd dat dit programma gaat helpen? “Zoiets heeft tijd nodig. Toen mijn vrouw ging studeren was een derde vrouw, toen mijn dochter medicijnen ging studeren, was al tweederde vrouw. Het is een kwestie van initiatieven stimuleren om die boost te krijgen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nog een vraagje dan: als mannen zoveel beter zijn in facetten van het ondernemersschap dat vrouwen (nog) niet beheersen waarom zit er dan maar een mannelijke coach in het programma? Is het geen idee om eens een coachingsprogramma te starten zodat vrouwen het trucje van de mannen kunnen afkijken? “Als mannen wat meer tijd hieraan zouden besteden, dan zou ik dat zeker toejuichen”, aldus de minister.

Lees ook: 

4 vragen die je team direct creatiever maken (en wat je daarbij kan leren van Barbie)

Een Barbie-film die het management bijna afwees, werd een kaskraker. Daaruit zijn lessen te halen over het stimuleren van creatief denken, ziet innovatie-expert Simone van Neerven. Vier simpele vragen kunnen je team bevrijden van middelmatigheid – zonder zitzak of pingpongtafel.

creativiteit barbie film greta gerwig margot robbie
Actrice Margot Robbie speelt de hoofdrol in de film Barbie. Foto: Getty Images

Na jarenlang tegenvallende en steeds verder wegzakkende verkoopcijfers van Barbie, wist de ceo van Mattel, het moederbedrijf van Barbie, dat er wat moest gebeuren. Al langer had hij het idee om iets met Hollywood te doen en zocht daarom een producer, regisseur en schrijver.

De eerste die aan boord kwam, was Margot Robbie, die de film voor Mattel in samenwerking met Warner Bros zou gaan produceren. Zij stelde voor dat Greta Gerwig de regie zou gaan doen, die met eerdere films had laten zien dat zij een frisse blik kon brengen op uitgekauwde genres.

Een gewaagde keuze, want Gerwig stond vooral bekend om haar indringende, emotionele verhalen en diepgaande personages, iets dat zeker niet met Barbie werd geassocieerd.

‘Dat laten ze ons nooit doen’

In eerste instantie zou Gerwig de film alleen regisseren, maar zij raakte zo gefascineerd door Barbie dat ze het voor elkaar kreeg om ook het script te mogen schrijven.

Naarmate ze dieper in het onderzoek belandde, kreeg ze steeds meer het idee om zoiets prikkelends neer te zetten dat het management van Mattel daar geheid nee tegen zou zeggen. Toen het script klaar was en ze het aan Robbie gaf, bevestigde zij dat: ‘Dit gaat echt veel te ver. Dat laten ze ons nooit doen.’

Toch lukte het de vrouwen om het onconventionele script goedgekeurd te krijgen. De film werd een groot succes en was een van de meest bekeken films in 2023. Het zette Barbie weer op de kaart en de verkoopcijfers van Mattel schoten omhoog.

Het gebaande pad

Gerwig was enorm gedreven om met iets totaal anders te komen. Door na te denken over wat een brug te ver zou gaan, kwam ze met een script waarin ze absurditeit, satire en filosofie mixte en het traditionele beeld van Barbie aan de kaak stelde.

greta gerwig margot robbie barbie film
Greta Gerwig (links) en Margot Robbie. Foto: Getty Images

Organisaties zouden gebaat zijn bij zo’n aanpak, maar er wordt veel te vaak gedacht: ‘Het is wel goed zo.’ Of men laat zich afschrikken door de gedachte dat het idee toch wel afgekeurd zal worden door de baas. Dat leidt tot middelmatigheid en medewerkers dutten langzaam in.

Enorm potentieel

Uit onderzoek van de Lego Foundation blijkt dat maar liefst 80 procent van de volwassenen het gevoel heeft dat ze hun creatieve potentieel niet maximaal benutten op het werk. En daar ligt een enorme kans voor organisaties.

Want creativiteit is niet alleen belangrijk om tot totaal nieuwe ideeën te komen voor bijvoorbeeld een nieuw businessmodel, product of dienst. Het grootste potentieel zit ‘m juist in het oplossen van alledaagse problemen, want vaak ontbreekt daar de vindingrijkheid en komt men steeds met suboptimale oplossingen op de proppen die vervolgens weer nieuwe problemen veroorzaken.

Creativiteit kun je trainen

Uit diverse onderzoeken blijkt dat als je mensen in een creatieve, stimulerende omgeving zet, ze vanzelf creatiever worden. Maar dat betekent niet een zitzak en een pingpongtafel op de werkvloer neerzetten en eens per jaar een brainstorm sessie op de hei.

Het vraagt om ze continu mee te laten denken over uitdagende problemen, prikkelende vragen te stellen en ze te laten samenwerken met mensen die van nature continu met veel ideeën komen. Daarmee trainen ze iedere dag hun creativiteit en lossen ze problemen die ze in hun werk tegen komen makkelijker en beter op.

Makkelijker gezegd dan gedaan?

Toch worstelen veel managers met het creatiever krijgen van hun teams. Door deze vier simpele vragen te stellen zorg je direct voor meer, maar vooral originelere inzichten:

#1 Tegen welk idee of oplossing zou het management direct nee zeggen?

Deze vraag daagt mensen uit om buiten de gebaande paden te denken. Ze worden gedwongen om stil te staan bij de veronderstellingen die ze impliciet hebben over wat wel werkt en dat kan leiden tot het ontdekken van onbekende of onconventionele alternatieven. Precies zoals Gerwig dat deed voor de Barbie-film.

#2 Wat moeten we absoluut niet doen?

Met deze vraag haal je ideeën op die onbewust op voorhand worden afgeschreven, omdat mensen denken dat het niet kan. Maar vaak zijn die restricties nergens op gebaseerd, of stammen ze uit het verleden toen de omstandigheden heel anders waren. Deze vraag zorgt vaak voor hilarische momenten. Dus naast dat het frisse inzichten oplevert, verbetert de sfeer in het team ook direct.

#3 Wat zou je moeder doen?

Door deze vraag te stellen word je gedwongen om het probleem vanuit een andere lens te bekijken. De bedoeling is niet om het antwoord letterlijk over te nemen, maar na te denken over het achterliggende principe en dat te vertalen naar het probleem waar je aan werkt.

Bijvoorbeeld, een aantal stakeholders van je project komt maar niet tot overeenstemming. Je moeder zou dan iedereen uitnodigen voor een heerlijk en gezellig diner. Vertaald naar jouw onderwerp zou je een actie kunnen inzetten om alle stakeholders bij elkaar te zetten in een gemoedelijke omgeving met lekkere snacks om zo tot een constructief gesprek te komen met elkaar.

Je kunt in plaats van je moeder natuurlijk ook iemand anders bedenken, zoals Nelson Mandela, Harry Potter of Taylor Swift.

Lees ook: Taylor Swift blijft maar innoveren: dit zijn haar 8 lessen

#4 Hoe zou Ikea dit oplossen?

Ook deze vraag helpt je om op een andere manier naar de uitdaging te kijken. Door naar succesvolle organisaties te kijken, kun je leren hoe zij bepaalde uitdagingen aanpakken. Zo staat Ikea bekend om hun doe-het-zelf-concept, waarbij klanten thuis hun eigen meubels in elkaar zetten. Dat principe past Patagonia toe door hun klanten video’s aan te bieden hoe zij zelf hun eigen kapotte kleding kunnen repareren.

Bij deze vraag gaat het niet zozeer om het bedrijf Ikea (je kunt ook net zo goed Het Rode Kruis, Apple of Veja kiezen), maar om de principes en concepten die een succesvolle organisatie gebruikt.

Laat je verrassen

Een flinke creatieve boost geven aan je organisatie hoeft geen bakken met geld te kosten. Stel deze vier vragen en je zult versteld staan van de creativiteit in jouw organisatie.

Mooie bijvangst: jouw medewerkers zullen er ook een stuk gelukkiger van worden.

Lees ook deze columns van Simone van Neerven: