Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De 5 dingen die je nooit moet zeggen als manager (en wat dan wel)

'Kom niet met problemen, maar met oplossingen.' Een veelgehoorde opmerking in vergaderingen waarmee leiders zich afsluiten voor belangrijke signalen, zegt innovatie-expert Simone van Neerven. En zo zijn er nog meer 'foute' uitspraken die openheid in de weg staan.

Op 13 oktober 2013 houdt de hele wereld zijn adem even in. Een miljard mensen zit aan de buis gekluisterd en kijkt mee hoe 33 mijnwerkers, die al bijna zeventig dagen in een Chileense mijn op zeer grote diepte vastzitten, één voor één naar buiten worden gehesen. Ze komen er allemaal levend uit, terwijl de kans daarop nog geen 1 procent was.

Een speciale boortechniek had daarvoor gezorgd en dat briljante idee kwam niet van NASA of een ander gerenommeerd bedrijf. Het was de 24-jarige Igor Proestakis die onderdeel van het reddingsteam was en als taak had om het benodigde boormaterieel te leveren.

Proestakis geloofde dat er een slimmere manier om te boren was en vertelde dat aan een van de teamleden. In plaats van weggehoond te worden, werd Proestakis geholpen om zijn idee bij de juiste personen neer te kunnen leggen. André Sougarret, die de hele reddingsoperatie leidde, wilde het wel uitproberen. Het bleek de meest succesvolle boortechniek te zijn en in veel minder tijd dan verwacht lukte het om alle mijnwerkers te bevrijden.

Het was de combinatie van Proestakis die zich durfde uit te spreken en het leiderschap van Sougarret die zorgde dat het team continu bleef openstaan voor nieuwe ideeën – ook ideeën die misschien onmogelijk leken – waardoor deze operatie slaagde.

De 5 dingen die je nooit moet zeggen

Uit vele onderzoeken blijkt dat om tot betere oplossingen te komen, een diversiteit aan inzichten, perspectieven en ideeën tot het beste resultaat leidt. Het is zelfs zo dat als een nieuw idee totale onzin blijkt te zijn, het de uiteindelijke oplossing wel beter maakt.

Lees ook: Bij South Park weten ze het al jaren: hoe meer domme ideeën, hoe beter

Het is dus belangrijk om open te staan voor diverse perspectieven. Om die openheid te creëren in je team zijn deze vijf zinnen echt verboden:

#1 ‘Heeft er nog iemand vragen of opmerkingen?’

Bijna altijd blijft het muisstil als er na een presentatie wordt gevraagd naar opmerkingen of vragen. Die vraag wordt meestal geïnterpreteerd als signaal dat het gesprek of de vergadering voorbij is en nodigt daarom niet uit om iets te zeggen. Als je echt wil weten hoe je verhaal kan worden verbeterd, stel dan de vraag: ‘Heb ik wat gemist?’ of ‘Is er iets dat jij anders zou hebben gedaan en waarom?’

#2 ‘Kom niet met problemen, maar met oplossingen’

Je hebt geen zin in alleen maar geklaag, dus vraag je je team om oplossingen te brengen en niet alleen maar met problemen te komen. Maar je sluit je hiermee ook af voor zaken die weleens heel wezenlijk kunnen zijn.

Er zijn mensen die een enorm talent hebben voor het signaleren van problemen – veel eerder dan anderen – maar misschien niet de verbeeldingskracht hebben om tot een goede oplossing te komen. Of het probleem is complex en vraagt om even een stap terug te zetten en goed na te denken voordat je conclusies trekt. Als je echt continu wil verbeteren, dan werkt het veel beter om te zeggen: ‘Ik hoor graag van jullie zodat we samen aan de oplossing kunnen werken.’

#3 ‘Mijn deur staat altijd open’

Als je als manager expliciet moet zeggen dat je deur altijd open staat, is dat meestal een teken dat dat dus in werkelijkheid niet zo is. Want waarom moet dat zo expliciet worden gezegd, omdat mensen niet komen? Als je echt wil dat mensen hun zorgen, irritaties, inzichten of ideeën met je delen, dan is het beter om te zeggen: ‘Waarmee kan ik je helpen om jouw werk beter of gemakkelijker te maken?’

#4 ‘We nemen het mee’

Andere varianten zijn ‘Ik hoor wat je zegt’ of ‘Met alle respect’. Al deze zinnen worden ontvangen als een afwijzing en insinueren dat de suggestie zonder er überhaupt naar te kijken, laat staan erover na te denken, meteen van tafel wordt geveegd. Als je de suggestie echt serieus wil overwegen, maar je hebt op dat moment onvoldoende tijd, kom dan met een concreet voorstel: ‘Zullen we daar later over doorpraten, bijvoorbeeld vanmiddag om half vier?’

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

#5 ‘Alle neuzen moeten wel dezelfde kant op staan’

Hiermee zeg je dat je wil dat iedereen het met elkaar eens is en ben je eigenlijk op zoek naar consensus. Los van dat consensus meestal ook betekent dat de kwaliteit van de oplossing daalt, maak je het ook verdomd moeilijk voor iemand met een ander perspectief om zich uit te spreken. Want als jij de enige bent met een afwijkende mening, moet je veel lef en vertrouwen in jouw mening hebben om dat nog te durven zeggen.

Het enige waar consensus over moet bestaan, is het proces hoe er wordt omgegaan met meningsverschillen. Dan weet iedereen waar hij of zij aan toe is en begrijpt men waarom er soms besluiten worden genomen waar niet iedereen achter staat. Beter is dus om te zeggen: ‘Ik hoor graag van iedereen en laten we afspreken hoe we tot besluitvorming komen.’

Het tegenovergestelde van een goed idee kan ook een goed idee zijn

Als je tot betere oplossingen of besluiten wil komen, dan is het belangrijk om een scala aan perspectieven tegen het licht te houden. Hoe diverser, hoe beter. Maar diversiteit maakt het er niet makkelijker op en kan bovendien eerder tot conflicten leiden. Dan helpt het als iedereen in het team echt begrip kan tonen en niet te snel (ver)oordeelt.

Het is wat de Amerikaanse filosoof Daniel Dennett ooit zei: ‘Een van de moeilijkste dingen om te accepteren is in te zien dat mensen die het niet met je eens zijn, geen complete idioten zijn.’

Lees ook deze artikelen van Simone van Neerven: