Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Expertpanel

STELLING Een nieuwe directeur kan niet omschrijven wat zijn adviesbureau nu eigenlijk doet. Zijn bedrijf (40 fte) is een steeds losser geheel en, erger, ook de scheidslijn tussen de eigen organisatie en de netwerken van de consultants wordt steeds onduidelijker. Moet hij de organisatie stroomlijnen? Of moet hij een nieuwe vlag bedenken voor z’n lading, met daarbij de vraag: hoe doe je dat?

‘Moet ik onze consultants aan de lijn leggen?’

Rob Pols ceo ict-dienstverlener AtosOrigin

“Is een organisatie het spoor bijster, dan is er maar één plek om te beginnen: de klant. Wat willen zij en wat is hun beeld van de organisatie? Ik zou met 10 klanten om tafel gaan zitten en die vraag stellen. De vervolgvraag is dan: is mijn organisatiestructuur een reflectie van de wensen van die klanten?
De volgende stap is dan focus aanbrengen. Dit bedrijf kan met zijn 40 medewerkers maximaal 3 focusgebieden bieden, maar 2 is nog beter. Dan moet je dus ook kritisch kijken naar de mensen die er werken. Wie passen er bij die focus en wie niet? Een deel zal afvallen, die posities kun je vullen met passende mensen en zo de focus van de organisatie scherper krijgen.
Ik vermoed dat in het verleden de eigen ambitie te veel leidend geweest is en niet de wens van de klant. Het is beter om goeroes en nieuwe ontwikkelingen te volgen.
Daarnaast heeft het management een cruciale rol. Bij organisaties tot 10 man draagt sociale controle bij aan de focus. Met 40 mensen verwatert die en dat leidt ook tot een diffuser beeld. Het management moet op dagelijkse basis sturen op de eenheid van de bedrijfsactiviteiten.”

Hein Knaapen directeur human resources KPN

“Mijn eerste baas bij Philips leerde me een belangrijke les: als je niet in 1 A4’tje kunt uitleggen wat je doet, heb je het zelf niet begrepen. Dit is bij deze organisatie ook aan de hand. Er kunnen veel verschillende oorzaken zijn voor deze wanorde: toegeeflijkheid, gebrek aan kritische zin, te veel middelpuntvliedende krachten, gebrekkige leiding, kies maar. Maar ongeacht de oorzaak, de verandering moet beginnen bij de heroriëntatie op waar de organisatie voor is. Welk product of welke dienst leveren we nu eigenlijk? Dat is het makkelijkste deel.
Daarna volgt het lastige deel: de professionals zullen opnieuw moeten worden gedisciplineerd. Zij moeten terug naar het werk waar ze oorspronkelijk voor zijn aangenomen. De professionals zijn in de periode dat het bedrijf niet strak werd aangestuurd een eigen leven gaan leiden. Dat terugdraaien is een lastig proces, vaak ook een bron van veel arbeidsconflicten. Ik hoop voor de directeur dat hij daarvoor de ruggengraat heeft en dat niet al te veel medewerkers een in steen gebeitelde -arbeidsovereenkomst hebben. Het is een noodzakelijke fase waar hij met zijn bedrijf doorheen moet. Want als hij dat niet doet, kan hij wel vergeten dat zijn organisatie impact krijgt of – voor zover nog aanwezig – houdt.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Onno Maathuis zelfstandig adviseur en founding father van adviesbureau De BR-ND Positioneringsgroep

“Deze directeur moet het in de eerste plaats niet hebben over zijn bedrijf, maar over de markt waarop hij opereert. Hoe hij met zijn organisatie op die veranderende markt inspeelt, dát moet zijn verhaal zijn. Een lossere netwerkstructuur kan dan juist heel verstandig zijn. De organisatie stroomlijnen en terug in het harnas jagen is het terugdraaien van de klok. Zou ik niet doen.
Beter is het om te ‘hercategoriseren’, zoals dat in jargon heet: een nieuwe beschrijving voor je activiteiten vinden. Oliebedrijven zijn nu bijvoorbeeld energieleveranciers geworden, ze doen niet meer alleen in fossiele brandstof. Of neem Durex, eens condoomfabrikant gericht op bescherming, nu leverancier van een breed assortiment ‘speelgoed voor volwassenen’. Zo kun je ook stellen dat de termen ‘consultant’ en ‘adviseur’ eigenlijk verouderd zijn. Kennisintensieve organisaties werken in netwerkverband. De directeur kan dus beter daar een visie op formuleren. Waarom is zijn organisatie beter in het leggen van verbindingen dan zijn concurrent? Dat moet zijn verhaal zijn. Misschien moet hij ook naar een nieuwe term om zijn voormalige consultants te duiden.”

 

Na stroomopwekkende ramen stapt Ferdinand Grapperhaus met Next Sense in slim energiebeheer

Next Sense heeft de vaart erin. Het jonge SaaS-bedrijf, ontstaan uit een fusie tussen softwarebedrijven Edge Next en Sense by Physee, regelt 11,5 miljoen euro aan vers groeigeld. Ceo Ferdinand Grapperhaus (junior) kennen we van de stroomopwekkende ramen en gevels, nu richt hij zich op slimmer energiemanagement voor bedrijfspanden.

Ferdinand Grapperhaus Next Sense
Ferdinand Grapperhaus, ceo van Next Sense. Foto: Next Sense

Ze pakken door, lacht Ferdinand Grapperhaus, ceo van Next Sense. De SaaS-scaleup is nog geen jaar oud; het bedrijf ontstond in februari 2024 uit een fusie tussen Edge Next en het mede door Grapperhaus opgerichte Sense by Physee. Bij die krachtenbundeling kreeg het nieuwe bedrijf al een zak geld mee om goed uit de startblokken te kunnen.

Nu is er vers groeigeld: 11,5 miljoen euro, opgehaald in een Series A-financiering. De ronde werd geleid door durfkapitaalbedrijf ETF Partners en pensioenfonds ABP, met steun van bestaande aandeelhouders Edge, Shape Capital en Timeless Investments.

Ook Grapperhaus houdt bij de fusie een belang in de nieuw te vormen club, die hij als ceo gaat leiden. ‘In februari hebben Coen (van Oostrom, ceo van Edge, red.) en ik al tegen elkaar gezegd: het zou mooi zijn als we aan het einde van het jaar een investeringsronde hebben afgesloten’, vertelt hij. ‘Om als zelfstandig bedrijf verder te kunnen groeien. De afgelopen jaren is het een heel groot thema geweest om meer pensioengeld richting het Nederlandse startup-ecosysteem te krijgen. Ik ben heel enthousiast over de commitment van ABP en onder de indruk van in hoeveel scaleups ze al zitten.’

Lees ook: Greenchoice-oprichters geven met Green Impact Investing hun duurzame portfolio meer smoel

Van buiten naar binnen

Next Sense heeft weinig meer te maken met de stroomopwekkende ramen waarmee Grapperhaus en zijn toenmalige compagnon Willem Kesteloo in 2014 beginnen. Hun innovatie levert de ondernemers in 2020 een notering in de MT/Sprout Challenger50 op. Uit de ‘zonneramen’ vloeit het idee voort voor gevels met geïntegreerde solarcellen en sensoren, die via het glas stroom en data leveren waarop het automatische bedieningssysteem voor de zonwering bijvoorbeeld draait.

Vervolgens willen klanten ook weten wat er ín hun panden gebeurt. Of het energie- en stroomverbruik van de gebouwen als geheel in kaart kan worden gebracht? Daar komt de energie-optimalisatiesoftware van Sense bij Physee uit voort.

‘We hebben in Delft een algoritme ontwikkeld dat doorlopend scant waarop bespaard kan worden. Waar de verwarming lager kan, waar het licht kan worden gedimd’, vertelt Grapperhaus. ‘Maar de basis hadden we overgeslagen. We misten een dataplatform voor monitoring. Daar is, sinds de CSRD-beweging twee jaar geleden op gang is gekomen, steeds meer vraag naar. Dat platform had Edge Next.’

Voorspellende software

De deeloplossingen zijn het afgelopen jaar samengevoegd in het nieuwe Smart Building-platform. Dat combineert meerdere functionaliteiten: monitoring, data-analyses voor duurzaamheidsrapportages en energieoptimalisatie met AI-gestuurde technologie. Plus een module die bij onderhoud of renovatie middels simulaties voorrekent welke duurzaamheidswinst bepaalde maatregelen of ingrepen opleveren.

Concreet voorbeeld, zegt Grapperhaus: ‘De software kan goed voorspellen in hoeverre het licht overdag moet worden gedimd en hoe snel een ruimte, afhankelijk van de grootte, het aantal ramen en het aantal aanwezigen, opwarmt op dagen met veel zon. Dan kan de verwarming een paar uur van tevoren al lager worden gezet. Zo is het systeem doorlopend op zoek naar de juiste balans.’

Lees ook: Nederlands Return haalt 100 miljoen euro groeigeld op om energietransitie te versnellen

Next Sense rekent een vierkantemeterprijs per jaar, afhankelijk van de diensten die een klant afneemt. Wat krijgen ze daarvoor terug? ‘Een energiebesparing van tenminste 20 procent’, zegt Grapperhaus. ‘Het energieverbruik van bedrijfspanden heeft serieuze impact op de CO2-uitstoot van een onderneming. En de kloof tussen hoe energiezuinig een gebouw kan draaien en hoeveel energie er daadwerkelijk wordt verbruikt, is best groot.’

Geen hardware meer

Na de fusie maakt Next Sense – de namen zijn ook samengevoegd – nog een pivot: de scaleup stopt met het aanbieden van hardware. Grapperhaus cq. leverden de sensoren en andere meetapparatuur eerst zelf. ‘Maar we kwamen tot de conclusie dat we het onszelf daarmee te moeilijk maakten’, zegt de ceo. ‘Bovendien vroegen klanten er steeds minder om. Die installeren gebouwbeheerinstallaties van gevestigde partijen als Siemens en Schneider. Daar moet je niet mee willen concurreren. Zij doen waar zij goed in zijn, wij leggen daar een softwarelaag overheen.’

Sensorleverancier Schneider is zelf ook met energiemanagementbeheersystemen bezig. Daar maakt Grapperhaus zich niet zo’n zorgen over. ‘Je moet redeneren vanuit het klantperspectief. Stel, je hebt een vastgoedportefeuille met vijftien gebouwen, waarvan drie zijn voorzien van installaties van Schneider en de rest met meters van een andere leverancier. Dan ga je op zoek naar een oplossing waarmee je al die systemen vanuit dezelfde omgeving kan aansturen. Dat bieden wij.’

Kan Next Sense apparatuur van alle hardwareleveranciers aansluiten? ‘Soms moeten we er specifieke afspraken over maken, maar over het algemeen gaat dat wel goed.’

Chanel en Microsoft

De markt reageert alvast enthousiast op de fusie. Het afgelopen jaar is de maandelijks terugkerende omzet (MRR) volgens Grapperhaus meer dan verdubbeld. ‘Van 70.000 euro begin dit jaar gaan we nu richting de 160.000 euro. We hebben een aantal nieuwe klanten aangesloten en deals met bestaande klanten uitgebreid. Met modehuis Chanel zijn we klein gestart; nu monitoren we 70 boetieks in Europa en hebben we net de eerste kantoren en winkels in het Midden-Oosten aangesloten. Met Microsoft zijn we begonnen in twee landen en inmiddels actief in zes.’

Lees ook: Sympower wil met 21,3 miljoen groeigeld nog meer energieslurpers helpen om geld te besparen

Grapperhaus kreeg het afgelopen jaar nog een opdracht mee: de twee culturen en teams samensmeden. ‘We hebben vooral veel gepraat’, zegt hij. ‘Over hoe we onze cultuur en waarden zien, ons product. Ik denk dat de verhuizing naar het nieuwe hoofdkantoor, bij Amsterdam Lelylaan, belangrijk was om er één club van te maken. Physee zat in Delft, Egde Next bij de moederorganisatie in Amsterdam-Zuid. Als de ene helft bij de andere had moeten intrekken, trek je de verhoudingen scheef. Nu zijn we met z’n allen – 40 medewerkers – opnieuw begonnen, op een nieuwe locatie.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Flink wat leergeld

Wat wordt voor 2025 de focus? ‘Groei’, zegt Grapperhaus. ‘We investeren in verdere productoptimalisatie en zetten extra mensen voor de implementatie en voor sales. We willen de huidige lijn doorzetten en jaarlijks blijven verdubbelen – zowel qua omzet als impact. Vastgoed is verantwoordelijk voor 40 procent van de mondiale CO2-uitstoot, terwijl van de kantoren in Europa momenteel slechts 3 procent aan de uitstootnorm van het Parijsakkoord voldoet.’

Terugkijkend is het een lange weg geweest, zegt hij, waarin flink wat leergeld is betaald. ‘Maar eigenlijk is het logisch dat we op dit punt zijn uitgekomen. Willem en ik hebben vanaf de start gezegd dat we impact wilden hebben op de gebouwde omgeving. In plaats van met iets compleet nieuws te komen, kunnen we beter optimaliseren wat er al is, weten we nu. Ken je die uitspraak van ondernemer Uri Levine? Fall in love with the problem, not your solution. Die mindset is nodig om met oplossingen voor de energietransitie te komen.’

Deze Nederlandse bedrijven recyclen drankkartons en maken er nieuwe producten van

In samenwerking met Tetra Pak - Drie Nederlandse recyclingbedrijven delen kennis, technologie én financiële cijfers om drankkartons efficiënt te verwerken. Met succes: Recon Polymers, AVK Plastics en Yellow Dreams maken van lastig recyclebaar afval nieuwe producten voor de Europese markt.

recon polymers tetra pak drankkartons
Het PolyAl-materiaal wat binnenkomt bij Recon Polymers kan het bedrijf verwerken tot belangrijke nieuwe grondstof. Foto: Recon Polymers

Nadat het papier uit drankenkartons is gewassen, persen verwerkingsbedrijven het niet-papiergedeelte, genaamd PolyAL, in grote balen. Dit is een waardevolle grondstof voor recyclers zoals Recon Polymers.

Recon Polymers is een van de tien Europese fabrieken die PolyAl op een kostenefficiënte manier verwerken, legt Dirk van Loon uit, directeur van het bedrijf. ‘Dat gebeurt met energiezuinige machines, zonder hoge temperaturen.’

Het papier uit de drankenkartons krijgt opnieuw waarde als grondstof voor papieren producten. Bas Gehlen, voormalig directeur van hygiënepapierproducent WEPA Nederland: ‘De papiervezels van drankenkartons zijn van hoge kwaliteit: ze zijn lang, zacht en bevatten weinig vulstoffen.’ Daardoor kunnen ze gerecycled materiaal gebruiken om producten zoals toiletpapier, tissues en verhuisdozen te maken.

Capaciteit opschroeven

Inmiddels is Gehlen directeur van de recycler Yellow Dreams, waar hij met de steun van drankenkartonproducent Tetra Pak investeert in een nieuwe PolyAl-recyclingfabriek in Ittervoort. Die fabriek zal jaarlijks 20.000 ton PolyAl kunnen verwerken.

Strategisch gelegen nabij de Belgische en Duitse grens, dekt de fabriek het volledige volume uit België en Nederland, en een deel van het volume uit Duitsland. De fabriek maakt gebruik van de techniek die Recon Polymers eerder ontwikkelde.

Hoe zat het ook alweer: recycling van drankenkartons in Nederland

Drankenkartons, zoals die voor sap of zuivel, bestaan uit verschillende materialen: gemiddeld 70 procent karton, 25 procent kunststof en 5 procent aluminium. Het papier wordt al veel gerecycled, bijvoorbeeld voor hygiënepapier. Het kunststof en aluminium, samen PolyAl genoemd, vormen een nieuwe herbruikbare grondstof die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor transportpallets en meubels.

In de tweede helft van 2023 werd 24 procent van het totale gewicht aan drankenkartons gerecycled. In 2024 wordt verwacht dat de wettelijke doelstelling van 37 procent zal worden gehaald. In 2030 moet dat percentage oplopen tot 55 procent.

Afnemers van gerecycled materiaal

In een eerder webinar van Change Inc. kwam het capaciteitsprobleem in de keten van drankenkartonrecycling ter sprake. Is dat probleem nu opgelost met de nieuwe fabriek van Yellow Dreams en die van Recon Polymers?

Gedeeltelijk, denkt Gehlen. ‘In een circulaire keten moet de capaciteit van alle schakels omhoog’, zegt hij. ‘Dat geldt niet alleen voor papierverwerkers en PolyAl-recyclers, maar ook voor de afnemers van gerecycled materiaal.’

Een van die afnemers is AVK Plastics, een bedrijf dat al jaren nieuwe producten maakt van gerecycled plastic via spuitgietprocessen. ‘We werken met verschillende stromen recyclaat’, zegt Arno Kanters, directeur van AVK Plastics.

AVK Plastics ontwikkelt zijn producten op basis van een ‘receptuur’ die verschillende materiaalstromen combineert, zodat het eindproduct de gewenste eigenschappen krijgt. ‘Dankzij onze samenwerking met Recon Polymers kunnen we nu kunststof transportpallets maken die voor 20 procent uit PolyAl bestaan. Inmiddels verwerkten we al 3.000 ton gerecycled PolyAl.’

Lees ook: Hoe deze Nederlandse plasticrecycler wél succesvol blijft in moeilijke markt

Transparantie

De samenwerking tussen Recon Polymers en AVK Plastics, en straks ook Yellow Dreams, vraagt om heldere, transparante afspraken voor de lange termijn. ‘Daar heeft iedereen de mond vol van’, volgens Van Loon. ‘Maar dan moet je het wel echt doen. Onze keuzes aan het begin van het proces kunnen namelijk invloed hebben op de latere schakels.’

Recon Polymers deelt zelfs openlijk zijn winst- en verliesrekening. ‘Zo kunnen wij meedenken over mogelijkheden om de kosten te verlagen’, zegt Kanters.

Niet blindstaren op prijs

Hoewel prijs een belangrijke factor blijft, benadrukt Kanters dat het belangrijker is om een stabiel productieproces te hebben. ‘Op de korte termijn konden we een goedkopere gerecyclede grondstof kiezen dan het PolyAl van Recon Polymers. Maar nu kunnen we op lange termijn blijven rekenen op dezelfde kwaliteit en hoeveelheid materiaal van hen. Dat zorgt ervoor dat onze producten marktcompetitief blijven.’

Verplicht recyclaat

Van Loon pleit voor overheidsmaatregelen die het gebruik van gerecycled materiaal belonen. Kanters waarschuwt echter dat dergelijke maatregelen niet altijd eenvoudig zijn. Het gebruik van recyclaat in kunststofrecepturen vraagt namelijk om aanpassingen in productieprocessen, die normaal gesproken zijn ingesteld op virgin materiaal. ‘Veel bedrijven zullen in de problemen komen als ze verplicht worden om gerecycled materiaal te verwerken in hun processen.’

Licenties

Volgens Gehlen is het belangrijk dat het aantal afnemers van gerecyclede kunststofproducten, zoals de transportpallets van AVK Plastics, groeit. ‘Dan komt de economie vanzelf op gang’, zegt hij.

Yellow Dreams en Recon Polymers werken momenteel aan een licentiestructuur voor hun technologie. Het doel is om de techniek die PolyAl recycleerbaar maakt wereldwijd toe te passen, vooral op plekken waar veel van het materiaal beschikbaar is en dicht bij afnemers van gerecycled materiaal. Zo blijven de transportafstanden kort.

Andere producten

En dan is het zoeken naar de volgende ‘transportpallet’ om het gerecyclede materiaal in kwijt te kunnen. Want hoewel transportpallets misschien oninteressante producten lijken, zijn ze letterlijk overal.

Van Loon: ‘We zoeken naar volumemakers die veel materiaal bevatten en vaak gebruikt worden. Idealiter kunnen we deze producten ook tracken, zodat we altijd weten waar de grondstof is. Pas dan kunnen we beginnen met inzamelen en recyclen. Dat is de kern van een circulair model.’

Deze, en nog veel meer onderwerpen passeerden de revue tijdens het webinar van Change Inc. en Tetra Pak op 3 december jl. Wil jij het hele webinar terugkijken? Bekijk dan de video hieronder:

Source.ag wil eerste Nederlandse Agtech-unicorn worden

In samenwerking met B. Amsterdam - Met 37 miljoen euro aan investeringen en klanten in 18 landen werkt het Amsterdamse Source.ag aan een ambitieuze missie: wereldwijde voedselzekerheid vergroten door AI. 'We willen de eerste Nederlandse Agtech-unicorn worden.’

Voor zijn start als ondernemer, werkte Rien Kamman bijna 10 jaar voor de Boston Consulting Group (BCG). ‘Daar liet ik decision support systems voor typisch grote industrieën bouwen’, vertelt Kamman. ‘Ik zag dat je met de juiste AI-toepassingen héél veel waarde kunt creëren, zoals voor een vloot vliegtuigen of een staalproducent, maar dat frustreerde mij op een gegeven moment ook wel. Zulke krachtige technologie, waarom werd die zo weinig gebruikt voor toepassingen met maatschappelijke waarde?’

Die vraag liet hem niet meer los. In 2020 nam hij samen met compagnon Ernst van Bruggen ontslag en trokken ze een jaar lang door het Westland. Samen op onderzoek. ‘Ik ben er wel grijs van geworden’, lacht hij. ‘Want op een gegeven moment heb je nog maar twee maanden spaargeld, maar wél een hypotheek en twee kinderen. Het risico betaalde zich gelukkig uit: precies op tijd haalden we de eerste investeringen binnen.’

AI in de kas

Zo werd Source.ag in hetzelfde jaar nog geboren. De Agriculture Technology (AgTech)-scaleup ontwikkelt AI- en datasystemen die glastuinders helpen hun productie te optimaliseren. ‘We maken gebruik van plantenbiologie-simulaties die rekening houden met verschillende zaadvarianten, genetica en locaties’, vertelt Kamman. ‘Onze software ondersteunt telers bij belangrijke beslissingen zoals het bepalen van het optimale startmoment van het seizoen, oogsttiming en teeltstrategieën — zónder dat er een investering in nieuwe hardware nodig is.’

‘Door bestaande kastechnologie te combineren met onze AI-gestuurde inzichten, helpen we telers hun output te maximaliseren met minimale grondstoffen’, aldus Kamman. ‘We richten ons specifiek op professionele kastelers die al gewend zijn aan hoogwaardige technologie, maar hun beslissingen nog grotendeels op ervaring baseren.’

Van ervaring naar data

‘Door onze systemen kunnen telers sneller het optimum bereiken in nieuwe situaties’, vertelt Kamman. ‘Bijvoorbeeld: een Nederlandse tomatenteler die uitbreidt naar Frankrijk hoeft niet jaren te experimenteren om de ideale teeltstrategie te vinden voor dat andere zonprofiel: onze software kan verschillende scenario’s risicovrij simuleren. We slaan een brug tussen puzzelstukjes academisch onderzoek en praktijkkennis. Dat vangen we in software en systemen die het schaalbaar maken.’

Voedselproductie fundamenteel anders aanpakken

Het is voor Kamman onderdeel van een onderliggende intrinsieke motivatie. ’Source.ag bestaat omdat toegang tot groente en fruit een basisrecht zou moeten zijn, maar dat is nu niet het geval’, zegt Kamman. ‘Met 800 miljoen mensen die te weinig calorieën binnenkrijgen en 3 miljard mensen die onvoldoende toegang hebben tot groente en fruit — zelfs in Europa en Noord-Amerika — moeten we de voedselproductie fundamenteel anders aanpakken.’

A billion dollar company

Die maatschappelijke missie vertaalt zich ook in harde groeicijfers. Source.ag ondersteunt momenteel 300 telers in ongeveer 18 landen, die samen één miljard kilogram groenten en fruit produceren voor zo’n 60 miljoen consumenten. En in vier jaar tijd heeft Source.ag via drie investeringsrondes opgehaald, ter waarde van 37 miljoen euro.

Maar de ambitie reikt verder, zegt Kamman. ‘We willen zo snel mogelijk naar een billion dollar company that reaches a billion people positively. Misschien is dat de innerlijke Amerikaan die in mij spreekt, door mijn tweejarige ervaring in New York, maar ik denk dat we soms wel groter mogen durven dromen. Voor Source.ag hebben de ambitie om de eerste Nederlandse AgTech-unicorn te worden, maar wél met een positieve impact op de wereld.’

‘Dat maakt het ook wel heel clean. Niet iets heel slechts doen voor de wereld en af en toe wat doneren. Als wij ons doel bereiken, betekent het dat we een positieve impact hebben op het inkomen van boeren én op voedselproductiviteit. Omzet is niets anders dan dat je waarde voor je klanten levert en zij bereid zijn om een stukje waarde terug te geven.’

Constante transformatie

De groei van twee naar honderd medewerkers in vier jaar tijd vraagt om continue aanpassing. ‘Je bent de facto iedere zes tot negen maanden een ander bedrijf’, zegt Kamman. ‘We zijn begonnen in een klein kantoor in de hoek van de eerste verdieping, en konden steeds een stukje erbij nemen naarmate we groeiden. Nu zitten we op de vierde verdieping in een groot kantoor. Die flexibiliteit was onmisbaar, want als startende onderneming weet je nooit precies hoe snel je gaat groeien.’

Die groei vraagt wel om een bepaalde mentaliteit, zegt Kamman. ‘Je moet snel durven accepteren dat het niet meer hetzelfde bedrijf is. In het begin was ik een founder, nu ben ik een CEO, verantwoordelijk voor honderd medewerkers en driehonderd klanten. Dat vind ik ook heel erg leuk, maar het is ook de uitdaging. Je moet jezelf rigoureus iedere zes tot negen maanden blijven uitvinden.’

Voortrekkersrol Nederland

Vanuit het kantoor in B. Amsterdam kijkt Kamman verder dan alleen de groei van zijn eigen bedrijf. Hij ziet in de uitdaging van wereldwijde voedselzekerheid een sleutelrol voor Nederland. ‘We staan bekend om onze inventieve oplossingen op gebied van waterbouw én watermanagement, maar we hebben hier ook zoveel zaadveredelaars, hardwarebouwers, kasbouwers, klimaatsystemen en sensoren.’

‘We hebben hier alle puzzelstukjes in huis om wereldwijd impact te maken op voedselzekerheid’, concludeert Kamman. ‘We kunnen het niet alleen, maar Nederland kan een voortrekkersrol spelen om die drie miljard mensen te helpen.’

Salarisverhoging? Het is gunstiger een pensioen te regelen

In samenwerking met Doenpensioen van a.s.r. - Het nieuwe jaar is aangebroken! Wil jij je medewerkers dit jaar iets extra’s geven? Denk dan ook eens aan een appeltje voor de dorst voor later. Het regelen van pensioen voor je werknemers is niet alleen een mooie manier om je werknemers te binden, maar ook fiscaal gunstig. We spreken erover met Nick Leben van Doenpensioen a.s.r.

doenpensioen asr nick leben

Leben ziet dat steeds meer werkgevers besluiten pensioen aan te bieden. Dat is geen wonder: in deze krappe arbeidsmarkt zijn aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden een must.

‘We spreken nu echt van een werknemersmarkt waarin het een uitdaging is om talent aan te trekken en te behouden. Goede pensioenvoorzieningen kunnen de doorslag geven voor een potentiële werknemer’, vertelt Leben. ‘Vaak vragen medewerkers zelf om een pensioenregeling. Het wordt namelijk gezien als een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Het is het inkomen van later.’

1 januari: een goed moment

De start van het nieuwe jaar is een mooi moment om een pensioen aan te gaan bieden. ‘Eind van het jaar ben je als ondernemer bezig met de budgetten van volgend jaar. Het inpassen van een pensioen in het budget of een verbetering van je pensioenregeling is een belangrijk onderdeel van die financiële strategie,’ stelt Leben.

Lees ook: 5 momenten om als startende ondernemer een pensioenregeling te beginnen

Het begin van het jaar is ook een symbolisch moment. ‘Begin het jaar met het zeker stellen van de toekomst van je werknemers’, zegt Leben. ‘Het is een investering in hun welzijn en een teken van een vooruitstrevend en zorgzaam bedrijf.’ 25 procent van de werkgevers die voor het eerst een pensioenregeling opzet bij Doenpensioen van a.s.r. start aan het begin van het nieuwe jaar. Beginnen met zo’n pensioenregeling kan ook met terugwerkende kracht per 1 januari.

Heb je al een pensioenregeling? Dan kun je er ook voor kiezen om deze te verbeteren, waardoor je medewerkers later meer pensioen ontvangen. ‘Er zijn in de basis twee soorten werknemers: medewerkers die alleen vragen of er pensioen wordt aangeboden, en medewerkers die vragen hoe het dan is geregeld. Die laatste groep is iets meer thuis in het onderwerp. Zij kijken kritisch of de pensioenregeling inhoudelijk voldoet aan hun eisen.’

Pensioenen regelen als startup of scaleup

Voor startups en scaleups ligt de focus op het groeien van het bedrijf, minder op de pensioenvoorziening van hun medewerkers. Toch is het volgens Leben belangrijk om ook binnen een jong bedrijf na te denken over pensioen. ‘Met Doenpensioen helpen we veel startups en scaleups met het regelen van pensioenen, die komen vaak via mond-tot-mondreclame bij ons. Het is een kleine wereld’, lacht Leben.

Het aanbieden van pensioenen is dus zeker niet alleen voor grote corporates. ‘Onze klanten hebben gemiddeld zo’n zeven medewerkers bij de start van hun pensioenregeling.’

Hij benadrukt dat er voor elk bedrijf wel een passende oplossing is. ‘Je hoeft geen keuze te maken die lang vastligt; je kunt beginnen met een bescheiden pensioenregeling en deze laten meegroeien met het bedrijf. Voor elk budget is er een passende regeling.’ Leben vertelt dat het al vanaf de eerste medewerker een goed idee is om een pensioenregeling op te zetten. ‘Dan regel je het meteen goed voor eventuele toekomstige medewerkers.’

Zo koos Closure voor een pensioenregeling

Een interessant voorbeeld van een jonge onderneming die van pensioen een prioriteit maakt is Closure. Ondernemer Graciëlla van Vliet legt uit dat ze met pensioen aan de slag ging om haar personeelsbestand diverser te maken.

‘Veel van onze mensen kwamen in eerste instantie net uit de collegebanken. Niemand was echt met zijn pensioen bezig. We wilden graag een diverser team, dus op een gegeven moment kwamen er ook mensen bij die bijvoorbeeld al een gezin hadden. Die veranderingen maakten duidelijk hoe belangrijk het is om een goede pensioenregeling te treffen. Je wilt goede mensen niet kwijtraken aan een ander bedrijf met betere voorwaarden.’

Lees meer: Waarom startup Closure al vroeg begon met een pensioenregeling

Fiscaal gunstiger dan salarisverhoging

Een pensioenregeling is niet alleen een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde, het biedt ook fiscale voordelen voor je werknemer. ‘Over het pensioen dat je opbouwt, betaal je geen inkomstenbelasting tot het moment van uitkeren. Dan betaal je vaak minder belasting, wat dus financieel gunstiger is’, legt Leben uit.

Ook voor jou als werkgever kan het aanbieden van pensioen fiscaal gunstiger zijn dan een salarisverhoging. Dit heeft te maken met de sociale werkgeverslasten.

Pensioen regelen eenvoudiger dan gedacht

Leben vertelt dat hij veel vragen krijgt van werkgevers over het afsluiten van pensioenen. Vaak hebben ze het idee dat het erg ingewikkeld is om deze af te sluiten, en dat er veel tijd in gaat zitten. ‘Het is iets waar werkgevers meestal niet mee bezig zijn, het is niet je corebusiness. Wel die van ons om werkgevers te helpen. Dat is een belangrijke reden dat wij onze pensioenen zo simpel en begrijpelijk mogelijk houden’, vertelt Leben.

‘Als je bij Doenpensioen een gesprek aanvraagt, gooien wij niet te veel met vaktermen en ben je binnen een uurtje helemaal up to speed. Dan is het aan de werkgever zelf om te bepalen of hij inderdaad pensioen voor zijn werknemers wil regelen. Dat kan dan binnen twee weken geregeld worden (of zelfs met terugwerkende kracht).’

Lees ook: In 7 stappen naar een pensioenregeling voor je startup

Generatie Z is snel afgeleid – en niemand durft het te bespreken

Premium - Jonge medewerkers worstelen met hun focus - met een schermtijd op sociale media van gemiddeld 3,5 uur per dag is dat geen verrassing. Maar wijs niet te snel met de vinger, schrijft Gen Z-expert Laura Bas. Dit is nog maar het begin van een veel groter probleem.

laura bas generatie z focus

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.