Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Expertpanel

STELLING Een nieuwe directeur kan niet omschrijven wat zijn adviesbureau nu eigenlijk doet. Zijn bedrijf (40 fte) is een steeds losser geheel en, erger, ook de scheidslijn tussen de eigen organisatie en de netwerken van de consultants wordt steeds onduidelijker. Moet hij de organisatie stroomlijnen? Of moet hij een nieuwe vlag bedenken voor z’n lading, met daarbij de vraag: hoe doe je dat?

‘Moet ik onze consultants aan de lijn leggen?’

Rob Pols ceo ict-dienstverlener AtosOrigin

“Is een organisatie het spoor bijster, dan is er maar één plek om te beginnen: de klant. Wat willen zij en wat is hun beeld van de organisatie? Ik zou met 10 klanten om tafel gaan zitten en die vraag stellen. De vervolgvraag is dan: is mijn organisatiestructuur een reflectie van de wensen van die klanten?
De volgende stap is dan focus aanbrengen. Dit bedrijf kan met zijn 40 medewerkers maximaal 3 focusgebieden bieden, maar 2 is nog beter. Dan moet je dus ook kritisch kijken naar de mensen die er werken. Wie passen er bij die focus en wie niet? Een deel zal afvallen, die posities kun je vullen met passende mensen en zo de focus van de organisatie scherper krijgen.
Ik vermoed dat in het verleden de eigen ambitie te veel leidend geweest is en niet de wens van de klant. Het is beter om goeroes en nieuwe ontwikkelingen te volgen.
Daarnaast heeft het management een cruciale rol. Bij organisaties tot 10 man draagt sociale controle bij aan de focus. Met 40 mensen verwatert die en dat leidt ook tot een diffuser beeld. Het management moet op dagelijkse basis sturen op de eenheid van de bedrijfsactiviteiten.”

Hein Knaapen directeur human resources KPN

“Mijn eerste baas bij Philips leerde me een belangrijke les: als je niet in 1 A4’tje kunt uitleggen wat je doet, heb je het zelf niet begrepen. Dit is bij deze organisatie ook aan de hand. Er kunnen veel verschillende oorzaken zijn voor deze wanorde: toegeeflijkheid, gebrek aan kritische zin, te veel middelpuntvliedende krachten, gebrekkige leiding, kies maar. Maar ongeacht de oorzaak, de verandering moet beginnen bij de heroriëntatie op waar de organisatie voor is. Welk product of welke dienst leveren we nu eigenlijk? Dat is het makkelijkste deel.
Daarna volgt het lastige deel: de professionals zullen opnieuw moeten worden gedisciplineerd. Zij moeten terug naar het werk waar ze oorspronkelijk voor zijn aangenomen. De professionals zijn in de periode dat het bedrijf niet strak werd aangestuurd een eigen leven gaan leiden. Dat terugdraaien is een lastig proces, vaak ook een bron van veel arbeidsconflicten. Ik hoop voor de directeur dat hij daarvoor de ruggengraat heeft en dat niet al te veel medewerkers een in steen gebeitelde -arbeidsovereenkomst hebben. Het is een noodzakelijke fase waar hij met zijn bedrijf doorheen moet. Want als hij dat niet doet, kan hij wel vergeten dat zijn organisatie impact krijgt of – voor zover nog aanwezig – houdt.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Onno Maathuis zelfstandig adviseur en founding father van adviesbureau De BR-ND Positioneringsgroep

“Deze directeur moet het in de eerste plaats niet hebben over zijn bedrijf, maar over de markt waarop hij opereert. Hoe hij met zijn organisatie op die veranderende markt inspeelt, dát moet zijn verhaal zijn. Een lossere netwerkstructuur kan dan juist heel verstandig zijn. De organisatie stroomlijnen en terug in het harnas jagen is het terugdraaien van de klok. Zou ik niet doen.
Beter is het om te ‘hercategoriseren’, zoals dat in jargon heet: een nieuwe beschrijving voor je activiteiten vinden. Oliebedrijven zijn nu bijvoorbeeld energieleveranciers geworden, ze doen niet meer alleen in fossiele brandstof. Of neem Durex, eens condoomfabrikant gericht op bescherming, nu leverancier van een breed assortiment ‘speelgoed voor volwassenen’. Zo kun je ook stellen dat de termen ‘consultant’ en ‘adviseur’ eigenlijk verouderd zijn. Kennisintensieve organisaties werken in netwerkverband. De directeur kan dus beter daar een visie op formuleren. Waarom is zijn organisatie beter in het leggen van verbindingen dan zijn concurrent? Dat moet zijn verhaal zijn. Misschien moet hij ook naar een nieuwe term om zijn voormalige consultants te duiden.”

 

Van startblok tot topbestuurder: Rabobank-CHRO Janine Vos over de growth mindset

In samenwerking met Boertien Vergouwen Overduin - Janine Vos, CHRO van Rabobank, leerde al jong dat stilstand achteruitgang is. Of het nu op het startblok van het zwembad was of in de bestuurskamer, ze weet: soms moet je gewoon springen. In de eerste podcastaflevering van 'How to Grow' vertelt ze hoe een growth mindset haar helpt in een sector waar risico’s vaak worden vermeden.

Podcast How to grow - Janine Vos Rabobank

Janine Vos haalt een krachtige metafoor aan uit haar jeugd: het startblok bij het zwemmen. Als kind leerde ze om niet te blijven hangen in angst, maar gewoon te gaan. ‘Ik herinner me nog dat ik als vijftienjarige voor een startblok stond en dacht: en nu door.’ Die mindset helpt haar nog steeds, of het nu gaat om een moeilijke beslissing op het werk of een uitdagende presentatie.

Die gedachtegang sluit perfect aan bij de kern van een growth mindset: het geloof dat je jezelf continu kunt ontwikkelen, fouten mag maken en altijd kunt blijven leren. Maar hoe pas je dat toe in een organisatie waar stabiliteit en structuur vaak leidend zijn?

Een groeimindset binnen Rabobank

Bij Rabobank speelt de growth mindset een centrale rol in de ontwikkeling van medewerkers. Vos vertelt hoe de bank managers traint in het voeren van groeigesprekken in plaats van traditionele beoordelingsgesprekken. ‘We stimuleren mensen om te bewegen tussen verschillende vakgebieden en kijken niet alleen naar prestaties, maar ook naar ontwikkeling en gedrag.’

Toch is een growth mindset geen vanzelfsprekendheid, zeker niet in een sector die historisch gezien gericht is op het vermijden van risico’s. Vos erkent dat het tijd kost om een cultuur te creëren waarin fouten maken niet alleen wordt geaccepteerd, maar zelfs wordt gewaardeerd.

‘We hebben bijvoorbeeld ‘I messed up’-sessies geïntroduceerd waarin medewerkers openlijk leren van hun fouten. In het begin was daar veel weerstand tegen, maar nu zien we dat het mensen helpt om zich veiliger te voelen en te groeien.’

Balans tussen prestatie en groei

Een veelvoorkomende valkuil in bedrijven is prestatiefixatie. Vos gelooft echter dat prestatie en persoonlijke groei hand in hand gaan. ‘Mensen hebben houvast nodig, maar ook de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. We combineren KPI’s met een focus op gedragsontwikkeling en persoonlijke groei. Alleen zo houd je een organisatie wendbaar en innovatief.’

Waarom je deze aflevering niet mag missen

In deze aflevering van How to Grow vertelt Janine Vos openhartig over:

  • Haar persoonlijke groeimomenten en hoe ze omgaat met onzekerheid.
  • De impact van haar opvoeding op haar leiderschapsstijl.
  • Hoe Rabobank medewerkers stimuleert om een growth mindset te ontwikkelen.
  • De uitdaging om groei en stabiliteit in balans te houden binnen een bankomgeving.

Benieuwd naar haar inzichten? Luister nu naar de aflevering en bekijk de videoregistratie hieronder.

How to Grow

How to Grow is de podcastserie van MT/Sprout in samenwerking met Boertien Vergouwen Overduin. In deze serie spreken we topmensen uit het bedrijfsleven. Mensen die niet alleen weten hoe je persoonlijk groeit, maar ook hoe je je organisatie meeneemt in die groei.

Dit is de eerste aflevering. Binnenkort spreken we Simone van Neerven, innovatie-expert en voormalig chief innovation officer over groeimindset en innovatie, het nut van rebelleren en balanceren tussen zinvolle uitdagingen van nodeloze risico’s.

Welke kennis wil jij naar een hoger niveau tillen? Ontdek Lift Up!: de podcast over leren, leiderschap en persoonlijke effectiviteit. Krijg inzichten van experts uit het veld om vandaag nog te groeien. Met welke kennis stap jij uit op de top floor?

Ontdek Lift Up!

De wereld verandert razendsnel. Ontdek welke skills je moet ontwikkelen om maatschappelijke en technologische veranderingen de baas te blijven. Skills als samenwerken, kritisch denken en zelfregulering bijvoorbeeld.

Lees meer

BVO Bites is een gloednieuw leerconcept om het maximale uit jezelf te halen. Ontvang gratis één week lang elke dag een audiobite via WhatsApp en leer nieuwe skills op het gebied van timemanagement, communicatie, leiderschap en persoonlijke effectiviteit.

Lees meer

Wil je je persoonlijk en professioneel ontwikkelen én meer uit je leiderschap halen? Volg dan een Strategisch Leiderschapsprogramma. Het leidt je naar de volgende carrièrestap. Bekijk snel welke programma’s we aanbieden.

Lees meer

Als een van de grootste trainingsbureaus van Nederland weten wij hoe belangrijk mensen zijn voor organisaties. Met onze trainingen spelen wij optimaal in op de ontwikkelbehoefte van leiders, zodat zij écht het verschil kunnen maken.

Lees meer

We volgen ontwikkelingen binnen leren en ontwikkelen op de voet en haken daar regelmatig op in met nieuwe trainingen, leerconcepten en innovaties. Wil je hier als eerste alles over weten? Via onze nieuwsbrief krijg je elke maand de laatste ontwikkelingen in je mailbox!

Lees meer
/

Hoe verkoop je een pivot aan je investeerders? De lessen van HirePort-founder Bram Medema

Een van de zwaarste beslissingen voor een startupfounder is het moeten loslaten van je oorspronkelijke idee en je business een nieuwe richting geven. Zo'n pivot maakte Bram Medema met HirePort, de startup waarmee hij recruitment stroomlijnt - inmiddels op een heel andere manier dan bij de start. 'De investeerders die niet meedoen worden, helaas, een beetje gestraft.'

bram medema hireport chris zadeh
Bram Medema (L) van HirePort en angel-investeerder Chris Zadeh.

Begin 2023 stonden alle seinen nog op groen voor HirePort. De hr-techstartup, twee jaar eerder opgericht, had net een miljoen euro opgehaald bij bekende angel-investeerders als Chris Zadeh (Ohpen), Perry Oostdam (Recruitee), Quintin Schevernels (ex-Funda) en Jordy Kool (Urban Gym Group). vertelden de oprichters tegen MT/Sprout.

Het businessmodel? Een marktplaats die bedrijven op zoek naar techtalent verbond met gespecialiseerde recruiters.

‘De recruiters zijn onze heroes: zij hebben het netwerk, zij kennen hun kandidaten en begeleiden ze door het hele proces zodat er een succesvolle match plaatsvindt’, vertelde medeoprichter Bram Medema destijds. Het platform zou toegang bieden tot honderd geselecteerde toppers onder de techrecruiters, in feite een marktplaats waar bedrijven hun vacatures op plaatsten, om af te rekenen zodra een recruiter terugkwam met de bekende speld in de hooiberg.

Medema en zijn medeoprichters hadden net zelfs drie jaar een recruitmentbureau gerund, dus ze wisten exact welke problemen er op te lossen waren. Hoewel: HirePort strikte tegen de honderd klanten, waaronder bekende namen als Grandvision, Schuberg Philis en Landal Greenparks, maar de conversie bleef achter.

‘We zagen het niet gaan vliegen’

Medema: ‘Op een gegeven moment hadden we honderd vacatures waarvan er maar drie gevuld werden. Dat is een raar percentage. Iedereen was enthousiast over het platform, maar we zagen het niet gaan vliegen.’ Dat had veel oorzaken. Een belangrijke was, dat bedrijven al zaken doen met recruiters en HirePort als extra aanvulling zagen op hun bestaande netwerk. Misschien ook wel als place of last resort om het bekende schaap met de vijf poten te vinden dat voor een prikkie wil werken.

Hoe dan ook: ‘Je kunt ergens heel hard aan blijven duwen en trekken, maar op een gegeven moment moet je jezelf afvragen: blijven we hetzelfde doen en hopen op een andere uitkomst?’ zegt Medema. Natuurlijk ga je ervoor met alles wat je in je hebt. Maar na ‘veel meer dan 700’ demo’s bleven de resultaten nog steeds achter.

Oplossing 21 voor bedrijven

Wat de gedachten aan een pivot in een stroomversnelling bracht, was de reactie van klanten, ook tijdens die demo’s van de HirePort marktplaats. ‘Veel klanten zeiden: ik wil die software zelf wel hebben. Waarom gooi je niet al die agencies eraf? Ik heb er al twintig die voor me werken’, vertelt Medema.

Het was in het voorjaar van 2023 een kwestie van één en één optellen. ‘We waren oplossing 21 voor de bedrijven die met recruitment-agencies werken. Die opmerking van grote klanten plantte een zaadje. We besloten bewijs te gaan verzamelen en dieper te gaan interviewen om te zien waar de werkelijke behoefte lag,’ aldus Medema. De co-founders gingen weer het veld in om potentiële klanten te bevragen.

Ze ontdekten dat vooral grotere bedrijven (meer dan 500 medewerkers) schreeuwden om een betere oplossing voor het managen van hun externe recruitmentbureaus. ‘Hoe groter het bedrijf, hoe groter de chaos. Met 10.000 medewerkers is het een echte shitshow,’ beschrijft Medema.

Van marktplaats naar software leverancier

Als het bestaande model niet resoneert terwijl een reeks grote bedrijven met soms tienduizenden werknemers schetst waar ze wél blij van zouden worden, is het tijd om een knoop door te hakken. HirePort besloot zich te transformeren van een marktplaats voor recruiters en hun potentiële klanten naar een leverancier van software waarmee grote bedrijven hun eigen netwerk met recruiters kunnen aansturen.

En dan wel software die naadloos aansluit bij wat bedrijven al hebben draaien voor het vinden en aannemen van mensen, de zogeheten Applicant Tracking Systems (ATS). Die ATS-aanbieders zouden HirePort moeten opnemen in hun pakket, in ruil voor licentievergoeding en een fee per eindgebruiker.

Gat tussen ambities en performance

Maar hoe overtuig je je investeerders om mee te gaan in een compleet ander verhaal dan dat waarop ze een halfjaar tevoren nog hadden ingezet? HirePort had op verzoek van die aandeelhouders een raad van commissarissen die elk kwartaal op de hoogte werd gehouden ‘van onze huidige performance, onze ambities en het gat daartussen’.

Dat het stroef liep, was dus geen verrassing. Maar wat echt hielp, zegt Medema, was dat een van de angel-investeerders een actievere rol had en meedacht over de pivot. Dat was Zadeh, de oprichter van onlinebankplatform Ohpen die in eerste instantie de andere angels had warmgemaakt voor HirePort. ‘Terwijl ons eerste contact een heel andere insteek had, ik wilde via hem in contact komen met een ander bedrijf en we raakten in gesprek.’

Lees ook: Chris Zadeh: ‘Er zijn mensen die mét mij weglopen en die ván mij weglopen’

Investeerders overtuigen om bij te storten

De pivot van HirePort vroeg niet alleen om een nieuw plan, maar ook om nieuwe financiering. Zeker, de marktplaats voor recruiters leverde omzet op. Maar ten eerste was er geld nodig om de software aan te passen. Ten tweede veranderde het businessmodel van directe inkomsten naar een SaaS-model met langere terugverdientijden. ‘Met SaaS duurt het langer voordat je geld verdient’, benadrukt Medema.

Hoe overtuig je je bestaande investeerders om mee te gaan en zelf bij te storten? ‘Wij hadden ons verhaal goed voorbereid en onderbouwd, met alle feedback van klanten die we al hadden verzameld. Onze boodschap: we willen dit nu echt gaan valideren.’

De oprichters van HirePort hadden het geluk dat Zadeh in feite optrad als ambassadeur van de pivot. ‘Hij kon vanuit zijn eigen positie de case bepleiten. Samen met hem hebben we draagvlak gecreëerd bij de rvc.’

Gunstige voorwaarden om mee te gaan

Zadeh: ‘Ik zag ook in de begintijd hun visie zitten, maar het is wel opmerkelijk dat ze via de pivot uitkomen bij het model van mijn vorige bedrijf Ohpen: een white label SaaS-aanbod.’ Niet alle investeerders wilden of konden meegaan in de nieuwe richting. Maar Zadeh kon het zich als mede-investeerder permitteren om het scherp te stellen: ‘Het is dit, of iedereen is zijn geld kwijt.’

Ongeveer de helft van de oorspronkelijke angels stapte begin 2024 in bij de nieuwe financieringsronde. De investeerders die meegingen in de pivot kregen gunstigere voorwaarden, gezien het verhoogde risico en de langere tijd die het SaaS-model zou vergen om van de grond te komen. ‘Degenen die dat grotere risico nemen, moeten daarvoor beloond worden. Degenen die niet meedoen worden, helaas, een beetje gestraft,’ legt Zadeh uit.

Binnenhalen van de eerste grote klant

Maanden voordat de nieuwe financiering rond was, begonnen Medema en zijn team al met de voorbereiding van de pivot. ‘Dat was een balanceer-act: we moesten tegelijkertijd de nieuwe software bouwen en ontwikkelen, maar ook bestaande klanten bedienen’, vertelt Medema. Toen de knoop was doorgehakt, moest hij klanten vertellen dat de marktplaats een paar maanden later zou sluiten. ‘Daar klaagde niemand over, zeker niet omdat we aan iets werkten waar de meeste enthousiast over waren.’

Maar toch, de grootste uitdaging na de pivot was het binnenhalen van die eerste grote klant om het nieuwe model te valideren. Een ATS-aanbieder dus. Investeerder Zadeh heeft dat nota bene zelf meegemaakt met Ohpen, in een tijd dat cloudbanking nog nieuw en best wel eng was. ‘Niemand ontkent dat dit een probleem is, maar grote bedrijven zijn huiverig voor weer een nieuwe hr-tool.’

Internationale doorbraak via SmartRecruiters

In Nederland had het nieuwe systeem al de eerste gebruikers dankzij een samenwerking met Recruitee. De internationale doorbraak kwam toen ze het Amerikaanse SmartRecruiters wisten te overtuigen, een ATS-provider met een flink aantal grote beursgenoteerde gebruikers. ‘De ceo was op een hr-beurs in Amsterdam, iets wat normaal eigenlijk nooit gebeurt. Ik hield een demo voor iemand van SmartRecruiters die vroeg: wil je dit niet ook aan onze ceo laten zien? Dat was het begin van het salesproces.’

Uiteindelijk wist HirePort de Amerikanen te overtuigen, negen maanden na het begin van de pivot en een maand of vier na de nieuwe investeringsronde. Begin 2025 begint de omzet uit die eerste deal te lopen, terwijl Medema’s software ook integreert met de systemen van aanbieders als Recruitee en internationale spelers zoals Workday, Lever en Jobvite. De schaal waarop de eindgebruikers de Nederlandse software gebruiken is enorm. ‘De klanten zijn nu grote corporates, waaronder Fortune 500-ondernemingen die in zeventig landen opereren en per land met tot wel vijftig recruitmentbureaus werken.’

Founders krijgen burn-outs

Medema runt HirePort samen met Remco en Alex, de compagnons waarmee hij al eerder een recruitment agency dreef. ‘We kennen elkaar van haver tot gort, we hebben een goede verstandhouding en dynamiek. We zijn samen door een moeilijke periode gegaan. Soms duurde het even om iemand volledig te overtuigen, maar uiteindelijk gingen we vol voor de pivot.’

Voor de founders persoonlijk was de pivot ook een pittige tijd. ‘Founders krijgen burn-outs, dit soort momenten kunnen daaraan natuurlijk bijdragen. Het is een periode waarin je de toekomst van je bedrijf op het spel zet. Het kan zomaar voorbij zijn. Dat is een kwestie van goed op jezelf letten, en jezelf durven omringen met mensen die een klankbord voor je kunnen zijn, zoals Chris.’

Uiteindelijk voorkom je niet dat je 24 uur per dag met je bedrijf leeft, zegt Medema. ‘Maar niemand kan twaalf uur achter elkaar productief zijn. Ik plan aan het eind van de werkdag tijd in voor sport en gezin. Zodra mijn zoontje om half acht op bed ligt, ga ik naar kantoor en doe tot twaalf uur demo’s voor klanten in de VS.’

Belangrijkste pivot-lessen

De belangrijkste lessen die HirePort leerde over zijn pivot?

Allereerst: denk vanuit de markt, niet vanuit een idee waar je zelf leuk of mooi vind. ‘Wij kenden de recruitmentmarkt natuurlijk al goed, het is een enorme, complexe markt en we wisten dat er problemen op te lossen waren. We zaten dus in het juiste domein, met een goed product, maar boden het op de verkeerde manier aan.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ten tweede: zoek investeerders erbij met wie het klikt, zij zijn bijna onmisbaar voor een succesvolle pivot. ‘Mensen die met je meedenken, die al eens zijn geweest waar jij heen wilt, mensen met een netwerk of ervaring in jouw domein.’

Haal de angels die het meeste waarde kunnen leveren, naar je toe. ‘Voor ons was dat natuurlijk Chris. Je moet het voor zo iemand wel interessant maken: als een angel meer tijd en energie in je startup steekt, moet er ook een upside tegenover staan. Het spreekt voor zich dat je je als team niet wilt laten micromanagen. Een angel mag een sterke mening hebben over alles, maar uiteindelijk bepaal je als founder welke kant je opgaat.’

Energiepionier André Jurres bouwt 6 fabrieken voor waterstof: ‘Geen miljarden meer naar Rusland of Saoedi-Arabië’

In samenwerking met Business Metropole Ruhr - Ondernemer André Jurres bouwt zes waterstoffabrieken in Nederland en Duitsland, onder meer in het Ruhrgebied. Zijn missie: Europa energieonafhankelijk maken. 'We moeten in onze eigen energievoorziening investeren.'

andre jurres volth2 waterstof fabrieken
VoltH2 van ondernemer André Jurres is een van de eerste bedrijven die aan de slag gaat met groene waterstof. Foto: Monica Monté

Er zijn volop kansen in West-Duitsland voor Nederlandse bedrijven, bijvoorbeeld in de energiesector. Dat vertelt André Jurres (60), die op dit moment bezig is met de bouw van zes groene waterstoffabrieken: drie in Nederland, drie in Duitsland.

‘Duitsland is met een consumptie van 2,1 miljoen ton per jaar de grootste waterstofgebruiker van Europa’, vertelt Jurres. ‘Vooral de chemische, farmaceutische en voedingsindustrie maken er volop gebruik van.’

Het Ruhrgebied was voor hem een logische keuze om twee fabrieken te vestigen. ‘Het is een van de meest industriële regio’s van Europa’, zegt hij. ‘Het Ruhrgebied heeft een sterke infrastructuur, de verbindingen met de Benelux zijn uitstekend. Onze Nederlandse en Belgische havens zijn als het ware de havens van Duitsland.’

Pionier in de groene energiesector

Jurres heeft veel ervaring in de energiesector. Zo’n 23 jaar geleden was hij een van de eerste ondernemers die aan de slag ging met groene stroom. De geboren Antwerpenaar was oprichter van Essent België in 2002, een van de eerste aanbieders van groene stroom uit windenergie. Vervolgens begon hij samen met een zakenpartner NPG Energy in 2008, een producent van groene stroom uit zon, wind en biomassa in de Benelux. Beide bedrijven werden met succes verkocht.

In coronatijd (juni 2020) richtte hij VoltH2 op in Nederland. Met dit snelgroeiende bedrijf ontwikkelen hij en zijn medewerkers op verschillende plaatsen in Europa fabrieken voor groene waterstof. Hun doel: uitstoot van broeikasgassen reduceren en bijdragen aan de duurzame energietransitie.

Momenteel bouwt VoltH2 groenewaterstoffabrieken in Vlissingen, Terneuzen en Delfzijl, en twee in het Ruhrgebied, in Gelsenkirchen en Essen. Jurres zelf heeft op 1 maart het ceo-stokje doorgegeven aan Arno Luisman, die al anderhalf jaar lang kon warmdraaien als financieel directeur van VoltH2.

‘Waterstof is enorm veelzijdig’

Jurres omschrijft groene waterstof als ‘een logische volgende stap in de energietransitie’. ‘Het is een molecuul waarmee we aardolie en aardgas uiteindelijk grotendeels kunnen vervangen’, vertelt de ondernemer. Hij legt uit dat het een afgeleide is van groene stroom. Groene waterstof wordt namelijk gemaakt met elektriciteit opgewekt uit voornamelijk zon en wind. Via elektrolyse wordt water gesplitst in waterstof en zuurstof, zonder CO₂-uitstoot.

‘Waterstof is enorm veelzijdig’, vertelt Jurres. ‘We kunnen het gebruiken als grondstof voor bijvoorbeeld synthetische brandstoffen of als brandstof voor de zware industrie en zelfs voor verwarming van huizen. Bovendien is het een opslagmedium, bijvoorbeeld voor groene windenergie. Zo blijven overschotten aan duurzame stroom beschikbaar als de zon niet schijnt of de wind niet waait.’

Zo snel mogelijk aan de slag

Hij verwacht dat de groenewaterstofsector enorm zal groeien de komende decennia. ‘Bij de presentatie van de Europese Green Deal benadrukte Ursula von der Leyen onlangs nog het belang van groene waterstof in de energietransitie’, zegt Jurres. ‘Het zal nog 20 tot 30 jaar duren voordat we fossiele brandstoffen volledig kunnen vervangen door groene stroom en zijn afgeleide producten zoals waterstof. We moeten nu dus zo snel mogelijk aan de slag.’

De overstap naar duurzame energiebronnen is een noodzaak maar voor Europa ook een grote kans, zegt hij. ‘Niet alleen omwille van duurzaamheid, maar het biedt ook strategische onafhankelijkheid voor Europa. We moeten niet langer jaarlijks honderden miljarden euro’s naar olie- en gaslanden zoals Rusland, Verenigde Staten en Saoedi-Arabië sturen, maar investeren in onze eigen energievoorziening.’

VoltH2 is een van de eerste bedrijven die aan de slag gaat met groene waterstof. ‘Maar we doen het niet alleen’, benadrukt Jurres. ‘We zijn tenslotte onderdeel van een keten. We werken daarom nauw samen met partijen die investeren in offshore windparken en andere duurzame energiebronnen.’

Financiële steun van Duitsland

In 2023 ontving VoltH2 een Duitse subsidie van 15 miljoen euro uit het zogenaamde HyPerformer II-programma van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. De Duitse overheid wil van het Ruhrgebied namelijk de groenste industriële regio ter wereld maken. VoltH2 moet daaraan bijdragen met de bouw van de twee fabrieken in Essen en Gelsenkirchen.

volth2 waterstoffabriek gelsenkirchen
Een rendering van de waterstoffabriek van VoltH2 in Gelsenkirchen. Foto: VoltH2

‘Subsidies spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën’, zegt de ondernemer. ‘Groene waterstofproductie is op dit moment nog duurder dan fossiele brandstoffen. We hebben dus financiële steun nodig om de markt op gang te brengen. Op den duur moet groene waterstof goedkoper worden en fossiele brandstoffen duurder, zodat er een economisch evenwicht ontstaat. Dit vraagt om nauwe samenwerking tussen bedrijven en beleidsmakers.’

De subsidie was voor hem één van de vijf factoren om juist in het Ruhrgebied te investeren. ‘Daarnaast speelden klantvraag, infrastructuur, wetgeving en de beschikbaarheid van elektriciteit een rol’, zegt hij. ‘Het Ruhrgebied scoort hoog op al deze punten.’

Kansen voor Nederlanders in het Ruhrgebied

Hij raadt andere Nederlandse groeibedrijven aan om eens te kijken naar kansen in het West-Duitsland. ‘Het Ruhrgebied heeft een enorme b2b-markt, met veel gevestigde bedrijven die openstaan voor samenwerking’, vertelt Jurres. ‘De regio heeft een sterk ecosysteem met incubators, accelerators en R&D-centra. Ook is er een groot aanbod van talent, met 250.000 studenten aan 22 universiteiten en hogescholen. De economische verwevenheid tussen Nederland, België en Duitsland is al groot. Natuurlijk zijn er verschillen, maar die vallen uiteindelijk reuze mee.’

Wat zijn de grootste uitdagingen bij het ondernemen in Duitsland? ‘De regelgeving en vergunningsprocedures verschillen per land’, zegt Jurres. ‘Duitsers willen iets sneller duidelijkheid qua technologische keuze. Dat is soms best ingewikkeld. Zo moet je in Duitsland bij een vergunningaanvraag al een systeemkeuze maken. In zo’n jonge innovatieve markt is dat lastig, want technologie ontwikkelt zich razendsnel. De beste techniek vandaag is over een half jaar misschien al achterhaald.’

Tips voor ondernemen in Duitsland

Hij raadt Nederlanders aan zo snel mogelijk Duitse medewerkers of consultants in te schakelen. ‘Besef dat je gebrek hebt aan kennis en partners’, zegt hij. ‘Lokale partners en collega’s zijn essentieel om snel te starten. Zorg bovendien dat je elkaar liefst wekelijks live ziet. Een videocall is niet genoeg om ideeën en visie goed over te brengen.’

Hij merkt verder dat er vooral veel overeenkomsten zijn tussen Nederland, België en Duitsland. ‘Natuurlijk zijn er culturele en sociale verschillen, maar met goede communicatie is dat gauw opgelost’, zegt hij. ‘Praat met lokale partners, leer de markt kennen en bereid je goed voor.’ Zo kan een lokale partner of netwerk je goed helpen bij het betreden van de markt. Een voorbeeld hiervan is Hydrogen Metropole Ruhr.

Tot slot, zegt de oprichter en founder van VoltH2: ‘Besef dat alles vaak langer duurt dan gepland. Schat je een jaar? Maak er maar twee van.’

Lees ook:

Van startblok tot topbestuurder: Rabobank-CHRO Janine Vos over de growth mindset

In samenwerking met Boertien Vergouwen Overduin - Janine Vos, CHRO van Rabobank, leerde al jong dat stilstand achteruitgang is. Of het nu op het startblok van het zwembad was of in de bestuurskamer, ze weet: soms moet je gewoon springen. In de eerste podcastaflevering van 'How to Grow' vertelt ze hoe een growth mindset haar helpt in een sector waar risico’s vaak worden vermeden.

Podcast How to grow - Janine Vos Rabobank

Janine Vos haalt een krachtige metafoor aan uit haar jeugd: het startblok bij het zwemmen. Als kind leerde ze om niet te blijven hangen in angst, maar gewoon te gaan. ‘Ik herinner me nog dat ik als vijftienjarige voor een startblok stond en dacht: en nu door.’ Die mindset helpt haar nog steeds, of het nu gaat om een moeilijke beslissing op het werk of een uitdagende presentatie.

Die gedachtegang sluit perfect aan bij de kern van een growth mindset: het geloof dat je jezelf continu kunt ontwikkelen, fouten mag maken en altijd kunt blijven leren. Maar hoe pas je dat toe in een organisatie waar stabiliteit en structuur vaak leidend zijn?

Een groeimindset binnen Rabobank

Bij Rabobank speelt de growth mindset een centrale rol in de ontwikkeling van medewerkers. Vos vertelt hoe de bank managers traint in het voeren van groeigesprekken in plaats van traditionele beoordelingsgesprekken. ‘We stimuleren mensen om te bewegen tussen verschillende vakgebieden en kijken niet alleen naar prestaties, maar ook naar ontwikkeling en gedrag.’

Toch is een growth mindset geen vanzelfsprekendheid, zeker niet in een sector die historisch gezien gericht is op het vermijden van risico’s. Vos erkent dat het tijd kost om een cultuur te creëren waarin fouten maken niet alleen wordt geaccepteerd, maar zelfs wordt gewaardeerd.

‘We hebben bijvoorbeeld ‘I messed up’-sessies geïntroduceerd waarin medewerkers openlijk leren van hun fouten. In het begin was daar veel weerstand tegen, maar nu zien we dat het mensen helpt om zich veiliger te voelen en te groeien.’

Balans tussen prestatie en groei

Een veelvoorkomende valkuil in bedrijven is prestatiefixatie. Vos gelooft echter dat prestatie en persoonlijke groei hand in hand gaan. ‘Mensen hebben houvast nodig, maar ook de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. We combineren KPI’s met een focus op gedragsontwikkeling en persoonlijke groei. Alleen zo houd je een organisatie wendbaar en innovatief.’

Waarom je deze aflevering niet mag missen

In deze aflevering van How to Grow vertelt Janine Vos openhartig over:

  • Haar persoonlijke groeimomenten en hoe ze omgaat met onzekerheid.
  • De impact van haar opvoeding op haar leiderschapsstijl.
  • Hoe Rabobank medewerkers stimuleert om een growth mindset te ontwikkelen.
  • De uitdaging om groei en stabiliteit in balans te houden binnen een bankomgeving.

Benieuwd naar haar inzichten? Luister nu naar de aflevering en bekijk de videoregistratie hieronder.

How to Grow

How to Grow is de podcastserie van MT/Sprout in samenwerking met Boertien Vergouwen Overduin. In deze serie spreken we topmensen uit het bedrijfsleven. Mensen die niet alleen weten hoe je persoonlijk groeit, maar ook hoe je je organisatie meeneemt in die groei.

Dit is de eerste aflevering. Binnenkort spreken we Simone van Neerven, innovatie-expert en voormalig chief innovation officer over groeimindset en innovatie, het nut van rebelleren en balanceren tussen zinvolle uitdagingen van nodeloze risico’s.

Welke kennis wil jij naar een hoger niveau tillen? Ontdek Lift Up!: de podcast over leren, leiderschap en persoonlijke effectiviteit. Krijg inzichten van experts uit het veld om vandaag nog te groeien. Met welke kennis stap jij uit op de top floor?

Ontdek Lift Up!

De wereld verandert razendsnel. Ontdek welke skills je moet ontwikkelen om maatschappelijke en technologische veranderingen de baas te blijven. Skills als samenwerken, kritisch denken en zelfregulering bijvoorbeeld.

Lees meer

BVO Bites is een gloednieuw leerconcept om het maximale uit jezelf te halen. Ontvang gratis één week lang elke dag een audiobite via WhatsApp en leer nieuwe skills op het gebied van timemanagement, communicatie, leiderschap en persoonlijke effectiviteit.

Lees meer

Wil je je persoonlijk en professioneel ontwikkelen én meer uit je leiderschap halen? Volg dan een Strategisch Leiderschapsprogramma. Het leidt je naar de volgende carrièrestap. Bekijk snel welke programma’s we aanbieden.

Lees meer

Als een van de grootste trainingsbureaus van Nederland weten wij hoe belangrijk mensen zijn voor organisaties. Met onze trainingen spelen wij optimaal in op de ontwikkelbehoefte van leiders, zodat zij écht het verschil kunnen maken.

Lees meer

We volgen ontwikkelingen binnen leren en ontwikkelen op de voet en haken daar regelmatig op in met nieuwe trainingen, leerconcepten en innovaties. Wil je hier als eerste alles over weten? Via onze nieuwsbrief krijg je elke maand de laatste ontwikkelingen in je mailbox!

Lees meer
/

Zo worden oude en grijze kantoren groen

In samenwerking met Vattenfall Nederland - Succesvol zijn én tegelijkertijd verduurzamen, hoe pak je dat als energie(groot)verbruiker aan? In een reeks van interviews laten we zien dat sommige ondernemers daarin al behoorlijk ver zijn. In deze aflevering: vastgoedbelegger NSI. Het bedrijf investeert volop in bestaande gebouwen om daar nieuwe, energie-efficiënte panden van te maken.

Koploper in duurzame panden
Jeroen Solleveld (NSI): 'Bij Q-Port in Amsterdam Sloterdijk kunnen we de energie tot op ruimteniveau sturen.' Foto: NSI

NSI is een Nederlandse beursgenoteerde vastgoedbelegger. Het bedrijf heeft 44 gebouwen in de grote Nederlandse steden. Het koopt kantoorpanden, waarna ze worden verbouwd, verduurzaamd en de verhuur ingaan.

‘We streven ernaar om hoge kwaliteit gebouwen op goede locaties te hebben en de eindgebruiker volledig te ondersteunen’, zegt Jeroen Solleveld, Hoofd Technisch Asset Management bij NSI. “Een huurder die het naar zijn zin heeft in een duurzaam gebouw dat van alle gemakken is voorzien, is eerder geneigd om bij ons te blijven en ons aan te bevelen bij anderen. Dat is het idee.’

75 procent van jullie portefeuille heeft het BREAAM-NL-certificaat ‘Very Good’ of ‘Excellent’. Welke duurzaamheidsprestaties worden meegenomen in die certificering?

‘Binnen BREAAM heb je drie onderdelen: gebruik, beheer en asset. Wij kijken vooral naar het assetgedeelte, dus hoe doet zo’n gebouw het. Zaken als materiaalgebruik, energie, isolatie en waterbeheer spelen een rol. Onlangs is de meetmethode van BREAAM op de schop gegaan. Die is strenger geworden, maar we streven ernaar om ons hoge niveau in te behouden.’

‘Zo’n certificering is overigens geen verplichting, maar voor ons is het een middel om te communiceren hoe we presteren. We hebben mooie gebouwen en lopen voorop op het gebied van duurzaamheid. Een certificering helpt om dat verhaal te vertellen. In het verleden investeerden we ook al veel in onze gebouwen, maar deelden we het minder. Daar hebben we van geleerd, want dat is eigenlijk een gemiste kans. Huurders vragen om duurzame panden en we verwachten dat dat op termijn nog verder toeneemt.’

Energie-efficiëntie is belangrijk voor alle panden die NSI in bezit heeft. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

‘Een voorbeeld is het kantoorgebouw Q-Port in Amsterdam Sloterdijk. Vroeger was het zo dat je diverse instellingen aan een pand kon meegeven. Een gebouw start bijvoorbeeld om zes uur in de ochtend op en schakelt om zes uur in de avond af. Dat betekent een tijdsbestek van 12 uur waarin dat gebouw maximaal functioneert en 100 procent verwarmt, koelt en ventileert.’

‘Maar in de praktijk zie je dat om 6 uur ’s ochtends nog niemand binnen is, dus dat het opstarten ook wat later kan. En om 8 uur in de ochtend hoeft het vermogen ook nog niet op 100 procent te liggen.’

‘Van oudsher is zo’n gebouw ontworpen voor twee standen: aan en uit. In Q-port hebben we diverse kleppen en sensoren toegevoegd om tot op ruimteniveau te kunnen sturen. Is hier wel of niet iemand aanwezig? Gaan we dan verwarmen en ventileren of juist niet? Die nauwkeurigheid zorgt voor energie-efficiëntie. Door niet 100 procent, maar bijvoorbeeld 20 procent van de ruimtes te ventileren op basis van de bezetting, bespaar je enorm veel energie.’

‘Een ander voorbeeld is HNK Rotterdam Alexander, waar we op dit moment een gebouw uit 1981 verduurzamen. Deze renovatie is net begonnen. Er komt nieuw glas in, nieuwe kozijnen, de gevel wordt opgedikt met extra isolatie en er komen nieuwe installaties, warmtepompen en zonnepanelen. Het gebouw is deels nog verhuurd, dus we gaan aan de slag met de huurders erin. Dat is uniek. In fases gaan we het hele gebouw door. Eind dit jaar verwachten we klaar te zijn.’

Zulke verduurzamingsslagen zorgen voor dalende energiekosten. Profiteren huurders daarvan of jullie als gebouweigenaar?

‘Er zijn drie smaken. De eerste is dat een gebouw volledig wordt verhuurd aan één partij. Dan staat de energieaansluiting op de naam van de huurder. Die is vrij om een energiebedrijf te kiezen. Smaak twee is dat er meerdere huurders is één pand zitten. In dat geval kopen wij elektriciteit en gas in bij onze leverancier Vattenfall. De kosten rekenen we vervolgens door aan de huurders.’

‘De laatste optie is dat we een all-in prijs rekenen voor alle services. Daar valt energie ook onder. Op het moment dat we niet efficiënt met energie omgaan, kost het ons geld.’

‘Onderaan de streep profiteren wij van de duurzame investeringen die we doen, omdat we geloven dat duurzame panden in waarde stijgen. Daarbij huren bedrijven liever een duurzaam dan een niet duurzaam pand.’

In heel Nederland speelt netcongestie een rol, zeker in de randstad waar NSI panden heeft. Is er genoeg ruimte op het stroomnet om alle kantoren te verduurzamen?

‘Het grote voordeel is dat we werken met bestaande gebouwen. Die hebben al een energieaansluiting. Een warmtepomp plaatsen in een pand is geen probleem als er al een koelmachine op het dak staat, want die heeft al een bepaald vermogen nodig. Als de koelmachine eraf gaat en de warmtepomp ervoor in de plaats komt, is er niks aan de hand. Dat past vaak binnen de bestaande contractafspraken en het vermogen dat beschikbaar is.’

‘Het verschil is dat een koelmachine alleen in de zomer werkt om te koelen en de warmtepomp het hele jaar door. Op het moment dat je geen koelmachine hebt, wordt het een uitdaging. Dat hebben we nu in één van onze monumentale gebouwen. We willen het verduurzamen en meer comfort toevoegen, maar we lopen tegen de limieten van de energieaansluiting aan.’

‘We onderzoeken met onze adviseurs wat er mogelijk is binnen het bestaande contract. Dit kan betekenen dat we meer moeten investeren in bijvoorbeeld batterijopslag, of dat we minder kunnen verduurzamen dat we oorspronkelijk hadden bedacht – al heeft dat natuurlijk nooit onze voorkeur.’

En als een huurder zegt: bij een kwart van de parkeerplaatsen moeten laadpalen komen?

‘Er rijden steeds meer elektrische auto’s rond en het is wel zo fijn om op werk te kunnen laden. Bij de meeste panden hebben we jaren geleden al ingezet op laadpalen en die laten installeren door bijvoorbeeld Vattenfall. Willen we nu nog laadpalen bijplaatsen, dan is de kans aanwezig dat dat niet uitkomt.’

‘Er zijn verschillende oplossingen, met behulp van een energiemanagementsysteem. Door een aantal laadpalen te ‘remmen’, kan er toch worden opgeladen. De laadsnelheid zal hierdoor wel iets lager zijn. Een alternatief is dan om meer elektrisch vermogen naar de laadpalen te sturen op het moment dat het gebouw zelf minder energie nodig heeft.’