Nee, Ruben Brave (50) is nog niet bepaald gewend aan zijn nieuw verworven status als voorvechter van diversiteit en inclusie. Heel eerlijk? Hij vindt het nog steeds bloedspannend om zich op deze manier te profileren. Niet heel vreemd voor iemand die, naar eigen zeggen, tot voor kort enkel bezig was met geld verdienen en zich nooit zo sterk vereenzelvigde met zijn huidskleur of zijn Afrikaanse, Indiase, Joodse en vooral Surinaamse wortels. Hij lacht: ‘Ik kan je vertellen: ik heb me nog nooit zo zwart gevoeld als nu.’
Inclusive 30 Class of 2025
Brave is initiatiefnemer en voorzitter van het in 2021 opgerichte Dutch New Narrative Lab (DNNL), een stichting die innovatief ondernemerschap toegankelijker wil maken voor vrouwen, mensen van kleur en andere ondervertegenwoordigde groepen. Terugkijkend zat de hang naar inclusie misschien dieper dan gedacht; de techondernemer begon zijn carrière in de jaren 90 in de opkomende internetsector, een fenomeen dat hem mateloos fascineerde.
Grote gelijkmaker
‘Ik zag het internet als de grote gelijkmaker’, zegt hij. ‘Een platform waarop iedereen zijn stem zou kunnen laten horen, iedereen zijn eigen uitgever zou kunnen worden.’ Daar pioniert hij zelf ook mee, zo zet hij voor PCM Uitgevers – het huidige DPG Media – de eerste betaalde digitale krant op (de Volkskrant e-mail, red.).
Met de oprichting van Entelligence, een incubator voor startups van hoogleraren, verlegt Brave zijn focus naar academisch ondernemerschap. Al ontdekt hij pas echt wat een krachtig middel ondernemen kan zijn op weg naar een inclusievere samenleving, als VNO-NCW-baas Focco Vijselaar, destijds directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie bij het ministerie van EZK, hem in 2020 vraagt of hij eens koffie wil komen drinken.
Lees ook: Waarom ik DEI niet van onze website haal – en andere ceo’s dat ook niet zouden moeten doen
Vijselaar heeft een interview met Brave in het AD gelezen, waarin hij zijn ervaringen met discriminatie en racisme in de bestuurskamer deelt. Ervaringen die de ondernemer eerder altijd naar de achtergrond heeft gedrukt, hoe naar of oneerlijk ook.
Van de keer dat een directeur hem vertelt dat hij het gebouw moet verlaten omdat zijn kleur ‘een aandeelhouder niet aanstaat’ tot die ene KNVB-bestuurder die hem recht in zijn gezicht zegt dat hij ‘Surinamers haat’ – Brave blijft rustig en rationeel.
Jaren van incasseren
Pas later gaat hij zich afvragen: tegen welke prijs? Het antwoord op die vraag ontdekt hij als hij in 2013 zijn eerste bedrijf verkoopt en een sabbatical neemt. Zijn hele leven beweegt hij zich al in overwegend witte omgevingen – tijdens zijn school- en studietijd, op werk, maar ook privé.
Zijn eerste vrouw, van wie hij gescheiden is, is wit, zijn vriendin ook. En zelfs binnen zijn eigen schoonfamilie en kennissenkring worden denigrerende of zelfs racistische opmerkingen gemaakt over zijn kleur en achtergrond. Soms subtiel, soms minder subtiel. Gemene deler: elke keer als hij er iets van zegt, worden zijn opmerkingen weggewuifd of genegeerd.
Tijdens die sabbatical is er weer zo’n moment – en verliest hij zijn zelfbeheersing. ‘Ik kreeg een woede-uitbarsting die totaal niet in verhouding stond tot de situatie. Ik was op vakantie; ik heb de trip direct afgebroken en een afspraak met de huisarts gemaakt. Daar begon een proces van reflectie, waarin ik pas echt besefte hoeveel onzichtbare schade zich had opgehoopt. Niet alleen door het telkens weer wegslikken van grensoverschrijdend gedrag, maar ook door het aanhoudende gebrek aan erkenning.’
Sindsdien incasseert hij niet meer. De ervaring leert hem om zich uit te spreken tegen racisme en uitsluiting, ook in de media, en consequent meldingen bij het Meldpunt Discriminatie of zelfs aangifte bij de politie te doen – één keer begint hij zelfs een juridische procedure. Dat doet hij niet alleen om zichzelf, maar ook om anderen te helpen.
Geen sociaal, maar economisch vraagstuk
Naast het AD doet hij in andere media zijn verhaal. ‘Van de eerste versie van een ander stuk, dat ongeveer gelijktijdig met het AD-interview uitkwam, was ik overigens enorm geschrokken’, zegt hij. ‘Ik werd als een soort slachtoffer neergezet, als iemand die geknakt was. Terwijl ik juist enorm strijdbaar ben. Focco zei later: als het artikel op die manier gepubliceerd was, denk ik niet dat ik je had uitgenodigd voor een gesprek.’
Diversiteit en inclusie worden vaak gekoppeld aan ‘zielig’, ziet Brave. Aan ‘laagopgeleid’ of nog vaker ‘kansarm’. Termen waar hij allergisch voor is. ‘Ik geloof dat er eerder sprake is van iets als ‘gunarm’. De ondernemers die wij met DNNL ondersteunen, hoeven helemaal niet gered te worden, alleen maar minder gehinderd – en meer gegund.’
De cijfers zijn bekend: van het beschikbare durfkapitaal gaat slechts een fractie naar startups met vrouwelijke oprichters en nog minder naar founders van kleur. De exacte percentages verschillen per onderzoek, maar het overkoepelende beeld is hetzelfde.
Dat gebrek aan inclusie kost de maatschappij enorme sommen geld. Alleen al in Nederland wordt het onderbenutte ondernemerschapspotentieel van mensen met een migratieachtergrond op meer dan 10 miljard euro per jaar geschat, berekende denktank Denkwerk in 2021. Het jaar daarop concludeerde McKinsey dat een betere toegang tot ondernemerschap en financiering tegen 2030 tot 250 tot 400 miljard extra marktwaarde zou kunnen opleveren, en 165.000 tot 250.000 nieuwe banen.
Gevoel van zelfbeschikking
Focco Vijselaar kent die cijfers ook en vraagt Brave tijdens die kop koffie of voor EZK in kaart wil brengen hoe het ministerie inclusief ondernemerschap kan stimuleren. Een van de redenen dat hij op het verzoek inging, blikt Brave terug, was dat júíst EZK het vroeg. ‘Dat de kwestie niet als sociaal, maar als economisch vraagstuk werd bekeken.’
Zoals Martin Luther King al stelde, vervolgt hij: ‘True equality will never be achieved without economic equality. Zonder herdistributie van de economische macht bereiken we nooit sociale gelijkheid. Ik zie ondernemerschap als een effectieve manier om vermogen – en dus economische onafhankelijkheid – op te bouwen. Voor jezelf en voor je kinderen. Daarnaast beschouw ik ondernemerschap als een creatieve kracht, een middel om de wereld vorm te geven op je eigen voorwaarden. Ondernemen geeft vrijheid en een gevoel van zelfbeschikking.’

Een gevoel dat bij ondernemers uit ondervertegenwoordigde groepen vaak ontbreekt. Brave is diep geraakt door de honderden gesprekken die hij, tussen 2020 en 2021, in opdracht van EZK met ondernemers voert. ‘Ze werden zelden echt gezien of serieus genomen’, zegt hij. ‘Een van de mensen die ik sprak, was Anita Abaisa van Ibias VR. Ze had een heel goed idee: een virtual reality-bril waarmee mensen kunnen ervaren hoe het is om gediscrimineerd te worden. Toen ze dat bij een bekende bank pitchte, is ze uitgelachen. Gewoon uitgelachen.’
Minachting druipt er vanaf
De gesprekken leerden hem hoe universeel die ervaringen zijn. Zelf maakt Brave iets soortgelijks mee als hij in 2022 met UvA-wetenschapper Jean Wagemans financiering bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor hun project Ebasta, een methode om kritisch denken te stimuleren en certificeren.
Naar Wagemans wordt aandachtig geluisterd; aan Brave wordt gevraagd wat eigenlijk zijn rol in het hele gebeuren is en of hij wel de juiste zakelijke vaardigheden heeft. ‘Ik zei dat ik dat een vreemde vraag vond’, blikt de ondernemer terug. “Waarop de voorzitter reageerde met: “Dat bepalen wij wel!” en iedereen in bulderend gelach uitbarstte. De minachting droop er gewoon vanaf.’
Brave dient een klacht in, die wordt erkend – maar de financiering komt er niet. ‘Jean stond na afloop van het interview met tranen in zijn ogen. “Zo gaat het dus”, zei hij. “Ja”, zei ik. “Welkom in mijn wereld.” Sommige ondernemers beginnen om die reden niet eens aan een financieringsronde, die gaan liever bootstrappen. Dat is op zich best een gezonde manier om je bedrijf te laten groeien, maar om het naar een volgend niveau te tillen heb je vroeg of laat extern kapitaal nodig.’
Miljoen euro aan deals
Het werk van Dutch New Narrative Lab steunt op drie pijlers. Samen met kennisinstellingen en organisaties als de SER, het CPB en Stichting MKB Financiering ontwikkelt de stichting een ecosysteem-monitor. Daarin worden data verzameld over de stand van zaken op het gebied van diversiteit en inclusie bij startups.
Daarnaast verzorgt de stichting programma’s die focussen op het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden, het binnenhalen van opdrachten en het sluiten van deals. Ook organiseert DNNL netwerkevents waar founders in contact kunnen komen met gevestigde ondernemers, investeerders, beleidsmakers en academici. De stichting host deze zogeheten unConferences in samenwerking met partijen als Accenture, Amazon en Rabobank. ‘Een van de eerste edities was bij Google Nederland’, zegt Brave. ‘Drie maanden later was er voor al meer dan een miljoen euro aan deals gesloten.’
Tot slot zet hij zijn platform in om onderbelichte innovatieve ondernemers een podium te geven. Op de vraag wie we absoluut zouden moeten kennen, noemt hij enthousiast een hele rits namen, later mailt hij er nog een aantal na.
We kunnen ze helaas niet allemaal kwijt, dus een greep: femtech-ondernemer Kasia Pokrop, de oprichter van Mamamoon, een app die vrouwen ondersteunt tijdens de menstruatie, het moederschap en de menopauze; succesvol serie-ondernemer Nelson T. Ajulo, die onder meer Zarttech oprichtte, een bedrijf dat ondernemingen helpt om remote IT-teams samen te stellen met software- en cybersecurityspecialisten uit Afrika; en Dan Jing Wu, die met VivArt-X aan een oplossing werkt om lichaamseigen weefsel terug te laten groeien na een borstsparende operatie.
Niet meer dan mooie woorden
Alle inspanningen en waardering ten spijt, voelt Brave zich nog altijd een beetje ongemakkelijk binnen het DEI-domein. Waarom dan toch die handschoen oppakken? Vooropgesteld, zegt hij: ‘Eigenlijk ben ik er gewoon ingerold. Maar ik vind ook dat iemand het moet doen. Progressief links roept en belooft van alles, maar als puntje bij paaltje komt, blijken die mooie woorden en beloftes ook vaak niet meer dan dat.’
Hij maakte het al meerdere keren mee: bestuurders en redacties die terugkwamen op voorstellen om samen te werken, toezichthouders die governancecodes aan hun laars lapten, financieringsinstrumenten die toch niet beschikbaar bleken. ‘‘Rechts’ is in dat opzicht vaak consequenter. Zij doen in elk geval wat ze zeggen, hoe confronterend dat ook is.’
Lees ook: Topvrouw Artie Debidien: ‘Al die diversiteitsmanagers moeten zich schamen’
Zijn eerste wapenfeit mag Brave inmiddels bijschrijven: een aangenomen motie van Groenlinks-PvdA’er Raoul White, waarin het Tweede Kamerlid pleit voor het aanpakken van knelpunten in de toegang voor financiering van ondernemers die vrouw zijn, een migratieachtergrond hebben, of allebei. Een motie waarvoor DNNL samen met partners als VNO-NCW, Code-V, Stichting MKB Financiering en bijna twintig betrokken ondernemers input leverde.
Laat het de aanzet zijn tot een fundamentele verschuiving in hoe we naar ondernemerschap kijken, zegt Brave. Zijn stichting heet niet voor niets Dutch New Narrative Lab: ‘Ik wil weg van dat oude, zielige diversiteitsnarratief en naar een nieuwe norm – waarbij we niet langer spreken over ‘inclusief ondernemerschap’, maar gewoon over ondernemerschap.’