Zeker wanneer je kijkt naar snelgroeiende startups, scaleups en unicorns. Met name maatschappelijk belangrijke thema’s als mobiliteit, voedsel, energie, gezondheid, veiligheid en werk bieden kansen om het initiatief te nemen.
Van de 30 grootste bedrijven ter wereld komen er momenteel nog slechts drie uit Europa. Naast Louis Vuitton Moët Hennessy (nummer 20) en Nestlé (nummer 26) is het Nederlandse ASML (nummer 29) eigenlijk het enige bedrijf met een technologische achtergrond. Kijkend naar de waardering van ASML (267 miljard) valt dan wel op dat het verschil groot is met bedrijven als Apple, Meta Platforms (zoals Facebook), Amazon, Microsoft, Tesla en Alphabet (Google).
Blijft daarmee de invloed van de Europese economie achter? Dat ligt er maar net aan hoe je het bekijkt, zeggen Jeffry Keulaerds en Daan Witteveen van Deloitte. ‘Als het gaat om grote enterprise software-partijen, kent Europa bijvoorbeeld alleen SAP. En binnen de platformeconomie hebben we nauwelijks bedrijven die op wereldschaal meespelen. Desondanks zien we dat er een kentering gaande is. Er komen bijvoorbeeld ook in Europa meer unicorns op. En de bedragen die omgaan in venture capital breken record na record. Als je goed kijkt, zie je veel positieve ontwikkelingen.’
4 toekomstscenario’s
Hoe ziet die toekomst er dan uit voor de Europese tech-sector? Die vraag wordt beantwoord met vier toekomstscenario’s in een Europese campagne van Deloitte. ’Daarbij zijn twee pijlers belangrijk: hoe aantrekkelijk is en wordt Europa voor tech-bedrijven, en in welke mate innoveert de Europese technologie zich? Wanneer Europa op beide pijlers hoog scoort, zal de groei van technologiebedrijven die meerdere miljarden waard zijn sterk toenemen, denkt Witteveen. ‘Al is natuurlijk de vraag of we uiteindelijk zeer machtige ‘trillionaire’ technologiebedrijven willen. Want daar zit ook een keerzijde aan.’
Volgens de in technologie gespecialiseerde Deloitte-partner liggen er voor Europa met name kansen voor bedrijven die focussen op de ‘grote maatschappelijke thema’s van de toekomst’. Denk hierbij aan mobiliteit, voedsel, energie, gezondheid, werk, veiligheid en robotica.
Het zijn juist deze gebieden waar Europa al veel expertise heeft opgebouwd, en die voorsprong mogelijk kan uitbreiden. ‘Als we binnen de Europese Unie in staat zijn om de samenwerking op te zoeken, en ecosystemen weten te bouwen, kunnen er mooie dingen ontstaan.’
Die beweging naar ‘ecosystemen’ is cruciaal, benadrukt tax specialist Keulaerds. ‘En tegelijk zien we die nu al ontstaan. Regio’s als Berlijn en Parijs hebben al een aanzuigende werking. In Amsterdam zie je de creatieve industrie sterk opkomen. Brainport Eindhoven heeft een heel ecosysteem rondom ASML. En in Leiden zie je een groot ecosysteem rondom biotech. Daar zitten mensen met eenzelfde mindset en een gedeelde filosofie, die elkaar opzoeken. Van daaruit kun je steeds verder ontwikkelen.’
Lees ook: Een financiële ABC voor een groeiende scaleup
Hoekstenen van de economie
Witteveen en Keulaerds zien steeds meer ‘competitie tussen ecosystemen’ ontstaan. In de VS versterken zulke ecosystemen zichzelf, doordat veel tech-ondernemers in een bepaalde sector zelf ook een groot deel in het ecosysteem investeren. Een trend die op vergelijkbare wijze in Europa steeds meer zichtbaar wordt. Al hameren Witteveen en Keulaerds op de rol van overheden. ‘Zeker met belangrijke thema’s als energie, zorg, werk en mobiliteit kun je niet zonder de overheid.’
Maar het denken in ecosystemen is evengoed belangrijk voor de tech-bedrijven zélf, benadrukken ze. ‘Willen dit soort bedrijven doorgroeien, dan is het ook voor hen belangrijk dat ze in het juiste ecosysteem zitten’, aldus Witteveen. Een programma’s als de Technology Fast 50 kan daarbij helpen. ‘Dit zijn de bedrijven die straks de geschiedenis ingaan als de hoekstenen van onze economie’, aldus Witteveen. ‘Dit zijn de ondernemers die het doen.’
Daarnaast werkt Deloitte vanuit het Future Winners-initiatief nauw samen met een grote groep scaleups aan uiteenlopende uitdagingen die zij tegenkomen bij hun snelle groei.
Corona als kans
Waar de coronacrisis aan de ene kant een negatieve impact heeft, zoals in de cultuursector, de horeca en de reisbranche, zijn veel tech-bedrijven in de afgelopen tijd juist zeer succesvol gebleken. Een organisatie als Picnic bijvoorbeeld, vorig jaar nog een van de snelle groeiers in de Deloitte Fast 50, zag in coronatijd een grote toestroom van klanten, omdat veel mensen bang waren om naar de supermarkt te gaan. Daardoor ontstond het besef dat het vaak net zo snel en goedkoop is om via de online bezorgdienst hun inkopen te doen.
Ook op Nyenrode Business Universiteit zien ze een digitale versnelling, dánkzij de coronacrisis. En dan niet alleen op het gebied van thuiswerken. Kijk bijvoorbeeld hoe snel het onderwijs ineens kon omschakelen naar volledig digitaal. Of naar de zorg, waar inmiddels ook virtueel zorg wordt verleend. Van chatbots tot de opkomst van digital twins, en van de doorbraak van de Internet of Things tot de uitrol van edge computing: er zijn veel recente ontwikkelingen op digitaal gebied. Al betekent dat niet direct dat je bedrijf moet veranderen in de volgende Google of Amazon, zeggen ze bij Gartner. ‘Digitale transformatie verandert immers niet de missie en purpose van je organisatie.’
Drie digitale domeinen
Zoemen we verder in op het ‘digitaal versnellen’ van je organisatie dan zijn er drie belangrijke domeinen. Het eerste is: Digital Customer. Oftewel: consistent nieuw digitaal aanbod aan je klant aanbieden, en een steeds meer digitale (en daarmee prettige) customer journey. Deze stappen dragen bij aan een verbetering van je omzet, marktaandeel, en de Net Promotor Score (NPS).
Het tweede domein is de Digital Core. Oftewel: een efficiënte, digitale, interne operatie met zoveel mogelijk geautomatiseerd werk en digitale processen, bij voorkeur in de cloud. Dit heeft een positief effect op je marge en de verhouding tussen kosten en omzet.
En dan is er nog het derde domein, onder de noemer Digital Work. Oftewel: hoe je digitalisering menselijk maakt. Dit vraagt om nieuw leiderschap, om teams die anders gaan werken, om individuen die andere faciliteiten krijgen, om een anders verbonden ecosysteem en een nieuwe organisatievorm. De voordelen hiervan: meer agility van je business en je employee engagement.
Wanneer je in alle drie de domeinen investeert, maakt dat je organisatie ‘future ready’. ‘Vroeger ging het bij tech-bedrijven vooral om echte technologie’, besluit Keulaerds. ‘Semiconductors, internet. Nu zie je dat het steeds meer om de toepassing van technologie gaat, en om de maatschappelijke samenhang tussen verschillende onderdelen. Als Europa bijvoorbeeld doorzet op de Green Deal, zou het zomaar kunnen dat we daar wereldwijde leading tech-spelers in gaan zien. Je ziet bij de Fast 50 ook dat het steeds meer gaat om impact. Waar het de afgelopen 10 jaar vooral ging om innovatie, wordt het komende decennium de tijd van vergaande business- en maatschappelijke transformatie. Het is niet voor niets dat StartupDelta tegenwoordig Techleap heet. Dat past in de ambitie om van Nederland het beste ecosysteem van Europa te maken voor startups en scaleups. Met name die laatsten zorgen immers voor de echte impact op de maatschappij. En daarin schuilt dé opportunity voor Europa.’