Aan voormalig president Bill Clinton danken we de inmiddels gevleugelde uitspraak: ‘It’s the economy, stupid’. Als we kijken naar wat startups en scaleups succesvol maakt, blijkt dat de uitdrukking eigenlijk moet zijn: ‘It’s the ecosystem, stupid’.
Waarom dat relevant is: van alle jonge bedrijven overleeft 90 procent de eerste 5 jaar niet. Oorzaken daarvoor zijn een gebrek aan funding, een beperkte markt voor hun innovatie, of door een gebrek aan een solide founding team. Het gevolg is de gevreesde Valley of Death. Maar ook na die eerste 5 jaar heb je nog geen zekerheid. Want tussen jaar 5 en 8 zijn voldoende toegang tot kennis en talent, evenals toegang tot gerelateerde en ondersteunende industrieën een must.
Nieuw onderzoek naar ecosystemen
Om door die jaren te navigeren, blijkt dat een goed ecosysteem van doorslaggevend belang is. Dit lees je in een recent onderzoek dat – geïnitieerd door Deloitte- is uitgevoerd door het Rotterdamse Erasmus Centre for Entrepreneurship (ECE). ‘We hadden die overtuiging al langer’, vertelt Else Herrebout, die namens Deloitte bij de studie betrokken was. ‘Maar we wilden het ook daadwerkelijk toetsen. En het bleek eigenlijk niet eerder vastgesteld te zijn in Nederland.’
Bouwstenen van een ecosysteem
Naast literatuuronderzoek en deskresearch gingen de onderzoekers in gesprek met een aantal Nederlandse startups en met name scaleups in de mobiliteitssector, zoals ParkBee, Hardt Hyperloop, Lightyear, SnappCar en VanMoof. Hoe kijken zij naar de Future of Mobility? En wat maakt het dat zij succesvol de Valley of Death lijken te overleven? Dat blijkt dus het onderdeel zijn van een ecosysteem, waarbij de bedrijven niet alleen van elkaar profiteren, maar ook van andere ondersteunende organisaties. Denk daarbij aan venture capitalists, maar ook aan opleidingsinstituten, overheden en onafhankelijke adviseurs.
Een goed ecosysteem blijkt zelfs ‘noodzakelijk’ om startups door hun eerste levensfases heen te leiden, aldus Joep Arends, die als innovatiedirecteur binnen Deloitte bij de studie betrokken was. ‘Het idee van een ecosysteem is dat de groei van een onderneming een prestatie is van een hele set actoren en factoren die van elkaar afhankelijk zijn. In het ideale geval profiteren zij allemaal van elkaar, en dragen ze allemaal bij aan het totale ecosysteem door allerlei bronnen en menselijk, intellectueel en relationeel kapitaal te delen. Toegang tot een markt, kennis, talent, kapitaal en aanverwante industrieën spelen daarbij allemaal een rol. Groei van de onderneming blijft een individuele prestatie, maar er wordt in een ecosysteem wel een setting gecreëerd, waarin de kans op succes groter wordt. Zie het als een betere voedingsbodem om te floreren.’ De volgende 5 bouwstenen spelen een centrale rol:
- Toegang tot de markt
In een goed functionerend ecosysteem voor scaleups profiteren zij van elkaars toegang tot snelgroeiende markten en klantenbestanden. Zo kunnen schaalvoordelen ontstaan en ook cross-selling. Doordat de partijen in het ecosysteem elkaar helpen, maar tegelijk ook met elkaar concurreren, kan bovendien verdere innovatie en groei worden aangewakkerd. - Toegang tot aanverwante industrieën
Succesvolle ecosystemen koesteren dynamische interacties, samenwerking en uitwisselingen. Met name als een ecosysteem in een bepaalde regio gevestigd is, kun je daar je voordeel mee doen. Een bestaand voorbeeld is het mobiliteitscluster rondom Eindhoven en Helmond. Het helpt ook als veel professionele adviesdiensten in de buurt gevestigd zijn, enerzijds om op te kunnen schalen, anderzijds voor internationale credibility. - Toegang tot talent en kennis
Om een ecosysteem tot bloei te laten komen, is niet alleen voldoende technische kennis belangrijk, maar ook voldoende leiderschapscapaciteit en mensen met de juiste ervaring en specialisme. Zo kun je grote groeiambities matchen met de juiste vaardigheden. - Toegang tot kapitaal
Voldoende toegang tot kapitaal blijkt bepalend voor de kracht van een ecosysteem. Daarbij valt op dat veel scaleups die dankzij het ecosysteem kunnen groeien, hun kapitaal vaak investeren in datzelfde ecosysteem. Zo kan het systeem zichzelf versterken. Bovendien draagt gezamenlijke groei van kapitaal bij aan voldoende exit- of zelfs fusiemogelijkheden binnen het ecosysteem. - De institutionele context
Een laatste belangrijke bouwsteen wordt gevormd door de institutionele en culturele context. Oftewel: ondersteunen de lokale overheden en de opleidingsinstellingen het ecosysteem? Is er bijvoorbeeld een hoogwaardige ICT-infrastructuur en zijn er lage handelsbarrières? Het draagt allemaal bij aan de succeskansen van een ecosysteem, en dus ook voor de individuele scaleups die daar onderdeel van zijn. ‘Lokale buzz kan zeker positieve effecten hebben’, aldus Arends. ‘Net als een ambitieuze en op groei georiënteerde cultuur, samen met sociale normen die risico’s tolereren, en tegelijkertijd innovatie, creativiteit en experiment aanmoedigen.’
In die zin hebben dus alle belanghebbenden een gezamenlijke verantwoordelijkheid de ecosystemen verder te brengen, vult Herrebout haar collega aan. ‘Dit onderzoek is wat dat betreft ook een call-to-action voor overheden, kennisinstituten en adviespartijen, om ecosystemen vooral te blijven faciliteren.’
De toekomst van mobiliteit
Bij de partijen die zich rondom het Nederlandse ‘mobiliteits-ecosysteem’ verzamelen, is de meerwaarde duidelijk te zien. En dan met name rond die vijf eerder genoemde scaleups die zich concentreren op ‘de toekomst van mobiliteit’: innovatieve oplossingen op het gebied van duurzame mobiliteit en het zogeheten Mobility as a Service.
Mooie initiatieven, zo stellen de onderzoekers. Maar om de potentie van de scaleups volledig te benutten, is het wel nodig dat onder andere publieke stakeholders hun oplossingen omarmen. ‘Want als je voor je oplossing de overheid aan boord hebt, wordt het ook makkelijker om andere ondersteunende partijen aan je te binden’.
Zeker op het gebied van mobiliteit is die publieke steun onmisbaar, stelt Arends. Juist omdat mobiliteit bijna altijd samenhangt met infrastructuur. Maar als de publieke steun er eenmaal is, dan ziet hij wel kansen om nieuwe mobiliteitsoplossingen te versnellen. Waarbij samenwerking over sectoren heen en de juiste regelgeving cruciaal zijn. De centrale oproep van de onderzoekers is dan ook: ‘Toon leiderschap en baan de weg voor de toekomst van mobiliteit. Door met de juiste regelgeving innovatie te stimuleren, kunnen we hier duurzame verandering bereiken.’
Lees hier het hele rapport.