Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob staat ver boven alle kantoorroddels

Bob is divisiedirecteur van een groot concern. Hij doet zijn best. In deze aflevering staat hij ver boven alle kantoorroddels.

VAN Alexander
AAN Bob
ONDERWERP Elzeline

Hoi Bob,
Ik wou even iets kwijt over Elzeline. Je hebt haar nu ruim twee maanden geleden ­binnengehaald en toen luid verkondigd dat Elzeline een rasverkoopster is met een netwerk van hier tot Tokio. Maar nou ­vragen inmiddels steeds meer managers zich af: waar blijft die new business dan? Het begint echt te broeden binnen de ­organisatie, Bob, je weet hoe dat gaat: de directeur haalt zonder enig overleg ­iemand binnen – kan gebeuren, daarvoor ben je directeur – maar die iemand heeft dan wel meteen erg weinig draaivlak. En nu zie je iedereen denken: eens kijken of en ­wanneer mevrouw eindelijk eens gaat ­scoren. En steeds meer gefluister: ze ­verdient hier een vermogen. Ik vind dat je dit moet weten, Bob. Gaat niet goed zo.
Alexander

Dag Alexander,
Ik neem je mail voor kennisgeving aan. Het zal best zo zijn dat er gefluisterd en geroddeld wordt, dat gebeurt nu eenmaal volop in elk bedrijf, maar ik heb inmiddels één ding heel goed geleerd: als directeur moet je daar vér bovenstaan. Even wel de vraag, want dat wil ik dan wel graag ­weten: wat denken mensen eigenlijk dat ze hier verdient?
Bob

Hoi Bob,
Nou, de een zegt: anderhalve ton, zeker weten. De ander zegt: met alles erop en eraan komt ze aan twee ton. En wat ­mensen ook bezighoudt: wie stuurt haar eigenlijk aan? In ons recente organogram is ze nergens terug te vinden.
Alexander

Alexander,
Ooit heb ik dit geleerd als directeur: laat je nooit uit over salarissen van je mensen, dat betekent geheid hommeles. Dus ­verwacht van mij niet dat ik reageer, al moet ik wel zeggen: die bedragen, die ­kloppen toch echt niet. Nog een les die ik ooit heb geleerd: organogrammen zijn best belangrijk, maar zeker niet heilig. ­Volgens mij valt ze trouwens onder Jos, ik zal het eens checken. Maar daar laat ik het dan ook bij. Ik vind dit allemaal ver ­beneden mijn ­waardigheid.
Bob

Bob,
Nou, nee hoor, ze valt in elk geval niet ­onder Jos. Tenminste: ze zegt voortdurend dat ze rechtstreeks onder jou valt. Ze heeft het steevast over mijn baas dit en mijn baas dat en dan heeft ze het over jou. En dan tovert ze zo’n veelbetekenend lachje tevoorschijn. Ja, dat helpt ook niet, dat mag je best weten. Er wordt nu volop ­gefluisterd dat er iets is tussen jullie. Ik hou ook totaal niet van dat soort ­praatjes, maar zo is het wel, dus dan kun je het maar beter weten.
Alexander

Alexander,
Laat dit duidelijk zijn: dat soort praatjes, daar lách ik om, daar ga ik niet eens op in! Alleen omdat ik wekelijks een bila met haar heb, denken jullie dat ik haar rechtstreeks aanstuur en – toe maar – dat wij ook nog iets hebben? Zijn jullie soms ­jaloers dat zij wél een bila heeft met de directeur en jullie niet? Zijn jullie soms ­jaloers dat ik haar een keer, nou goed, twee keer, misschien drie, heb meegenomen naar Hoofdkantoor en jullie nooit meeneem? Dat soort kantoorroddels, daar sta ik als directeur vér boven.
Bob

Bob,
Dat je haar meeneemt naar Hoofdkantoor, dat verhaal heb ik wel gehoord, maar ik dacht toen: vast weer zo’n roddel. Maar goed, dat moet je zelf weten. Het zorgt er echter allemaal wel voor dat onze ­managers inderdaad jaloers worden, dat ze zich zwaar gepasseerd voelen, dat ze denken dat zij jou heeft ingepakt. Niet zo vreemd toch, dat ze zo reageren?
Alexander

Alexander,
Nog een les die ik ooit leerde: als directeur passeer je vaak mensen en dan maak je je niet geliefd. So be it. Part of the job. En wat betreft die onzin dat zij mij heeft ingepakt – wat kleinzielig! Neem je een keertje, of twee keertjes geloof ik, ­misschien drie, iemand mee uit eten, en dat is dan toevallig een leuke vrouw, en het kippenhok slaat op hol. Gelukkig laat me ook dit volkomen koud.
Bob

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bob,
Hé, dat wist ik ook niet. Ik had het alleen horen fluisteren dat jullie met elkaar uit eten gaan. En ik maar denken: zielige ­roddel. Nou ja, je moet natuurlijk zelf ­weten met wie je eet en ik kan me best voorstellen dat dan je voorkeur uitgaat naar wat jij een leuke vrouw noemt – maar ik wil je alleen maar zeggen, Bob: het ­veroorzaakt allemaal héél veel onrust.
Alexander

Beste Elzeline,
We hebben vanmiddag weer bilateraal. Ik wou dan even nuchter en zakelijk met je bespreken welke leads je uit hebt staan en hoe groot de kans van slagen is. En o ja, over ons etentje vanavond: vind je het goed als we dit even uitstellen? Sorry, maar het komt ineens heel slecht uit.
Bob

Meer Bob?

Deze eigenschap verraadt direct of iemand geschikt is voor de top

Wat hebben de beste leiders met elkaar gemeen? Het is niet hun diploma's of ervaring. Eén eigenschap valt volgens headhunter en columnist Ralf Knegtmans direct op tijdens interviews. En de Nederlandse arts en bestuurder Marcel Levi is daarvan een schoolvoorbeeld.

leiders helder communiceren

Hun cv’s zijn indrukwekkend, hun diploma’s gerenommeerd. Toch zie je tijdens interviews meteen wie écht geschikt is voor de top.

Vorige keer schreef ik over het belang van leervermogen. Deze keer komt een minstens zo cruciaal kenmerk van toptalent aan bod: het vermogen om complexiteit te reduceren. In gewoon Nederlands: dingen simpel maken.

Overdreven managementjargon

Veel directieleden en managers maken hun werk onnodig complex, ondanks al hun (post)academische studies aan prestigieuze universiteiten en business schools. In de dagelijkse aansturing van hun teams communiceren ze bewust omslachtig. Sommigen doen dit uit onzekerheid. Anderen denken indruk te maken op jongere collega’s, of willen zo hun hoge salaris rechtvaardigen.

Als executive searcher gaan bij mij de alarmbellen direct af wanneer kandidaten zich verstoppen achter overdreven managementjargon. Zeker bij leiderschapsfuncties is dat een slecht teken. Want wie wil er nou een leider volgen die onbegrijpelijk praat?

Moderne leiders moeten juist mensen inspireren en in beweging krijgen. Daarom is het vermogen om zaken simpel te houden zo belangrijk. Het is een van de kenmerken die echt toptalent onderscheidt van de rest.

Lees ook: Deze eigenschap mist op elk cv, maar is cruciaal voor het vinden van toptalent

De kunst van het simplificeren

In mijn dagelijkse executive searchpraktijk valt het mij meteen op: échte toptalenten proberen zich niet beter voor te doen dan ze zijn. Ze kennen meestal hun sterke punten, maar zijn ook open over wat ze nog kunnen verbeteren.

De beste mensen leggen alles glashelder uit, ongeacht hun vakgebied of discipline. Middelmatige kandidaten doen precies het tegenovergestelde tijdens interviews. Ze verliezen zich voortdurend in vaktaal en vluchten in gecompliceerde terminologie. Ze denken indruk te maken, maar het effect is averechts.

Voor mijn boek Toptalent sprak ik met ongeveer 65 leiders uit allerlei werelden. Van de opperbevelhebber der strijdkrachten tot de allerbeste koks. Van ceo’s tot toezichthouders en superspecialisten. Zonder uitzondering waren ze in staat om snel en simpel tot de kern te komen. Ze konden mij als leek diep inzicht verschaffen in de essentie van hun vakgebied.

Marcel Levi als schoolvoorbeeld

Zo sprak ik onder anderen met prof. dr. Marcel Levi. Destijds nog internist en voorzitter van het stafconvent en van de patiëntenzorgcommissie van het AMC-ziekenhuis aan de rand van Amsterdam. Levi werd al benoemd als hoogleraar toen hij 35 jaar oud was.

marcel levi
Marcel Levi is een voorbeeld van een leider die helder communiceert.

Op het moment van het interview bestond de baan van Levi uit vier componenten. Allereerst was dat de patiëntenzorg op de afdeling interne geneeskunde. Daarnaast deed hij onderzoek en gaf hij ook nog gewoon les aan studenten.

Alsof dat niet genoeg is, had Levi er ook nog een stevige managementtaak bij. Als manager van het stafconvent was hij eindverantwoordelijk binnen een model waar de ‘professional in the lead’ is.

Effectief communiceren

Wat is Levi’s grootste talent? Hij kan niet alleen veel ballen tegelijk in de lucht houden, maar blinkt vooral uit in communicatie. ‘Ik kan makkelijk communiceren op alle niveaus en daarnaast is het een persoonlijke missie om dingen simpel en behapbaar te maken’, aldus Levi zelf.

Veel artsen hebben de neiging om dingen nodeloos ingewikkeld te maken én onbegrijpelijk jargon te gebruiken. Lei doet precies het tegenovergestelde. Hij breekt met de norm in de medische wereld.

Maar Levi trekt zich weinig aan van wat ‘hoort’. Tijdens zijn middelbare school haalde hij bijvoorbeeld ook horecadiploma’s. Los van de vakkennis, ook goed voor de sociale ontwikkeling en het leren praten met gewone mensen.

Lees ook: Waarom ‘copycat-leiders’ falen en toptalenten schitteren: lessen van sterrenkok Jonnie Boer

Kruistocht tegen ingewikkeldheid

Tijdens ons interview pakte Levi een leeg vel papier en tekende een helder plaatje over zijn vakgebied. In tien minuten legde hij mij in lekentaal uit waar zijn vak in essentie over gaat. Hij is in staat om zijn specialisaties van interne geneeskunde en hematologie (de studie van bloed, bloedziekten en bloedvormende organen) op eenvoudige wijze te ontrafelen.

Hij begrijpt goed dat dit ook nu nog ongebruikelijk is in de medische wetenschap. Zelf zegt hij daarover: ‘Als je met een groot deel van mijn vakgenoten spreekt over bijvoorbeeld bloedstolling, hebben ze vaak nog de neiging om te roepen dat het ingewikkeld is. Mijn kruistocht is juist om het te zien als gemakkelijk. Het is met de beste intenties heel ingewikkeld gemaakt door mensen die te veel naar de details keken.’

Als hij met patiënten werkt, heeft Levi dezelfde benadering. Hij maakt op heldere wijze duidelijk hoe het zit. Geen jargon, maar in simpele taal vertellen welke behandelmethodes er zijn, en tegelijkertijd ook je mening als specialist niet onder stoelen of banken steken.

Nederlander van het jaar

In 2016 werd Levi door weekblad Elsevier uitgeroepen tot Nederlander van het jaar, vanwege de manier waarop hij het AMC bestuurd had. Daarna nam zijn carrière een vlucht.

In 2017 ging hij naar Londen waar hij chief executive werd van de groep van University College London Hospitals, een vooraanstaande keten van zorginstellingen die bekend staat om het leveren van eersteklas acute en specialistische zorg vanuit meerdere ziekenhuizen. Sinds 2021 is hij voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Het zou mij niet verbazen als we Marcel Levi de komende jaren nog een keer terugzien als minister of staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met zijn vermogen om ingewikkelde dingen toegankelijk te maken, kunnen ook gewone Nederlanders begrijpen waar de politicus het over heeft.

toptalent ralf knegtmans

Toptalent: de 9 niet te onderschatten universele criteria van toptalent is geschreven door Ralf Knegtmans. Het boek is onder meer te bestellen via managementboek.nl.