Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Techbusiness

Techbusiness is het platform van MT dat business maakt van technologie. Ga voor briljante business en snelle groei naar techbusiness.nl


Robo-Volvo’s

Volvo heeft op de openbare weg in Spanje drie onbemande auto’s 200 kilometer lang achter een vrachtwagen laten rijden. Doel van het robotautoproject: brandstof besparen. De drie Volvo’s tuften geheel zelfstandig met een snelheid van 85 kilometer per uur. Camera’s, radar en lasersensoren hielden de chauffeurloze wagens op het juiste spoor, via een draadloze verbinding kopieerden ze exact de route die de vrachtwagen nam. Meer over robotrijden op techbusiness.nl/industrie

Windows 8-feest in Taiwan

Nog vier maandjes slapen tot de officiële lancering, maar de beurs Computex in Taiwan stond al bol van de laptops en tablets die draaien op Windows 8. Het moet de belangrijkste Windowsversie ooit worden. Met het besturingssysteem wil de gigant uit ­Redmond zijn ooit zo vanzelfsprekende plek op de computer terugveroveren, die steeds vaker draait op software van Google of Apple en door tablets en smartphones steeds mobieler wordt. Meer over Computex op techbusiness.nl/hardware

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

BigQuery in Nederland

Het Nederlandse Crystalloid Innovations weet klant- en verkoopinformatie zó snel en fijnmazig te analyseren, dat business voorspelbaar wordt. De motor daarachter is BigQuery, een nieuwe dienst van Google die snelle data-analyse mogelijk maakt. Crystalloid had de primeur. Google gebruikt zelfs een klantcase van hen om te laten zien hoe goed het met Big Data overweg kan. Meer over Crystalloids helderziendheid op techbusiness.nl/ict

 >> Dit artikel komt uit MT Magazine. Abonnement?

Hoe je 2 tot 5 keer zoveel gedaan krijgt met hetzelfde aantal mensen

Waarmee maken koplopers het verschil in hun sector? Dat begint volgens expert Pieter Peelen met goede managementpraktijken. Voor MT/Sprout beschrijft hij wat ze zijn en geeft hij je de tools om ermee te beginnen. 'Twee tot vijf keer zoveel gedaan krijgen met hetzelfde aantal mensen. Het kan echt.'

pieter peelen beter is meer productiviteit
Foto: Getty Images

Te veel bedrijven gaan, vaak onbewust, gebukt onder een te lage productiviteit. Hoe weet je nu hoe productief je bent? En hoe kun je die productiviteit verbeteren? Mijn ervaring is dat het ook voor jouw bedrijf mogelijk is om twee keer productiever te worden.

Hou daarbij voor ogen dat een groot bedrijf geen uitvergrote kopie is van een klein bedrijf. Wanneer je bedrijf groeit, gaat het door verschillende fases heen. In elke fase is er ander gedrag van een ondernemer nodig om de volgende groeifase weer te bereiken.

Gas geven en remmen

Als je ondernemen vergelijkt met autorijden, dan lijkt het gedrag wat nodig is in de eerste fases van je bedrijf erg op gas geven. Er moet een bedrijf worden opgezet, er moeten klanten worden gevonden en er moet meer geld binnen komen dan eruit gaat. Vaak is het team ook nog klein (onder de vijftien fte’s), dus de behoefte aan organisatie, structuur en management is er ook minder.

Totdat je ten onder dreigt te gaan aan je eigen succes. Je moet te veel mensen direct aansturen waardoor je niet meer aan ondernemen toe komt. Door een gebrek aan structuur wordt het een rommeltje. Systemen zijn te primitief en worden te snel geïntroduceerd, zonder echt te kijken wat er nu nodig is. Goede mensen gaan weg uit frustratie.

Zelf slaap je ook minder door al het gedoe, je voelt je steeds vaker niet fit. Je loopt met de gedachte om alles maar te verkopen om ervan af te zijn. Je bent in de ‘beter is meer’-fase beland met je bedrijf. Vanaf de ‘beter is meer’-fase is leren remmen essentieel. Veel ondernemers vinden dit moeilijk of niet leuk. Toch is het belangrijk voor de verdere ontwikkeling van je bedrijf.

Managementpraktijken

pieter peelen
Pieter Peelen.

Heel productieve bedrijven (de koplopers) zijn goed in het afwisselen van gas geven en remmen. Voor remmen gebruiken ze een specifieke set van manieren en werkwijzen (managementpraktijken) die managers en medewerkers samen gebruiken om de organisatie steeds effectiever te maken.

Doordat koplopers hun managementpraktijken voor elkaar hebben, kunnen ze beter en sneller inspringen op kansen (zoals digitalisering, automatisering, AI, internationalisering) en bedreigingen (zoals Covid-19 en arbeidsmarktkrapte). Daarmee creëren ze een hefboom, waardoor ze nog productiever worden.

De set praktijken die koplopers gebruiken is duidelijk geworden in een langdurig wetenschappelijk onderzoek dat al vijftien jaar loopt en in 44 landen is uitgevoerd, waaronder Nederland.

Wat is productiviteit?

Koplopers hebben heel goed door dat vanaf de ‘beter is meer’-fase de focus moet worden gelegd op het verhogen van de productiviteit. De kunst van remmen zie je namelijk terug in de productiviteit. Productiviteit is de toegevoegde waarde (brutomarge) die in een bedrijf wordt gecreëerd per gewerkt uur.

De gemiddelde productiviteit van koplopers is twee tot vijf keer hoger dan de gemiddelde productiviteit van normale bedrijven. Mijn ervaring is dat door managementpraktijken te verbeteren de productiviteit in veel mkb-bedrijven kan worden verdubbeld. Hoe doe je dat?

Hoe sta je er zelf voor?

Voordat je zomaar begint met het werken aan je managementpraktijken, is het belangrijk om te meten hoe je bedrijf ervoor staat. Productiviteit meten is redelijk eenvoudig. Dat kan door je brutowinst of brutomarge te delen door het aantal fte’s. Deze cijfers zijn vaak beschikbaar in een jaarrekening. Door dit voor meerdere jaren te doen, kun je ook zien of en hoe jouw bedrijf zich hierin ontwikkelt.

Het meten van professionaliteit, hoe je ervoor staat qua managementpraktijken, is lastiger. In de eerste plaats omdat managers en ondernemers zichzelf overschatten op dit punt. Tijd voor een klein zelfassessment langs een aantal praktijken en wat de invloed van managers en ondernemers hierop is. Zo krijg je meer inzicht in hoe je er zelf qua managementpraktijken voor staat.

Wat doe jij met talent?

Het motto van koplopers met betrekking tot talent is: werk met zo min mogelijk, maar wel met de beste mensen. Het belangrijkste onderwerp binnen talentmanagement is ruimte maken voor talent. Bij koplopers zie ik duidelijke invullingen in proces en cultuur met betrekking tot op tijd afscheid nemen van mensen die eigenlijk niet meer passen. Er wordt regelmatig in het proces in teams veilig gereflecteerd op de teamprestaties. In dit soort dialogen komt soms ook het besef, bij jezelf of via een ander, dat er iets anders nodig is.

In de dagelijkse praktijk zie ik ook bedrijven inspelen op andere onderwerpen die belangrijk zijn. Zo heeft koploper Afas bijvoorbeeld de vierdaagse werkweek aangekondigd. Daarmee werkt het bedrijf aan het onderwerp arbeidsmarktpositionering. Feitelijk resultaat: er heeft zich een vloed aan sollicitanten bij het bedrijf gemeld. Daar kan Afas nu het beste talent uithalen.

Lees ook: Elke vrijdag vrij, dat is vanaf 2025 de standaard bij Afas

Leidinggevenden zijn bij koplopers verantwoordelijkheid voor talentmanagementpraktijken. Hr faciliteert en heeft een meer strategische rol. Als hr al een rol heeft.

Ik kom bij veel bedrijven over de vloer, en zie dat het ruimte maken voor talent bijna nergens goed geregeld is. Meestal blijven mensen die niet passen te lang. Bij koplopers is de norm afscheid nemen binnen uiterlijk zes maanden als iemand blijvend niet past. Hoe is dit bij jouw bedrijf?

Prestaties waarderen: in teams of individueel?

Iedereen kent de hyper-Amerikaanse variant van presteren wel: targets, bonussen en je ellenbogend de ladder op werken. Juist deze vorm van prestatiemanagement zie ik niet terug bij koplopers. Al die prestatiedruk, waar veel mensen last van hebben in bedrijven, is helemaal nergens voor nodig. Het zorgt alleen maar voor meer onproductiviteit en voor persoonlijk leed.

Bij prestatiemanagement staat het team of bedrijf centraal, niet het individu. Mensen bepalen in teams teamdoelen, en met hun collega’s persoonlijke doelen die horen bij de rollen die ze willen oppakken in het team. Collega’s willen verantwoordelijkheid afleggen aan elkaar en teams onderling doen dat ook. Om dit goed te kunnen doen, hebben teams wel een betekenisvol langetermijndoel nodig.

Check het functioneren van je managementteam

Koplopers werken met kernteams. Dat zijn teams met mensen die zich willen inzetten voor de integratie van managementpraktijken in het bedrijf. Zij willen op een positieve en liefdevolle manier het bedrijf door de verandering heen loodsen. Zij doen dit op basis van een samen gekozen betekenisvol langetermijndoel. Dat doel geeft richting aan de organisatie.

Het kernteam stelt gedragsnormen en waarden vast voor samenwerking binnen het bedrijf en is verantwoordelijk voor de integratie hiervan in het dagelijkse werkproces. Binnen kernteams wordt er regelmatig achterom en vooruit gekeken. Daarvoor wordt echt de tijd genomen, terwijl die tijd nemen vaker in bijvoorbeeld het bos dan binnen een bedrijf wordt gedaan.

In de meeste bedrijven waar ik kom, hangen waarden hooguit in een lijstje aan de muur. En zijn er dikke personeelshandboeken waarin staat wat er allemaal vooral niet mag. Koplopers werken vanuit normen en waarden en een cultuur waarin heel duidelijk is wat zeer gewenst en wat ongewenst gedrag is. Iedereen is hier onderdeel van en het is volledig geïntegreerd in hun werkwijzen. Problemen op dit vlak worden samen op basis van vertrouwen opgelost. Zonder een manager of hr-manager.

Is continu verbeteren normaal dagelijks werk?

Bij koplopers leidt iedereen, maar dan wel op zijn of haar eigen niveau. Dat leiden begint al bij het vrijwillig pakken van rollen (afgewogen bundeltjes verantwoordelijkheden in een specifiek expertisegebied).

Kernteams zorgen ervoor dat alle medewerkers weten wat zij met de invulling van hun rol voor het langetermijndoel betekenen. En ze ondersteunen medewerkers en teams om die rollen naar behoren op te pakken. Uiteraard gebeurt dit ook binnen teams zelf.

Daarbij is er ruimte voor medewerkers om zelf met persoonlijke ontwikkeling in hun rollen aan de slag te gaan. Als zij vrijwillig voor een rol kiezen, dan willen ze er namelijk ook goed in zijn. Continu verbeteren gaat dus veel verder dan een implementatie van welke verbetermethodiek dan ook.

Lees ook: David Allen over Getting Things Done voor teams: ‘Te vaak bepalen grote ego’s wat prioriteit heeft’

Wat is de rol van een ondernemer, (hr-)manager of leider?

Wat koplopers met elkaar gemeen hebben is de invulling van managementpraktijken. Daarmee geven zij het belang van management en leiderschap aan. Dat betekent niet dat er altijd managers zijn aangesteld, maar er moet natuurlijk wel gemanaged worden.

Koplopers werken vanuit rollen die nodig zijn om het langetermijndoel te behalen. Deze rollen zijn er op allerlei niveaus en mensen mogen zich daarin ontwikkelen. Leiderschap is niet alleen iets voor leiders. Het niveau van leiderschap wat van mensen wordt gevraagd hangt samen met het niveau van hun rol. Op basis van hun niveau worden ook bepaalde (zelf)managementskills verwacht.

Wat van iedereen wordt verwacht is liefdevol leiderschap: een vorm van leiderschap die psychologische veiligheid en werkgeluk waarborgt. Er is ook veel aandacht voor en het is geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Managementpraktijken kunnen niet zonder liefdevol leiderschap.

Persoonlijke transitie

Hr-managers hebben bij koplopers een veel meer tactische/strategische rol. Ze zijn vaak onderdeel van het kernteam om mee te helpen met verandermanagement. Voor hr-managers is deze manier van werken vaak een persoonlijke transitie, omdat ze veel aangeleerde zaken moeten afleren.

Voor ondernemers is werken met een kernteam ook vaak een persoonlijke transitie. Het mogen kiezen van rollen die hij of zij zelf echt wil doen wordt vaak ervaren als een bevrijding. Het kernteam fungeert als waarborg om niet te terugvallen in oud gedrag.

Koplopers kunnen ook werken vanuit zelforganisatie en/of zelfsturing, maar dan met succes. Zij hebben gewaarborgd dat alle zaken die niet leuk zijn aan zelfsturing, zoals kritische feedback geven (‘hadden we nu maar een manager’), op een veilige manier plaatsvinden en een geïntegreerd onderdeel zijn van het werk. Daarmee maken koplopers het verschil.

Zelf aan de slag

Twee tot vijf keer zoveel gedaan krijgen met hetzelfde aantal mensen. Het kan echt. In veel te veel bedrijven is ongemerkt zoveel bureaucratie en onveiligheid ingebouwd in processen en werkwijzen. Dat kost bakken geld, energie en geluk.

Door dit artikel te lezen, heb je al een zelfassessment kunnen doen. Deel je eigen beeld door twee voor het echte beeld. Wees niet bevreesd; het tij keren heb je in eigen hand en kan relatief snel.

Het resultaat? Meer winst, minder gedoe en meer rust. Je creëert ook samen ruimte om te groeien en te innoveren, in jullie eigen tempo en op jullie manier. De bedreigingen? Die kun je beter aan als je managementpraktijken goed op orde zijn.

Lees ook: Waarom 110 procent geven contraproductief is

‘In een mooiere wereld zorgen werkgevers niet alleen voor zichzelf, maar vooral ook voor hun medewerkers’

In samenwerking met Doenpensioen van a.s.r. - Bij een missie voor een mooiere wereld, hoort ook dat je goed voor je werknemers zorgt. Dat is de stellige overtuiging van Maria Westerbos. Zij richtte in 2011 de Plastic Soup Foundation op met als doel: stoppen van plastic vervuiling bij de bron. Westerbos: 'Duurzaam werkgeverschap zit verweven in alles wat we doen. Van bewuste keuzes voor verantwoorde producten bij de lunch tot een goede arbeidsvoorwaarden zoals een pensioen.'

maria westerbos doenpensioen asr plastic soup foundation

Westerbos biedt haar werknemers een gezonde werkomgeving door te letten op duurzaamheid. ‘Dat gaat van duurzamere producten in de koelkast tot afval recyclen of fatsoenlijk wegbrengen. En we hebben bijvoorbeeld geen plastic in onze meubels of in de vloer.’

De overtuigingen van Westerbos en haar team blijken aanstekelijk te werken. ‘Een stagiaire was ervan onder de indruk dat onze mensen echt vanuit hun idealen gemotiveerd zijn voor dit werk. Ze zijn ook erg betrokken naar elkaar toe. Daardoor is ze zelf ook anders gaan denken. Ze kijkt nu op een andere manier naar de wereld. Dat vind ik ontzettend leuk om terug te horen.’

Wat doet Plastic Soup Foundation? De Plastic Soup Foundation haalt geen plastic uit het water, maar pakt vervuiling aan bij de bron. Ze verzamelen wetenschappelijk bewijs over de schadelijke effecten van plastic, ook op de gezondheid van mensen en dieren. Dat bewijs delen ze met bedrijven, overheden en het grote publiek. Daarmee proberen ze grote bedrijven te overtuigen om minder plastic in verpakkingsmateriaal te gebruiken. Grote bedrijven in beweging krijgen is een belangrijke stap. Daarnaast roepen ze het brede publiek op om het eigen plasticverbruik te verminderen. En ze geven gastlessen aan kinderen en jongeren met speels en uitdagend lesmateriaal. Plastic Soup Foundation bestaat uit acht vaste medewerkers en daaromheen een flexibele schil van werknemers.

Pensioen als belangrijke arbeidsvoorwaarde

Westerbos: ‘Pensioen vinden wij een belangrijk onderdeel van duurzaam werkgeverschap. Wij regelen pensioen voor alle medewerkers die bij ons in loondienst werken. En ze hoeven zelf niet bij te dragen aan hun pensioen. Ik vind dat als je het als werkgever kunt betalen, je pensioen moet regelen voor je werknemers. Naast een pensioen betaal ik mijn werknemers bij ziekte voor twee jaar 100 procent van hun loon door. We hebben gelukkig bijna nooit moeite om nieuw personeel te vinden, in tegenstelling tot veel andere werkgevers. Ons doel om de wereld een stukje beter te maken, trekt mensen aan die graag voor ons willen werken. En omdat ze ergens anders vaak meer kunnen verdienen, bied ik ze graag goede arbeidsvoorwaarden.’

Omgaan met veranderingen in pensioen

Voor het einde van 2027 moeten pensioenregelingen voldoen aan de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Hoe gaat Westerbos om met deze veranderingen? ‘Pensioen is niet mijn favoriete bezigheid, maar gelukkig hebben we een pensioenadviseur die alles weet van de veranderingen door de Wtp’, legt ze uit. ‘Onze pensioenadviseur heeft duidelijk uitgelegd wat de nieuwe pensioenwet voor ons betekent. En hij helpt ons bij keuzes die voortkomen uit die veranderingen. Zijn er vragen, dan kunnen we altijd bij de adviseur terecht.’

Werknemers nemen regie over pensioen

De werknemers bij Plastic Soup Foundation variëren in leeftijd van 20 tot 67 jaar. ‘Kortgeleden is onze adviseur langs geweest om voorlichting te geven over ons pensioen’, vertelt Westerbos. ‘Hij heeft ook iedereen apart bijgepraat over zijn of haar pensioen. Dat is ook voor onze jongere medewerkers interessant. Zij vragen bijvoorbeeld hoe je bijspaart of belegt voor je pensioen. Daarnaast hebben ze inzicht in hun pensioen via een pensioendashboard. Zo kunnen ze zelf regie nemen over hun pensioen én financiële toekomst.’

Tip voor regelen van een pensioen

Westerbos geeft een tip aan werkgevers die twijfelen over regelen van een pensioen voor hun werknemers: ‘Neem contact op met een goede onafhankelijke adviseur. Die denkt met je mee over welke pensioenregeling bij je bedrijf past en beantwoordt vragen die je hebt over pensioen. Ik ben zelf ook geen expert, maar ik stel wel eisen aan mijn pensioen. Wat mij daarbij aanspreekt, is dat a.s.r. pensioenpremies volgens hun Verantwoord beleggingsbeleid belegt.’

Meer over pensioen als arbeidsvoorwaarde

Door een pensioen te regelen, laat je zien dat je geeft om je werknemers. Zo toon je duurzaam werkgeverschap. Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde voor werknemers. Zo geef je hen goede redenen om langer in dienst te blijven óf juist bij je te komen werken.

Lees ook: ‘Een goed pensioen betekent gewoon: aandacht voor je medewerker’

Zo bouw je een groene campus, waar studenten en wetenschappers ook gelukkig worden

In samenwerking met Heijmans - Een hypermoderne, nieuwe universiteitscampus bouwen die niet alleen groen en duurzaam is, maar waar studenten, wetenschappers en docenten tegelijkertijd met veel plezier studeren en werken. Bouwbedrijf Heijmans deed het bij de nieuwe Science Campus van de Universiteit Leiden.

universiteit leiden campus heijmans

De tweede fase van het Gorlaeus Gebouw, waar de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden is gehuisvest, werd eind vorig jaar opgeleverd door Heijmans en in maart door de medewerkers in gebruik genomen. Sinds de start van het nieuwe studiejaar begin september vindt ook het onderwijs in het gebouw plaats.

Het nieuwe gebouw sluit aan op de eerste fase, die in 2016 werd opgeleverd. Het vormt ook de nieuwe hoofdentree van de faculteit aan het Rosalind Franklinplein, in het hart van Leiden Bio-Science Park. In de tweede fase is 30.000 vierkante meter aan collegezalen, kantoren, studie- en ontmoetingsruimtes, laboratoria, een bibliotheek en een brasserie bijgebouwd. De voorbereidingen voor de derde en laatste fase zijn begonnen. Als die klaar is, beslaat het complex 100.000 vierkante meter.

Very Good

Naast de state-of-the-art onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten heeft het gebouw ook allerlei duurzame elementen. Op het dak liggen bijna zevenhonderd zonnepanelen en een warmte-koude-opslag (WKO)-systeem zorgt ervoor dat de faculteit zo zuinig mogelijk gekoeld en verwarmd wordt. Verder zijn de glazen gevels, daken en vloeren goed geïsoleerd, is er overal ledverlichting en zetten sensoren de klimaatinstallaties en de verlichting uit als er niemand in de ruimte is. Dat leverde de universiteit het BREEAM-certificaat ‘Very Good’ op.

Interne eis

‘Dit is het minimale vereiste bij al onze nieuwbouwprojecten. Eigenlijk wilden we voor het hogere niveau van ‘Excellent’ gaan, en zelfs energieneutraal, maar dat lukte net niet’, zegt Jeroen van der Lelie, hoofd projectmanagement van het vastgoedbedrijf van de universiteit. ‘Er zitten veel laboratoria in het gebouw, met veel zuurkasten, die veel energie gebruiken. Dan is energieneutraal gewoon onhaalbaar.’

Van der Lelie is van begin af aan bij de nieuwe Science Campus betrokken. Daarbij werd duurzaamheid een steeds belangrijker onderdeel. ‘Het is tegenwoordig bijna regelgeving. We mogen niet anders meer. Ook op de universiteit is het een hot item. Wij krijgen die vragen ook veel van medewerkers en studenten. Intern wordt dit gewoon van ons verlangd’, zegt hij.

Bekijk hier een video over de opening van het Gorlaeus Gebouw:

Circulair bouwen

Ook op het gebied van circulair bouwen heeft de universiteit stappen gezet. Bij elke fase wordt eerst op lege plekken nieuw gebouwd. Vervolgens verhuizen de faculteiten en wordt het bestaande gebouw gesloopt.

‘Tijdens de sloop van het oude collegegebouw zei de landschapsarchitect ineens: waarom gebruiken we niet het oude skelet? Toen zijn we acuut gestopt met slopen en hebben we met een deel van het oude skelet een nieuwe fietsenstalling ontworpen. Op de eerste verdieping daarvan komt straks een verblijfstuin’, vertelt Van der Lelie. Het andere deel van het skelet is gebruikt voor de hoofddraagconstructie van Biopartner 5, elders op het Leiden Bio-Science Park, dat mede hierdoor Paris Proof is.

Toekomstbestendig

De universiteit had de duurzame ambitie, de praktische uitwerking daarvan liet het over aan aannemer Heijmans en de architectencombinatie Inbo en Sweco Architects. ‘Wat voor ons belangrijk was is dat het gebouw toekomstbestendig is. Het moet minstens vijftig jaar mee kunnen gaan’, zegt architect Ad van Aert van Sweco.

Dat komt onder meer terug in de flexibele indeling en de mogelijkheid om ruimtes en zalen te wijzigen en voor andere doelen te gebruiken, zonder dat grote verbouwingen nodig zijn. Van Aert begon, met Hans Toornstra van Inbo, vijftien jaar geleden al met de eerste ontwerpen voor fase 1 van de nieuwe campus. ‘Duurzaamheid is altijd belangrijk geweest, maar je moet het wel in zijn tijd plaatsen. Toen was circulair bouwen bijvoorbeeld nog niet zo’n hot item als nu’, zegt hij.

laboratorium gorlaeus gebouw universiteit leiden
De nieuwe laboratoria slokken veel energie op. Foto: Marcel van der Burg

Gebruiker bepaalt

Het moest niet alleen een duurzaam, maar ook een leefbaar gebouw worden. Het gebruikersgeluk was net zo belangrijk. Daarom spraken het vastgoedbedrijf van de universiteit, de architecten en Heijmans van begin af aan met de gebruikers, zoals studenten, onderzoekers, docenten en professoren. Via werkgroepen werden hun wensen en eisen geïnventariseerd en tijdens de bouw werden regelmatig feedbacksessies en bouwbezoeken met hen georganiseerd. ‘Dat gebeurde ook al in de eerste fase en die ervaringen zijn meegenomen om de tweede fase te verbeteren’, zegt Van der Lelie.

Het komende jaar wordt het klimaat in de faculteit gemonitord en wordt gebruikers gevraagd naar hun ervaringen met zaken als binnenklimaat, de beleving van het interieur, akoestiek en de uitstraling. Dit wordt gebundeld in een zogeheten ‘belevenismonitor’.

Aangepast ontwerp

Die eisen en wensen van gebruikers leidden tot diverse aanpassingen in het ontwerp. Voor trillingsvrije apparatuur in laboratoria bleken hogere ruimtes nodig. Studenten gaven aan dat ze meer beenruimte wilden in collegezalen en dat de klaptafels te veel lawaai maakten. Dat werd aangepast in het ontwerp. Ook kregen wetenschappers iets smallere kantoren voor maximaal twee personen. Zo kunnen wetenschappers zich maximaal concentreren zonder dat dit extra gevellengteruimte en energieverlies betekenden.

gorlaeus gebouw universiteit leiden
De nieuwe collegezalen kregen na opmerkingen van studenten meer beenruimte. Foto: Marcel van der Burg

Onderdeel van community

De belangrijkste aanpassing ging over de vorm van het gebouw. ‘Het is een heel groot gebouw. Wij vonden het belangrijk dat je je goed kunt oriënteren. Rustig en geconcentreerd werken doe je vooral in de vleugels. Maar als je die vleugels verlaat dan sta je ineens in een grote centrale hal. Daar zitten alle publieke functies rondom een centrale as. Dat is de plek om elkaar te ontmoeten. Zo ervaar je dat je onderdeel bent van een community en voel je je als individu toch prettig in zo’n groot gebouw’, legt architect Van Aert uit.

De werkruimtes heeft hij zoveel mogelijk daglicht en uitzicht gegeven. ‘Alle kantoren en werkplekken kijken uit op de groene omgeving. De laboratoria liggen juist aan de noordkant, om ze op constante temperatuur te kunnen houden’, zegt Van Aert.

Studenten komen er graag

Volgens hem blijkt een paar weken na de ingebruikname al dat het concept werkt. ‘De ruimtelijke variatie en de warme uitstraling met kleuren en materialen is goed gelukt. Wat je wilt bereiken is dat studenten er graag komen en dat je een levendige cultuur hebt in het gebouw. Ik zie nu al dat dit werkt. Studenten komen er graag en zoeken een plekje om samen te komen of te studeren. Dat is leuk om te zien’, zegt hij.

gorlaeus gebouw universiteit leiden
De centrale hal van het nieuwe Gorlaeusgebouw van de Universiteit Leiden. Foto: Marcel van der Burg

Kwaliteit geborgd

Heijmans kreeg van de universiteit het vertrouwen om zelf aan te tonen dat de kwaliteit van het project geborgd werd. ‘De samenwerking met de Universiteit Leiden heeft ons in staat gesteld om onze gezamenlijke waarden rondom kwaliteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid in praktijk te brengen’, zegt Ramon Janssen, projectdirecteur bij Heijmans. ‘We delen een passie voor vooruitgang en het verbeteren van de leefomgeving, wat duidelijk zichtbaar werd in de manier waarop we het project hebben benaderd. Deze gedeelde waarden vormden de basis voor een succesvolle samenwerking.’

Het werk is nog niet af. Achter de nieuwe campus wordt nog een derde gebouw aangebouwd. Ook gaat de universiteit het grote, centrale plein voor de entree, het Rosalind Franklinplein, verlevendigen. Van der Lelie: ‘Dat wordt het hart van de campus. Behalve onze faculteit komen er winkels en woningen en een sportgebouw. Zo maken we van een oud industrieel gebied, dat ’s avonds dood was, een leefbaar gebied.’

Dit energiebedrijf focust voortaan op huiseigenaren die wél kunnen verduurzamen

Omdat huiseigenaren wel massaal warmtepompen, zonnepanelen, elektrische auto’s, laadpalen en thuisbatterijen aanschaffen en huurders dat niet kunnen, ontstaat een tweedeling in de maatschappij. Energiebedrijf Frank Energie focust zich voortaan als eerste in Nederland op huiseigenaren die hun woning wel kunnen verduurzamen.

hans van der woude frank energie
Hans van der Woude, ceo van Frank Energie: 'Het is onvermijdelijk dat iedereen die elektrificeert naar een dynamisch contract zal moeten.'

Via slimme apps en tools kan het energiebedrijf de energieopwekking van zonnepanelen, de opslag in batterijen, het opladen van de elektrische auto en het energieverbruik van warmtepompen en andere huishoudelijke apparaten slim aansturen en op elkaar afstemmen. Zo helpt Frank Energie huiseigenaren om meer geld te verdienen met hun stroom en batterij, meer energie te besparen en tegelijkertijd onbalans en (later) netcongestie op het Nederlandse elektriciteitsnet op te lossen.

‘Mensen denken vaak dat de groene optie wat duurder is. Nu hebben we de unieke situatie dat je met de groene optie ook het meeste kunt besparen en verdienen’, zegt Hans van der Woude, ceo van Frank Energie.

Meer dynamische contracten

Frank Energie is een van de grootste aanbieders van dynamische energiecontracten. Daarbij wordt de prijs bepaald aan de hand van de handelsprijzen, waardoor de stroom- en gasprijzen elk uur (stroom) en elke dag (gas) kunnen veranderen. Volgens cijfers van de ACM hebben inmiddels 343.000 (5 procent) huishoudens zo’n contract, vijf keer zoveel als anderhalf jaar geleden.

Zo’n contract biedt de mogelijkheid om stroomverbruik te verplaatsen of stroom op te slaan in de thuisbatterij op momenten dat het goedkoop is, of zonnestroom terug te leveren als de stroomprijs het hoogst is en de elektrische auto op te laden als de prijs laag is.

Geld verdienen

Met de batterij kunnen mensen ook handelen op elektriciteitsmarkten. Omdat de groene stroomprijzen momenteel relatief laag zijn, verdient die batterij meer geld op de onbalans- of straks op de netcongestiemarkt. Daar betalen netbeheerders om met meer of minder stroom het net in balans te houden, of vraag en aanbod van stroom beter op elkaar af te stemmen om overbelasting van het net te voorkomen.

Alle prijzen, alle handel, energie-opwek en verbruik, teruglevering en het laden van batterij of auto is bij Frank Energie te volgen en in te stellen via een app.

frank energie diagram
Een schematische weergave van hoe alles wordt aangestuurd. Bron: Frank Energie

Om het klimaat te redden wil Nederland zijn CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent en in 2050 met 95 procent terugdringen. Dat betekent dat het land van het gas en andere fossiele brandstoffen af moet en massaal overstapt op groene stroom.

Inmiddels hebben 2,6 miljoen woningen zonnepanelen op het dak liggen, hebben tussen de 5.000 en 10.000 mensen een thuisbatterij, waren er eind vorig jaar 568.000 warmtepompen geïnstalleerd en rijden er bijna 500.000 elektrische auto’s rond.

Tweedeling in de maatschappij

Door deze energietransitie ontstaat een scheiding in de samenleving tussen mensen die wel en niet mee kunnen. ‘Die tweedeling is realiteit in Nederland. Dat is best problematisch en daarom is het ook een groot politiek thema’, zegt Van der Woude.

Aan de ene kant zitten de mensen die kunnen verduurzamen en veel geld en energie kunnen besparen. Aan de andere kant heb je de mensen die vanuit een huursituatie niet kunnen verduurzamen en structureel meer moeten betalen voor hun energie. Je kunt en mag soms niet eens investeren in een huis dat niet van jou is. Dat draagt bij aan een vorm van ongelijkheid.

‘De andere helft van Nederland, de huiseigenaar die vooroploopt in de energietransitie, zal soms wel zeven keer zoveel stroom door zijn of haar huishouden zien gaan als een huurder. Voor dit profiel volstaat een ouderwetse leverancier niet meer’, aldus Van der Woude. ‘Daarom kiezen wij vanuit onze rol als duurzame energieaanbieder voor de mensen die wel kunnen verduurzamen. Daar maken wij diensten en producten voor.’

Energiemarkt transformeert

Frank levert ‘moderne energie voor de slimme huiseigenaar’. Dat betekent overigens niet dat de huurder niet meer welkom is bij Frank, voegt Van der Woude toe. Frank Energie ziet dat de huidige energiemarkt transformeert.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Dit is een totaal ander model dan wat we vroeger hadden. Het is onvermijdelijk dat iedereen die elektrificeert naar een dynamisch contract zal moeten. Het is alleen de vraag hoe snel dat vuurtje doorgaat. Maar bijna 350.000 mensen is een goed begin’, stelt hij.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit artikel verscheen eerder op Change Inc., het platform voor duurzaam nieuws in het bedrijfsleven. Change Inc. is onderdeel van de MT MediaGroep, net als MT/Sprout.

Lees ook deze artikelen op Change Inc.:

Gaan na Doppio meer fatbikemakers failliet? ‘Het is een cowboymarkt geworden’

Urban Mobility, het bedrijf achter het Nederlandse fatbikemerk Doppio, is failliet. De fietsfabrikant worstelde met de toestroom van illegale modellen en het slechte imago van de stevige tweewielers. Een voorbode voor meer faillissementen? 'In een snelle groeimarkt zijn er altijd spelers die het niet redden.'

doppio fatbike failliet
Urban Mobility, het bedrijf achter de elektronische tweewielers van Doppio, heeft deze week het faillissement aangevraagd. Foto: Doppio

Fatbikemaker Urban Mobility is snoeihard op een muur gebotst. Het bedrijf achter de elektronische tweewielers van Doppio heeft deze week het faillissement aangevraagd, volgens oprichter Peter Eiselin wegens ‘aanhoudende financiële problemen’. Dat schrijft hij in een brief aan de aandeelhouders, die in handen is van RTL.

Terugkijkend werd de genadeklap volgens Eiselin al in 2023 uitgedeeld, toen ANWB aankondigde dat er een streep door de polissen voor fatbikes ging. Er viel niet tegenop te verzekeren, zo vaak werden ze gejat. Omdat veel fatbikes eenvoudig kunnen worden opgevoerd, wat ook veel gebeurt, is het risico op ongelukken bovendien veel groter.

Zorgen bij ziekenhuizen

Artsen waarschuwen al langer voor de gevolgen. Sinds de opkomst van dit fietsequivalent van de Hummer zien ziekenhuizen een toename van het aantal kinderen en tieners met ernstig letsel. Bij veel van die ongevallen zouden fatbikes zijn betrokken. Harde cijfers ontbreken nog, daarom zijn ziekenhuizen sinds deze week aan het turven.

ANWB besloot zijn vingers er niet langer aan te branden. Vervolgens kickten ook Univé, Centraal Beheer, Allianz en ASR de verlieslatende portefeuille (tijdelijk) uit het pakket. Centraal Beheer verzekert de fietsen inmiddels weer. Andere verzekeraars (onder andere Interpolis, Fietszeker en Enra) zijn nooit met de polissen gestopt.

Lees ook: Fatbikes blijven booming business, ondanks dat ANWB stopt met verzekeren

Het bleek een klap die Urban Mobility niet te boven kwam. Doppio opereert veel op de leasemarkt. Leasemaatschappijen vreesden dat ze de fietsen niet meer binnen de leaseprijs konden verzekeren en dat maakte ze terughoudender. ‘Waardoor een groot deel van de markt verdween en de verkoopcijfers terugvielen’, schrijft Eiselin.

Snelle groeimarkt

Is Doppio een uitzonderlijk geval of is er meer aan de hand? ‘Fatbikes zijn in korte tijd razendsnel in populariteit gestegen’, zegt Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft. ‘En in zijn algemeenheid kun je zeggen: als er ergens een snelle groeimarkt is, haken veel partijen daarop aan, waarvan een deel het niet redt.’

Het is een cowboymarkt geworden, ziet Marcel Buskermolen, senior consultant bikes bij marktonderzoeker NielsenIQ/GfK. Hij is niet geheel verrast dat juist Doppio in die ratrace het onderspit heeft gedolven.

‘Ik vermoed dat ze het hebben verloren op keuzes en strategie’, zegt hij. ‘In plaats van verkoop via fietsspecialisten lijkt het erop dat Doppio ervoor koos om de distributie – en dus ook de service – in eigen hand te houden. Via de eigen winkels en webshop, en middels leasecontracten, maar die zijn in Nederland voor e-bikes nog niet echt gemeengoed. De overheid doet ook weinig om die optie aantrekkelijker te maken.’

Daarmee heeft de fatbikeproducent zich volgens de marktkenner kwetsbaar gemaakt. Buskermolen: ‘Consumenten willen de fietsen kunnen testen en ze willen ergens terecht kunnen als problemen zijn. En dan het liefst bij een servicepunt in de buurt.’

Ander punt is dat Doppio zich in een enorm competitieve markt als premium- en kwaliteitsmerk positioneerde. Met bijbehorend prijskaartje: de fietsen gaan vanaf 2.500 euro over de toonbank.

‘De fietsen met verlengde zadels waren meer bedoeld voor gezinnen met kinderen, ziet Buskermolen: ‘Maar wie rijden er vooral op fatbikes? Jongeren tussen de twaalf en twintig jaar. Die hebben dat geld niet zomaar op de plank liggen en bovendien, waarom zouden ze zo’n bedrag spenderen als je er voor duizend euro al eentje hebt? Dan heb je misschien een product van mindere kwaliteit, maar dat is voor die doelgroep niet het belangrijkste. De fiets moet vooral cool zijn, het merk doet er minder toe.’

Feitelijk een brommer

Terwijl het zes jaar geleden zo veelbelovend begon voor de Amsterdamse fietsenmaker. Oprichter Eiselin zag een gat in de markt: een crossover tussen de e-bike en scooter, die met een maximumsnelheid van 25 kilometer per uur wél op het fietspad mocht. Snorfietsen waren immers verbannen naar de rijbaan en dan moest je ook nog zo’n onflatteuze helm op.

Ander voordeel: een zadel waarop je met z’n tweeën kon zitten, iets dat in fietsenland voorheen alleen was voorbehouden aan de tandem.

Zoals dat gaat met innovaties pikte de hippe randstedelijke voorhoede de fatbike als eerste op. Daarna kregen ook jongeren de fiets op de radar en werden scooters massaal ingeruild voor fatbikes. Belangrijk verschil: die hebben geen leeftijdsgrens. Zet er een gaspedaal op en voer ze op en je hebt feitelijk een brommer, maar dan eentje waarop je ook onder de zestien jaar kunt rondscheuren.

‘De fatbikes zijn niet het probleem, maar degenen die erop rondrijden’, knikt hoogleraar Bert van Wee. ‘Jonge mensen kunnen risico’s slechter inschatten en bovendien zijn ze vaak afgeleid door hun smartphones.’

De wettelijk toegestane motorsterkte voor fatbikes is 250 watt, waarmee je niet sneller gaat dan 25 kilometer per uur. De tieners die op straat met 40 kilometer of meer voorbij zoeven, rijden op modellen met zwaardere motoren. Hoewel illegaal in Nederland, worden die op grote schaal geïmporteerd.

Een probleem waar overheden langzaam grip op krijgen. De populaire Ouxi V8-fatbike (750 watt), een Chinees merk, werd deze maand door de Europese Commissie verboden. In Nederland laat de Inspectie Leefomgeving en Transport zijn tanden zien door beslag te leggen op ruim 16.500 illegale Chinese fatbikes.

Negatieve publiciteit

Mooi, zegt ondernemer Niels Willems, want die opgevoerde fatbikes zijn hem een doorn in het oog. Hij is oprichter van elektrische wielerproducent Brekr en woordvoerder van het convenant Veilige Fatbikes, een samenwerkingsverband van Nederlandse fatbike-producenten, waarvan ook Doppio deel uitmaakte.

Lees ook: Deze 5 Nederlandse fatbikes rollen uit met dikke banden

De lobbyclub is in het leven geroepen om illegale dealers te boycotten en als uitgestoken hand naar de overheid. ‘Wij houden ons braaf aan de regels’, zegt hij. ‘Maar anderen doen dat niet en verpesten daarmee de markt. We waren er klaar mee om vanaf de zijlijn toe te kijken.’

Want ook Nederlandse fatbikeproducenten zien de problemen. ‘In de basis zijn fatbikes veilige fietsen’, zegt Willems. ‘Dankzij de brede banden heb je meer grip, een lager en dus stabieler zwaartepunt en kun je je voeten direct op de grond zetten als je zwenkt of bijna valt. Maar de illegale import heeft het imago een enorme deuk gegeven.’

Volgens Peter Eiselin heeft de negatieve publiciteit van de laatste tijd bijgedragen aan het faillissement van Urban Mobility; ook daarom zouden consumenten de fietsen niet meer willen hebben.

Of de verkoop werkelijk is ingestort, is volgens Buskermolen (NielsenIQ/GfK) moeilijk te staven. ‘We nemen de fatbike nog niet als aparte categorie mee bij onze point-of-sales-metingen en in de GfK E-Bike Monitor. Het landschap is te divers, de doelgroep te afwijkend. Die cijfers hebben we vanaf volgend jaar in kaart.’

Leeftijdsgrens en helmplicht

Een brede Kamermeerderheid steunde deze week een motie om een leeftijdsgrens van veertien jaar en een helmplicht in te stellen voor fatbikes. Willems is groot voorstander van een minimumleeftijd, maar een helmplicht ziet hij niet zitten.

Lees ook: Fatbikes zijn een probleem waarvoor niemand verantwoordelijkheid neemt

‘De snorfiets is door de helmplicht bijna uitgestorven’, zegt hij. ‘Die mensen rijden nu op fatbikes. Als je fatbike-rijders verplicht om een helm te dragen, stappen die ook gewoon weer over naar een ander voertuig.’

En dat is natuurlijk slecht voor de business. Ja, riposteert Willems, maar het is ook geen oplossing. ‘Fabrikanten gaan eromheen werken, die komen met fatbikes die op papier geen fatbikes zijn. Doordat de banden net iets dunner zijn, bijvoorbeeld. Dan gaat zo’n helmplicht al niet meer op.’

Om zijn punt te onderstrepen, kwamen de in het convenant verenigde fabrikanten vorige week met zo’n alternatief: de skinnybike. Willems: ‘Wij willen die fiets helemaal niet maken. Maar wij hebben ook een business te runnen.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Here to stay

Toch stelt hij ondanks alle commotie nog steeds goede zaken te doen. ‘En dat geldt ook voor collega’s die ik spreek. Wij hebben ook een ander verdienmodel dan Doppio. Ons aanbod is breder dan fatbikes alleen, bovendien zijn we niet alleen afhankelijk van de leasemarkt en van Nederland. We zijn in totaal in zeven landen in Europa actief, vooral in Duitsland en Frankrijk, en daar staat de fatbike in een veel positiever daglicht.’

De afgelopen drie jaar was er enorm veel vraag naar de fietsen, dan moet je af en toe ook tegen een stootje kunnen, meent Willems. ‘Maar de fatbike is here to stay. De auto wordt uit steeds meer steden geweerd, mensen gaan op zoek naar andere oplossingen. Momenteel zien we een lichte dip in de verkopen, maar dat komt door het seizoen. Het wordt kouder, mensen zijn minder buiten. Vanaf april verwachten we weer een piek.’