Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Office365 vs Google Apps

Google en Microsoft voeren een titanenstrijd om de kantoortijger. Google scoort goed met Google Apps for Business. Nu Microsoft als antwoord Office helemaal online levert, kunnen afnemers van de rivaliteit profiteren.

De strijd tussen Google en Microsoft begon ooit met zoekdiensten, breidde zich uit tot e-mail, browser, smartphones en tablets en nu volgt de volgende fase: de lucratieve markt voor kantoorsoftware.

Microsoft Office365, dat recent met een stevig marketingbudget is livegegaan, is in elk geval te beschouwen als direct antwoord op het succes van Google Apps for Business. Software in een doos heeft zijn langste tijd gehad en steeds meer toepassingen willen we mobiel gebruiken. Daarvoor had Microsoft eerder BPOS, Business Productivity Online Suite, in de aanbieding. Dat pakket is nu opgefrist en omgedoopt tot Office365.

Communicatie

De kracht van dat pakket is niet eens zozeer de mogelijkheid om Word, Excel of Powerpoint online te gebruiken – de meeste afnemers houden immers ook een desktopversie aan, om niet té afhankelijk te zijn van internet. Het zijn vooral de mogelijkheden om samen te werken en communiceren waarmee Microsoft klanten wil verleiden: Exchange voor de mail, Sharepoint waarmee mensen kunnen samenwerken aan documenten en projecten, en Lync, de zakelijke variant van berichtendienst MSN, uitgebreid met voip- en videomogelijkheden; de klant hoeft er voortaan geen server meer voor in te richten en beheren. Hij rekent bovendien af per maand en per gebruiker, in plaats van vooraf te moeten investeren in hardware en licenties.
 


'Goedkoop'

“Wij kwamen bij Office365 uit vanwege Lync”, vertelt Dick van Weering van hr-adviesbureau Gitp. “Toen we onze tien oude telefooncentrales moesten vervangen, bleek Lync een goede en goedkope manier om onze consultants beter bereikbaar te krijgen. De prijs van Office365 bleek vervolgens zó interessant dat we nu helemaal overstappen.”

In de loop van dit jaar gaan 320 psychologen en trainers van Gitp stapsgewijs werken met het hele pakket, inclusief het ‘oude’, lokaal geïnstalleerde Office. “Onze mensen zitten vaak in afgelegen conferentieoorden, daar kun je niet altijd van een goede verbinding op aan.”
Ook bij de Free Record Shop Holding valt de keus op ­Office, vertelt IT-manager Denys Purwin. “We hebben gekeken naar Google, maar na alle berekeningen bleek dat niet eens goedkoper. En ik houd liever de look and feel hetzelfde, want zo’n stap naar de cloud is al heel wat. En heavy users van Word en Excel worden voorlopig door Office beter bediend.”

Purwin moet deze zomer een paar ‘hele oude en verschillende’ versies van Exchange vervangen, inclusief hardware, en stelde vast dat de stap naar de cloud hem veel werk bespaart. “Gekwalificeerde ict’ers zijn moeilijk te vinden. Ik ben daardoor afhankelijk van een steeds kleinere club om alles in de lucht te houden. Bovendien zijn veel andere applicaties al webgebaseerd, en daar gaat het karakter van een IT-afdeling ook naartoe: de focus gaat naar het applicatiebeheer.”

De inzet van Office365 blijft voorlopig echter wel beperkt tot mailsysteem ­Exchange, zegt Purwin. “Het ligt voor de hand om in de grootste winkels een lichte versie van Office365 uit te rollen, maar die gaan we eerst uitgebreid testen.”

Gewenning

Door de massale vertrouwdheid met het oude Office staat Microsoft sterk ten opzichte van de tegenhanger die Google in de lucht heeft, Apps for Business. Van de Google­gebruikers blijft 90 procent óók Microsoft-klant, vaak vanwege Office.

Zo gaat zelfs bij Ahold, een grote Google-klant in Nederland, niet alles van Microsoft de deur uit: de teksten en calculaties gaan er nog altijd rond in Word en Excel, ook al vergt het gebruik van Google Apps weinig gewenning. “We gebruiken het naast elkaar, omdat we niet al onze documenten zomaar kunnen omzetten in het Google-formaat”, zegt woordvoerder Jochem van de Laarschot. Wel gaan (op termijn) 55.000 man werken met in elk geval Gmail en het agenda-systeem van Google, zegt hij. “Dat heeft een technische achtergrond, maar de prijs was zeker ook een belangrijke factor.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Verborgen kosten 

De lagere prijs is Googles belangrijkste argument, maar toch schieten klanten die beide gebruiken zichzelf in de voet, stelt Microsoft zelf: bovenop de 50 dollar per gebruiker per jaar die de populairste apps van Google kosten, komen immers ook verborgen kosten van het omzetten van data en het (laten) ontwikkelen van aanvullende functies voor de soms beperkte apps.

Daar kunnen ze misschien gelijk in hebben, toch is het fijn dat Google bestaat: vooral grotere klanten zetten Google Apps in om bij Microsoft gunstige voorwaarden af te dwingen. Of Ahold beide aanbieders tegen elkaar heeft uitgespeeld wil de woordvoerder niet kwijt. “Maar je kunt er van op aan dat we als kruidenier een scherpe deal hebben uitonderhandeld.”

Lees ook:

Hoe de Indiase gierencrisis een perfecte metafoor is voor falend management

Toen miljoenen gieren stierven in India, volgde een economische ramp van 32 miljard euro en stierven honderdduizenden mensen. Dezelfde fatale denkfout die daartoe leidde, zien we dagelijks terugkomen in Nederlandse boardrooms, schrijft innovatie-expert Simone van Neerven.

india gierencrisis
Foto: Getty Images

Halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw begint het sterftegetal in bepaalde regio’s in India toe te nemen. Het is onduidelijk waarom mensen te vroeg sterven, maar de problemen lijken het grootst in drukke verstedelijkte gebieden. Al gauw ontdekt men dat ook het aantal gieren ontzettend is afgenomen. Nog niet zo heel lang geleden telde India zo’n 50 miljoen gieren, maar daarvan is ondertussen zo’n 97 procent verdwenen. Die gieren blijken een cruciale rol te vervullen.

In India is de koe heilig en mag die niet worden opgegeten. Zodra een koe overleed, doken de gieren erop af en aten het karkas in een mum van tijd op. Het was een fantastisch werkend systeem voor afvalverwerking en ziektepreventie, maar door het verdwijnen van de gier bleven de karkassen lang liggen.

Bacteriën en ziekteverwekkers kwamen in het drinkwater terecht en konden zich onbelemmerd verspreiden. Straathonden namen de rol van de gieren over, maar die zijn veel minder effectief in het opruimen van rottende resten en werden bovendien zelf ook ziek. Dat leidde tot meer hond-gerelateerde problemen, zoals agressie en een stijging van hondsdolheid, die ernstige gevolgen hadden voor de volksgezondheid. Elk jaar stierven er zo’n 100.000 mensen.

Grote stappen, snel thuis

Bij nader onderzoek bleek dat de gieren stierven door nierfalen. De koeienkarkassen die ze aten zaten namelijk vol met diclofenac, een goedkope pijnstiller die voor vee prima werkt maar dodelijk is voor gieren. Naarmate de boeren dat middel steeds vaker en in grotere hoeveelheden aan hun zieke koeien toedienden, steeg ook de sterfte onder de gieren.

In plaats van de tijd te nemen om op zoek te gaan naar de kern van het probleem, neemt men maar al te graag het snelle pad. De nadruk ligt veel te vaak op het snel fixen van problemen. Er wordt niet ingezien dat het herstellen van ontstane problemen achteraf juist veel meer tijd, geld en energie kost.

In het voorbeeld van de gierensterfte in India sprong Elam Pharma maar al te graag in het gat om zieke koeien beter te maken met medicijnen en daar flink veel geld mee te verdienen. Uiteindelijk was de gevolgschade enorm. De inschatting is dat het de Indiase samenleving zo’n 32 miljard euro per jaar heeft gekost.

Pleister op pleister

Bij het oplossen van problemen wordt er vaak opportunistisch en reductionistisch gehandeld zonder de tijd te nemen om goed te onderzoeken wat er daadwerkelijk aan de hand is. We verliezen daarmee het grote geheel volledig uit het oog. De oplossingen die worden bedacht zijn suboptimaal en zorgen op hun beurt vaak juist weer voor nieuwe problemen.

Dit fenomeen van compartimenteren zie je overal terug. Bij de overheid die complexe problemen opknipt en verdeelt over de ministeries waardoor er vervolgens geen logisch en zelfs onuitvoerbaar beleid ontstaat waar geen touw aan vast te knopen is.

Verzuiling en interne concurrentie

In veel organisaties gebeurt precies hetzelfde. Daar werken afdelingen als strategie, innovatie, sustainability, (digitale) transformatie, IT en D&I nauwelijks met elkaar samen, terwijl ze wél veel raakvlakken en uiteindelijk óók hetzelfde doel hebben. Sterker nog, ze concurreren met elkaar om dezelfde resources en vechten daar hard voor om zo hun eigen KPI’s te halen, volledig blind voor het grotere plaatje.

In plaats van met elkaar samen te werken, werken ze elkaar tegen en zijn ze druk bezig om problemen weg te werken die een andere afdeling heeft veroorzaakt. De organisatie wordt er niet beter van en de echte problemen blijven onopgelost.

Bezint eer ge begint

Ren dus niet achter de feiten aan. Het loont vaak om wat langer stil te staan bij het probleem. Want door daar dieper in te graven, komt men tot andere inzichten.

Toen Jerry Sternin van Save the Children jaren geleden de opdracht kreeg om de ondervoeding van Vietnamese kinderen aan te pakken, trok hij de dorpen in om in gesprek te gaan met bewoners en met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. Hij ontdekte dat er ook arme gezinnen waren waar de kinderen wel gezond waren.

In plaats van na te denken over hoe hij de logistiek van een enorm voedsel distributieprogramma van de grond zou krijgen, stelde hij zichzelf de vraag: “Hoe kan het dat de kinderen van sommige arme gezinnen wel gezond zijn?”. De inzichten die hij kreeg door hier verder op door te gaan, hielpen hem om een programma op te zetten dat gebruik maakte van lokale voedselbronnen die voorheen niet werden gebruikt waardoor het probleem veel structureler werd opgelost.

In het geval van de gieren in India had de vraag niet moeten zijn “Hoe krijgen we de koeien weer gezond?”, maar “Waarom worden die koeien eigenlijk ziek?”.

Lees ook deze columns van Simone van Neerven: