Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Man versus Vrouw

Neem de lelijkste vrouw

Als ik gelukkig getrouwde/samenwonende/lattende mannelijke managers nou één tip moet geven bij sollicitatieprocedures, is het deze: als je moet kiezen tussen vrouwen, neem de lelijkste.

Het gaat niet om de objectief gezien minst mooie, maar om de kandidate die jou persoonlijk seksueel het minst aanspreekt. De verklaring daarvoor voelt iedereen op zijn/haar klompen aan: het voorkomt een bak ellende. Enerzijds worden zelfs de meest professionele mannen tóch mede aangestuurd door hun hormonen, dus de kans op alimentatieveroorzakende ongelukken is levensgroot aanwezig. Anderzijds zullen de andere vrouwen op de werkvloer altijd dénken dat die ongelukken plaatshebben. Door de lelijkste aller kandidaten te nemen, bescherm je dus jezelf én de sfeer op de zaak.

Zelf houd ik me overigens pas sinds 1985 aan deze doctrine. Eind 1984 nam ik als chef sport van een regionale krantenredactie een smakelijke volleybalverslaggeefster aan. Sinds 21 jaar mijn vrouw.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Een zelfverzekerde vent

Als ik vrouwen die carrière willen maken nou één tip mag geven, dan is het deze: neem een zelfverzekerde vent. Een man die zijn eigenwaarde niet ontleent aan de grootte van zijn auto, het aantal nullen op zijn salarisstrook of het aantal ‘direct reports' in zijn unit. Een man die snapt dat ook jij soms moet overwerken en die dan zonder problemen de hond uitlaat of de kinderen naar bed brengt. Een man die kan koken, wassen en strijken (en nog goed ook). Een man die overtuigd is van zijn eigen waarde en al dat apengedrag niet nodig heeft.

Voor het slagen van een relatie tussen twee jonge en hardwerkende mensen is het essentieel dat de meneer in kwestie zich niet bedreigd voelt door zijn sterke en succesvolle vrouw. Er zijn er helaas niet zoveel van, dus je moet goed zoeken. Maar als je er eenmaal eentje hebt, dan is het een gouden greep. Dat kan ik uit ervaring vertellen  

De lichaamstaal van Dick Schoof: ‘Hij ervaart stress, vooral in contacten met de media’

Premier Dick Schoof beheerst het verbale spel steeds beter, maar verraadt zichzelf met zijn houding. Daniëlle Regnerij, auteur van een nieuw boek over non-verbale communicatie, legt uit waarom zijn lichaamstaal zo veelzeggend is. En wat andere leiders hiervan kunnen leren.

dick schoof
Dick Schoof voelt zich nog altijd niet op zijn gemak voor een meute journalisten. Foto: Getty Images

Donald Trump, Volodymyr Zelensky, Dick Schoof… Het zijn gouden tijden voor Daniëlle Regnerij, al tien jaar een expert in non-verbale communicatie. Zij kijkt bij al deze leiders naar de gesprekken zonder woorden. ‘Daarin gebeurt zoveel, dat is fascinerend’, vertelt ze tegen MT/Sprout.

‘Als je Dick Schoof alleen op de radio zou horen, dan denk je: dat is best goed. Hij heeft goede argumenten, een goede stem, hij ratelt het er achter elkaar uit. Ook kan hij vragen van journalisten al een beetje omzeilen, dus verbaal beheerst hij het spel wel.’

Lichaamstaal van Dick Schoof

Tot je hem ziet praten. ‘Dan krijg je een ander plaatje van hem’, zegt Regnerij. ‘Het is een man die een stuk stress ervaart, vooral in zijn contacten met de media. Hij heeft daar nog niet echt significante stappen in gezet, valt me op.’

‘Zijn lichaam reageert op de onrust in hem en dat kan hij niet onderdrukken. Het is en blijft een mens. Maar dat laat ook meteen de waarde van non-verbale communicatie zien.’

Het probleem voor Schoof is namelijk dat mensen eerder zullen geloven wat hij non-verbaal laat zien. Niet wat hij zegt, omdat zijn lichaamstaal daarmee niet overeenkomt.

Dominantie van Trump

Wat vindt Regnerij als expert van het andere uiterste, een Donald Trump? ‘Als je het filmpje met Zelensky in het Oval Office bekijkt, dan gaan je tenen ervan krommen. Dat vingertje van Trump, de ferme handgebaren, de stem die omhooggaat, dat erdoor heen praten. Ik denk ook dat hij die dominantie van nature al in zich heeft, want het gaat hem vlekkeloos af.’

volodymyr zelensky donald trump lichaamstaal
Heel wat non-verbale communicatie was te zien bij de ontmoeting tussen Volodymyr Zelensky en Donald Trump. Foto: Getty Images

Het nadeel van die mannetjesputterij is dat hij daardoor geen volwassen relatie kan opbouwen met zijn gesprekspartners. ‘Bij een goed gesprek speel je niet de baas, dan maak je verbinding, je wilt elkaar begrijpen om zo verder te komen. Nou, daar heb ik bij Trump nog niks van gezien.’

Lees ook: Waarom de wereld zich aangetrokken voelt tot autoritaire leiders

Kijken is het nieuwe luisteren

Ze ziet dat wel vaker gebeuren in de praktijk. Leiders die de signalen missen van de mensen met wie ze in gesprek zijn. Ze luisteren wel, maar ze kijken niet. ‘Daardoor hebben ze niet in de gaten dat iemand een bepaalde emotie ervaart, of meer stress heeft dan ze zelf verwachten, of een project heel zwaar vindt.’

Zelfs de stand van de voeten, kan al een belangrijk signaal afgeven. Wijzen ze naar de gesprekspartner of naar de deur? Bij dat laatste staat hij of zij niet open voor een gesprek. ‘Als jij dan gewoon blijft doorpraten, dan leg je niet de essentiële verbinding die je nodig hebt om bijvoorbeeld een belangrijke mededeling te doen.’

Leiders pikken natuurlijk best wel wat op, maar volgens Regnerij kunnen ze daar nog veel meer stappen in maken. ‘Want er valt ontzettend veel te zien. Als je die non-verbale communicatie veel beter kunt lezen, dan heb je echt een extra hulpmiddel om meer impact te maken.’

Begin met laaghangend fruit

danielle regnerij
Daniëlle Regnerij.

Het kijken naar die non-verbale signalen vraagt wel wat oefening. Vooral omdat het over de combinatie luisteren en kijken gaat, daar moet het brein wel even aan wennen. Regnerij heeft net een boek over dat thema uitgebracht: Zo werkt non-verbale communicatie. Aan de combinatie met leiderschap heeft ze een apart hoofdstuk gewijd.

Waar kunnen leiders morgen mee beginnen? ‘Bij het laaghangend fruit. Kijk eens hoe je staat. Kijk eens waar je je handen houdt. Zit je ergens aan te frutselen, net zoals Schoof die veel aan zijn bril zit als hij die in zijn handen heeft?’

Lees ook: Zo zet je lichaamstaal in voor succes op de werkvloer

Een online vergadering is dan weer een prima moment om de signalen van de anderen te bestuderen. Niemand heeft dat namelijk in de gaten. Ook een ingewikkeld gesprek op tv met een politicus of ‘een Sywert van Lienden’ bekijken zonder het geluid aan te zetten, is een goede oefening. ‘Kijk wat er gebeurt zonder dat je op je gehoor kunt rekenen. Dan zie je meteen wat voor wereld er nog te ontdekken valt.’

Vrouwen hebben een eigen set

Non-verbale communicatie is niet aan gender gebonden, maar Regnerij ziet bij vrouwen in leidinggevende posities wel wat vaker ‘een set signalen’ terugkomen die hun impact eerder zullen verlagen dan verhogen.

De neck dimple bijvoorbeeld, waarmee ze met hun hand of vinger naar het kuiltje in hun hals reiken. ‘Zo van: oeh, ik ben bezorgd. Het is een spontaan signaal, je kunt dat niet zomaar afleren. Maar wanneer je het voor een groep doet, is dat toch niet handig. Ook met gekruiste benen staan bijvoorbeeld. Dat heeft echt zo’n meisjeseffect op je en dat is zonde.’

Waar mannen bijvoorbeeld voor moeten oppassen is de kin, weet Regnerij. Steek die omhoog, dan komt dat overtuigend over. ‘Maar er is een fijne lijn tussen wat impact maakt en wat de ander als dominant ervaart. Leiders kunnen ook te ferme handgebaren maken. Dan wordt het te indringend in plaats van ondersteunend.’

Lees ook: Veel leidinggevenden durven niet duidelijk te zijn

Handgebaar om mee te scoren

Zo’n handgebaar waarmee iedere leider kan scoren, is de precision grip. Net op het moment van de kernboodschap een hand of een vinger omhoogsteken. Combineer dit met een seconde pauze in het verhaal. Dat zijn twee veranderingen die het brein van de ander alerter maken. Maar doe dit één keer in het hele gesprek of de presentatie, anders verliest het gebaar zijn effectiviteit.

Dat blijft natuurlijk allemaal schaven aan de buitenkant om een aantal onhandige dingen te voorkomen. ‘Het echte werk is dat je uitzoekt waar die onrust vandaan komt, of het hakkelen, of alle andere signalen die je laat zien.’

Als daardoor meer zelfvertrouwen ontstaat bijvoorbeeld, dan schuiven die signalen ook op naar het uitstralen daarvan. ‘Dat is ook het mooie, je non-verbale communicatie gaat gewoon mee met hoe jij je van binnen voelt en hoe jij denkt. Alleen al het voornemen om steviger te staan, zal ervoor zorgen dat jij wat minder op en neer wipt.’

Valkuil voor leiders

Een bekende valkuil voor leiders is dat ze meteen gaan interpreteren wat die non-verbale signalen betekenen. ‘Begin met de kale feiten. Wat doet iemand nu echt letterlijk voor jouw ogen? Kun je dat beschrijven? Dat vinden mensen al erg moeilijk.’

Daarna kunnen leiders proberen te duiden wat er aan de hand is, maar daarbij moeten ze vooral niet benoemen wat ze zien. ‘Zeg dus niet, ik zie nu een eyeblock bij je (knipogen in slow motion, red.). Dan gaan mensen denken: wat gebeurt hier? Nee, ze moeten dan juist even gaan polsen. Hoe zit iemand in het gesprek?’

‘Hoe ervaar je de verbinding? Hoe ervaar je de opdracht? Wil je nog iets meegeven naar mij toe? Wil je nog iets zeggen in zijn algemeenheid? Dan kun je dat gesprek echt op gang brengen. Je nodigt mensen dus sneller uit om te praten, om te bespreken wat er speelt. En daar kun je als leider je voordeel mee doen.’

Lees ook: Wanneer het spannend wordt, maken leiders vaak deze 4 communicatiefouten

Ondertitel het eigen gedrag

Wat ook enorm helpt in zo’n gesprek is als leider het eigen gedrag ondertitelen. ‘Als je bijvoorbeeld een puzzelende of aarzelende blik ziet, dan is het een goede optie om de intentie van wat je gezegd hebt te benoemen. Daarmee haal je de angel uit andermans twijfel of lichte irritatie.’

Investeren in non-verbale communicatie levert dus veel op: meer informatie waarop leiders kunnen anticiperen, effectievere en efficiëntere gesprekken, meer verbinding en een voorsprong. Maar verwar het niet met een toverstokje, waarschuwt ze tot slot. Het is een hulpmiddel, meer niet.

‘Je kunt overkoepelende signalen zien, zoals stress, en dan doorvragen wat er speelt. Het is niet zo dat je daardoor precies weet wat iemand denkt of voelt. Dat gaat echt te ver.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

zo werkt non-verbale communicatie danielle regnerij

In Zo werkt non-verbale communicatie geeft Daniëlle Regnerij praktische handvatten om non-verbale communicatie te leren lezen én zelf te gebruiken. Stap voor stap krijg je inzicht in wat jouw lichaam communiceert en hoe je je uitstraling versterkt. Bestel het boek via managementboek.nl.

.

.

.

Deze dertiger is de Robin Hood van sociale media: Jay Graber, ceo van Bluesky

Premium - Ze is de Robin Hood van de sociale media. Jay Graber daagt X uit met Bluesky, een platform dat gebruikers - dat zijn er inmiddels 34 miljoen - veel meer vrijheid en controle geeft. Al worstelt de 34-jarige ceo nog altijd met het verdienmodel. Wat in elk geval vaststaat: het bedrijf moet 'miljardair-proof' blijven.

ceo bluesky jay graber
Bluesky-topvrouw Jay Graber. Foto: Getty Images

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.

Barbara Baarsma (PwC): ‘Een nieuw systeem opzetten? Die tijd hebben we niet meer’

Premium - Economische groei funest voor een duurzame toekomst? Volgens econoom Barbara Baarsma is het andersom: we hebben juist groei nodig om die toekomst te realiseren, maar die groei moet dan wel groen zijn. 'Zonder draagvlak geen duurzame transitie. En met de boodschap dat we moeten stoppen met groeien, win je geen verkiezingen.'

barbara baarsma duurzaamheid
Het is zinloos om aanhangers van groene groei en degrowth tegen elkaar uit te spelen, vindt econoom Barbara Baarsma. ‘Uiteindelijk willen we hetzelfde.’

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.

Onder Rotterdam-Zuid ligt een verborgen megareservoir, daar spoelt Pathé straks de toiletten mee door

In samenwerking met Heijmans - Duizenden Rotterdammers lopen er dagelijks overheen zonder dat ze het weten. Een enorme watertank onder Rotterdam-Zuid vangt elke maand een Olympisch zwembad aan regenwater op. Bij zware buien loopt de stad niet meer onder en het opgevangen regenwater krijgt een tweede leven in Pathé en Ahoy.

heijmans waterbuffer rotterdam zuid
De nieuwe bioscoop van Pathé in Rotterdam-Zuid gebruikt opgeslagen regenwater voor de toiletspoeling.

Hoewel het duidelijk mag zijn dat klimaatverandering voor elke planeetbewoner een urgente zaak is, is het probleem voor bepaalde groepen nóg urgenter. Mensen die in kwetsbare gebieden wonen, bijvoorbeeld, waar extreme weersomstandigheden eerder tot grote schade leiden.

Voor zulke plekken hoef je niet over de grens te kijken; ook Nederlandse steden lopen gevaar. Een voorbeeld is Rotterdam. Als door klimaatverandering zee- en rivierwater over dijken stroomt, is Rotterdam een van de eerste steden die onder water ligt. Maar ook hevige regenval kan al veel wateroverlast en ontwrichting van de stad veroorzaken.

‘Rotterdam ligt voor 85 procent onder de zeespiegel’, vertelt Jorg Pieneman, adviseur klimaatadaptatie bij de gemeente Rotterdam. ‘Als het hevig regent, kunnen de huidige singels en riolen al dat water niet goed afvoeren. Dit heeft water op straat en schade aan zowel gebouwen als infrastructuur tot gevolg. Daarom is het erg belangrijk om Rotterdam voor te bereiden op extreme weersomstandigheden.’

Tekorten bij drinkwaterbedrijven

Pieneman vertelt dat de gemeente een kaart heeft gemaakt met gebouwen waarvan verwacht wordt dat na een hevige regenbui er water naar binnen komt. Het blijkt dat maar liefst 10 procent van de totale bebouwing risico loopt.

Maar ook het tegenovergestelde van regenval – aanhoudende droogte – kan flink huishouden. Drinkwaterbedrijven kunnen met tekorten te maken krijgen en het gevaar van hittestress ligt voor inwoners op de loer. Ook kunnen langdurig lage grondwaterstanden leiden tot bodemdaling en schade aan funderingen, een moeilijk te herstellen en kostbare zaak.

Urban Water Buffer

Daarom is het van cruciaal belang om Rotterdam voor te bereiden op periodes met zowel te veel als te weinig water. Hier wordt door de gemeente in toenemende mate aan gewerkt. Een voorbeeld is de Urban Water Buffer, die in samenwerking met bouwbedrijf Heijmans en schoonmaakbedrijf Vebego wordt aangelegd in Rotterdam-Zuid.

‘Het is een heel groot project’, vertelt Léon Dielen, programmaleider water bij Heijmans. ‘Met de Urban Water Buffer kan 30.000 kubieke meter aan regenwater worden opgevangen en tijdelijk opgeslagen in een speciale vijver. Hierdoor komt het niet in de riolering terecht en wordt die dus ontlast. Het regenwater wordt daarna gezuiverd en ondergronds opgeslagen, klaar voor later gebruik.’

Dit kan bijvoorbeeld tijdens periodes van droogte zijn, wanneer water schaars is, maar ook voor ‘regulier’ gebruik bij lokale toepassingen. Hierdoor is er op die plekken minder aanvoer van drinkwaterbedrijven nodig. ‘Het kan gebruikt worden voor fonteinen, het wassen van ramen of het spoelen van toiletten. Maar ook voor het doorspoelen van watersystemen, bijvoorbeeld in het Zuiderpark. We moeten nog goed uitzoeken voor welke toepassingen de Urban Water Buffer allemaal geschikt is.’

Rotterdam Ahoy, een van de grootste evenementenlocaties in Nederland, heeft afgesproken het water te gebruiken voor de schoonmaak en de tijdelijke ijsvloer bij Holiday on Ice. Ook gaat de nieuwe Pathébioscoop er zijn toiletten mee doorspoelen.

reis van het water heijmans
De werking van de Urban Water Buffer.

Laatste maanden

De aanleg van het circulaire regenwatersysteem bevindt zich inmiddels in de laatste fase. Dielen verwacht dat het project binnen enkele maanden helemaal af zal zijn. In juni gaf de Rotterdamse klimaatwethouder Chantal Zeegers al het startsein voor de laatste fase, waarin alleen nog de ondergrondse pompen geplaatst moeten worden. Daarna is het systeem gereed voor gebruik.

Dielen: ‘We zijn nu bezig met het laatste deel van de uitvoering. Daarbij lopen we natuurlijk tegen uitdagingen aan, zoals werken op een belangrijk ov-knooppunt en ondergrondse kabels en leidingen. Die moeten geen hinder ondervinden tijdens de bouw en realisatie, dus daar treffen we extra maatregelen voor.’

Uitwisselen van water

Ook buiten Rotterdam wil Heijmans zich inzetten voor het slimmer omgaan met water. Door het woningtekort in Nederland zal de vraag naar nieuwe gebouwen de komende tijd stijgen. Daarom is het voor bouwbedrijven zaak om dat zo circulair mogelijk te doen, ook op het gebied van water. Bijvoorbeeld door gebouwen drinkwater-zuiniger in te richten.

‘Drinkwaterbedrijven maken zich zorgen over de toenemende waterschaarste en vragen zich af of ze in de toekomst nog wel aan hun leveringsplicht kunnen voldoen’, vertelt Dielen. ‘We zijn daarom initiatieven gestart om woningen te realiseren die minder water van drinkwaterbedrijven nodig hebben. Bijvoorbeeld door bij de woningen regenwater op te slaan, te filteren en als toiletspoeling te gebruiken.’

Daarnaast is Heijmans betrokken bij de Waterbank, een platform waarop vraag en aanbod van bruikbaar restwater kan worden uitgewisseld tussen aangesloten partijen. Volgens Jesse Schoenmakers, hydroloog bij de Waterbank, zijn er nog veel bedrijven die restwater over hebben waar ze niets mee doen.

‘In plaats van dat water te lozen op het oppervlaktewater of in het riool, is het een relatief eenvoudige stap om dit overschot in te zetten voor andere activiteiten. Met het oog op verdere uitbreiding van is de Waterbank in gesprek met een groot aantal potentiële nieuwe leden, zoals productiebedrijven, grote gemeenten en drinkwaterbedrijven.’

De koeien van boer Evert verwarmen jouw huis, toch blijft 5% van alle mest in Nederland nog onbenut

In samenwerking met Vattenfall Nederland - De mest van zijn koeien gaat direct de vergister in. Zo helpt boer Evert bij de productie van groen gas. Dat lijkt een 'quick win' in de energietransitie. Toch ligt Nederland niet de koers om de doelen van 2030 te halen. Vergunningprocedures kunnen wel zeven jaar duren. 'Dat moet een stuk korter.'

boer evert vattenfall energie
Boer Evert is al zijn hele leven melkveehouder. Tegenwoordig zit hij ook in de energie.

Melkveehouder Evert draagt bij aan duurzame energie door koeienmest naar een vergister te brengen. ‘Ik heb het bedrijf elf jaar geleden van mijn vader overgenomen en zou niets anders willen doen’, vertelt hij trots.

Zijn koeien, waaronder Rika22, Berta56 en Chantal22, leveren nu niet alleen melk, maar helpen ook bij het verwarmen van woningen door hun mest die wordt omgezet in energie. Dit zogeheten ‘groen gas’ kan een belangrijke bijdrage leveren in de energietransitie.

Wat is groen gas?

Het verbruik van aardgas in Nederland daalt al jaren op rij. Woningen worden verduurzaamd met warmtepompen en de inductiekookplaat begint langzaam gemeengoed te worden. En ook de industrie schakelt (waar mogelijk) over op elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.

Maar volledig zonder gas kunnen we ook nog niet. Er stroomt nog altijd zo’n 30 miljard kubieke meter aardgas door onze leidingen, met name voor bestaande cv-installaties en industriële warmtebronnen. Hier komt groen gas in beeld: een CO2-neutrale, duurzame variant van aardgas die we in Nederland kunnen produceren en die probleemloos door traditionele gasleidingen kan stromen.

‘Groen gas is qua samenstelling vrijwel identiek aan het aardgas dat we uit de bodem halen’, vertelt Martijn van Drunen, verantwoordelijk voor de Business Development van groen gas bij energieleverancier Vattenfall. ‘Het wordt gemaakt door organische reststoffen te vergisten, denk aan mest of slib uit rioolzuiveringsinstallaties. In grote tanks breken bacteriën de afvalstoffen af, waarbij biogas vrijkomt. Dat wordt schoongemaakt, gedroogd en de CO2 wordt eruit gehaald. Dan blijft er biomethaan over, ook wel groen gas genoemd.’

Monomestvergisters

In Nederland staan al zo’n tachtig vergisters die biomethaan produceren. Die variëren van kleine tanks tot grootschalige installaties, met een jaarlijkse productie van 300.000 tot wel 40 miljoen kubieke meter.

De kleine tanks, ook wel monomestvergisters genoemd, staan met name op de erven van boeren. Die hebben met de productie van groen gas een verdienste. De grotere installaties zijn te vinden op industrie- of haventerreinen.

Omdat groen gas – met uitzondering van de CO2-uitstoot – vergelijkbaar is met aardgas, is het makkelijk toe te voegen aan het landelijke gasnetwerk. Dat gebeurt dan ook al. Momenteel wordt er in Nederland jaarlijks zo’n 300 miljoen kubieke meter groen gas geproduceerd, dat samen met aardgas door onze leidingen stroomt.

Maar het is nog een druppel op de gloeiende plaat. Biomethaan vormt namelijk nog geen procent van de huidige gasmix. Het overgrote deel bestaat nog altijd uit aardgas, met alle klimaatgevolgen van dien.

Bijmengverplichting

Daarom is in het Klimaatakkoord de ambitie uitgesproken om 2 miljard kubieke meter groen gas te produceren in 2030, en omgerekend ongeveer 1,1 miljard kuub verplicht te mengen met het aardgas in het gasnet. ‘Je kunt het vergelijken met een benzinepomp’, zegt Van Drunen. ‘Als je Euro95 tankt, zit er een bepaald percentage bio-ethanol in. Dat percentage wordt steeds groter. Zo moet dat bij het gasnet ook gaan.’

De bijmengverplichting uit het Klimaatakkoord moet uiteindelijk leiden tot een CO2-reductie van 3,8 megaton in 2030.

Initieel was het plan om de verplichting vanaf 2025 in te laten gaan. Maar toen dat door de verwachtte doorlooptijd van de advisering van de Raad van State en de benodigde parlementaire behandeling onzeker werd, is besloten om het plan uit te stellen naar 2026. En volgens Van Drunen zou het zomaar eens 2027 kunnen worden als gevolg van aanvullende eisen vanuit de Europese Commissie.

Compromis

‘Om in Nederland een CO2-reductie te bewerkstelligen met groen gas door middel van de bijmengverplichting, moet je biomethaan gebruiken dat in Nederland is geproduceerd. Dit draagt positief bij aan de productiecapaciteit in Nederland. Maar omdat dat in strijd is met het vrij verkeer van goederen in Europa – buitenlandse productie van groen gas wordt namelijk uitgesloten – heeft de Europese Commissie om uitleg gevraagd. Zij willen dat energieleveranciers ook biomethaan-certificaten in bijvoorbeeld Frankrijk of Denemarken mogen kopen. Om die reden wordt er momenteel gewerkt aan een compromis waarmee invulling wordt gegeven aan de aanvullende eisen van de Europese Commissie en de Nederlandse productie tegelijkertijd wordt gestimuleerd. Dat zorgt nu voor vertraging.’

Om de ambities uit het Klimaatakkoord waar te maken, moet Nederland in 2030 jaarlijks 2 miljard kubieke meter groen gas produceren. Een flinke opschaling dus, gezien de huidige productie van 300 miljoen kuub. Kijk je naar het aanbod van bruikbaar organisch afval, dan zou je zeggen dat het behalen van die doelstelling kinderspel is. Momenteel wordt bijvoorbeeld slechts 5 procent van alle mest vergist.

Niet genoeg vergisters

Maar de productiecapaciteit houdt de boel tegen. Er zijn nog te weinig vergistingsinstallaties om al het organische reststroom te kunnen verwerken. ‘Als je ziet dat de grootste installatie in Nederland een jaarlijkse productie van 40 miljoen kuub heeft, moeten daar nog flink wat van bij om het streven van 1,1 miljard te halen’, legt Van Drunen uit. ‘De voortdurende onzekerheid over de bijmengverplichting helpt daar niet bij. Banken durven geen vergistingsinstallaties te financieren als ze niet zeker weten dat het groen gas ook daadwerkelijk wordt afgenomen. Iedereen is er dus bij gebaat als er snel duidelijkheid komt.’

Dan kunnen energieleveranciers als Vattenfall namelijk aan de bak om ervoor te zorgen dat de productiecapaciteit omhoog gaat. Bijvoorbeeld door eigen vergisters te bouwen, of partnerschappen te sluiten met andere bedrijven.

Van Drunen: ‘Vattenfall heeft als doel om in 2040 CO2-neutraal te zijn. We zijn hard op weg om dat te realiseren, maar er zit een grote uitdaging bij de scope 3-emissies, de uitstoot die wordt veroorzaakt door het gas dat wij aan onze klanten verkopen. Zij verbranden dat gas in cv-ketels of industriële warmteketels. Om onze ambitie te realiseren om CO2-neutraal te worden, moeten we hen dus helpen om te verduurzamen. Zonder groen gas gaat dat niet lukken. We hebben er dus belang bij dat de productie van groen gas flink groeit.’

Dat doet Vattenfall bijvoorbeeld door samen te werken met de afvalverwerker Renewi. Die verzamelt kliko’s vol organisch afval en brengt die met elektrische vrachtwagens direct naar vergistingsinstallaties. Renewi haalt bijvoorbeeld over-de-datum-producten op bij supermarkten of verzamelt afval bij horecagelegenheden. Zo ook in het bedrijfsrestaurant van Vattenfall zelf.

Geen nieuwe infrastructuur

Het bijmengen van groen gas blijft niet zonder gevolgen. Naar verwachting zal de gasrekening van consumenten en bedrijven door de bijmengverplichting stijgen. De overheid schat die stijging in op ongeveer 5 tot 14 cent per kubieke meter gas in 2030.

Maar volgens Van Drunen is het belangrijk om er ook rekening te houden dat er voor het gebruik van groen gas geen nieuwe infrastructuur nodig is. Dat bespaart dus ook geld. ‘Je hoeft niets te veranderen aan je bestaande installaties. Heb je dus een ketel die op aardgas draait, kan die in de toekomst gewoon op groen gas draaien. Maar wil je elektrificeren, dan moet je bijvoorbeeld een nieuwe, elektrische warmtepomp of e-boiler installeren.’

Ook zijn er geopolitieke voordelen. ‘Sinds het Groningse gasveld dicht is, importeren we steeds meer gas uit het buitenland. Uit Rusland doen we dat niet meer, dus halen we veel schaliegas uit de Verenigde Staten. In lng-tankers wordt dat dan naar Nederland gevaren, wat de kosten opdrijft en bovendien slecht is voor het milieu. Met groen gas uit eigen land heb je die energieafhankelijkheid niet, en bovendien is het vanuit klimaatoogpunt veel verstandiger.’

Snellere procedures

Het is nu tijd om (groen) gas te geven. Als Nederland zijn bijmengverplichting wil kunnen halen in 2030, is volgens Van Drunen snelheid nodig. Vooral op het gebied van beleid. ‘Er moeten gewoon meer vergisters gebouwd worden. Daarvoor moeten knelpunten zoals netcongestie het hoofd geboden worden.’

Maar bovenal moet de vergunningsprocedure een stuk sneller. ‘Je hebt het tegenwoordig over een doorlooptijd van soms zeven jaar, in het geval van grote vergistingsinstallaties. Dat moet een stuk korter. En er moet natuurlijk duidelijkheid komen: wanneer komt die bijmengverplichting? Zo kunnen financiers een goede investeringsbeslissing nemen en kunnen wij als energieleveranciers bepalen hoe veel groen gas we gaan inkopen.’

ETS

Naast de bijmengverplichting neemt de overheid ook nog een andere belangrijke maatregel om de CO2-emissies te reduceren. Op dit moment worden grote bedrijven al verplicht om voor hun CO2-uitstoot te betalen via het emissiehandelssysteem (ETS). Dat zou hen moeten stimuleren om duurzamer en milieuvriendelijker te produceren.

Het ETS geldt nu nog alleen voor grote industrieën als elektriciteitscentrales en staalfabrieken, maar vanaf 2027 wordt de wetgeving ook breder van kracht. Dat nieuwe emissiehandelssysteem heet ETS-2. Daarmee zullen alle grootverbruikers van brandstoffen in bijvoorbeeld de gebouwde omgeving, het wegvervoer en andere sectoren (voor zover deze niet onder ETS-1 vallen of de tuinbouwsector) voor hun uitstoot moeten betalen.

Dat zal gebeuren middels de aankoop van emissierechten die door de leveranciers van de brandstoffen namens hun klanten op een handelsmarkt zullen worden ingekocht. De kosten hiervoor zullen aan de afnemers van het gas worden doorbelast.