Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Supercommissaris Kuldip Singh: ‘Juist vanuit non-executive rollen krijg ik veel gedaan’

De term 'supercommissaris' lijkt wel voor Kuldip Singh bedacht. De opkomende topcommissaris heeft zitting in maar liefst acht raden en stuurt overal waar hij actief is op een ambitieuzer DE&I-beleid. 'We zeggen allemaal dat we het onderwerp zo tof en belangrijk vinden, maar de cijfers spreken boekdelen.'

kuldip singh commissaris tennet kpmg
Kuldip Singh staat in de Inclusive30 van MT/Sprout. Zijn motto? 'Impact at scale.' Foto: Babet Hogervorst

Kuldip Singh – tulband, sweatshirt, brede lach – staat MT/Sprout te woord vanuit het hoofdkantoor van speelgoedtoestellenmaker Wickey in Sittard. Zijn werkplek die dag, hij zit er in de raad van advies. Later deze week zal hij zijn laptop als rvc-lid openklappen bij accountants- en advieskantoor KPMG in Amstelveen, netbeheerder TenneT in Arnhem en regio-investeerder ROM InWest in Haarlem.

De term ‘supercommissaris’ lijkt voor hem bedacht; de 50-jarige Singh heeft zitting in maar liefst acht raden. Naast eerdergenoemde vier gaat het om de rvc’s van Kyndryl Nederland, Skoon Energy en Whiffle en de raad van toezicht van stichting InnoBeweegLab.

Die organisaties zijn met zorg gekozen. Ze liggen dicht bij zijn expertisegebieden – AI, digitalisering en cybersecurity – en zijn actief in sectoren die de ‘wereld een stukje beter maken’. ‘Wat ROM InWest doet, vind ik bijvoorbeeld supergaaf’, zegt Singh. ‘Met een investeringsfonds van 160 miljoen euro kan die club ondernemers in Noord-Holland echt verder brengen. TenneT speelt Champions League als het gaat om de energietransitie en Skoon is echt een SaaS-beest, die doen met hun internationale digitale marktplaats voor mobiele schone energie-oplossingen zulke coole dingen.’

Rijzende ster

Alsof zijn agenda niet al vol genoeg is, doceert Singh ook nog digitale innovatie aan de Governance Academy. Kortom, hij is overal. En zijn ster rijst snel. Deze maand werd hij opgenomen in MT/Sprout’s Inclusive30, waarover straks meer. Eerder dit jaar klom hij op naar de toppositie van de Next50 van Management Scope, een ranking van opkomende topcommissarissen.

‘Een prachtige erkenning’, vindt Singh. ‘Al verandert de nummer-één-notering voor mij persoonlijk weinig. Ik denk dat het voor de buitenwereld veel belangrijker is.’

Omdat er een niet te missen signaalwerking vanuit gaat, legt hij uit: dat iemand van kleur bovenaan staat in een verder vrij traditionele lijst van zes- en zevenvinkers. ‘Sindsdien heb ik ontelbaar veel berichten gehad. Van mensen met een etnisch diverse achtergrond, net als ik, die me om advies vragen of willen sparren over carrièrekeuzes.’

Lees ook: Deze leiders maken de BV Nederland écht inclusiever

Hij gaat met iedereen in gesprek. En als hij mensen kan koppelen of deuren kan openen, doet hij dat. ‘Ik wil anderen de kansen geven die ik ook heb gehad.’

‘Een soort celebrity’

Singh is van Indiase afkomst, geboren in New Delhi en getogen in Amsterdam. Hij groeide op met het Sikhisme. ‘Dat is een monotheïstische godsdienst, die op 13 april 1699 is opgericht en vormgegeven door de tien Guru’s’, vertelt hij. ‘Met nu als elfde Guru, de Guru Granth Sahib, het heilige schrift van de Sikhs. In Nederland telt onze gemeenschap zo’n 15.000 mensen, schat ik.’

Binnen de sikh- en Indiase gemeenschap in Nederland wordt hij gezien als ‘een soort celebrity’. Lachend: ‘Iedereen kent me wel.’

Kuldip Singh
Kuldip Singh: ‘Binnen de sikh- en Indiase gemeenschap in Nederland word ik gezien als een soort celebrity.’

Zijn religie, waarvan de tulband een uiting is, is integraal onderdeel van wie hij is en hoe hij in het leven staat. Wel probeert hij het geloof op zijn eigen manier in te vullen. ‘De Sikh-doop, waarmee je je committeert aan alle leefregels, heb ik bijvoorbeeld nog niet ondergaan. Ik ben er nog niet klaar voor. Een van de regels is dat je niets mag veranderen aan je lichaam, omdat je het zo van God gekregen hebt. Mijn haar heb ik om die reden nog nooit geknipt, maar mijn baard trim ik wel. Zo’n lange baard past nu niet bij me. En dat is oké. Het maakt me niet minder gelovig.’

Nederlandse directheid, Indiase sensitiviteit

Zo comfortabel met zijn identiteit was Singh niet altijd. Op de middelbare school was hij zoekende. ‘In Nederland was ik de Indiër of de Sikh, in India die westerling. Ik hoorde nergens bij. Als tiener worstelde ik daar enorm mee. Tot ik het op een gegeven moment een plek leerde geven en realiseerde dat het juist sterk is dat ik twee culturen verenig. Ik combineer bijvoorbeeld Nederlandse directheid met Indiase sensitiviteit. Dat gaat over het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Je kunt vanuit de inhoud gelijk hebben, maar als je niet de tijd neemt om draagvlak te creëren bij anderen, ben je alsnog niet effectief.’

Lees ook: Deze young professionals schudden Nederlandse boardrooms op: ‘Ze willen echt dat het schuurt’

Breng je die elementen bij elkaar, dan kun je bergen verzetten. Dat leerde hij als consultant bij KPMG, zijn eerste baan. Een vormende periode. ‘Ik heb veel aan ze te danken. Die club heeft zó aan de basis gestaan van wie ik als professional ben. Nog steeds trouwens, want KPMG was in 2022 de eerste grote organisatie die me vroeg om toe te treden tot hun rvc. Ik kon geen nee zeggen tegen het bedrijf dat me zoveel gegeven heeft. Ik heb mijn executive rol bij E.ON, een audit-klant van KPMG, er zelfs voor opgegeven. De Nederlandse independence-regels staan beide rollen tegelijk niet toe.’

Bestuur uitdagen

Dat hij opvalt, wist hij al. ‘In zakelijke omgevingen ben ik vrijwel altijd de enige Sikh. Onbewust ging ik daardoor overcompenseren. Langer doorwerken, extra projecten aannemen, dat soort dingen. Dat is ook wel iets vanuit mijn Indiase opvoeding. Van hard werken word je niet vies.’ Tot hij beseft dat hij die zichtbaarheid ook in zijn voordeel kan gebruiken. Als rolmodel en coach voor mensen uit zijn omgeving en netwerk, en uiteindelijk ook als aanjager voor meer diversiteit en inclusie in het bedrijfsleven.

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Dat brengt hem op het pad van meerdere commissariaten. ‘Ik had al toezichthoudende rollen bij stichting De Kindertelefoon en InnoBeweegLab. Maar als je het hebt over impact at scale, is de bal bij KPMG pas echt gaan rollen.’

Binnen één onderneming blijft je impact beperkt, vindt Singh, het is interessanter om het breder aan te pakken. ‘Ik ontdekte dat ik juist vanuit non-executive rollen veel gedaan kan krijgen. Je hoeft niet op de stoel van de bestuurder te zitten, je kunt het bestuur ook uitdagen. Ik ben consultant geweest, hè? Ik kan goed met mensen meedenken, zonder dat ze het gevoel hebben dat ik hun werk zit te doen.’

Cijfers spreken boekdelen

Die inspanningen leverden Singh begin mei een plek in MT/Sprout’s Inclusive30 op. Eén van zijn speerpunten: strikte targets of, beter nog, quota. Voor de rvc’s, de raden van bestuur en alle lagen daaronder. Omdat de toegenomen aandacht voor DE&I nog niet leidt tot een betere afspiegeling van de maatschappij in het bedrijfsleven. ‘We zeggen allemaal dat we het onderwerp zo tof en belangrijk vinden’, zegt Singh. ‘Maar de cijfers spreken boekdelen.’

Lees ook: Is wetgeving wel effectief en is er genoeg talent? 3 mythes over het vrouwenquotum

Daarom is hij dus een groot voorstander van quota. Iets waar hij in alle organisaties waar hij actief is, draagvlak voor probeert te krijgen. ‘Want met een DE&I-beleid alleen ben je er niet, het gaat om de executie en meetbaarheid van de doelen. Diversiteit kan ook niet zonder inclusie. Als mensen zich niet gezien en gehoord voelen, zijn ze binnen no time weg. Dat moet je laten zien in je gedrag, in je taal. Bewustwordingstrainingen kunnen daar enorm bij helpen.’

Bij KPMG en TenneT is dat denken al behoorlijk ingebed, vervolgt hij. Bij KPMG bestaat zowel de rvc als raad van bestuur voor 50 procent uit vrouwen, Tennet hanteert voor de top en senior managementlagen targets die verder gaan dan die van de SER. ‘Zij zijn ambitieuzer zijn dan wettelijk verplicht. Daar word ik blij van.’

Privacywetgeving als excuus

Singh vindt dat bedrijven niet alleen moeten sturen op genderdiversiteit, maar in hun DE&I-beleid ook leeftijd, etniciteit, geaardheid, neurodiversiteit en fysieke beperkingen moeten meenemen. En ja, hij weet dat het meten van en rapporteren over zulke gegevens privacygevoelig ligt.

Tegelijkertijd is dat een makkelijk excuus voor bedrijven om zich achter te verschuilen, zegt hij er meteen bij. ‘Dat is AVG-technisch op te lossen.’ Zo kunnen organisaties met meer dan 250 medewerkers een tool van het Centraal Bureau voor de Statistiek inzetten om – anoniem – inzicht te krijgen in de culturele diversiteit van hun personeelsbestand. Singh: ‘TenneT maakt hier bijvoorbeeld gebruik van.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Mede door het vrouwenquotum voor de rvc’s gaat het met de genderbalans volgens Singh de goede kant op. ‘Maar niet overal, en bovendien is dat nog steeds maar één aspect. Mijn ervaring is dat vooral kleinere partijen DE&I lastig vinden. Maar ook de kleinere organisaties in mijn portfolio zetten bij de werving tegenwoordig vol in op diversiteit. Laatst was een van die raden, met buiten mij alleen oudere witte mannen, op zoek naar versterking. Dat moest gewoon een vrouw zijn, liefst ook een jong iemand, daar heb ik enorm op zitten hameren.’

Het is geen onwil, ziet hij. ‘Bij sommigen is het gewoon niet top of mind. Dan moet je het top of mind maken. Die rol neem ik graag op me.’