Exor, de nieuwe grootaandeelhouder van Philips, zit op een berg met geld. De waarde wordt geschat op meer dan 30 miljard euro. Achter deze investeringsmaatschappij zit de roemrijke Italiaanse familie Agnelli, die 52 procent in handen heeft en 85 procent van het stemrecht.
Toch is Exor sinds 2016 een Nederlands bedrijf, met het hoofdkantoor aan de Zuidas in Amsterdam. Het is een move die heel wat hommeles in Italië heeft veroorzaakt. De Agnelli’s hebben geen blauw bloed door de aderen stromen, maar in Italië worden ze wel degelijk beschouwd als royalty.
De Italiaanse trots krijgt door het vertrek dus een deuk. Hoe durft deze familie de warme Italiaanse zon voor het kille, fiscale paradijs Nederland te verruilen? Exor krijgt het prompt aan de stok met de Italiaanse belastingdienst. Het moet een forse ‘vertrekbelasting’ betalen. De schikking van een kleine 1 miljard euro belandt uiteindelijk via Exor en de familie in de Italiaanse schatkist.
Dat miljard is al lang weer terugverdiend. Telkens nieuwe mandjes met interessante aandelen samenstellen, dat is iets wat de familie al meer dan honderd jaar doet. En daarbij wordt af en toe ook flink gegokt en verloren.
Let’s meet deze nieuwe Philips-familie. Te beginnen met de grondlegger Giovanni Agnelli, the godfather.
The Godfather: Giovanni Agnelli
Giovanni Agnelli, geboren in een familie van grootgrondbezitters, voegt zich in 1899 bij de twee grondleggers van Fabbrica Italiana di Automobili Torino, beter bekend als Fiat. Het is een gok, maar hij is nu eenmaal gefascineerd door dit nieuwe vervoermiddel. Hij komt aan het hoofd van Fiat in 1902 en slaagt er al snel in zijn twee partners uit te kopen.
The Godfather wordt in 1908 voor de rechter gesleept voor fraude met de boekhouding. Hij komt ermee weg. Tijd om het financieel wat slimmer aan te pakken. Agnelli creëert een holdingmaatschappij (IFI) waar hij Fiat in onderbrengt en zijn investeringen in andere sectoren, onder meer in voeding, vliegtuigen, onroerend goed, financiële diensten en media (de krant La Stampa). Dat is de basis voor Exor.
Het eerste aandelenmandje
Het eerste aandelenmandje is geboren. Dankzij twee oorlogen, Libië in 1911 en de Eerste Wereldoorlog, groeit Fiat uit tot de grootste van Italië. Agnelli levert legertrucks, machinegeweren, vliegtuigmotoren en zelfs ambulances. De volgende gok loopt echter verkeerd af: de steun aan Mussolini.
Dat legt hem eerst geen windeieren. Agnelli wordt daardoor dé leverancier voor de overheid en het leger. Maar wanneer het fascistische regime valt, valt hij mee. Agnelli sterft in 1945. Een echte opvolger heeft hij dan niet. Zijn zoon Edoardo blijkt een enorm feestbeest te zijn. Zijn enige verdienste is het financieren van Juventus.
Als voorzitter maakt hij er wel een topclub van. Wanneer dat Turijnse clubje omgebouwd wordt tot een bedrijf, in 1949, koopt de familie meteen een meerderheid van de aandelen.
The Player: Gianni Agnelli
De oudste zoon van Edoardo, Gianni Agnelli, moet wachten tot hij 45 jaar is voor hij echt aan het roer komt van Fiat. Tot die tijd amuseert hij zich vooral aan de Franse Rivièra. L’Avvocato is zijn bijnaam, maar eigenlijk is het een player.
Hij is namelijk gek op vrouwen. Rita Hayworth, Anita Ekberg en Pamela Churchill Harriman behoren tot zijn veroveringen. Hij charmeert niet alleen de Europese high society, zoals de Rothschilds, maar ook de Amerikaanse Kennedy’s en Kissingers.
Fiat is booming op dat moment: het is de meest succesvolle autobouwer van Europa en de grootste werkgever van Italië in de privésector. Ferrari komt in 1969 op de radar, een kans die met beide handen wordt aangegrepen. Een gokje? Nee.
Prestige verzamelen
Met het nieuwe partnership met de familie Ferrari krijgt Fiat er meteen heel wat prestige bij. Datzelfde jaar wordt ook geïnvesteerd in Lancia, nog zo’n paradepaardje in design en technologie. De volgende parel aan de familiekroon volgt in 1986: Alfa Romeo. De Forza Italia is compleet, laat de Japanners en Koreanen maar komen met hun goedkope auto’s.
Op het hoogtepunt van hun macht, eind jaren tachtig, controleert de familie direct of indirect een kwart van de Italiaanse aandelenbeurs. De flamboyante Gianni Agnelli investeert bovendien in dingen die hij leuk vindt, zoals Chateaux Margaux, Club Méditerranée en het Rockefeller Center in New York. Het aandelenmandje raakt flink gevuld, maar eigenlijk wordt het een allegaartje.
Op 75-jarige leeftijd trekt Gianni Agnelli zich terug uit de business. Opnieuw is er een opvolgingsprobleem. Hij kondigt in 1997 aan dat kleinzoon John Elkann hem zal opvolgen. Wanneer Agnelli sterft in 2003 wonen maar liefst 100.000 mensen zijn begrafenis bij.
Lees ook: Het groeiverhaal van het Chinese Geely
The Gambler: John Elkann
John Elkann is eigenlijk meer Amerikaans dan Italiaans. Hij is een New Yorker, maar dan van het discrete soort. De ingenieur is een beetje verlegen zelfs. Interviews geeft hij liever niet. Wanneer hij het roer een jaar na de dood van Agnelli overneemt, is de Italiaanse auto-industrie al lang niet meer zo machtig als vroeger.
Fiat is in een machtsstrijd verwikkeld met de banken. De verkopen zijn in vrije val, de internationale concurrentie is moordend. Het aandeel van Fiat op de Italiaanse markt is teruggezakt van 60 naar 30 procent. Sinds 1997 wordt er geen winst meer gemaakt.
Elkann is net zoals zijn opa gek op auto’s, maar hij is wel een realist. Bovendien heeft hij les gekregen van de koelbloedige ex-baas van General Electric, Jack Welch, die even in de raad van bestuur van Fiat heeft gezeten. Elkann kiest voor tough love en slaagt er met forse ingrepen in om het tij te keren.
Gokken of moderniseren?
Chrysler, dat in moeilijkheden verkeert, biedt een kans op schaalvergroting. Exor neemt in 2009 een belang in de Amerikaanse autobouwer. Het is een gok, die in 2013 uitmondt in de volledige controle over Chrysler. Elkann belandt dat jaar op de vierde plaats in Fortune’s 40 under 40, net onder Mark Zuckerberg. Twee jaar later volgt een volledige fusie met Fiat.
De automotive industrie blijft te volatiel. Elkann verschuift de aandacht naar sectoren waar hij weinig ervaring mee heeft. Hij is niet bang om oude banden te verbreken en… de holding naar Nederland te verhuizen. Voor de ene analist is hij aan het gokken, voor de andere is hij bezig met de broodnodige modernisering.
Exor neemt in 2016 voor bijna 7 miljard dollar de herverzekeraar PartnerRe over. Een enorme gok, maar wel een geslaagde. Zes jaar later verdient Exor met de verkoop van PartnerRe meer dan 2 miljard dollar. Er volgen nieuwe investeringen in media, onder meer in The Economist.
Om de transitie naar elektrisch rijden te tackelen, volgen in 2019 gesprekken met de Franse PSA Group. Ook die monden uit in een fusie, waarbij de nieuwe groep Stellantis het licht ziet. Veertien automerken worden hierin gebundeld. De op drie na grootste autofabrikant van de wereld is een feit. Elkann hoeft zich voorlopig geen zorgen te maken.
Luxe, tech en gezondheid
Na de nodige versimpelingen in het aandelenmandje, volgen nu de uitbreidingen: luxemerken, technologie en gezondheidszorg. Exor neemt een belang van 25 procent in Christian Louboutin, bekend van de schoenen met rode zolen, voor meer dan een half miljard euro. Het merk wil internationaal en digitaal uitbreiden, waarbij nadrukkelijk naar China wordt gekeken.
De banden met Italië worden weer aangehaald via Exor Seeds dat investeert in startups. Exor wil jonge founders ondersteunen en ‘het enorme potentieel van het groeiende Italiaanse technologie-ecosysteem ontsluiten’.
Om voet aan de grond te krijgen in de gezondheidszorg neemt Exor een flink belang (45 procent) in het Italiaanse Lifenet, dat zich richt op het managementbeheer van ziekenhuizen. Ook gaat het in 2022 een partnership aan met het Franse Institut Mérieux dat als missie het bestrijden van kanker en infectieziekten heeft.
Met de dalende beurskoers van Philips, vooral door de problemen met de slaapapneu-apparaten, weet Exor opnieuw een flinke slag te slaan. Voor 2,6 miljard euro heeft het nu 15 procent van de aandelen in handen. Voor Philips is het een opsteker, voor de familie lijkt het weer op een nieuwe gok. De schadeclaims voor de slaapapneu-apparaten kunnen Philips namelijk nog heel veel geld kosten.
Lees ook: ASML, van spinoff van Philips naar speelbal in chipoorlog met China