Bubty maakt deze week bekend dat het een seedronde afsluit waarmee de afgelopen periode in totaal 1,75 miljoen euro is opgehaald. Het geld komt vooral van aandeelhouders die al aan boord waren, waaronder angels en een family office van een IT-veteraan, maar ook een grote Amerikaanse ‘miljardenpartij’ is ingestapt.
De naam wil Bubty niet bekendmaken. Maar dat die strategische partner uit de flexbranche komt, is geen toeval: Bubty levert zelf software waarmee opdrachtgevers hun pool van freelancers kunnen beheren en onder meer met ze kunnen afrekenen.
Bedrijven draaien op freelancers
‘Dat is toch een belangrijke trend in de decentralisering van de arbeidsmarkt: bedrijven draaien steeds meer op freelancers’, zegt Lee Willoughby. Hij is samen met Benjamin Schriel de oprichter van Bubty. ‘Wereldwijd vormen ze 47 procent van de workforce.’
Het was in Nederland best lang stil rond de startup, die begin 2022 nog schitterde als genomineerde voor de MT/Sprout Startup van het Jaar. Nu blijkt dat intussen keihard is gebouwd aan de hr-tool, en dat die buiten Nederland echt vaart maakt.
Willoughby – die naam dankt hij aan zijn Britse vader – werkte met zijn eerdere marketingbedrijf veel met freelancers. Hij vond dat het bekende gedoe met sheetjes vol namen, het gezoek naar telefoonnummers van goede krachten en die bonte verzameling facturen veel strakker kon.
De oplossing: een tool waarmee je je pool van freelancers beheert. Zo verlies je ze niet meer uit het oog, werk je makkelijker en sneller met ze samen en is alles juridisch en financieel sluitend geregeld. Bubty was nadrukkelijk niet bedoeld als marktplaats voor freelancers: het blijft een gesloten platform, meestal in de huiskleuren van de opdrachtgever.
Bubty slaat aan in de VS en Engeland
Ruim twee jaar later staat dat idee van Willoughby en Schriel nog pal overeind. En, belangrijker nog: is het behoorlijk goed aangeslagen in de VS en Engeland. ‘Daar zijn bedrijven veel verder met de inzet van freelancers, en is bovendien de behoefte om alles juridisch goed te regelen veel groter. Je wilt niet weten hoe hoog de boetes daar zijn als iets niet compliant is. Opdrachtgevers snappen er dat het steeds belangrijker is om een talentpool aan je te binden. En dat je nogal wat kunt besparen als je dat niet overlaat aan detacheerders of marktplaatsen.’
Vooral die betaling en juridische rompslomp maken dat Bubty erg doet denken aan Remote, de unicorn waarmee Job van der Voort het aannemen van vaste krachten wereldwijd makkelijk maakt.
Lees ook: Zo bouwt Job van der Voort een sterke bedrijfscultuur bij Remote – zonder kantoren
Bubty heeft echter een ander model en levert zijn platform op dit moment vooral white label: grote bedrijven halen de software in huis, richten hem in onder eigen vlag en betalen de Nederlanders implementatiekosten plus een licentievergoeding.
Via consultants, die Bubty aanbevelen bij hun klanten, loopt de verkoop ook goed. ‘We hebben ook een versie waarmee gebruikers zelf aan de slag kunnen, maar voor ons brengen de enterpriseklanten en agencies – zeg maar reclame- en marketingbureaus die in een netwerk van freelancers werken – meer succes.’
Grote Amerikaanse partner
En natuurlijk levert die grote Amerikaanse partner de Bubty-sofware ook onder eigen vlag. De naam willen de ondernemers niet kwijt. Willoughby houdt het op een collega van Randstad. Maar feit is, dat Bubty zijn tweede kantoor heeft in New York. Dat wordt nu ook de uitvalsbasis voor het Amerikaanse offensief.
‘We gaan er zeker lokale seniors aannemen op sales en marketing. We zijn in Nederland begonnen, maar merkten al snel dat bedrijven in de VS veel enthousiaster waren over ons product. Daar snappen ze dat dit iets totaal anders is dan de zoveelste marktplaats voor freelancers. En ze lopen daar vaker tegen de problemen aan die wij vanaf het begin zagen.’
New kids on the block
Dat Willoughby en zijn compagnon Schriel als twee new kids on the block worden gezien en uit Europa komen, helpt ook. ‘Dat staat daar voor kwaliteit. Terwijl het opportunistische van de VS, de snelheid waarmee daar wordt beslist, goed past bij ons verhaal.’
Bubty heeft de afgelopen maanden steeds grotere contracten gesloten. ‘We zijn 240 procent gegroeid en qua omzet echt losgegaan. Het is een kleine wereld en 90 procent van onze klanten komt zelf naar ons toe. Het systeem staat, we hebben een bewezen go-to-marketstrategie en onze organisatie is erop ingericht, dus we zijn klaar om te schalen.’
Dat wordt ook hoog tijd, als je weet dat er al Amerikaanse concurrenten van Bubty actief zijn in de markt voor freelance workforce management systemen. Opmerkelijk genoeg zijn de belangrijkste namen al opgekocht: freelancemarktplaats Fiverr nam een tijd geleden Stoke Talent over, Worksuite ging afgelopen september naar een private-equitypartij.
Misschien hebben Willoughby en Schriel daarom nog het meest te vrezen van Worksome, een Scandinavische partij die met zijn huiskleuren veel lijkt op de Nederlanders. ‘De concurrentie is inderdaad stevig, maar wij komen wel met de nieuwste technologie. En dat we white label leveren is ook onderscheidend.’
Lees ook: Het succes van een startup staat of valt bij heldere merkcommunicatie
Knallen op weg naar series A
Nu de seedronde is afgesloten, is het volgens Willoughby ‘echt knallen op weg naar de series A.’ Een flink grotere kapitaalinjectie dus, en daarbij gaat hij dit keer ook in gesprek met vc’s.
‘Tot nu toe bouwden we ons product en moest de cashflow op gang komen. In dit stadium wil je niet elke maand rapporteren aan een vc, en bovendien was de waardering voor ons bedrijf ook lastig zonder omzet. We hebben angels en een family office aan boord die vertrouwen hebben in wat we doen en achter elke stap staan. Maar zodra we onze recurring omzet boven de 2 miljoen hebben, zijn we welkom bij grotere vc’s. Die hebben we daarover al gesproken.’
Willoughby denkt al aan een waardering van honderden miljoenen. Maar dat is niet waarvoor hij het doet. ‘Het is de potentie die ons drijft. Alle stoplichten staan nu op groen maar ondernemen blijft een schaakspel waarbij je twee zetten vooruit doet en dan weer een stap terug. Dat is verslavend. Ik probeer het ook als een spel te zien. Want natuurlijk heb ik persoonlijke financiële doelen, maar ik ben pas 26.’
Stress van New York
Ziet Willoughby zichzelf straks ook wonen in een New Yorkse loft? ‘Nou, ik krijg een beetje stress van die stad. New York is echt heftig, en dat is Amerika sowieso wel. Kijk, als je op een topplek in zo’n skyscraper woont, zal het best comfortabel zijn, maar dat is nu natuurlijk niet aan de orde. En heel eerlijk: mijn droom is om in Londen te wonen. Daar komt mijn vader ook vandaan.’
