Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe Apple het flikt

Hebben we nog niet genoeg gelezen over Apple? Nee, over een bedrijf dat markt na markt op zijn kop zet, kun je nooit genoeg lezen. Adam Lashinsky verklaart met Inside Apple hoe Apple dat flikt.

 

 

We hadden de biografische pil over Steve Jobs net terzijde gelegd, maar al te lang mochten we niet mijmeren of de man nu gek was of geniaal, monster of messias. We houden het maar op Uniek, want het volgende verplichte Apple-boek diende zich al aan. Inside Apple, een poging van Fortune-journalist Adam Lashinsky om te ontrafelen hoe het er werkelijk aan toe gaat binnen Apple. 

Alles is geheim

Dat is een onmogelijke opgave, aangezien geheimhouding één van de bekendste beginselen van Apple is. Dat gaat ver: de buitenwereld mag nimmer weten wat zich binnen Apple afspeelt, maar zelfs medewerkers hebben geen idee waar ze werken. Bij elk baanbrekend project wordt een deel van de Apple-campus hermetisch afgesloten, zodat een elitecommando ongestoord de wereld kan verbeteren. Niets mag de hoopvolle verwachting rond nieuwe producten verstoren. Lashinsky kon zich daarom dan ook alleen baseren op bestaande literatuur en ex-Applemedewerkers, van wie een groot deel anoniem wenste te blijven.

Apple is anders

Apple is onvergelijkbaar met welk bedrijf dan ook. Aan transparantie heeft het een broertje dood, maar het leiderschap van Steve Jobs houdt zich ook aan geen enkel gangbaar principe. Jobs is een autoritaire narcist, een ongeëvenaarde micro-manager en weigert verantwoording af te leggen aan wie dan ook. Hij omringt zich met supergetalenteerde mensen, maar voor de gezeligheid moet je bij Google zijn. Bij Apple werk je om jezelf en de wereld versteld te doen staan.

Focus op design

De obsessieve focus van Apple ligt in lijn met die befaamde karaktertrek van Jobs. Welk bedrijf besteedde maanden ontwerpen en eindeloze proefversies aan de verpakking van zijn producten voordat Apple daarmee begon? Lashinsky maakt duidelijk dat de focus van Jobs/Apple altijd op design heeft gelegen. Niet alleen van de buitenkant van de producten en de manier waarop ze worden verkocht, maar ook van de binnenkant, de verpakking en de manier waarop de gebruiker ermee omgaat. De ontwerpers staan, met Jony Ive als opperhoofd, in het allerhoogste aanzien bij Apple. Waar zij binnentreden, valt elk gesprek stil, beschrijft Inside Apple. Aan de operationele kant van het bedrijf zorgt een leger van vooral ex-IBM-ers er wel voor dat Apple excelleert. Toch een ander slag.

Boodschap onder controle

Zodra er wél iets kan worden gecommuniceerd door Apple, is de boodschap altijd tot het uiterste fijngeslepen. Elk plaatje, elke slide en elk woord is zorgvuldig voorbereid en zelfs het handjevol Apple-mensen dat zomaar mag praten, is uitgebreid gedrild in de juiste one-liners. Of liever gezegd: het juiste verhaal, want Jobs/Apple was een meester in het verhalen vertellen, lang voordat marketeers verliefd werden op die kunst.

Hongerig als een startup

Apple is een moloch, zijn iPhone is in omzet meer waard dan heel Microsoft. En toch blijft het draaien als een eerstejaars startup. De platte hiërarchie helpt: Jobs staat niemand toe 'zijn eigen P&L' te voeren. Er ontstaan daardoor geen koninkrijkjes, er vormen zich geen comités die zichzelf in stand kunnen houden. Bij elk project is binnen een zo klein mogelijk team op elk onderdeel een zogenoemde DRI, Direct Responsible Individual, dat direct wordt afgerekend bij falen.

Door de geheimzinnigheid binnen Apple hebben de meeste medewerkers ook geen idee wat anderen doen; dat draagt bij aan het gevoel voor een kleine club te werken. De iPhone-mensen hadden geen contact met de iPodclub, en evenmin met de iPaduitvinders. Ook de oplijning naar functie, in plaats van het concern op te delen in product- of geografische divisies, maakt Apple anders dan anderen: De baas van de Apple stores gaat over de winkels, maar niet over wat er in de schappen komt. De baas van de website moet hem tot de beste ter wereld maken, maar heeft geen zeggenschap over welke plaatjes daarin komen, daar zijn de grafisch ontwerpers weer voor.  Zo behield Apple wel de lenigheid van een startup, vanzelfsprekend zonder de losheid die daarbij hoort.

Leven na Jobs

Jobs heeft er alles aan gedaan om Apple naar zijn hand te zetten, en vervolgens alles om te zorgen dat Apple zonder hem, maar in zijn geest, verder kan. Hij liet een Yale-professor een management-traineeprogramma inrichten, waarvoor de bewuste Joel Podolny allereerst zelf op onderzoek gingen om de cases te beschrijven die als leerstof konden dienen. Of een codificatie  voldoende is om de unieke cultuur vast te leggen voor komende generaties, moet nog blijken.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Een ander Apple

Intussen moet Tim Cook, inderdaad een ex-IBM'er die geniaal is aan de operationele kant, het bedrijf aanpassen aan de enorme leegte die Jobs achterliet. Een autocratie moet hij omvormen tot een gebruikelijker managementmodel, met behoud van het goede. De grootste uitdaging voor Cook is volgens Lashinsky het inbrengen van ondernemerschap binnen Apple. Jobs leidde Apple als een ondernemer, maar duldde nauwelijks ondernemerschap bij anderen. Het is onvermijdelijk dat Apple zal afglijden van 'insanely great' naar gewoon geweldig schat de schrijver van Inside Apple in, gewoon doordat Apple meer trekjes zal krijgen van een normaal bedrijf. Intussen zal de wereld nog heel lang Apple-producten blijven kopen.

Conclusie

Inside Apple belooft te beschrijven hoe Apple echt werkt, en maakt gelukkig snel duidelijk dat dat onmogelijk is. Voor Apple-volgers herhaalt Lashinsky veel bekende kost, maar hij overdrijft dit niet. Hij heeft voldoende (ex)Applemedewerkers op alle niveaus gesproken, om toch een paar nieuwe inkijkjes te bieden. Die zijn soms gefragmenteerd, maar wel gerangschikt in een logisch opgebouwd verhaal over een bedrijf dat zó eigenzinnig is, dat het eigenlijk geen bestaansrecht heeft. Alleen dat gegeven al maakt Inside Apple, ook na de biografie over Jobs en een werk als Inside Steve's Brain  van Leander Kayney tot verplichte kost.

CSRD: Last of kans? Dit vinden NS en Renewi ervan

In samenwerking met Renewi - Bedrijven kunnen er niet meer omheen: de nieuwe EU-regels (CSRD) verplichten ze om hun impact op mens en milieu inzichtelijk te maken. Is dit een administratieve last of juist een kans om slimmer en duurzamer te ondernemen? NS en Renewi lopen voorop en delen hun ervaringen, valkuilen en tips.

sacha göddeke mulder ns sanders leenders renewi
Sacha Göddeke-Mulder, directeur Duurzaam Ondernemen bij de NS, en Sander Leenders, commercieel directeur Benelux bij Renewi.

Sander Leenders is commercieel directeur Benelux bij Renewi en Sacha Göddeke-Mulder directeur Duurzaam Ondernemen bij de Nederlandse Spoorwegen. Wat zijn hun inzichten, voortgang en tips?

Wat houdt de CSRD precies in?

Sander Leenders (Renewi): ‘De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die bedrijven vanaf 2024 verplicht stelt te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Ik zie de CSRD niet alleen als een verplichting, maar juist als een enorme kans om duurzaamheid structureel te verankeren in bedrijfsvoering. Het gaat niet alleen om het voldoen aan regelgeving, maar om het creëren van een toekomstbestendig bedrijfsmodel waarin duurzaamheid centraal staat. CSRD is geen eindpunt, maar een startpunt voor verdere verduurzaming.’

Sacha Göddeke (NS): ‘Ik zie de CSRD vooral als een kans om te verbeteren. Je moet heel precies rapporteren over je duurzaamheidsinspanningen, van uitstoot tot governance. Dat is niet eenvoudig, maar op den duur geloof ik dat dit veel kan opleveren. Het biedt waardevolle inzichten en stimuleert bedrijven om van elkaar te leren.’

Wat doen jullie op het gebied van circulariteit, één van de onderwerpen binnen CSRD?

Göddeke: ‘Bij NS zijn we zuinig met grondstoffen. Door circulair ontwerpen en circulair inkopen hebben we minder (nieuwe) grondstoffen nodig en voorkomen we afval in de toekomst.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment recyclen we 66,2 procent van het afval, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.

Is de CSRD een lust of een last?

Leenders: ‘Duurzame en commerciële impact gaan uiteindelijk hand in hand. Wij en klanten zoals NS hebben al heel hoge duurzaamheidsambities. Nu we hier uitgebreid over moeten rapporteren, kost dat extra tijd. Maar uiteindelijk brengt de CSRD versnelling: door inzichtelijk te maken waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo kunnen we uiteindelijk sneller grote stappen zetten.’

Göddeke: ‘Het is veel werk, maar vooral een lust. Mijn team besteedt de helft van de tijd aan meten en rapporteren. Dit noem ik “vertragen om te versnellen”. Als we onze administratie nu op orde brengen, hebben we later meer inzicht in welke duurzaamheidsinitiatief de meeste impact heeft. Bovendien verplicht de richtlijn ook bedrijven die minder met duurzaamheid bezig waren om ermee aan de slag te gaan. Dat is een groot voordeel. Vanwege de ketenverplichting hebben wij duurzaamheidsdata nodig van bijvoorbeeld retailers op onze stations. Dat zijn grote bedrijven als Albert Heijn en Hema, maar ook eenmanszaken. Dankzij CSRD hebben we meer info, spreken we dezelfde taal en wordt verduurzaming nog meer een gezamenlijk doel.’

Samenwerking tussen Renewi en NS, hoe pakken jullie het minimaliseren van restafval aan?

Renewi en NS werken al vijf jaar samen om restafval te minimaliseren door zoveel mogelijk te scheiden voor recycling. Leenders: ‘Afval is slechts een deel van de CSRD, maar wel heel tastbaar aspect. Ons Renewi EcoSmart-team helpt NS dagelijks met verduurzaming. We proberen, testen, verbeteren. Vaak beginnen we met een kleine pilot, bijvoorbeeld op één stationslocatie. Wanneer die slaagt, breiden we uit. We hebben bijvoorbeeld de afvalscheiding van stations nog verder uitgebreid. Zo zamelen we bijvoorbeeld etensresten gescheiden in op stations als er een professionele keuken is. Op kantoren en werkplaatsen heeft onze samenwerking in twee jaar tijd al geleid naar 19 procent minder restafval door onder andere betere scheiding van papier en etensresten.’

ns afvalbakken
NS realiseerde een daling van 19 procent restafval op kantoor met nieuwe afvalscheidingsbakken en heldere communicatie.

Göddeke: ‘De samenwerking omvat meer dan alleen afval. We leren hoe de afvalstromen lopen, of de afvalstromen zuiver zijn en wat we kunnen doen om afval te verminderen. Op dit moment werken we samen aan CSRD. Zo leren we data te delen met ketenpartners.’

Wat zijn concrete projecten die zorgen voor minder afval?

Leenders: ‘We werken aan slimme afvalscheiding op meerdere manieren. Zoals met containers die gesplitst zijn in twee of drie soorten afvalstromen. Betere scheiding aan de bron, verhoogt het recyclingpercentage. Zo hebben we speciale containers waar bijvoorbeeld over de datum brood in kan zonder dat het uitgepakt hoeft te worden. Dat is extra logistiek voor ons, maar maakt recycling voor de retailers op de stations makkelijker.’

Göddeke: ‘Gedragsverandering en bewustwording spelen een grote rol. We gebruiken data om te analyseren hoe afval wordt weggegooid en passen vervolgens verpakkingen en prullenbakken aan. Zo stimuleren we personeel, reizigers en retailers om beter te recyclen. Daarnaast zetten we in op het voorkomen van afval. Reizigers kunnen hun waterflessen gratis bijvullen bij watertappunten op stations en krijgen korting wanneer ze hun eigen beker meenemen voor een kopje koffie. Hierdoor maken we duurzame keuzes aantrekkelijker én verminderen we de afvalberg.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment kunnen we 66,2 procent van het afval recyclen, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.’

ns tafeltennistafel recycling
Afval bestaat niet voor NS. Deze tafeltennistafel is gemaakt van 20 jaar oude treinvloeren, die vrijgekomen zijn bij de modernisering van dubbeldekkers.

Wat is jullie belangrijkste tip voor andere bedrijven?

Göddeke: ‘Zie rapporteren op CSRD vooral als een kans. Maak inzichtelijk hoe je ervoor staat en met welke partners in de keten je moet samenwerken. Een belangrijke verandering is namelijk dat bedrijven niet langer alleen naar hun eigen activiteiten kijken, maar naar de gehele waardeketen. Dit betekent ook de impact van leveranciers en productieprocessen. Kijk naar circulaire ketenoplossingen en focus op samenwerking binnen ecosystemen om impact te verminderen. Dat is niet eenvoudig, dus begin op tijd.’

Leenders: ‘Met afval reduceren kun je vandaag al beginnen. Bijvoorbeeld door goed naar je inkoopproces te kijken welk afval er binnenkomt via leveranciers. Begin klein met een pilot. Laat zien dat het kan en loont. Zoek partners en leer van elkaar. Je kunt het niet alleen.’