Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Advertorial – Kyocera Mita

Eind 2009 werd Kyocera Mita gekozen tot beste ICT-serviceprovider. Daarmee had Etienne Hendriks zijn doel bereikt. Maar de general manager van Kyocera Mita Nederland wil dat zijn organisatie zich blijft verbeteren. “We willen een vaste plek hoog in het linkerrijtje.”
Bij zijn aantreden begin 2007 had Etienne Hendriks, general manager van Kyocera Mita Nederland, een duidelijke missie. Hij wilde dat zijn organisatie in 2009 de beste serviceprovider op het gebied van office document solutions zou zijn. Eind 2009 publiceerde Management Team de resultaten van een jaarlijks onderzoek van TNS/NIPO. Voor Kyocera Mita betekenden die: missie volbracht! Want naar het oordeel van de ruim 3400 ondervraagde managers biedt Kyocera Mita de beste service van alle ICT-leveranciers in Nederland. “Ik ben trots op dit resultaat”, verklaart Hendriks, “en op het proces dat hiertoe geleid heeft. Als Nederlandse verkooporganisatie van een Japanse fabrikant maken we bewust gebruik van de Japanse verbeteraanpak Kaizen, oftewel voortdurende verbetering. Dat betekent dat we een geleidelijke, stap-voor-stap-aanpak hebben gevolgd, waarbij al onze medewerkers voortdurend alert waren op mogelijke verbeterpunten.” Dat Kyocera Mita op die manier beste serviceprovider is geworden, is voor Hendriks een aansporing om door te gaan en de organisatie te blijven verbeteren. Dat streven heeft hij inmiddels vormgegeven in een nieuwe missie. Hendriks: “Die luidt dat we zakelijke klanten in Nederland volledig willen ontzorgen door het leveren van printoplossingen die kwaliteit, betrouwbaarheid en continuïteit garanderen.”

Analyse

Om dat ontzorgen te illustreren, vertelt Hendriks over de Managed Document Services die Kyocera Mita sinds begin dit jaar levert. “Hiermee analyseren we iedere drie maanden welke afdrukeenheden een organisatie gebruikt, welke medewerkers daar gebruik van maken en in welke volumes. Op basis van de printkosten per printer en het gebruik kunnen we een advies geven voor aanpassingen in het printerpark. Desgewenst implementeren we die adviezen ook”, legt Hendriks uit. Regelmatige analyse van het printergebruik is nodig omdat organisaties voortdurend veranderen. “Door een interne verhuizing kan een printer die voor grote volumes werd gebruikt, plotseling minder werk krijgen. Als tegelijkertijd een ander apparaat, dat daar geen optimale keuze voor is, juist grotere volumes gaat afdrukken, verandert het totale kostenplaatje radicaal.” Kyocera Mita kan voorrekenen wat organisaties kunnen besparen door herinrichting van hun machinepark. Toen Kyocera Mita begin dit jaar de Managed Document Services introduceerde, verwachtte Hendriks dat vooral klanten uit het topsegment de voordelen ervan zouden beseffen. Maar in de praktijk is er ook veel belangstelling uit het mkb voor regelmatige analyse van het afdrukgedrag.

Partners en producten

Omdat Kyocera Mita bewust indirecte verkoopkanalen gebruikt, spelen partners en resellers een belangrijke rol in het succes van de organisatie. “We hebben zeer loyale partners”, aldus Hendriks. “Reden te meer om regelmatig te onderzoeken hoe zij onze ondersteuning ervaren.” Het meest recente onderzoek, uitgevoerd door onderzoeksbureau Integron, bevestigt dat Kaizen, het streven om voortdurend te verbeteren, ook positief is voor de relatie tussen Kyocera Mita Nederland en de partners. “We scoorden voor onze ondersteuning gemiddeld ruim een 8. Dat schijnt hoog te zijn voor verkooporganisaties.”
Behalve over de ondersteuning zijn de partners van Kyocera Mita tevreden over het productengamma en de ontwikkeling daarvan. “Door onze unieke technologie kunnen partners en resellers hun klanten altijd een goed verhaal vertellen”, legt Hendriks uit. “De kern daarvan is dat al onze printers, copiers en multifunctionals zijn uitgerust met een unieke slijtvaste keramische drum. De netto aanschafkosten voor afdrukeenheden met zo’n duurzame drum liggen iets hoger dan voor apparatuur van andere fabrikanten, maar de verbruikskosten zijn aanmerkelijk lager. Onze drum gaat vele malen langer mee dan de drum in cartridges van andere fabrikanten. Omdat we bovendien ook voor andere belangrijke mechanische onderdelen slijtvaste en hittebestendige materialen gebruiken, is de totale cost of ownership van onze apparatuur een stuk lager.”
Een belangrijke ontwikkeling is dat Kyocera Mita op basis van deze technologie inmiddels een volledige reeks printers, copiers en multifunctionals levert. Hendriks: “Met A4-kleurenmultifunctionals waren we wat laat, maar met de introductie in augustus van een krachtige, zakelijke A4-kleurenmultifunctionals-lijn hebben we onze productreeks vervolmaakt.” Dat blijkt erg belangrijk, want terwijl de markt voor afdrukeenheden krimpt, groeit het marktaandeel van Kyocera Mita, ook in absolute aantallen. En ook in het zwart-witsegment. “Omdat we nu een volledige reeks kunnen bieden, zijn we interessant voor organisaties die verschillende soorten afdrukeenheden willen van één leverancier. Door de beschikbaarheid van die krachtige A4-kleurenmachine, trekt ook de vraag naar zwart-witmachines aan.”

Linksboven

Dankzij de producten en diensten stijgt Kyocera Mita gestaag op de ranglijst van printerfabrikanten. “We streven naar een vaste hoge positie in ‘het linkerrijtje’”, verklaart Hendriks in voetbaltermen. Die woordkeuze is geïnspireerd door de recente betrokkenheid van zijn organisatie bij eredivisieclub ADO Den Haag. “Sinds deze zomer is Kyocera naamgever van hun stadion”, vertelt hij. “Dat stadion ligt prachtig in de oksel van het Prins Clausplein. Jaarlijks rijden daar miljoenen mensen langs.” Ongetwijfeld zal daardoor de naamsbekendheid van Kyocera groeien. En blijkbaar inspireert dat ook ADO Den Haag. De club is dit seizoen beter begonnen dan ooit. Het linkerrijtje lonkt!

Kyocera Mita Nederland B.V.

Beechavenue 25, 1119 RA Schiphol-Rijk
Telefoon: (020) 587 72 00
Fax: (020) 587 72 90
E-mail: [email protected]
www.kyoceramita.nl

 

Leyden Labs haalt weer 70 miljoen op voor antivirale neusspray: ‘We moeten klaar zijn voor de volgende pandemie’

Het Leidse biotechbedrijf Leyden Labs heeft 70 miljoen dollar opgehaald om virussen tegen te houden voordat ze je ziek maken: met een neusspray. Het is niet de eerste megaronde voor ceo en medeoprichter Koenraad Wiedhaup, die het gas zo diep mogelijk intrapt. 'We werken hier keihard, met pandemic urgency.'

koenraad wiedhaup leyden labs

Begin januari haalde Leyden Labs 70 miljoen dollar op, in een ronde die werd geleid door de life science-tak van de Singaporese staatsinvesteerder Temasek en het Amerikaanse Polaris Partners. Ook het Chinees-Amerikaanse Qiming Venture Partners en bestaande aandeelhouders zetten hun geld in op het Leidse biotechbedrijf.

En het is niet voor het eerst dat het zo’n klapper maakt. De deal volgt op eerdere ronden, waarin de Leidse ontwikkelaar van een neusspray tegen virussen al tegen de 200 miljoen dollar had opgehaald bij Google Ventures, Softbanks Vision Fund en andere grote namen – de meeste uit de VS.

Toch bijzonder, voor een startup die toch echt puur Nederlands is en om precies te zijn: Leids. Daar hamert ceo en medeoprichter Koenraad Wiedhaup (44) op. ‘We werken wereldwijd aan het voorkomen van virale infecties en het geld komt na deze ronde ook vanuit alle regio’s. Maar we bouwen dit bedrijf op de fantastische kennis en geschiedenis die Nederland heeft op het gebied van infectieziekten.’

Crucell-oprichter met wild idee werd Leyden Labs

Leyden Labs staat, afgezien van die toonaangevende wetenschap, op de schouders van reuzen. Het zijn namelijk de ceo en oprichter van Crucell (Ronald Brus en Dinko Valerio) en Jaap Goudsmit (de wetenschapper achter dat oranje biotechsucces) met wie Wiedhaup Leyden Labs heeft opgericht. Dat was in 2020, tijdens de eerste coronalockdown. ‘Dinko belde me op met een wild idee rond het bestrijden van corona. We zaten bij hem in de tuin, en al pratende kwamen we uit op de kern van wat ons bedrijf is geworden’, zegt Wiedhaup.

Zelf groeide hij op met een vader die bekendheid genoot als R&D-directeur van Organon. Wiedhaup junior behoorde tot de eerste lichting studenten die in Leiden en Delft de nieuwe richting Life Science and Technology ging volgen. ‘Zonder dat ik werd gepusht door mijn vader, hoor!’

‘Ik was zelf vooral een Delftse student, die vanuit de procestechnologie leerde om moleculen op grote schaal te produceren, of dat nou voor medicijnen is of voeding. Maar de combinatie met het moleculaire onderzoek in Leiden, het samenbrengen van pragmatische ingenieurs met life science-onderzoekers, werkt echt fantastisch en heeft zich inmiddels wel bewezen.’

Carrière bij McKinsey’s farmapraktijk

Voordat hij met Leyden Labs ging ondernemen, maakte de oprichter carrière bij McKinsey, waar hij zowel big farma als kleinere biotechbedrijven adviseerde. Zo hielp hij de allergrootste bedrijven met nieuwe producten, maar was hij ook betrokken bij innovatieve startups en zelfs ideeën waarvoor nog geen businessplan voor was geschreven. ‘Dan had Dinko een wetenschapper gevonden met een goed plan, of ik die op weg wilde helpen. Dat deed ik vaak in mijn eigen tijd, net als acceleratorprogramma’s en andere biotech-initiatieven.’

Die voorliefde voor de startups en scaleups die ook in de farmawereld voor innovatie zorgen, had Wiedhaup opgedaan in de VS, waar hij voor zijn afstuderen een halfjaar werkte bij een biotechstartup in San Francisco. ‘Nu is Boston ook groot in de life sciences, maar San Francisco is de bakermat. Ik werkte op een mooi moment voor de afdeling business development: het bedrijf had net flink wat geld opgehaald en verdubbelde in omvang toen ik er werkte.’

Neusspray Leyden Labs tegen virale infecties

Na al die grote en kleine bedrijven van binnen en buiten te hebben gezien, waren het uiteindelijk de Crucell-mannen die hem met hun nieuwe manier om virussen aan te pakken naar het ondernemerschap trokken. In tegenstelling tot traditionele vaccins, die het immuunsysteem trainen om specifieke virussen te herkennen, richt de neusspray zich op een directe neutralisatie in neus en keelholten. ‘We willen infecties stoppen op het moment dat ze binnenkomen’, legt Wiedhaup uit.

Dat zou effectiever moeten werken dan vaccinatie, waarbij virussen al het lichaam zijn binnengedrongen, terwijl vaccins minder goed werken bij mensen met een zwak eigen immuunsysteem. Een derde eigenschap van de neusspray en het zogeheten monoklonale antilichaam dat Leyden Labs ermee toedient, is dat hij werkt tegen een breed scala aan virussen. ‘Hou me ten goede: ik zou nooit iemand aanraden géén vaccin te nemen en haal elk jaar mijn griepprik. Maar dit zou straks ook moeten werken tegen virussen die nog niet in mensen rondgaan.’

Klaar voor de volgende pandemie

‘Ik ben van nature positief ingesteld, maar als mensheid moeten we klaar zijn voor de volgende pandemie’, zegt Wiedhaup. ‘De vogelgriep bijvoorbeeld, al ontwikkelt Leyden Labs ook een spray tegen aan corona verwante virussen en op termijn ook een nog variant die nog breder werkt.’ Dat is meteen de missie van het Leidse bedrijf met inmiddels 85 medewerkers: Nooit meer een pandemie.

Bij de start in 2020 was al snel duidelijk dat de coronaspray nooit op tijd klaar zou zijn, daarom kreeg griep de prioriteit. En voor biotechbegrippen maakte Leyden Labs een vliegende start. Het eerste werkzame molecuul had Jaap Goudsmit nog ontwikkeld als wetenschappelijk directeur bij Crucell, inmiddels opgegaan in Janssen. De Nederlandse startup verkreeg een licentie erop.

Dankzij het netwerk en de reputatie van de medeoprichters had Wiedhaup ook al vrij snel de eerste angel-investeerders aan boord. ‘Dat zijn onze ambassadeurs. Mensen als John Martin, ooit ceo van Gilead. Allemaal door de wol geverfde mensen uit de life science-wereld. Als de eerste na een goede due diligence op je wetenschappelijke onderbouwing is ingestapt, rol je door naar de volgende.’

Series B-ronde van 140 miljoen dollar

In 2021 en 2022 volgden een Series A-ronde en een Series B-ronde van maar liefst 140 miljoen dollar. ‘We hadden ondanks dat de financiële markten slechter gingen veel meer kunnen ophalen, maar op een gegeven moment heb je genoeg voor de plannen die je hebt.’

Daar dromen de meeste andere startups van, zeker als ze in deeptech actief zijn: geld leek ogenschijnlijk nooit een probleem voor de neusspray-ontwikkelaar. ‘Dat kan zo lijken, maar het is wel degelijk altijd een kwestie geweest van resultaten behalen en scherp letten op de kosten.’

Aziatische investeerders opgezocht

De funding van deze maand is niet gedaan omdat de bodem van de kas in zicht was, maar om ook Aziatische partijen op te nemen in het wereldwijde netwerk van financiers, stelt Wiedhaup. ‘In Azië is een markt van 4 miljard mensen, maar er is ook een fenomenale kennis over infectieziekten. En het is opnieuw een belangrijke blijk van vertrouwen. Bedenk dat ze maanden en maanden due diligence doen voordat ze instappen.’

Die sloten kapitaal betekent niet dat de beurzen vanzelf opengaan voor Leyden Labs. ‘Zo’n allereerste ronde was op basis van prestaties uit het verleden, maar daarna hadden we pas de data om te bewijzen dat we goed zaten. Vervolgens konden we de eerste tests in het lab doen, en sinds 2023 verrichten we ook klinische tests met goede resultaten. Onze aanpak is veilig voor mensen, en het kan ook echt werken.’

Ups en downs onderweg

In dat alles schuilt keihard werk van de wetenschappers en andere R&D-mensen in Leiden, waar Wiedhaups startup een pand deelt met kweekvleesmaker Meatable en batterijontwikkelaar LeydenJar. Een behoorlijk diverse club, met meer dan twintig nationaliteiten, een man-vrouwverhouding van 50/50 en vrouwen als cfo, medisch directeur en researchdirecteur. Door hun inzet ontwikkelt het bedrijf zich in grote lijnen volgens de plannen die Wiedhaup en de Crucell-mannen in de loop van 2020 hadden opgesteld, zegt Wiedhaup.

Maar natuurlijk, onderweg heeft hij talloze ups en downs meegemaakt. ‘Het gaat heel hard, maar het is R&D hè? We bouwen de technologie achter het molecuul uit, we moeten een spray optimaliseren met de juiste eigenschappen. Dus het ene moment hebben we hier met zijn allen wat te vieren, en een dag later gebeurt er iets onverwachts waardoor je moet besluiten de zaken anders aan te pakken.’

Leyden Labs en het New Tech Champions-manifest

Is het heel anders om, na zoveel jaren als McKinseyaan, als ceo een bedrijf te runnen? ‘Natuurlijk. Ik heb bijvoorbeeld moeten leren dat alles wat ik zeg, ook meteen doorgevoerd kan worden. Daar moest ik dus iets voorzichtiger in worden. En ik heb nog veel meer moeten leren, want ik ben de laatste die zal zeggen dat hij alles in huis heeft wat nodig is. Wat dat betreft bof ik met mijn co-founders met al hun ervaring, en het team, waarin bewust ook veel ervaring zit. En ik spreek regelmatig extern mensen die me kunnen helpen bij mijn ontwikkeling. Met ceo’s, ook buiten de life science, wissel ik regelmatig ervaringen uit.’

Daar horen ook de ceo’s bij die als New Tech Champions (NTS) met hun scaleups tien zogenoemde sleuteltechnologieën vertegenwoordigen als klankbord voor de regering. De founders uit onder meer quantum computing, groene chemie, AI, halfgeleiders en dus ook biotech maakten met een manifest duidelijk dat Nederland beter zijn best moet doen om scaleups te laten doorgroeien. Zij brengen de innovatie die voor toekomstige welvaart kan zorgen.

Lees ook: 10 ceo’s van scaleups luiden de noodklok: ‘Nieuwe kabinet moet gefocust inzetten op deep tech’

Startups vragen om snelheid

Leyden Labs heeft aan kapitaal geen gebrek, erkent Wiedhaup, maar dat komt allemaal van buiten Europa. ‘We hebben in Nederland en Europa geweldige wetenschappers en technologie, maar we moeten sneller kunnen schakelen’, stelt hij. ‘Want we worden links en rechts ingehaald.’

Overheidsinstanties zouden vergunnings- en subsidieprocedures moeten versnellen, dat kan ook zonder concessies aan veiligheid en gezondheid. ‘Natuurlijk wil je ook fraude voorkomen, maar je moet nu als kleine startup door te veel hoepels springen. Als je zes maanden op subsidie moet wachten, is het soms al te laat en is een programma niet meer relevant. Grote bedrijven hebben daar minder last van, die hebben een heel apparaat dat de subsidiestroom op gang houdt.’

Pensioenfondsen kunnen meer in biotech investeren

Snelheid is dus gevraagd, en een andere houding ten opzichte van risico. Dat is een boodschap die Europese investeerders ter harte mogen nemen, waaronder ook pensioenfondsen. ‘Die zouden meer in ons soort technologiebedrijven kunnen investeren. Als ze een gespreid portfolio opbouwen kunnen ze heel goede rendementen maken. Nu beleggen ze vaak indirect, via Amerikaanse vermogensbeheerders, in biotech.’

De typische life science-startup start met sterk wetenschappelijk onderzoek en probeert dat met R&D en klinisch onderzoek om te zetten in een werkzaam middel. Dat kan goed tien jaar duren. Naarmate een marktintroductie dichterbij komt, volgt vaak een beursgang of haakt een strategische partner uit de big farma-hoek aan.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Werken met pandemic urgency

Vaccinmaker Crucell was bijvoorbeeld een hit op de beurs, voordat het werd ingelijfd door het Amerikaanse Johnson & Johnson en omgedoopt tot Janssen Vaccines. Merus en NewAmsterdam Pharma staan genoteerd aan de Nasdaq en haalden daar vorig jaar honderden miljoenen op met aandelenemissies.

Welke weg zal Leyden Labs volgen? De ceo houdt alle opties open, zegt hij. Over de termijn waarop die marktintroductie en andere strategische stappen kunnen plaatsvinden wil hij niets kwijt. ‘Als ik nu een tijdstip noem, komt daar achteraf weer gedoe over. Wat het belangrijkste is, dat we hier met pandemic urgency werken aan de ontwikkeling van de neusspray. Continu, keihard. Want elk jaar overlijden alleen al 650.000 mensen aan de griep, nog los van de patiënten die aan complicaties overlijden. Dat willen we in de toekomst helpen voorkomen.’

Investeerder Pauline Wink over lagere klimaatambities: ‘Impact blijft financieel sterk model’

Politiek en bedrijfsleven schroeven de klimaatambities terug, maar er zijn nog steeds startups die impact combineren met een sterk financieel businessplan. Zegt Pauline Wink, oprichter van 4impact Capital en voormalig Goldman Sachsbankier. 'Iedereen ziet dat bedrijven duurzamer moeten worden, en dat partijen met een goede oplossing voor hun eindklant rendement opleveren.'

4impact capital pauline wink

De eerste decreten die de Amerikaanse president Trump met veel misbaar ondertekende, lieten er geen misverstand over bestaan: weg met het klimaatakkoord van Parijs, een einde aan DEI-beleid en drill, baby, drill.

Minder spectaculair, maar toch onmiskenbaar, zijn klimaatambities in Nederland en Europa teruggeschroefd. Door de politiek, maar ook door grote bedrijven als Unilever.

Lees ook: Unilever-baas Hein Schumacher neemt definitief afscheid van gedachtegoed Paul Polman: ‘Hij zit gevangen in kuddekapitalisme’

Inzet op sterk financieel businessmodel

Is dit nog wel een vruchtbare omgeving om te investeren in climate tech, digitale platformen die het aannemen van mensen inclusiever maakt en andere tech for good?

Natuurlijk wel, zegt Pauline Wink, medeoprichter van venture capital-firma 4impact Capital. ‘We zijn niet blind voor de realiteit, en dat cleantech scaleups failliet gaan helpt ook niet. We nemen het mee in onze bedrijfsanalyses. Maar we zetten van begin af aan in op startups met een sterk financieel businessmodel.’

‘Duurzaam’ is vaak synoniem voor energiekosten verlagen, minder grondstoffen gebruiken en bedrijfsmiddelen of je werknemers efficiënter inzetten. ‘Je klanten verbeteren hun marges of vergroten hun omzet. En in de elektriciteitsmarkt is nu veel technologie nodig die überhaupt mogelijk maakt dat bedrijven kunnen groeien binnen de bestaande schaarste aan netcapaciteit.’

Alleen startups die geld verdienen aan innovatie die door regelgeving min of meer wordt opgelegd, zullen meer geduld moeten hebben als die wetgeving wordt opgeschort of afgezwakt.

Van Goldman Sachs naar 4impact Capital

Bovendien zijn de onderliggende trends niet veranderd, maar is de acceptatie veel groter. ‘In 2018 moesten we in meer dan de helft van onze pitches uitleggen hoe we met impactinvesteringen marktconform rendement konden behalen. Nu komt dat nog maar sporadisch aan de orde. Iedereen ziet dat bedrijven duurzamer moeten worden, en dat partijen met een goede oplossing voor hun eindklant rendement opleveren.’

Met of zonder greenlash: er is geld te verdienen met duurzame en sociale business. Die zakelijke blik op impact-investeren gaat verder terug dan 4impact Capital zelf, de vc die Wink samen met Ali Najafbagy opzette. Beiden deden een technische studie, maar kennen elkaar van zakenbank Goldman Sachs. ‘Toen ik afstudeerde was het de trend om naar multinationals te gaan, naar strategische consultants of investment banking.’

Profiel 4impact Capital

Naam: 4impact Capital
Fondsen: 4impact Fund I (16 miljoen euro) en Fund II (68 miljoen euro)
Scope: Digital tech for good
Geografische focus: Benelux, DACH-landen en Scandinavië
Ticket size: pre-seed tot Series-A (van tonnen tot miljoenen)
Portfolio: o.a. Satteligence, Equalture, Etpa, Coolgradient, Carbon Equity, Solar Monkey, Quan

Wink zelf werkte in Londen en New York aan grote financieringen in onder meer de energiebranche. Terug in Europa richtte ze zich binnen Goldman Sachs op venture capital-activiteiten. ‘We investeerden veel in technologie, we deden ook al duurzame investeringen. De groep investeerde bijvoorbeeld vroeg in windturbinefabrikant Nordex.’

Internationale ervaring in Nederland

Later werkte ze voor een Londens private credit-fonds in Nederland en kwam ze oud-Goldman-collega Najafbagy weer tegen, die sinds 2015 als angel investeerde in impactvolle techstartups en een Brits fonds meehielp bij het vinden ervan.

‘Als we elkaar zagen, ging het altijd over wat hij in de markt zag qua innovatie en oplossingen’, vertelt Wink. ‘We zagen dat er zoveel gebeurde in Nederland, een prachtig land voor innovatie. Terwijl er op dat moment best beperkte mogelijkheden waren voor financiering.’

In 2018 besloten ze samen 4impact Capital op te richten. ‘Het was voor ons een mooie kans om al die internationale ervaring terug te brengen naar Nederland.’

De strategie van 4impact Capital rust op drie pilaren: impact, digitale technologie en sterk financieel rendement. ‘We willen bijdragen aan het oplossen van wereldproblemen, maar wel op een manier waarbij we onze kennis en netwerk blijvend kunnen inzetten’, legt Wink uit. ‘Aan de klimaatkant zie je dat 2024 het heetste jaar ooit was, met temperaturen die het klimaatdoel van Parijs al overschreden. Aan de zorgkant hebben we ermee te maken dat nu al 20 procent van de bevolking boven de 65 jaar is, en dat aandeel loopt hard op. Daar liggen grote uitdagingen.’

Impact met AI, big data en remote sensing

Het fonds investeert in bedrijven die technologie inzetten om deze problemen aan te pakken. Zoals Satelligence, dat satellietdata en AI combineert om ontbossing tegen te gaan voor klanten als Unilever en Mondelez. Of Deftpower uit Arnhem, dat slim laden van elektrische auto’s mogelijk maakt. Aan de sociale impactkant zijn Equalture (jobkandidaten werven zonder bias) en Quan (welzijn en performance van teams) bekende startups.

Wat technologie betreft, kijkt 4impact Capital vanaf het begin al naar startups rond AI, big data en remote sensing. Ongeveer 70 procent van de portfolio dat de afgelopen jaren is opgebouwd, richt zich op klimaat en milieu, de rest op sociale impact.

Smart Money

Wie zijn de meest actieve Nederlandse investeerders in startups en scaleups, hoe kijken ze aan tegen founders en op welke businessmodellen en technologie zetten ze in? MT/Sprout geeft ze in de serie Smart Money de vloer. Lees eerdere interviews uit de reeks »

Tweede fonds van 68 miljoen

Met een omvang van 16 miljoen euro was het eerste fonds van Wink een startpunt, inclusief seedkapitaal van RVO en bedoeld om te bewijzen dat de gekozen strategie klopte. In oktober 2024 sloot 4impact Capital zijn tweede fonds op 68 miljoen euro. Het European Investment Fund (17,5 miljoen) en Invest-NL (7,5 miljoen) stapten in, naast Oost NL, RVO, family offices en ‘een leuke internationale mix’ van vermogende particulieren.

Een enorme sloot geld, maar toch niet de 100 miljoen waarop de fondsmanagers eerder hadden ingezet. Een gevolg van klimaatmoeheid?

Wink: ‘Het is de afgelopen tijd niet de meest makkelijke markt geweest voor venture capital om geld op te halen. Klanten hebben meer keuze uit impactfondsen, soms hebben ze hun geld nog vastzitten of zijn ze voorzichtig met nieuwe commitments. Desondanks hebben we niet onze ambitie teruggeschroefd en zijn we enorm blij met een vier keer zo groot fonds.’

Driehoek met Redkiwi-founder Straatman

Het nieuwe fonds richt zich op seed- en series A-investeringen en is vanuit Nederland ook in het buitenland actief, in België, de Duitstalige landen en de Nordics. ‘We reserveren bewust veel kapitaal voor vervolgfinanciering. Een learning uit de financiële crisis die ik bij Goldman Sachs bewust heb meegemaakt: je wilt in je winnaars kunnen blijven investeren.’

Inmiddels is Victor Straatman, medeoprichter van digital agency Redkiwi, een derde partner. ‘Ali en ik komen uit de financiële wereld, maar als persoonlijkheid zijn we heel aanvullend. Met Victor als ondernemer erbij vormen we een mooie driehoek.’

4impact Capital is een sparringpartner voor founders en ondersteunt waar nodig. Wat voor soort founders passen in het portfolio? Wink ziet graag internationale ambitie en doorzettingsvermogen terug bij haar startupteams. ‘Zo kunnen we onze internationale kennis en ons netwerk goed inzetten. De passie om te willen bouwen is echt belangrijk, en je moet met tegenslagen weten te dealen.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Geen last van fomo

De eerste investeringen van het grote fonds gingen naar onder meer Coolgradient (energiebesparing voor datacenters) en Carbonfuture (carbon removal credits).

‘We nemen veel tijd voor investeringen, spreken persoonlijk af om de founders en hun bedrijf goed te leren kennen’, zegt Wink over de aanpak. ‘We hebben niet zo’n last van fomo. Als we nog twijfels hebben, weten we dat we nog niet genoeg weten. Het team is enorm belangrijk voor ons.’

Is de aanval van Jumbo op Albert Heijn definitief mislukt? ‘De grote mond is nu wel weg’

Premium - Jumbo presenteerde zich jarenlang als grote uitdager van Albert Heijn, maar levert nu voor het derde jaar op rij marktaandeel in. Is de aanval op de Zaanse concurrent definitief mislukt? Nee, zeggen deskundigen, maar de klappen van afgelopen jaren hebben het Brabantse familiebedrijf wel meer nederigheid bijgebracht.

jumbo albert heijn supermarkt strijd
Het distributiecentrum van Jumbo in het Brabantse Veghel. Foto: Karol Serewis/Getty Images

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.

Chapter haalt 3 miljoen op voor AI-hulpje voor monteurs: ‘Installatiewerk lijkt steeds meer op IT’

De Amsterdamse startup Chapter heeft 3 miljoen euro opgehaald om met AI installateurs te helpen bij het plaatsen van zonnepanelen, warmtepompen en laadpalen. 'We willen de energietransitie versnellen', zegt mede-oprichter André Haardt, die eerder naam maakte met Squla.

chapter rutger laman trip andré haardt
Rutger Laman Trip (L) en André Haardt willen met Chapter de energietransitie versnellen.

Een wereld die verduurzaamt heeft meer installateurs nodig. Maar nog belangrijker: de huidige installateurs moeten efficiënter kunnen werken. Met die gedachte haalt het Amsterdamse techbedrijf Chapter 3 miljoen euro op bij investeerders Rubio Impact Ventures en CapitalT.

Het bedrijf van voormalig Squla-oprichter André Haardt en Rutger Laman Trip wil met kunstmatige intelligentie de energietransitie versnellen. ‘We zien dat installateurs steeds meer moeite hebben met de toenemende complexiteit van hun werk’, zegt Haardt.

Complexe energiesystemen

Waar consumenten vroeger alleen zonnepanelen wilden, vragen ze nu om complete installaties met warmtepompen, thuisaccu’s, laadpalen en energiebeheersystemen. Deze apparaten komen van verschillende fabrikanten en werken niet altijd goed samen. Dat leidt tot meer vragen en problemen tijdens de installatie.

‘Het installatiewerk lijkt steeds meer op IT’, aldus Haardt. ‘We hebben monteurs gesproken die twintig apps van fabrikanten op hun telefoon hebben met montagehandleidingen en andere informatie. Ze weten gewoon niet waar ze moeten beginnen.’

Aan de andere kant krijgen de fabrikanten steeds meer service- en storingsvragen binnen van technici. Ze bieden wel trainingen en handleidingen aan via een app, maar die zijn vooral gericht op hun eigen product – niet op het oplossen van problemen bij complexe installaties waarin hard- en software van verschillende leveranciers moet samenwerken. ‘De huidige communicatiemiddelen voldoen niet meer’, concludeert Haardt.

Kennisbank in je broekzak

Dat probleem lost Chapter op, met een kennisbank die draait op AI van OpenAI en Google Gemini. Het model is getraind met duizenden documenten, van productinformatie en instructievideo’s tot trainingsmateriaal van de fabrikanten.

Loopt een monteur tegen een probleem aan, dan stelt hij of zij een vraag aan de app. De chatbot kan tot 80 procent van de vragen direct afhandelen, claimt Chapter. Dat scheelt belletjes met de klantenservice van de fabrikant. Die kan zich daardoor richten op complexere vragen.

De app is geïntegreerd met diverse kanalen, zoals het CRM-systeem van de fabrikant. En de kennis is beschikbaar in meerdere talen. Een monteur uit Polen kan in het Pools een vraag stellen aan een Nederlandstalige handleiding en het antwoord weer in het Pools terugkrijgen, legt Haardt uit. Via een aparte monteurs-app (‘Een soort zakelijke WhatsApp’) kunnen monteurs ook met elkaar praten in verschillende talen.

‘We willen het werk in deze sector democratiseren’, zegt Haardt. ‘Zodat mensen met andere achtergronden ook kunnen bijdragen aan de energietransitie.’

Van onderwijs-app naar energietransitie

Haardt is geen onbekende in de Nederlandse techwereld. In 2009 richtte hij het online leerplatform Squla op, dat uitgroeide tot een van Europa’s meest toonaangevende onderwijsplatformen. Miljoenen schoolkinderen verbeterden hiermee hun leerprestaties. In 2020 verkocht hij het bedrijf aan investeringsmaatschappij NPM Capital.

Met Chapter sloeg hij in 2021 een nieuwe weg in, al bleef Haardt actief in de edtech. Het bedrijf begon als een platform om mensen om te scholen naar werk in de energiesector, via hapklare digitale opleidingen. Dat bleek lastig schaalbaar.

Dus verschoof de focus naar het ondersteunen van bestaande installateurs, die worstelen met de toenemende complexiteit van hun werk. ‘Toen we nauwer gingen samenwerken met installatiebedrijven werd het steeds duidelijk dat daar een bottleneck zit die ervoor zorgt dat de energietransitie stokt’, aldus Haardt.

Van pilots naar licentiemodel

Chapter werkt inmiddels samen met twintig installatiebedrijven in Nederland, goed voor honderden monteurs. Die hebben toegang tot documentatie van meer dan honderd fabrikanten die is verwerkt in de kennisbank.

Met een deel van de fabrikanten heeft Chapter een samenwerking. Zij kunnen zelf materiaal aanleveren en hun klantenservice integreren in de app. Dat gaat nu nog om pilots van drie maanden, om ze te laten ervaren hoe het systeem werkt. De fabrikanten krijgen onbeperkt toegang tot het platform en kunnen dat ook aanbieden aan installatiebedrijven met wie ze samenwerken.

chapter team
Het team van Chapter. Foto: Chapter

Dit jaar wil Haardt nog meer fabrikanten strikken voor zo’n proefperiode en ze uiteindelijk overtuigen om een licentie af te sluiten. ‘Dat zal een model naar gebruik zijn’, legt hij uit. ‘Een combinatie van het aantal medewerkers dat het gebruikt en een aantal credits. Dat zie je vaker bij AI-bedrijven.’

En Chapter kijkt voorzichtig al naar Frankrijk en Duitsland. Verschillende fabrikanten willen de AI-oplossing uitrollen in meerdere landen om lokale installateurs te helpen.

Nederlandse investeerders

In de zoektocht naar financiering sprak Haardt met investeerders uit verschillende sectoren – van climate tech en edtech tot HR – in binnen- en buitenland. Uiteindelijk kwam hij uit bij CapitalT en Rubio Impact Ventures: twee Nederlandse partijen.

‘Het is fijn dat ze hier zitten’, zegt Haardt. ‘Maar ze opereren internationaal. Hun portfoliobedrijven zitten door heel Europa, en soms ook daarbuiten. En het zijn investeerders die kunnen meegroeien met het bedrijf.’

Maar de doorslag gaf de feeling met het ondernemerschap van beide investeerders. Haardt had veel contact met Ilonka Jankovich, partner bij Rubio en zelf voormalig ondernemer. En Janneke Niessen startte en verkocht twee techbedrijven, voordat ze samen met Eva de Mol CapitalT begon.

‘Ik heb weleens investeerders gehad waarbij het al snel alleen maar over de cijfertjes en financiën ging’, zegt Haardt. ‘In deze fase is het vinden van de juiste product-market fit en distributiekanalen veel belangrijker. Daar hebben zij veel ervaring mee.’

Chief product officer van Squla

En die 3 miljoen euro? Die gaat Chapter voornamelijk gebruiken om het product verder te ontwikkelen. Bij de vijftien medewerkers ‘komt nog wel het een en ander aan mensen bij’, aldus Haardt.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Oktober vorig jaar startte Peter Hofstede als chief product officer, die bij Squla dezelfde functie vervulde. ‘Hij heeft bij ons in recordtijd een team opgebouwd van AI-specialisten, developers en content-experts.’

Hofstede hoefde niet lang na te denken over het aanbod. ‘Hij had net een dramatisch project thuis achter de rug, met zonnepanelen en een warmtepomp, dat was misgegaan’, vertelt Haardt. ‘Toen ik hem uitlegde wat ik aan het doen was, begreep hij het helemaal.’