Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – ING

‘We zijn een heel eind op de goede weg’  

Ruim een jaar na het samengaan van de Postbank en de ING Bank is de aanvankelijke scepsis verdwenen. “De maatschappij in het algemeen en de klanten van de voormalige Postbank in het bijzonder hebben de samenvoeging geaccepteerd”, constateert Nick Jue, bestuursvoorzitter van ING in Nederland.

 

“We kunnen vaststellen dat het ook in financieel opzicht goed met ons gaat”, aldus Nick Jue. “Over geheel 2009 heeft ING Retail een positief resultaat geboekt van EUR 861 miljoen. Een prima resultaat, dat het gevolg is van onder andere een groei van kredietverlening en van het spaargeld en de groei van het aantal klanten dat hun salaris op een ING-rekening laat overmaken. Dan kun je toch concluderen dat de samenvoeging van de twee merken goed verloopt. Waarbij ik overigens direct wil aantekenen dat we met deze omvangrijke samenvoeging natuurlijk nog niet klaar zijn – het proces wordt dit jaar keurig afgerond.”

Vertrouwen

De ombouw van het kantorennetwerk is een van de zaken die dit jaar worden afgerond. Eind van het jaar zijn er 250 geheel gerenoveerde kantoren beschikbaar, die bovendien aanzienlijk ruimere openingstijden zullen kennen, namelijk ook op zaterdag en in de avonduren. Welke primaire doelstelling heeft ING voor de komende tijd? Jue: “Het is belangrijk dat het vertrouwen in het bankwezen wordt hersteld. Uitgangspunt voor ING is en blijft dat we de klant centraal stellen. We gaan nadrukkelijk de dialoog met de klant aan. Zo zijn we het afgelopen jaar onder de noemer Financiële Informatie Avonden 250 keer het land ingegaan om met particulieren, met het mkb en met grootzakelijke klanten te praten over onder meer de economische ontwikkelingen en de rol van ING hierin. Die avonden begonnen veelal met een halfuurtje woede en onbegrip over de gebeurtenissen, maar eindigden steevast met de acceptatie van onze uitleg. Dat is de kracht van de dialoog en daarom gaan we dit jaar zeker door met de Financiële Informatie Avonden.”

Transparantie

Wat hebt u van de turbulente gebeurtenissen geleerd? Jue: “Uit de afgelopen tijd zijn duidelijke lessen te trekken die ons tot een aantal concrete maatregelen hebben gebracht. Een daarvan is de verduurzaming van ons spaarassortiment. Het aantal spaarproducten wordt teruggebracht van 78 naar 26 en de informatievoorziening over spaarrentes en rentewijzigingen is verbeterd. Ook hebben we initiatieven genomen om onze hypotheekklanten te helpen in de huidige economische situatie. We bieden onze klanten een zogeheten Hypotheekscan aan, waarmee ze kunnen kijken wat de huidige economische omstandigheden voor gevolgen kunnen hebben voor de betaalbaarheid van hun hypotheek. Wanneer men onverwacht in een financieel lastige situatie komt, bijvoorbeeld door werkloosheid, bekijken we de mogelijkheid van een Rentepauze. Hiermee bieden we klanten die tijdelijk in betalingsproblemen komen de mogelijkheid om gedurende maximaal één jaar een deel van hun hypotheekrente niet te betalen. Zo kun je voorkomen dat het tot bijvoorbeeld een executieverkoop komt, waarmee zowel de klant als wijzelf uiteindelijk alleen maar slechter af zouden zijn. ING stelt zich in de communicatie hierover onderscheidend op ten opzichte van andere banken. Ook in deze moeilijkere tijden zijn wij er voor onze klanten en dat willen we ze ook laten weten.”

Tim

Hoe kunt u uw klanten helpen om de financiële crisis te overleven? Jue: “We hebben tijdens de Financiële Informatie Avonden vastgesteld dat de gemiddelde Nederlander over het algemeen vrij weinig inzicht heeft in zijn financiële situatie. Daarom lanceren we dit voorjaar Tim, dat we niet voor niets ‘het slimste huishoudboekje van Nederland’ hebben gedoopt. Kort gezegd kan de klant hiermee al zijn inkomsten en uitgaven online bijhouden, mits hij of zij die allemaal via een betaalrekening van ING laat lopen. De inkomsten en uitgaven worden automatisch gerubriceerd in bijvoorbeeld wonen, kleding, boodschappen, vaste lasten enzovoort. Daarmee krijg je een duidelijk inzicht in je inkomsten- en uitgavenpatroon, uiteraard zonder dat ING daar een waardeoordeel over velt. Wel kunnen we op basis van de anonieme gegevens onze klanten relevant vergelijkingsmateriaal aanbieden. Op basis daarvan kunnen klanten vervolgens zelf beslissen of ze bepaalde uitgaven misschien anders zouden kunnen inrichten.”

Mentaliteit

“We kunnen met trots constateren dat we onze belofte om 25 miljard euro aan kredieten ter beschikking te stellen ruimschoots hebben waargemaakt. Dit in weerwil van de opvatting dat banken nog steeds terughoudend zouden zijn met kredietverstrekking. ING maakt haar beloften waar en dat zullen we zeker blijven doen, zowel voor de zakelijke markt als voor de consumentenmarkt. De beste manier om vertrouwen terug te winnen is te doen wat je zegt. Onze medewerkers stellen de klant centraal en doen elke dag hun uiterste best om de best mogelijke dienstverlening te verschaffen. In die zin is er echt wel wat veranderd in de mentaliteit van banken. We sturen ons beleid daarop en de duidelijkste graadmeter is daarbij natuurlijk wat de klant van ons denkt. Gezien de vele reacties die wij dagelijks van onze klanten ontvangen, mogen we vaststellen dat we een heel eind op de goede weg zijn.”

ING

Bijlmerdreef 24, 1102 CT Amsterdam
Postbus 1800, 1000 BV Amsterdam
Telefoon: (020) 563 91 11
Fax: (020) 563 57 00
www.ing.nl
 

Mojo Maté lag met bio-cafeïnedrankjes plotseling in 1200 Albert Heijns: ‘De hobby is nu wel echt over’

Mojo Maté-oprichters en jeugdvrienden Lars van Kranenburg (26) en David Damman (26) leerden de theesoort maté kennen tijdens een backpack-avontuur in Zuid-Amerika. De eerste gedachte van de twee? 'Dit is geweldig, dit moeten we meenemen naar Nederland.' Nu liggen ze in de schappen bij Albert Heijn.

mojo maté lars van kranenburg david damman
Lars van Kranenburg (links) en David Damman zijn de bedenkers van Mojo Maté, een biologisch cafeïnedrankje.

Wat doet Mojo Maté?

Mojo Maté maakt sinds twee jaar biologische maté: een alternatief voor je dagelijkse shot cafeïne in de vorm van koffie of energiedrank. Damman legt uit: ‘Zoals wij in de ochtend een bakje koffie drinken, drinken de mensen in Argentinië en Brazilië – van jong tot oud – yerba maté-thee. De thee van geroosterde blaadjes van de matéplant bevat van zichzelf veel cafeïne en antioxidanten.’

Al snel ontstond het idee om het drankje als een natuurlijke ready-to-drink op de markt te brengen. ‘De smaak is enigszins te vergelijken met groene ijsthee, maar dan wel met de cafeïne van een kopje koffie erin.’

Maar, Mojo Maté wil niet zomaar een drankje zijn. Damman: ‘We dachten: als we dit gaan doen, dan moeten we iets goeds neerzetten dat in 2024 past. Niet alleen moet het kleurrijke uiterlijk een lach op je gezicht toveren, maar ook de smaak én hoe het is gemaakt. Daarom maken we biologische drank en kopen we onze ingrediënten verantwoord in. Dat gevoel van positiviteit en goede keuzes maken moet in iedere tak van het bedrijf terugkomen.’

Consumenten kennen maté wellicht al van concurrent Club-Mate. ‘Mensen leggen vaak de link niet tussen maté en Club-Mate, ook al zit het in de naam,’ zegt Damman. ‘Zeker in Duitsland zijn zij groot, in Nederland zijn ze in mindere mate aanwezig. Het grootste verschil is dat wij een biologische, natuurlijke drank zijn. De smaak is daardoor wat lichter en toegankelijker.’

Wie zitten erachter?

De ondernemers kennen elkaar van de middelbare school. Ze gingen ieder hun eigen weg, maar hadden met hun vriendengroep één afspraak: hoe druk we ook zijn, we gaan een keer per jaar samen een weekend weg.

Een bedrijf starten, daar hadden de twee eerder niet over nagedacht. Tot die reis naar Zuid-Amerika. ‘Lars studeerde business management in Rotterdam en ik deed marketing en sales in Amsterdam. In de foodwereld hadden we nog geen ervaring, maar de interesse was er wel altijd al.’ Direct na hun studie zijn de vrienden met Mojo Maté aan de slag gegaan.

Lees ook: Future Food Fund: investeren in een duurzamere voedselketen heeft de meeste impact

Wie zitten er op Mojo Maté te wachten?

Damman: ‘Wat de Mojo Maté-drinkers – meestal tussen de 21 en 38 jaar –  gemeen hebben, is dat ze graag ontdekken en een bewustere keuze maken. Zij gaan niet voor een standaard drankje, maar willen iets nieuws proberen en een positieve impact maken.’

De afgelopen twee jaar heeft Mojo Maté vooral een afzetmarkt in horeca in de Randstad opgebouwd. Damman: ‘Daar geloof ik ook heel erg in. Dit jaar ligt de focus op retail, maar dat betekent niet dat de rest niet belangrijk is.’

mojo maté lars van kranenburg david damman
David Damman (links) en Lars van Kranenburg liggen met Mojo Maté in de schappen van Albert Heijn.

Wat is het verdienmodel?

Het verdienmodel spreekt voor zich. ‘We maken drankjes, vullen die af en verkopen ze aan supermarkten, horeca en groothandels. Bij Albert Heijn koop je een blikje voor 1,59 euro. Vorig jaar voerden we de eerste gesprekken met AH. Meestal start een beginnend merk in 100 tot 200 filialen. In de vervolggesprekken kwam al snel naar voren dat dit misschien wel meer zou worden. In januari werd duidelijk dat het om maar liefst 1.200+ winkels ging.’ Damman voelde de druk, maar: ‘Dit komt natuurlijk niet vaak voor en is ook niet iets waar je ‘nee’ tegen wil zeggen.’

Lees ook: 5 tips om met je product in de schappen van de supermarkt te komen

Hoever is Mojo Maté?

Anderhalf jaar geleden stond de ondernemer nog met een groep vrienden de klok rond zelf flesjes af te vullen. Of de vraag van Albert Heijn voor groeipijnen zorgde? ‘De hobby is nu wel echt over. We waren gelukkig sowieso van plan om dit jaar grote stappen te zetten. Het was even schakelen, maar het is allemaal gelukt. We kunnen de vraag van Albert Heijn aan.’

‘Vorig jaar rond deze tijd maakten we zo’n vier batches van 5.000 flesjes. En zojuist hebben we een eerste productie gedraaid van een half miljoen blikken. Dat is een enorme stap in een jaar tijd. En de volgende ronde zijn we al aan het plannen. Ik hoop dat die drankjes morgen weg zijn, maar zo gaat het natuurlijk niet. Het is echt afwachten,  Albert Heijn kan er ook weinig over zeggen. De verkoop is ook afhankelijk van veel zaken, maar ik hoop dat we eind dit jaar meer dan een half miljoen blikken hebben verkocht.’

Naar eigen zeggen merken de ondernemers al een groot verschil met twee jaar geleden als het gaat om de bekendheid van maté. Al ligt er nog een flinke uitdaging. Deze maand waren ze nog in Brazilië om langs te gaan bij hun maté-leveranciers en content te maken. Die beelden willen ze binnenkort naar buiten brengen via een kleine campagne. ‘We liggen nu overal in Nederland, dus geen tijd om achterover te leunen.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nog geld nodig?

Damman en Van Kranenburg begonnen met eigen geld en een crowdfunding via Crowdaboutnow. Sinds november hebben ze investeerder Rens van Oostrum aan boord. ‘Heb je nog geen naam gemaakt, dan heb je geld nodig om alles te kunnen voorfinancieren. Rens heeft ons product geproefd en geloofde er direct in. Hij werkt al langer in de voedingsindustrie. Voor nu zitten we dus goed qua financiering, maar ik weet ook hoe snel het kan gaan met een startup. We staan dus altijd open om te praten.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Volgend jaar hoopt Mojo Maté terug te kunnen kijken op een topjaar. ‘En dat ik niet meer hoef uit te leggen wat maté is en waar wij voor staan. En ik hoop dat we deze zomer al de B Corp-certificering rond hebben zodat we kunnen laten zien dat we naast een lekker en leuk drankje ook alles aan de achterkant goed geregeld hebben.’

Lees ook deze artikelen over startups en financiering:

Marcel van Wing (The Flower Farm): ‘Ik doe iets dat eigenlijk niet kan. Dat vind ik lollig’

Met The Flower Farm, het palmolievrije alternatief voor margarine, trekt Marcel van Wing dapper ten strijde tegen de ontbossing van het regenwoud. En niet onverdienstelijk. 'Of we het verschil gaan maken? Die illusie heb ik niet, maar je moet ergens beginnen.'

marcel van wing flower farm

Marcel van Wing (nu 60) werkt al jaren in de reclame – onder andere voor margarineproducenten – als hij zich gaat verdiepen in palmolie, een ingrediënt dat in ongeveer de helft van de producten in de supermarkt wordt verwerkt. Waaronder in margarine. Van Wing komt erachter dat voor de aanleg van de meeste palmolieplantages miljoenen hectaren regenwoud worden afgebrand en dat die ontbossing maar doorgaat.

Tijdens reizen naar Zuidoost-Azië ziet hij met eigen ogen hoe groot de verwoesting is. Het maakt iets bij hem los. In 2019, twee jaar nadat hij afscheid heeft genomen van zijn reclamebureau Alfred, richt hij samen met ondernemer Erik Bras The Flower Farm op. Een merk met een missie: het stoppen van de aanleg van palmolieplantages en daarmee het stoppen van de ontbossing van tropisch regenwoud.

The Flower Farm produceert en verkoopt 100 procent plantaardige margarine en vervangt de palmolie door een alternatief waarvoor niet is ontbost. Begin 2024 staat de teller al op 27 miljoen verkochte producten. Het assortiment in de opvallende zwarte verpakking omvat inmiddels niet alleen boter, maar ook broodbeleg. Omgerekend staat de verkoop tot nu toe voor een besparing van ruim 1.145.922 kilo palmolie – en daarmee 2.956.478 vierkante meter aan palmolieplantage.

Behalve in Nederland zijn producten van The Flower Farm ook te koop in België en het Verenigd Koninkrijk. In 2023 was de omzet 14,5 miljoen euro en voor 2024 verwacht The Flower Farm groei, met name door nieuwe producten. ‘Maar het gaat ons vooral om de impact. Dat is belangrijker dan geld.’

Ergens las ik dat je The Flower Farm hebt opgericht uit boosheid. Waarover?
Marcel van Wing: ‘Over het feit dat bijna heel Zuidoost-Azië is ontbost voor de productie van palmolie. Terwijl uit diezelfde jungle 80 procent van onze biodiversiteit vandaan komt. De afgelopen twintig jaar is de ontbossing nog veel heftiger geworden. Het gaat om miljoenen hectaren per jaar. Toen ik dat besefte, dacht ik: hoe kunnen mensen zo naïef zijn en zo slordig met de wereld omgaan?’

‘Het zure is dat ik ooit zelf campagnes heb gemaakt voor margarine. Ik heb nooit geweten dat daar palmolie in werd gebruikt.’

Hoe kijk je daar nu op terug?
‘In de reclame acteer je binnen het speelveld van je briefing. Verder dan dat ga je niet, je bent geen onderzoeksjournalist. Ik deed gewoon mijn vak, punt.’

Denk je dat jouw drive om The Flower Farm te beginnen mede gevoed is door schuldgevoel?
‘Nee, ik denk het niet. Later pas. In het begin had ik vooral de behoefte om iets tegendraads te doen. Ik dacht: oké, er is hier iets aan de hand, laat ik eens kijken of ik er iets tegen kan doen. Maar naarmate ik dieper in de materie dook, een paar keer naar Zuidoost-Azië was geweest en door de palmolielobby juridisch werd aangevallen, ontstond er bij mij een gevoel van: hé, dit is serieus. Mijn boosheid werd groter, maar ook het schuldgevoel.’

Ten opzichte van je eigen rol voorheen?
‘Nee, ten opzichte van het grotere issue: de manier van leven die we met z’n allen hebben. Het nastreven van meer bezit, het graaien. Ik werd me daar veel bewuster van.’

marcel van wing the flower farm
Marcel van Wing. Foto: Olivier Middendorp

Je noemt je tegendraadsheid. Waar komt dat vandaan?
‘Grote beslissingen in mijn leven zijn altijd tegendraads geweest. Dat heeft alles te maken met mijn opvoeding. Mijn vader, een oorlogskind, was liefdevol. Hij zei: leef je leven en maak er wat moois van. Mijn moeder was heel streng: ik moest wel iemand zíjn. Zij vond geneeskunde bij me passen, dus deed ik een bèta-opleiding. Maar ik ben als een soort drop-out de reclame in gerold.’

‘Op mijn zevenentwintigste vertrok ik voor een paar jaar naar Indonesië, terwijl iedereen vond dat ik in Nederland moest blijven. Maar ik keek in de spiegel en dacht: ik ben een wandelend pak, wat ben ik nou eigenlijk aan het doen? Het was een vlucht voor de gevestigde orde, voor wat er van me werd verwacht.’

Wat wilde je bewijzen?
‘Dat ik het kan, denk ik? Heel simpel. Mijn vader zei altijd: jongen, je bent een kurk, dus waar je ook wordt ondergedompeld, je komt altijd weer bovendrijven. Dat vertrouwen had ik.’

Een interessante gedachte is dat je met dit bedrijf niet wegvlucht van je verantwoordelijkheid, maar ‘m juist oppakt.
‘Mooi gezegd, maar dat is natuurlijk niet zo.’

Vertel.
‘Nou ja, omdat het óók een vlucht is. Als ik een margarinemerk had willen beginnen, had ik dat gedaan. Maar dat wilde ik helemaal niet. Het voldoet nergens écht aan. Ik ben geen margarineman, maar ook niet echt een Milieudefensie-achtige activist. Het heeft iets eigenzinnigs…’

Wat is het dan?
‘Lollig.’

Lollig?
‘Ja, want dat is het als je iets doet waarvan anderen denken: dat kan niet. De markt was helemaal dichtgetimmerd met grote marktleiders, met Blue Band en Becel. Daar kwam je überhaupt niet tussen. En het dan tóch doen hè. Het is voor mij geen armpje drukken, maar ik vind het gewoon lachen.’

‘Daar komt bovenop dat ik zo iets goeds kan doen voor deze wereld. Dat is wel mijn belangrijkste drive geworden. Met een piepklein merk à la Tony’s (Chocolonely, red.) kun je toch een enorme stem hebben in dit veld. Ik heb zelfs brieven gekregen van de ambassadeur van Maleisië: of ik ermee wilde stoppen. Ik raak iets waarvan ik later tegen mijn kinderen kan zeggen: ik wíst het, ik had de mogelijkheid en ik heb er iets aan gedaan.’

Lees ook: Zo ga je volgens Rutger Bregman van bullshitbaan naar impact maken

Het klinkt alsof je bijna trots bent op zo’n brief.
‘Ben ik ook. En op het feit dat we heftige juridische gevechten hebben moeten voeren.’

O ja – jullie claimden dat palmolie het regenwoud verwoest, maar die claim was volgens de tegenpartij te generaliserend. Wat staat jou nog het meeste bij van die juridische strijd?
‘Achteraf was het goed, het creëerde stofwolken in de media. En we bestaan nog. Maar op dat moment was het niet leuk, het was ontzettend negatief.’

Wat deed het met je?
‘Er zijn momenten geweest dat ik dacht: bekijk het ook maar, waar doe ik het voor? Ze gingen heel ver en het werd heel persoonlijk. Mijn oude reclamebureau kreeg brieven waarin werd gedreigd met juridische stappen omdat ik kennis zou hebben gestolen. Op straat keek ik over mijn schouder. We kregen wel de aandacht van de mensen op wie we ons richtten. We werden gezien. Maar ik heb momenten gehad dat ik dacht: nu vind ik het echt niet meer leuk.’

Toch ging je door. Waarom?
‘Omdat ik nog nooit iemand heb ontmoet die het een goed idee vindt om de regenwouden van deze wereld te ontbossen. Ik ben er heilig van overtuigd dat ik aan de goede kant van de waarheid sta. Iedereen die zegt dat dat niet zo is en dat ik een charlatan ben: be my guest. Ik heb gewoon gelijk en daarom ga ik verder.’

marcel van wing the flower farm
Marcel van Wing met producten van The Flower Farm.

‘Vorige week was ik even op Borneo. Ik heb er met tranen in mijn ogen staan kijken naar wat daar in hemelsnaam gebeurt. De mensen hebben er niet eens drinkwater meer, alles is vergiftigd. De armsten van de armsten staan er te werken op de plantages, kinderen nog. Het is zo’n vuile industrie. Dát motiveert mij.’

Ben je activistischer geworden sinds de oprichting van The Flower Farm?
‘De mens Marcel van Wing wel, ja. Hoe meer ik over de ontbossing weet, hoe ongelooflijker ik het vind. Ik maak me echt zorgen. Maar als merk zijn we niet activistisch. The Flower Farm is een soort eilandje van plezier. Hieperdepiep hoera, lang leve het regenwoud. Dat doen we bewust.’

Waarom?
‘Mensen zijn niet geïnteresseerd in ‘zuur’, ze willen ‘zoet’. Van negativiteit wijken ze. Als we brandende regenwouden hadden laten zien, weet ik niet of we net zo geroemd zouden zijn als nu.’

Jullie hanteren kleine winstmarges, waarom?
‘Een zo hoog mogelijke winst is bij ons het doel niet. Continuïteit en groei van het bedrijf wel. Hoe groter we zijn, hoe harder onze stem klinkt. We hebben dan ook altijd alles terug gestopt in het bedrijf.’

Schuurt dat niet met je drive in je vorige leven in de reclame?
‘Die was gek genoeg niet veel anders. We wilden dingen anders doen, niet per se zo veel mogelijk geld verdienen. Kijk, ik startte mijn reclamebureau bureau toen ik 40 was om het rond mijn vijftigste rustiger aan te kunnen doen. En daar hoorde een bepaald cijfer bij. Maar het doel was: ontzettend veel lol maken. We hebben altijd onze eigen koers bevaren, ook financieel. Mijn vader zei altijd: de kar komt altijd achter het paard, niet ervoor. En dat is ook zo. Als je het goed doet, word je daar meestal ook voor beloond.’

Lees ook: Patagonia en activisme: 5 lessen voor ondernemers

Jullie hebben voor The Flower Farm nooit extern geld opgehaald. Waarom niet?
‘Omdat we het niet nodig hebben. En extern geld levert gezeik op toch? Er zitten dan altijd weer mensen mee te kijken.’

Welke keuzes staan aan de basis van het succes van The Flower Farm?
‘In de eerste plaats de keuze om te snappen dat het palmolie-issue relevant is voor het grote publiek. De tweede beslissing was: groot denken. We hebben steeds gezegd: als we het doen, dan doen we het groot. We zochten de samenwerking met private label-fabrikant Royal Smilde, die kon snel en groot produceren en opschalen. En we liggen net als de marktleider ook bij Albert Heijn en andere grote ketens.’

‘Een derde keuze is de eenvoud in ons partnership. Erik Bras, de katalysator van The Flower Farm, is een stevige, ervaren ondernemer met een groot netwerk in de retail. Ook ik heb mijn expertise en Royal Smilde verzorgt de productie, finance, logistiek en andere operationele zaken. Die combi is hartstikke goed.’

Ben jij van nature van het grote denken?
‘Nee, niet echt.’

Benauwde het je dan niet?
‘Nee. Ik dacht: wat is nou het ergste dat je kan overkomen? Dat het straks niet meer bestaat of zo? Of dat je een paar honderdduizend euro kwijt bent? Daar kom je ook wel weer overheen.’

‘Ik weet ongeveer wel hoe de hazen lopen als er met miljoenen wordt gesmeten, maar de financiële mensen zijn degenen die dat in goede banen leiden. Daar maak ik me niet zo’n zorgen over, ik ben niet zo’n micromanager. Vooral de grote lijnen vind ik leuk. Hup, gáán. Als we maar groter zijn dan de anderen.’

Rebel Marcel.
‘Ik zou het leuk vinden als ik die mensen op een dag tegenkom, ze me de hand schudden en zeggen: pótverdorie. Dat is dan mijn moment of fame.’

marcel van wing the flower farm
Marcel van Wing.

Ondernemen betekent ook fouten maken. Welke herinner jij je?
‘Poeh… Ja… daar moet ik over nadenken. Nou ja, kijk, qua organisatie hadden we iets sneller mee kunnen groeien met het succes. Ik bleef vrij lang hangen in: laat mij het maar doen. Klein houden, er niet te veel mensen bij betrekken.’

Waar leidde dat toe?
‘Er bleven projecten liggen omdat we onvoldoende mankracht hadden. Als we eerder hadden opgeschaald in capaciteit hadden we sneller kunnen groeien. Maar dat hebben we nu goed op orde.’

‘En verder – dat gevecht met de palmolie-lobby… daar heb ik geen spijt van, maar het was wel vervelend. Ik weet niet of we het hadden kunnen ontwijken, maar het heeft ons ook niet geholpen, of zo. Ja, in onze nederigheid. Zo van: oké, we moeten een beetje oppassen hoe we dingen zeggen. Dus in die zin zou je het kunnen zien als een fout. Waarvan ik veel heb geleerd, trouwens. Het heeft ons het zetje gegeven richting een positievere propositie. We gaan niet meer met een bord ‘Stop Palmolie’ de straat op, maar vieren het regenwoud.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat zie je als de belangrijkste ondernemersles?
‘Dat het kán, ook al denk je van niet. Met focus, energie en het goede netwerk kun je in deze wereld veel voor elkaar krijgen. Heel voorzichtig komt er een systeemverandering op gang. We zien navolging: zelfs Blue Band en Becel hebben nu palmolievrije margarine. Ook in andere industrieën veranderen er dingen. Stiekem hopen we daar een klein steentje aan te hebben bijgedragen.’ Is even stil. ‘Maar ik heb geen enkele illusie dat wij op dit moment een verschil maken in deze wereld. Het dendert gewoon door. Het kleine beetje bos dat er nog over is, is nu aan de beurt.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat hoop je dan te bereiken?
‘Dat er een markt ontstaat voor palmolievrij en daardoor de druk op die bossen afneemt. Je moet ergens beginnen en ik heb het in ieder geval geprobeerd. Dat is dan mijn troost.’

Lees meer interviews uit de serie The Founder: