Geen producten in de winkelwagen.
Dat blijkt uit onderzoek van financieel dienstverlener Ebitwise. Het bedrijf keek hiervoor naar informatie op datasites Dealroom en Crunchbase, hield zakelijk investeringsnieuws bij en deed een analyse van berichtgeving van betrokken startups en scaleups op socialemediasite LinkedIn.
De 1,25 miljard is bijna een verdubbeling van wat startups in het eerste kwartaal van 2021 ophaalden. Dit bedroeg indertijd 715 miljoen euro. Het recordbedrag is extra opvallend, omdat het eerste kwartaal van 2022 gekenmerkt werd door economische onzekerheid vanwege de oorlog in Oekraïne. Kennelijk zorgt dit gegeven vooralsnog niet voor een blokkade op startup-investeringen, zoals wel het geval was in de eerste maanden van de coronacrisis.
Techbedrijven
De onderzoekers hebben het over ‘startups’, maar lijken dit begrip hier en daar ietwat ruim te nemen – wij hebben het in dit kader liever over ‘techbedrijven’. De grootste investering van omgerekend 148 miljoen euro wijzen de onderzoekers bijvoorbeeld toe aan laadpalenbedrijf Allego, dat naar de beurs ging. Beursgenoteerde techbedrijven zijn geen startups meer.
Thomas Mensink van Golden Egg Check werkt ook aan een rapportage over de investeringscijfers van het eerste kwartaal, die hij in de komende weken hoopt te publiceren. Het opgehaalde bedrag van Allego zullen zij bijvoorbeeld niet meenemen, laat Mensink aan MT/Sprout weten. ‘IPO zie ik meer als exit dan als investering’, appt hij.
Mensink verwacht op basis van ‘voorlopige inschattingen’ een vergelijkbaar, allicht iets hoger investeringsbedrag dan in het eerste kwartaal van 2021. Desalniettemin geeft het onderzoek van Ebitwise een interessant eerste inkijkje in hoe de investeringsbranche het in 2022 tot dusver heeft gedaan.
De op een na grootste investering valt in het eerste kwartaal van 2022 in handen van biotechbedrijf Leyden Labs (124,17 miljoen euro). De top 10 wordt volgens dit onderzoek gecompleteerd door de kweekvleespioniers van Mosa Meat (78,15 miljoen euro), biotechbedrijf en TU Eindhoven-spin-off Ambagon (75 miljoen euro), datacenterbedrij Penta Infra (75 miljoen euro), e-stepjesconcern Dott (62,2 miljoen euro), online marketingbedrijf Channable (55 miljoen euro), insectenkweker Protix (50 miljoen euro), vertical farming-scaleup Plantlab (50 miljoen euro) en e-commercebedrijf ChannelEngine (46 miljoen euro).
Vooral kleine rondes
Bijna de helft van de investeringen (afgerond 47 procent) betreft deelnemingen van 1 tot 10 miljoen euro. Het gaat hier om 57 investeringsrondes. Zo’n drie op de tien rondes (afgerond 31 procent) betreft deelnemingen kleiner dan 1 miljoen euro – de zogenoemde seed– en pre-seed-rondes. Dit segment is goed voor 38 investeringen. Slechts een minderheid van de investeringen (afgerond 20 procent), 25 deelnemingen, betreft rondes van 10 miljoen euro of hoger.
Wat dat betreft sluit deze rapportage aan bij eerder onderzoek dat de meeste investeringen in Nederlandse startups seed– of Serie A-deelnemingen betreft. Dat is een probleem, vinden analisten en ondernemers.
VanMoof-oprichter Taco Carlier zei er eerder over tegen MT/Sprout: ‘We hebben in Nederland prima early stage-vc’s maar het probleem zit hem in late stage-vc’s (de investeerders met diepere zakken, red.). Die hebben we nauwelijks en de Nederlandse early stage-vc’s hebben onvoldoende connectie met buitenlandse late stage-vc’s. Met een Nederlandse early stage-vc kan het dus later een probleem worden om door te stromen en goede C- en D-rondes neer te zetten.’
Voorlopige cijfers
Zoals gebruikelijk bij dit soort rapportages, gaat het om voorlopige cijfers. Het is goed mogelijk dat er in de komende maanden nog extra deelnemingen uit deze periode bekend worden. Zo rapporteerden wij eind december dat startups 5,1 miljard euro hadden opgehaald in 2021, terwijl de teller inmiddels op 5,6 miljard staat.
Ebitwise verzamelde in diens verslag 183 verschillende investeringen, waarbij van liefst 61 rondes het geldbedrag nog onbekend is. Deze bedragen zijn dus niet meegenomen in het totaal. Soms maken startups hun investeringsbedrag later alsnog bekend, bijvoorbeeld als verplichte financiële rapportage wanneer zij converteerbare leningen uitgeven aan potentiële beleggers.
