De markt voor startups die bijdragen aan Environmental, Social and Governance-doelen (ESG) groeit, en daarmee ook de honger bij investeerders. Bedrijven als Tesla, Oatly en Impossible Foods bewijzen dat er in potentie grote markten zijn aan te boren. Dit soort startups zijn ook een aantrekkelijke overnameprooi voor grote bedrijven die hun ESG-score willen opvijzelen.
‘ESG’ vertegenwoordigt een brede waaier aan onderwerpen waaronder mensenrechten, de energietransitie, onderwijs en gezondheidszorg. Voor investeerders gaat het om een relatief nieuwe categorie. Daardoor staat analyseren van ESG-startups nog in de kinderschoenen staat, stellen drie hoogleraren van de London Business School in Harvard Business Review.
Om de grootste uitdagingen te identificeren interviewden zij 17 investeerders waaronder het European Investment Fund (EIF), het Nederlandse FMO Ventures en de Britse vc Balderton Capital. Grofweg blijken er bij investeerders drie barrières te zijn.
‘ESG’ meten bij startups
Ten eerste zijn analyse-tools voor het monitoren van ESG-prestaties nog geen gemeengoed, zien de drie onderzoekers. Ook kunnen veel investeerders hun eigen ESG-claims nog niet goed genoeg onderbouwen. Dat beperkt hun invloed op startups, en maakt ze voor ondernemers een minder aantrekkelijke partner in crime.
Misschien wel het grootste struikelblok is dat het voor investeerders een uitdaging is om de ESG-capaciteit van een startup op te schalen. Dat komt deels doordat processen voor het meten en rapporteren van ESG-prestaties nog vooral geschikt zijn voor grotere bedrijven. En minder voor startups, waar voor zulke processen minder tijd, geld en mankracht beschikbaar is.
Bij het beter integreren van ESG-prestaties bij investeringsrondes zien de onderzoekers van de London Business School deze drie prioriteiten:
1. Impact-doelen in de due dilligence
Investeerders kijken bij de analyse en due dilligence van een startup-doelwit vooral naar het product, de markt en het team. Daar zouden zij een lijstje met ESG-criteria aan toe moeten voegen. Om de risico’s, maar ook de groeipotentie in scherp te krijgen.
Belangrijke vragen zijn bijvoorbeeld: in hoeverre draagt het businessmodel bij aan een ESG-uitdaging? Kan een startup snel opschalen, en tegelijk een positieve impact maken op duurzame of maatschappelijke uitdagingen? Hoe past een startup binnen actuele ESG-trends? En hoe makkelijk, of moeilijk is het voor andere startups om het businessmodel te kopiëren?
2. Waardering baseren op ESG-doelen
Bij de waardering van een startup passen dingen als omzet(groei) en de waardering van vergelijkbare bedrijven. Bij een ESG-startup zou ook de impact op sociaal en duurzame gebied mee moeten wegen, suggereren de onderzoekers.
Dat inschatten van de potentiële ESG-impact vraagt om nieuwe meetmethoden. Zodat investeerders ook kunnen benchmarken met (het rendement van) vergelijkbare bedrijven. Een positieve ontwikkeling is dat het aantal databases rondom ESG-financiering groeit, merken de onderzoekers.
3. ESG in de term sheet
Het moment om afspraken vast te leggen is de term sheet, oftewel het document met alle voorwaarden rondom een startup-investering. Een onderwerp als diversiteit is daarin al bezig met een opmars, zien de onderzoekers. Maar in de term sheet van een ESG-startup kan nog veel meer.
Let er wel op dat die eisen haalbaar zijn, waarschuwen de onderzoekers. Ook zouden dit soort afspraken uiteindelijk vooral de waarde van het bedrijf een boost moeten geven, en geen rem zijn op de groei.
Zo kan er een ESG-‘aanvalsplan’ worden gesmeed waarbij een investeerder een startup scherp kan houden en harder laten groeien.