Een geslaagde manier om je strategie terug te brengen tot de kern is de OGSM-methode. De vier onderdelen: Objectives, Goals, Strategies en Measures voren samen een businessplan van maximaal één A4tje lang. Het is een combinatie van wat en hoe: wat wil je bereiken en hoe ga je dat aanpakken?
Activity trap
De methode is niet nieuw. Good old Peter Drucker formuleerde al zijn MBO: Management by Objectives. Het voor de hand liggende uitgangspunt – als je niet weet waar je naar toe gaat, zal je er ook nooit aankomen – wordt in de praktijk nogal eens uit het oog verloren. De belangrijkste oorzaak daarvan is de activity trap: managers zijn zo druk bezig met hun alledaagse sores, dat ze de grote lijnen uit het oog verliezen.
Toen Hewlett Packard deze methode omarmde, en er inderdaad een succesvol bedrijf mee werd, was de MBO-methode een tijdje enorm populair. Inmiddels is dat verleden tijd. Peter Drucker zelf wist wel hoe dat kwam: ‘Management by Objectives is niets meer en niets minder dan een stuk gereedschap. … MBO werkt als je weet wat je doelen zijn. In 90 procent van de gevallen weten managers dat niet.’
Tijd dus om het streven naar een business-strategie op één A4 weer nieuw leven in te blazen. Bijvoorbeeld door middel van OGSM: Objective, Goals, Measures en Strategies. Dit is een methode voor het schrijven van een businessplan die start bij visie en eindigt bij actie.
#1. Objective
Formuleer om te beginnen je einddoel. De Big Why. The Big Hairy Audacious Goal zelfs, als je wilt. Maar omschrijf het kort. Waar wil je naar toe en wanneer wil je daar aankomen? Formuleer het scherp en niet te algemeen. ‘Meer winst halen’ klinkt leuk, maar is te algemeen.
Het einddoel moet ambitieus maar haalbaar zijn, aantrekkelijk en uitdagend, jij en je mensen moeten er enthousiast van worden en het moet richtinggevend zijn. Dat wil zeggen dat het je dwingt om keuzes te maken. Als je het ene wel doet, kies je ervoor om het andere niet te doen.
#2. Goals
Goed, het eindpunt staat op de kaart. Maar hoe ga je daar komen? De weg ernaar toe markeer je met vlaggetjes; je doelen. Die kwantitatieve doelen moeten SMART zijn; specifiek, meetbaar, acceptabel, resultaatgericht en tijdgebonden.
#3. Strategies
Nu wordt het tijd om nog concreter te formuleren hoe je je einddoel gaat bereiken. Omschrijf concreet wat je gaat doen en hoe je dat gaat aanpakken. Houd je bij die omschrijving aan de 5 S’en:
- Specific: wat gaan we doen?
- Selective: wat gaan we dus niet doen?
- Sustainable: hoe houdbaar is deze strategie? Is die niet in strijd met andere acties binnen het bedrijf? En is er voldoende kennis en draagvlak aanwezig om die daadwerkelijk uit te voeren?
- Sufficient: Is het voldoende? Ga je met deze strategie je doelen echt bereiken?
- Synchronized: Zijn de strategieën samen sterker dan de afzonderlijke? En spreken ze elkaar niet tegen?
#4. Measures
Meten is weten: Als je eenmaal begint, is het goed om op afgesproken momenten te meten wat er gebeurt, om te weten of je nog op de goede weg zit. Dat kan in de vorm van KPI’s waarmee je bepaalt of de acties inderdaad opleveren wat je ervan verwacht.
Speel niet vals
Hoe enthousiast iedereen ook mag zijn, houd de grenzen streng in de gaten. Beperk je tot één A4, tot één flip desnoods, maar niet meer. Daarmee dwing je jezelf om duidelijke keuzes te maken. Vergeet ook niet dat er nog ander werk ligt dat ook gedaan moet worden.
Dit artikel is onderdeel van het dossier ‘Continu Verbeteren’ op mt.nl. Dit dossier wordt mede mogelijk gemaakt door House of Performance. House of Performance is specialist in het radicaal verbeteren van prestaties op de werkvloer.
Lees ook:
- Stop met vergaderen… (zoals je gewend bent)
- Gedrag beïnvloeden met de Bakman-game
- Hoe luister je echt naar je medewerkers?