Het idee is simpel, maar het kostte jaren om het echt in de praktijk te laten werken. Als je met een QR-code een paar kilobytes aan data kunt binnenhalen via de camera van je mobieltje, kun je met een reeks QR-achtige codes achter elkaar ook voldoende data voor een plaatje of ander document versturen.
Geen radioverbinding
Handig, als je even iets wilt overzetten van je laptop naar je mobiel, of iets wilt delen met iemand zonder wifi- of bluetoothverbinding. Want LiveDrop heeft geen enkele radioverbinding nodig. Het is een vorm van ‘line of sight’-communicatie: elk scherm kan als afzender de code vertonen, en elke camera kan hem oppikken, waarna het protocol de data terugvertaalt in een plaatje, filmpje of ander bestand.
Dat kan niet alleen handig zijn, de optische en draadloze gegevensoverdracht is vooral ook veilig. Niemand in de buurt kan de data oppikken, omdat die niet via een radiosignaal wordt verstuurd. Dat de apparaten van verzender en ontvanger geen dataverbinding met elkaar hoeven te leggen, maakt ook de kans nihil dat er over en weer virussen of andere malware meeglippen.
Goud in handen
De Eindhovense startup LiveDrop, opgericht door Patrick Moreu, Erno Langendijk, Maarten Tobias en Jurjen Caarls, lijkt goud in handen te hebben met zijn vinding. Zijn protocol wordt al getest door Nederlandse defensie, Frankrijk en andere Navo-landen. Deze week sloot het ook een samenwerkingscontract met de Tactical Solutions Group, een Amerikaans bedrijf dat technologie levert aan special forces, inlichtingendiensten en veiligheidsorganisaties.
Lees ook: Dit zijn 5 Nederlandse defensiekampioenen van de toekomst
Moreu maakte het bekend vanuit Tampa, Florida, waar NATO EDGE plaatsvindt, een grote beurs waar de Navo samenkomt met het bedrijfsleven om over ICT te spreken. De nieuwe samenwerkingspartner brengt hem binnen bij de VS, maar mogelijk ook in Zuid-Amerikaanse landen buiten de Navo.
Introductie BOM
In 2021 besloten Moreu en Langendijk zich fulltime op LiveDrop te storten nadat een eerste labopstelling veelbelovende resultaten te zien gaf. En nu zijn ze al binnen bij diverse legers, hoe is dat zo snel gelukt? ‘Het is niet dat je Nederlandse Defensie even belt’, bevestigt Moreu, ‘maar we hebben hulp gehad van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij BOM. Die heeft ons er geïntroduceerd.’
Bij militaire operaties, zeker aan het front, zijn er veel momenten waarop ‘RF comms’, in feite elk draadloos verkeer, uit den boze is en soldaten zich moeten behelpen met USB-sticks en zelfs papier. Toen zijn startup de kans kreeg om zijn techniek te demonstreren, gebeurde er iets bijzonders. ‘Dat moment zal ik mijn leven niet vergeten. Tijdens die middag kwamen 12 legereenheden na onze demo terug met de mededeling: wat jullie hebben, lost ons probleem op. Toen besefte ik pas echt: we hebben echt iets gaafs te pakken.’
Focus lag niet op defensie
Defensie was niet eens het eerste doel van Moreu. Zelf is hij geen techneut, maar een serie-ondernemer die in uiteenlopende dingen als kerstpakketten, kantoormeubilair en waxsalons actief is geweest. ‘Dat vind ik het leukste: vanuit het niets iets opbouwen, het tot een bepaald niveau te brengen. Dan verkoop ik het of zet er een directie op en begin weer iets totaal anders. Elke keer stap ik heel positief-naïef in een nieuwe markt.’
Lees ook: Robin Radar kan drones spotten, sinds de inval in Oekraïne loopt het storm
Dat Moreu uitkwam bij deze startup heeft een doordeweekse aanleiding: de kinderen van hem en medeoprichter Tobias zitten in dezelfde klas en dan heb je het weleens over zaken. Of hij eens wilde kijken naar een idee van technisch brein Langendijk. ‘Dat was toen nog puur theorie, maar het had wel een enorme potentie. Het is een hele nieuwe manier om data van a naar b te versturen.’
Technologie zoekt probleem
Toen het protocol zich eenmaal in het lab had bewezen, was het een kwestie van zoeken naar de meest geschikte markt. ‘Een schoolvoorbeeld van technologie zoekt probleem, ja.’ Dat probleem was in eerste instantie te vinden in de zorg, waar een ziekenhuis medische informatie makkelijk en veilig wil kunnen verstrekken aan patiënten. ‘Een tweede markt is die van cybersecurity: onze manier van communiceren is wat heet unidirectioneel: apparaten hoeven geen data met elkaar uit te wisselen, dat maakt het inherent veilig.’
Samen met defensie zijn de drie markten waar LiveDrop zich op richt “sticky”, zegt Moreu. ‘Sectoren waar je met een lange aanloop binnenkomt, maar waar je, zodra dat eindelijk lukt, langdurige relaties kunt opbouwen.’
Groeistrategie
LiveDrop heeft nu nog 12 medewerkers op de payroll maar kan na een recente investeringronde uitbreiden om zijn technologie door te ontwikkelen en naar de markt te brengen. Uiteindelijk wil het verdienen aan licentie-inkomsten. ‘Wij willen dat ons protocol uiteindelijk standaard in elke telefoon en laptop zit, net zoals wifi en Bluetooth, of die nou Windows draait, Apple of Android. Dan moet je denken aan dubbeltjes per laptop in de civiele markt, maar met 220 miljoen verkochte laptops per jaar is het mooi dromen.’
Klanten in de zorg, de beveiliging en natuurlijk het leger rekenen straks af per gebruiker per maand en nemen de technologie op in hun eigen apparatuur. Het succes van LiveDrop staat of valt eigenlijk met de mate waarin het als standaard wordt omarmd. Als elke laptop ter wereld voorzien wordt van LiveDrop, is dat natuurlijk een klapper.
Doorbraak
Maar in de defensie-industrie komt de doorbraak pas echt, zodra in Navo-verband meer leden ermee gaan werken, en uiteindelijk de Navo besluit om het als standaard op te leggen aan alle 32 landen. ‘Dat is de stip op de horizon. Naarmate we ons in meer Navo-landen weten te bewijzen, komt die dichterbij.’
Daarbij moet je niet denken aan mobieltjes, maar aan gespecialiseerde apparatuur. Met een Nikon-camera met krachtige lens en een laptop is al data verzonden op 107 meter afstand. ‘Volgende week gaan we een proef doen op 500 meter afstand. En ik zeg niet dat het morgen is geregeld, maar we spreken satellietbedrijven die van uit de ruimte een kenteken kunnen lezen. Dan lukt dat met onze codes ook wel.’
Cruciale fase
LiveDrop kan inmiddels data versturen tot 2Mb per seconde en doet dat foutloos dankzij een ingenieuze foutcorrectie, dat is een van de 11 patenten die op het systeem zijn aangevraagd. Wat Moreu betreft worden de komende twee, drie jaar cruciaal voor zijn bedrijf. In die tijd moet de eerste omzet op gang komen en zouden alle testen en pilots moeten hebben geleid tot de certificering van het systeem. LiveDrop wordt in die tijd gefinancierd door de oprichters en angel investeerders.
Een grote naam tussen die geldschieter is die van Cees Links, de ingenieur en ondernemer die geldt als de ‘uitvinder’ van de wifi-standaard. ‘Dat Cees is betrokken, ook als adviseur, is het grootste compliment dat we hadden kunnen krijgen. Het is de man die letterlijk met Steve Jobs aan tafel heeft gezeten om wifi aan hem te verkopen.’