Leiderschapsles #1 – Werk aan je karakter
Leiderschap heeft volgens Obama duidelijk niets met jouw rol te maken, maar vooral met karakter. Leiderschap is volgens hem echt voor íedereen. Dit sluit één-op-één aan bij de visie van leiderschapsgoeroe Stephen Covey die er zijn bestseller ‘De 7 eigenschappen van effectief leiderschap’ over schreef. Leiderschap start volgens Covey met zelfkennis (karakter) en daarna kun je je gaan focussen op de zaken waar jij – ongeacht jouw rol – invloed op kunt uitoefenen.
Ben Tiggelaar: ‘Je moet werken aan je karakter, aan de binnenkant van leiderschap. Dus wie ben je nou eigenlijk echt? Waar ga je echt voor? Wat is echt belangrijk voor jou? Die vragen moet je kunnen beantwoorden om een overtuigend leider te kunnen zijn.‘
Leiderschapsles #2 – Soft power
Ben Tiggelaar: ‘Obama is er vanaf het allereerste begin op gericht geweest om mensen mee te nemen in zijn verhaal door allereerst goed te luisteren: wat inspireert mensen? En te kijken naar het grotere verhaal, de hoop die mensen hebben. En via die idealen mensen te motiveren om mee te doen in zijn beweging.’
Obama is bij uitstek een dienstbare leider. Als dienend leider zul je de mensen waarmee je samenwerkt, moeten blijven meenemen in jouw verhaal – naar dat hogere doel – en je zult ze dus consequent moeten blijven inspireren en motiveren. Obama doet dat heel goed door écht te luisteren naar de mensen waarmee hij samenwerkt. Hij is zelfs in staat om de mensen om hem heen – in alle hectiek – toch individuele aandacht te geven, zodat zij het gevoel krijgen door hem gezien en gehoord te worden.
Leiderschapsles #3 – Het draait niet om jou
Ben Tiggelaar: ‘Uiteindelijk moet je je als leider realiseren dat het niet om jou draait. Je dient met elkaar iets wat groter is dan jezelf, een hoger doel, een maatschappelijk doel of een doel voor de wereld en daar mag je een rol in spelen. Dat is hoe Obama leiderschap ziet. En na jou komen er ook weer andere mensen, en voor jou waren er ook andere mensen. Het gaat dus niet om jou, maar het gaat om dat hogere doel. Uiteindelijk.’
Dienend leiderschap betekent dat je te allen tijde het hogere doel voor ogen hebt en ervoor zorgt dat je iedereen hierin meeneemt. Een dienend leider als Obama begrijpt dat hij de verantwoordelijkheid krijgt om te zorgen voor de mensen en de omgeving en zal zich tot het uiterste inspannen om hier een positieve invloed op uit te oefenen. Dat betekent dat hij zal proberen te anticiperen op wat er komen gaat en ernaar zal streven de mensen en omgeving een stukje beter achter te laten dan toen hij het toevertrouwd kreeg.