Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe veilig is uw smartphone?

Met de opkomst van smartphones en tablets worden bedrijfsgegevens steeds mobieler. Handig natuurlijk. Maar ook link. Want stel nu dat uw collega zijn mobiel in de trein laat liggen?


Zoekgeraakte apparatuur. In het recente verleden ging het dan meestal om laptops en usb-sticks. U kent het verhaal wellicht nog wel van de voormalige officier van justitie Joost Tonino. Eind 2004 zette hij zijn afgedankte pc op straat, pal naast het huisafval. Nogal dom natuurlijk. Een taxichauffeur nam de computer mee en deed ‘m keurig netjes cadeau aan Peter R. de Vries die op de harde schijf voldoende materiaal vond om een hele aflevering mee te vullen. Exit Tonino. Die les hebben we geleerd, niemand nog die zijn computer op straat zet. Toch is het thema met zoekgeraakte informatiedragers anno 2010 weer actueler dan ooit. Smartphones en tablet-pc’s veroveren in rap tempo de markt. Werknemers hebben daarmee het kantoor in hun binnenzak zitten.

iPad gestolen

Maar wat nu als zo’n populaire iPad wordt gestolen? Ruim de helft van de smartphone- en tableteigenaren maakt zich zorgen over het verlies van het mobiele apparaat. Vier op de vijf bezitters zien beveiliging dan ook als prioriteit. Dat blijkt uit een wereldwijd uitgevoerd onderzoek door KRC Research and Synovate in opdracht van Juniper Networks onder 6000 smartphone- en tabletgebruikers. Daarin blijkt ook dat de scheiding tussen persoonlijk en zakelijk gebruik van mobiele apparatuur vervaagt. Een kleine 45 procent gebruikt de smartphone of tablet voor zowel zakelijke – als privédoeleinden. “Daarmee nemen de risico’s toe”, zegt Mark Bauhaus, vicepresident van Juniper Networks. “Mensen gebruiken smartphones en tablets namelijk ook steeds vaker voor toegang tot informatie en applicaties. Opvallend is dat bijna 81 procent toegeeft het bedrijfsnetwerk mobiel te benaderen zonder dat de werkgever dat weet of er toestemming voor heeft gegeven, 58 procent doet dit zelfs dagelijks.”

Wachtwoorden

Van de ondervraagde smartphone- en tablet-gebruikers is 58 procent bang om een mobiel apparaat te verliezen en data en informatie op het apparaat niet terug te kunnen halen. Die angst galmt echter niet door in het gedrag. Slechts 24 procent verandert regelmatig de beveiligingsinstellingen op een mobiel apparaat. Een derde doet dit alleen als er een aanleiding voor is, 31 procent nooit of bijna nooit en 9 procent zegt niet bekend te zijn met de beveiligingsinstellingen op een mobiel apparaat. Veertien procent van de ondervraagden zegt zelfs helemaal geen wachtwoord te hebben ingesteld.

Uw mobiele beveiligingsstrategie

Hoe ziet uw mobiele beveiligingsstrategie eruit? Loop deze korte checklist eens door en zie op welke punten u nog verbeteringen kunt doorvoeren.

1. Besef
Weten uw medewerkers eigenlijk wel welke risico’s er aan zoekgeraakte iPads en BlackBerry’s kleven? Vaak realiseren mensen zich dat nauwelijks. Kweek daarom bewustwording. Dat kan in een e-mail, maar ook met een presentatie door een IT-expert.

2. Protocol
Stel een set aan regels op. Eis daarin bijvoorbeeld dat medewerkers hun wachtwoord eens in de paar maanden wijzigen. Wijs iemand in de organisatie aan die dit kan monitoren.

3. Inloggen
Steeds vaker benaderen medewerkers een bedrijfsnetwerk via een mobiel apparaat. Weet u wie dat doen? Weet u hoe ze dat doen? Schakel een IT-expert in die de risico’s van deze manier van werken zo klein mogelijk houdt.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

4. Beschikbaarheid
Vanuit de auto even inloggen om de adressenlijst op te vragen is natuurlijk reuze handig. Maar is die beschikbaarheid ook per se nodig voor de map facturen? Breng in kaart welke informatie u wel en welke u vooral niet beschikbaar wilt stellen voor mobiele apparaten.

5. Beveiliging
Gaat het een keer mis, hoe makkelijk kunnen andere mensen dan bij de bedrijfsinformatie komen? Zijn de apparaten voorzien van beveiligingstechnieken? Bespreek dit met uw IT-leverancier zodat u weet wat de mogelijk gevolgen kunnen zijn.

CSRD: Last of kans? Dit vinden NS en Renewi ervan

In samenwerking met Renewi - Bedrijven kunnen er niet meer omheen: de nieuwe EU-regels (CSRD) verplichten ze om hun impact op mens en milieu inzichtelijk te maken. Is dit een administratieve last of juist een kans om slimmer en duurzamer te ondernemen? NS en Renewi lopen voorop en delen hun ervaringen, valkuilen en tips.

sacha göddeke mulder ns sanders leenders renewi
Sacha Göddeke-Mulder, directeur Duurzaam Ondernemen bij de NS, en Sander Leenders, commercieel directeur Benelux bij Renewi.

Sander Leenders is commercieel directeur Benelux bij Renewi en Sacha Göddeke-Mulder directeur Duurzaam Ondernemen bij de Nederlandse Spoorwegen. Wat zijn hun inzichten, voortgang en tips?

Wat houdt de CSRD precies in?

Sander Leenders (Renewi): ‘De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die bedrijven vanaf 2024 verplicht stelt te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Ik zie de CSRD niet alleen als een verplichting, maar juist als een enorme kans om duurzaamheid structureel te verankeren in bedrijfsvoering. Het gaat niet alleen om het voldoen aan regelgeving, maar om het creëren van een toekomstbestendig bedrijfsmodel waarin duurzaamheid centraal staat. CSRD is geen eindpunt, maar een startpunt voor verdere verduurzaming.’

Sacha Göddeke (NS): ‘Ik zie de CSRD vooral als een kans om te verbeteren. Je moet heel precies rapporteren over je duurzaamheidsinspanningen, van uitstoot tot governance. Dat is niet eenvoudig, maar op den duur geloof ik dat dit veel kan opleveren. Het biedt waardevolle inzichten en stimuleert bedrijven om van elkaar te leren.’

Wat doen jullie op het gebied van circulariteit, één van de onderwerpen binnen CSRD?

Göddeke: ‘Bij NS zijn we zuinig met grondstoffen. Door circulair ontwerpen en circulair inkopen hebben we minder (nieuwe) grondstoffen nodig en voorkomen we afval in de toekomst.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment recyclen we 66,2 procent van het afval, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.

Is de CSRD een lust of een last?

Leenders: ‘Duurzame en commerciële impact gaan uiteindelijk hand in hand. Wij en klanten zoals NS hebben al heel hoge duurzaamheidsambities. Nu we hier uitgebreid over moeten rapporteren, kost dat extra tijd. Maar uiteindelijk brengt de CSRD versnelling: door inzichtelijk te maken waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo kunnen we uiteindelijk sneller grote stappen zetten.’

Göddeke: ‘Het is veel werk, maar vooral een lust. Mijn team besteedt de helft van de tijd aan meten en rapporteren. Dit noem ik “vertragen om te versnellen”. Als we onze administratie nu op orde brengen, hebben we later meer inzicht in welke duurzaamheidsinitiatief de meeste impact heeft. Bovendien verplicht de richtlijn ook bedrijven die minder met duurzaamheid bezig waren om ermee aan de slag te gaan. Dat is een groot voordeel. Vanwege de ketenverplichting hebben wij duurzaamheidsdata nodig van bijvoorbeeld retailers op onze stations. Dat zijn grote bedrijven als Albert Heijn en Hema, maar ook eenmanszaken. Dankzij CSRD hebben we meer info, spreken we dezelfde taal en wordt verduurzaming nog meer een gezamenlijk doel.’

Samenwerking tussen Renewi en NS, hoe pakken jullie het minimaliseren van restafval aan?

Renewi en NS werken al vijf jaar samen om restafval te minimaliseren door zoveel mogelijk te scheiden voor recycling. Leenders: ‘Afval is slechts een deel van de CSRD, maar wel heel tastbaar aspect. Ons Renewi EcoSmart-team helpt NS dagelijks met verduurzaming. We proberen, testen, verbeteren. Vaak beginnen we met een kleine pilot, bijvoorbeeld op één stationslocatie. Wanneer die slaagt, breiden we uit. We hebben bijvoorbeeld de afvalscheiding van stations nog verder uitgebreid. Zo zamelen we bijvoorbeeld etensresten gescheiden in op stations als er een professionele keuken is. Op kantoren en werkplaatsen heeft onze samenwerking in twee jaar tijd al geleid naar 19 procent minder restafval door onder andere betere scheiding van papier en etensresten.’

ns afvalbakken
NS realiseerde een daling van 19 procent restafval op kantoor met nieuwe afvalscheidingsbakken en heldere communicatie.

Göddeke: ‘De samenwerking omvat meer dan alleen afval. We leren hoe de afvalstromen lopen, of de afvalstromen zuiver zijn en wat we kunnen doen om afval te verminderen. Op dit moment werken we samen aan CSRD. Zo leren we data te delen met ketenpartners.’

Wat zijn concrete projecten die zorgen voor minder afval?

Leenders: ‘We werken aan slimme afvalscheiding op meerdere manieren. Zoals met containers die gesplitst zijn in twee of drie soorten afvalstromen. Betere scheiding aan de bron, verhoogt het recyclingpercentage. Zo hebben we speciale containers waar bijvoorbeeld over de datum brood in kan zonder dat het uitgepakt hoeft te worden. Dat is extra logistiek voor ons, maar maakt recycling voor de retailers op de stations makkelijker.’

Göddeke: ‘Gedragsverandering en bewustwording spelen een grote rol. We gebruiken data om te analyseren hoe afval wordt weggegooid en passen vervolgens verpakkingen en prullenbakken aan. Zo stimuleren we personeel, reizigers en retailers om beter te recyclen. Daarnaast zetten we in op het voorkomen van afval. Reizigers kunnen hun waterflessen gratis bijvullen bij watertappunten op stations en krijgen korting wanneer ze hun eigen beker meenemen voor een kopje koffie. Hierdoor maken we duurzame keuzes aantrekkelijker én verminderen we de afvalberg.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment kunnen we 66,2 procent van het afval recyclen, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.’

ns tafeltennistafel recycling
Afval bestaat niet voor NS. Deze tafeltennistafel is gemaakt van 20 jaar oude treinvloeren, die vrijgekomen zijn bij de modernisering van dubbeldekkers.

Wat is jullie belangrijkste tip voor andere bedrijven?

Göddeke: ‘Zie rapporteren op CSRD vooral als een kans. Maak inzichtelijk hoe je ervoor staat en met welke partners in de keten je moet samenwerken. Een belangrijke verandering is namelijk dat bedrijven niet langer alleen naar hun eigen activiteiten kijken, maar naar de gehele waardeketen. Dit betekent ook de impact van leveranciers en productieprocessen. Kijk naar circulaire ketenoplossingen en focus op samenwerking binnen ecosystemen om impact te verminderen. Dat is niet eenvoudig, dus begin op tijd.’

Leenders: ‘Met afval reduceren kun je vandaag al beginnen. Bijvoorbeeld door goed naar je inkoopproces te kijken welk afval er binnenkomt via leveranciers. Begin klein met een pilot. Laat zien dat het kan en loont. Zoek partners en leer van elkaar. Je kunt het niet alleen.’