Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Energiebedrijf wordt hardwareleverancier

Toen niemand de gewenste interactieve thermostaat kon ontwikkelen, besloot energiebedrijf Eneco het apparaat gewoon zelf te ontwikkelen. Koning commodity wordt hardwareleverancier, met een beetje hulp van twee Nederlandse techbedrijven. 

 

Het ziet eruit als een tablet, maar het is een interactieve thermostaat. Energiebedrijf Eneco ontwikkelde het apparaat, ‘Toon’ genaamd, zelf. Daarmee is het de eerste keer dat het bedrijf een fysiek product gaat verkopen. Dat was niet direct een bewuste keuze, vertelt directeur retail Hans Valk tegenover MT.nl. “Anderhalf jaar geleden zijn we op zoek gegaan naar een hardwarepartij voor de levering van een nieuw soort thermostaat. We zijn in gesprek gegaan met verschillende grote spelers in de thermostatenmarkt; allemaal zeiden ze het een interessant project te vinden, maar toch nog niet klaar te zijn voor deze stap. Dus toen dachten we: kunnen we het niet gewoon zelf doen?”

Van dunne marges naar advies

Zo makkelijk is dat niet, zeker niet voor een energieleverancier of, zoals Valk het zelf omschrijft, voor “koning commodity”. Valk: “Het was niet zo dat we dachten: dat doen we wel even.” Toch is het niet zo’n heel onlogische stap als je goed kijkt naar de veranderende rol van energiebedrijven. Valk: “Wij groeien langzaam naar een ander businessmodel toe. In de oude situatie wilden we zoveel mogelijk energie met een hele dunne marge verkopen. Tegenwoordig adviseren wij mensen over hun energieconsumptie, waardoor mensen minder af hoeven te nemen. Mensen besparen op energie, wij verdienen aan het advies dat we daarvoor geven.” 

Vol sensoren

Eneco’s ‘Toon’, een apparaat dat er verdacht veel als een tablet uitziet, is een nieuw onderdeel van die adviesfunctie. Het apparaat kan klanten realtime inzicht geven in het energieverbruik. Het afgenomen energieproduct wordt vooraf in het apparaat ingeladen, waardoor het daadwerkelijke gebruik kan worden afgezet tegen het gemiddelde maandbedrag dat wordt betaald voor gas en elektriciteit. Valk: “We moesten alles zelf uitvinden. Het apparaat zit bijvoorbeeld vol met sensoren, die compatible gemaakt moesten worden met honderden verschillende soorten gasmeters en elektriciteitsmeters.”

Niet té uitgebreid

Helemaal alleen stond het energiebedrijf niet. Via consumentenpanels en focusgroepen werd de consumentenbehoefte gepeild, voor de uiteindelijke ontwikkeling van Toon schakelde het de hulp in van de Nederlandse techbedrijven Quby en Prodrive. “Zo is het een echt Hollands product geworden”, aldus Valk. “De naam is ook bewust in het Nederlands. We hebben geprobeerd het simpel en compact te houden. Dat geldt ook voor de uitvoering. Er zijn in principe enorm veel toepassingen te bedenken voor dit soort thermostaten, maar als je het té uitgebreid maakt, heeft de klant geen overzicht meer. De technologie op zo’n manier verwerken dat het voor een breed publiek begrijpelijk blijft, dat was de grote uitdaging voor ons.” 

Het promofilmpje van Eneco over Toon:

Abonnementmodel

Inmiddels wordt Toon getest bij veertig huishoudens, vanaf mei zal het apparaat te koop zijn voor 120 euro, plus een maandelijks bedrag van 3,50 euro voor het gebruik van de verschillende informatiediensten. Naast inzicht in energieverbruik, biedt Toon bijvoorbeeld file-informatie en een applicatie van Buienradar, die via wifi continu bijgewerkt kunnen worden. Eneco werkt ook aan nieuwe diensten, waaronder een smartphone-applicatie waarmee ‘Toon’ op afstand kan worden bestuurd. De verwarming alvast aanzetten op je werk, voordat je naar huis gaat? Check! Deze applicatie is vanaf de zomer beschikbaar. Valk: “Dit is een meerjarenplan voor ons, waarbij we steeds betere diensten zullen introduceren. Het moet ervoor zorgen dat de thermostaat veel wordt gebruikt, waardoor mensen vaak worden geconfronteerd met hun energieverbruik.” 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nest Labs

Kortom: innovatie van een thermostaat, in Nederland, het kan. Internationaal staan ze daarin ook niet stil trouwens, zo is er recentelijk in de Verenigde Staten een kleine hype ontstaan over de lerende thermostaat van Nest Labs, die is ontwikkeld door iPod-ontwikkelaar Tony Fadell. Is ‘Toon’ het antwoord van Eneco op deze gadget die er (eerlijk is eerlijk) nét iets flitsender uitziet? “Inderdaad”, zegt Valk. “Maar eigenlijk is onze thermostaat beter. Ik wil natuurlijk niet arrogant klinken, want het apparaat van Nest Labs is erg knap gemaakt, maar onze versie heeft verdergaande mogelijkheden. Het is niet zelflerend, een gebruiker krijgt er juist zelf beter inzicht van.”

Lees ook:

Waaerom iPod-man de thermostaat aanpakt

Hoe de Indiase gierencrisis een perfecte metafoor is voor falend management

Toen miljoenen gieren stierven in India, volgde een economische ramp van 32 miljard euro en stierven honderdduizenden mensen. Dezelfde fatale denkfout die daartoe leidde, zien we dagelijks terugkomen in Nederlandse boardrooms, schrijft innovatie-expert Simone van Neerven.

india gierencrisis
Foto: Getty Images

Halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw begint het sterftegetal in bepaalde regio’s in India toe te nemen. Het is onduidelijk waarom mensen te vroeg sterven, maar de problemen lijken het grootst in drukke verstedelijkte gebieden. Al gauw ontdekt men dat ook het aantal gieren ontzettend is afgenomen. Nog niet zo heel lang geleden telde India zo’n 50 miljoen gieren, maar daarvan is ondertussen zo’n 97 procent verdwenen. Die gieren blijken een cruciale rol te vervullen.

In India is de koe heilig en mag die niet worden opgegeten. Zodra een koe overleed, doken de gieren erop af en aten het karkas in een mum van tijd op. Het was een fantastisch werkend systeem voor afvalverwerking en ziektepreventie, maar door het verdwijnen van de gier bleven de karkassen lang liggen.

Bacteriën en ziekteverwekkers kwamen in het drinkwater terecht en konden zich onbelemmerd verspreiden. Straathonden namen de rol van de gieren over, maar die zijn veel minder effectief in het opruimen van rottende resten en werden bovendien zelf ook ziek. Dat leidde tot meer hond-gerelateerde problemen, zoals agressie en een stijging van hondsdolheid, die ernstige gevolgen hadden voor de volksgezondheid. Elk jaar stierven er zo’n 100.000 mensen.

Grote stappen, snel thuis

Bij nader onderzoek bleek dat de gieren stierven door nierfalen. De koeienkarkassen die ze aten zaten namelijk vol met diclofenac, een goedkope pijnstiller die voor vee prima werkt maar dodelijk is voor gieren. Naarmate de boeren dat middel steeds vaker en in grotere hoeveelheden aan hun zieke koeien toedienden, steeg ook de sterfte onder de gieren.

In plaats van de tijd te nemen om op zoek te gaan naar de kern van het probleem, neemt men maar al te graag het snelle pad. De nadruk ligt veel te vaak op het snel fixen van problemen. Er wordt niet ingezien dat het herstellen van ontstane problemen achteraf juist veel meer tijd, geld en energie kost.

In het voorbeeld van de gierensterfte in India sprong Elam Pharma maar al te graag in het gat om zieke koeien beter te maken met medicijnen en daar flink veel geld mee te verdienen. Uiteindelijk was de gevolgschade enorm. De inschatting is dat het de Indiase samenleving zo’n 32 miljard euro per jaar heeft gekost.

Pleister op pleister

Bij het oplossen van problemen wordt er vaak opportunistisch en reductionistisch gehandeld zonder de tijd te nemen om goed te onderzoeken wat er daadwerkelijk aan de hand is. We verliezen daarmee het grote geheel volledig uit het oog. De oplossingen die worden bedacht zijn suboptimaal en zorgen op hun beurt vaak juist weer voor nieuwe problemen.

Dit fenomeen van compartimenteren zie je overal terug. Bij de overheid die complexe problemen opknipt en verdeelt over de ministeries waardoor er vervolgens geen logisch en zelfs onuitvoerbaar beleid ontstaat waar geen touw aan vast te knopen is.

Verzuiling en interne concurrentie

In veel organisaties gebeurt precies hetzelfde. Daar werken afdelingen als strategie, innovatie, sustainability, (digitale) transformatie, IT en D&I nauwelijks met elkaar samen, terwijl ze wél veel raakvlakken en uiteindelijk óók hetzelfde doel hebben. Sterker nog, ze concurreren met elkaar om dezelfde resources en vechten daar hard voor om zo hun eigen KPI’s te halen, volledig blind voor het grotere plaatje.

In plaats van met elkaar samen te werken, werken ze elkaar tegen en zijn ze druk bezig om problemen weg te werken die een andere afdeling heeft veroorzaakt. De organisatie wordt er niet beter van en de echte problemen blijven onopgelost.

Bezint eer ge begint

Ren dus niet achter de feiten aan. Het loont vaak om wat langer stil te staan bij het probleem. Want door daar dieper in te graven, komt men tot andere inzichten.

Toen Jerry Sternin van Save the Children jaren geleden de opdracht kreeg om de ondervoeding van Vietnamese kinderen aan te pakken, trok hij de dorpen in om in gesprek te gaan met bewoners en met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. Hij ontdekte dat er ook arme gezinnen waren waar de kinderen wel gezond waren.

In plaats van na te denken over hoe hij de logistiek van een enorm voedsel distributieprogramma van de grond zou krijgen, stelde hij zichzelf de vraag: “Hoe kan het dat de kinderen van sommige arme gezinnen wel gezond zijn?”. De inzichten die hij kreeg door hier verder op door te gaan, hielpen hem om een programma op te zetten dat gebruik maakte van lokale voedselbronnen die voorheen niet werden gebruikt waardoor het probleem veel structureler werd opgelost.

In het geval van de gieren in India had de vraag niet moeten zijn “Hoe krijgen we de koeien weer gezond?”, maar “Waarom worden die koeien eigenlijk ziek?”.

Lees ook deze columns van Simone van Neerven: