Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bol.com verkocht, wie volgt?

Ahold blijft zijn huiskleuren trouw en koopt Bol.com. De overname zal, zoals vaker, andere partijen wakker schudden en mogelijk andere deals uitlokken. Maar hoe aantrekkelijk zijn de Nederlandse webshops?

 

Met Bol.com heeft Ahold een kleine, maar fijne acquisitie gedaan, zeggen de analisten die het supermarktconcern volgen. Dat mag vanuit het perspectief van de grootgrutter zo zijn, Bol was en is een grootmacht in de Nederlandse e-commerce. En blijkbaar zó interessant, dat Ahold er eenmaal de omzet voor over heeft.

De top drie…

Hoe groot is Bol.com dan? Twinkle, het magazine dat de wereld van de webshops volgt, stelt jaarlijks een ranglijst van grootste webwinkels op: de Twinkle 100. In de jongste editie van de lijst staat Bol met een omzet van 318 miljoen op een trotse 2e plek, achter RFS Holding, het bedrijf dat met Wehkamp.nl en Create2Fit 423 miljoen omzette in 2010. De nummer 3 is – toevalig – Ahold, dat met Albert.nl voor 149 miljoen aan toiletpapier, kratten bier en potten pindakaas versjouwde.

…en de rest

De Twinkle 100 maakt ook duidelijk hoe afwisselend en versplinterd het e-commerce landschap in Nederland is. Traditionele winkelformules als Hema, V&D en Blokker bevolken de top van de webwinkels en streven in sommige gevallen postorderbedrijven voorbij zoals Neckermann en Otto, voor wie kopen op afstand toch de natuurlijke habitat was. Grote merken als H&M, Apple en KPN doen inmiddels ook tientallen miljoenen van hun omzet online, reizen en (vlieg)tickets vormen een buitencategorie die goed is voor enorme omzetten.

Barbecuespeciaalzaak.nl

Bol.com is een succesrijk voorbeeld van een pure online partij die een sterke winkelformule heeft neergezet, eerst nog als dochter van een Duitse mediagigant. De Rotterdammers van Coolblue doen het ook heel goed: zij zetten tegen de 70 miljoen euro om in allerhande elektronica. Coolblue is inmiddels hard bezig een merk te bouwen, maar is begonnen zoals veel webshops: de juiste domeinnamen claimen en goed zoekbaar maken: met mp3shop.nl, laptopshop.nl begon het succes. Ook webwarenhuis Fonq.nl heeft het inrichten van dergelijke nichewinkeltjes tot kunst verheven: meer dan honderd domeinen exploiteert het, van Afvalemmershop.nl tot Barbecuespeciaalzaak.nl. 

Alles gaat online

De onderliggende trend is duidelijk: alle aankopen die je in de échte wereld deed, maar ook online kunnen worden gedaan, verschuiven voor een flink deel naar het web. Dat merken de traditionele winkeliers, de vastgoedwereld en stadsbestuurders al erg goed. Schoenen? Zalando bewijst dat je die ook online kunt aanschaffen. Een auto? Daar went de consument ook langzaam maar zeker aan, kijk maar naar auto.nl. De groei in online is er nog lang niet uit en ondernemers, van thuiswerkers tot en met beursgenoteerd, haken daarop in, zeker nu de crisis een rem zet op de 'normale' verkopen.

Omzetpotentie enorm

De drempel om een kleine webshop te openen is betrekkelijk laag, de potentie kan enorm zijn: Claudia Willemsen begon ooit na een zolderverkoop van kinderkleding met Kleertjes.com voor zichzelf, en heeft nu een bedrijf met 125 man personeel, (in 2010) 14 miljoen euro omzet en staat halverwege de top 100. Ook Patrick Kerssemakers behoort met Fonq.nl tot de snelstgroeiende techbedrijven van de Benelux: hij stond een paar jaar in de Deloitte Technology Fast50, na een omzetgroei van 574 procent over 5 jaar. "Wij zijn snel groot geworden, maar dat is relatief: we deden vorig jaar iets meer dan 20 miljoen omzet." 

Marges flinterdun

Dat klinkt formidabel, maar de marges die in de retail van baksteen en cement soms al niet over houden, zijn online nog eens een stuk magerder. "De concurrentie is, zeker in Nederland, groot en de transparantie natuurlijk optimaal. Van online word je niet rijk, tenzij je hele grote volumes gaat draaien." Dat was meteen niet de onbelangrijkste reden waarom Kerssemakers zich vorig jaar liet overnemen door RFS Holding: de synergie die samenwerking met een grote zuster als Wehkamp oplevert, helpt Fonq.nl doorgroeien.

Wie biedt?

Die lage marges, plus in veel gevallen de noodzaak om toch ouderwets voorraadhoudend te zijn, maakt webwinkels niet eens zo heel interessant om in te investeren, ondanks de omzetgroei en de marktdynamiek die als regel toch veel venture capitalbedrijven en private equityhuizen hongerig maakt. De kater van de vorige internetkrach heeft ze bovendien lang allergisch gemaakt voor 'B2C'. Kerssemakers: "Het is ook een heel ander vak dan de traditionele retail, waar toch wel veel private equitygeld in zit. Maar wat maakt dat Hema, V&D en Kruidvat zo winstgevend? Dat is de afgelopen decennia het onroerend goed geweest.  Zonder winkelvastgoed is het alleen handel, en daar wordt je niet rijk van."

Investeerders

Toch trekt de verschuiving van offline naar online retail wel kapitaal aan. Kerssemakers zelf vond een strategische partner, Willemsen van Kleertjes.com vond investeerders, die in 2010 tweederde van het bedrijf overnamen. De partijen achter Bol.com die nu cashen zijn private equityhuizen Cyrte en NPM Capital, die het bedrijf eerder loskochten van Bertelsmann. Van den Ende en Deitmers stapten al in en uit, de fotoalbums van Albumprinter en Wehkamp zelf zijn in handen van onder meer ex-KPN kopstuk Ad Scheepbouwer. Sinds afgelopen zomer staat moeder RFS te koop; uitgerekend zowel Ahold als Bol werden genoemd als mogelijke kopers.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Kopers

Jammer voor Scheepbouwer, want wie maakt hem nu los? Traditionele retailconcerns nemen de online wereld inmiddels bloedserieus, zeker nu hun omzetten in de echte wereld door de crisis onder druk staan. De grootsten hebben op eigen kracht al een redelijke aanwezigheid op het web opgebouwd, maar wie het heeft gelaten bij een teen in de vijver, zal nu moeten uitbreiden. En een stevige webwinkel zet je niet in een jaartje neer. Wehkamp is voor velen een te grote kluif, maar daar staat tegenover dat vele kleine webwinkels juist te weinig omzet boeken om interessant te zijn voor bestaande winkelketens.

Buitenlanders

Zo bezien zal de koop van Bol.com misschien geen binnenlandse overnamegolf uitlokken. Toch lijkt nu het moment om toe te slaan, ook onder druk van de aandacht vanuit het buitenland. Amazon maakt plannen om (eindelijk) een Nederlands filiaal te openen. Achter het succes van Zalando gaat een Duits internetbedrijf schuil met enorme ambities en hele diepe zakken: binnenkort komt het met een online meubelwarenhuis naar Nederland. Het zal niet voor het eerst zijn dat buitenlanders de lokale spelers verdringen, stelt Kerssemakers: H&M, Zara, BCC, Media Markt; in de winkelstraten is dat de afgelopen periode al hard gegaan. "Zalando heeft vanuit het niets miljoenen opgehaald en doet nu 100 miljoen omzet, met een marketingbudget van hier tot Tokio. Nederlandse retailers moeten oppassen dat hun marktaandeel niet ook online wordt weggesnoept door buitenstaanders."

Lees ook:

Een innovatiemanager aanstellen is het stomste dat je kunt doen

Innovatiemanager aanstellen? Grote fout! Zodra je iemand verantwoordelijk maakt voor vernieuwing, wijst de rest ernaar en denkt: 'Niet mijn probleem.' Afas-ceo Bas van der Veldt vertelt hoe een 24-uurs hackathon meer bereikt dan maanden vergaderen.

bas van der veldt afas innovatiemanager hackathon
Bas van der Veldt is groot fan van hackathons om innovatie in de hele organisatie aan te jagen. Foto: Afas

Eind maart liep een man met een bouwvakkershelm en een werkhesje door ons atrium. Hij keek rond, en kletste wat voor zich uit. ‘Links achter het podium zit een kier in de muur, die zou je eigenlijk dicht moeten kitten. Ik denk dat dit 50 euro kost. De vloer vooraan is niet helemaal egaal, daar moeten we ook wat aan doen.’

Op het grote scherm werd zijn tekst live getranscribeerd door een AI-tool, én geplaatst in een schema met probleem-, oplossings- en kostenvelden. Een andere tool pakte die tekst weer op en genereerde meteen een offerte.

In de zaal keken we met open mond toe. Fantastisch! Niemand had drie jaar geleden gedacht dat dit zou kunnen.

24 magische uren

De man met de helm was geen bouwvakker, en in onze muren zitten geen kieren. Dit was een presentatie van een van de teams die meededen aan onze hackathon, een jaarlijks event waarin we met collega’s en een aantal experts van buiten zo’n 24 uur aan de slag gaan met iets dat we interessant vinden. De teams kiezen zelf hun onderwerp en aan het einde presenteren ze hun uitkomsten.

Het is magisch wat we in een dag en een nacht bereiken met elkaar. En ik denk dat die magie precies is wat organisaties die willen innoveren nodig hebben.

Want hoe gaat dat nu? Bestuurders zeggen: ‘We moeten anders gaan werken. De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe, we willen onze klanten beter bedienen, we willen eigenlijk ook iets met AI.’  Zulke dingen.

Vervolgens hebben ze geen idee hoe ze dit moeten aanpakken. En daarom stellen ze er iemand voor aan: de innovatiemanager. Maar dat is ongeveer het stomste dat je kunt doen. Dan gaat de rest namelijk naar die manager wijzen: innovatie is van hem, niet van mij.

Alsof vernieuwing iets is dat los van je organisatie staat, en vervolgens uitgerold of geïmplementeerd moet worden. Terwijl je juist wilt dat innovaties vanuit je bedrijf komen. Een hackathon helpt daar enorm bij. Ook voor laten we zeggen een overheidsdienst die alle communicatie met inwoners nu eens echt strak wil trekken.

Lees ook: Zo hield Squla-moeder Futurewhiz een AI-hackathon waar nu al producten uitrollen

Het succes zit in drie ingrediënten: dat je in een team aan de slag gaat, dat je dit buiten je kantoor doet en dat je het onder flinke tijdsdruk zet.

De kale mannen + Patrick

Teams geven een fantastische energie. Zeker als je ze een naam geeft. Zo waren er bij ons teams als ‘De Taaltovenaars’ en ‘De kale mannen + Patrick’ (precies ja, dat bestond uit kale mannen, en Patrick die nog wel dakdekking heeft).

En we zaten niet op onze gewone werkplekken, maar verkasten naar ons atrium. Denk: grote tafels met laptops, airhockeytafels, hangbanken, eten, drinken en veldbedjes in de sportzaal. Dat helpt wel om in die 24 uur echt iets neer te zetten.

Neem de presentatie van onze collega Beatrix. Zij schrijft de releasenotes van Afas, waarin staat wat er allemaal veranderd is in de nieuwste versie van onze software. Dat is echt veel werk. Ze moet precies in kaart brengen wat er is gebeurd, of daarmee een fout is opgelost, of dat het om iets nieuws gaat, en dan moet ze de note zelf nog schrijven. Het is, kortom, gedoe.

Ze had daarbij al wel hulp van AI, maar dat werkte nog niet helemaal lekker (AI die bij alles jubelt: ‘gave nieuwe functionaliteit’,  terwijl er soms ook gewoon een irritant probleem is opgelost).

Druk met gedoe

Beatrix kwam niet toe aan het optimaliseren van dat proces, want ze was altijd druk met … gedoe. Vandaar dat haar wens op de hackathon was: kijken of ik AI zo veel beter kan prompten dat het werk gemakkelijker wordt. Ze kreeg daarbij hulp van Kyra, een AI-specialist die bij Orq werkt.

Samen gingen ze aan de slag. Ze automatiseerden het testen van prompts, ze verbeterden de releasenote-prompt en ze zorgden dat de gegevens in een vaste structuur worden weergegeven (voor de nerds: JavaScript Object Notation).

Dit gaat haar echt úren werk schelen. Ze hoeft een groot deel niet meer te schrijven. Ze hoeft alleen maar te controleren.

Lees ook: Werk slimmer met AI: deze 9 praktische tips maken je 30 tot 40 procent productiever

Terug naar de succesfactoren. Tijdsdruk is de laatste. En dat is wel een verhaal apart. Het dwingt je om niet alles tot in detail uit te denken, maar afslagen te nemen in je proces. Je kiest er bijvoorbeeld voor om een oplossing eerst alleen in het Nederlands te presenteren en niet ook in het Engels. Of je kiest ervoor om de gevolgen voor privacy even te laten voor wat ze zijn. Dat komt dan later wel.

The last mile

En precies hier heb je als ceo een belangrijke rol. Want kijk: je kunt nog zo’n fantastische innovatie bedenken, klanten hebben er pas iets aan als ze het kunnen gebruiken. En daarvoor moet je de denkstappen die je tijdens een hackathon hebt overgeslagen alsnog zetten. In de softwarewereld noemen we dat ‘the last mile’.  En die is vaak het lastigst.

Mensen zeggen: ‘Ja, maar dit is onmogelijk, en dat is onmogelijk.’ Ze zien dan allerlei beren op de weg.

Die wil ik niet zien. Ik zeg gewoon: prachtige innovatie, strik erom, we presenteren hem over drie maanden op onze Afas Open (onze jaarlijkse klantendagen waarop we ook de nieuwste versie van onze software introduceren). Dan vliegt iedereen in de gordijnen. En dat begrijp ik ook, maar als we niet aan de slag gaan, hebben we niks. Bovendien zijn sommige beren ook echt niet zó groot.

Neem die meertaligheid. Hoe erg is het om een nieuwe functionaliteit eerst alleen in het Nederlands te hebben? Als blijkt dat veel klanten meertaligheid in onze software missen, is dat geen probleem. Dan nemen we dat in de volgende versie mee.

Voor andere organisaties is dat niet anders. Neem die overheidsdienst. Hoe erg is het als niet álle brieven in één keer klaar zijn? Je hebt in ieder geval een begin waarmee je alweer een groot deel van je klanten blij maakt. En daar gaat het om.

Lees ook deze columns van Bas van der Veldt: