Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Android heeft nog lang niet gewonnen

U twijfelt nog tussen een Android of iPhone? Misschien bent u zelfs zo eigenzinnig dat u een Windows-toestel overweegt. Groot gelijk, want de strijd rond mobiel internet kent nog lang geen winnaars. Nu lijkt Android weer op zijn retour.

 

Jazeker, er zijn inmiddels meer Android-telefoons verkocht dan iPhones. Dat maakt Android marktleider. En ook de tablets die draaien op Googles besturingssysteem lopen heel snel in op de onvermijdelijke iPad. Maar dat gaat vooral over hardware: de echte strijd tussen Android en Apple draait om de apps, de toepassingen die hebben gezorgd voor de definitieve doorbraak van mobiel internet. 

iOS blijft favoriet

En juist op dat terrein is er beroerd nieuws voor het Android-kamp. Ondanks alle moeite die Google zich getroost om  het softwareontwikkelaars naar de zin te maken, lijken die nog altijd meer gecharmeerd van de concurrent, iOS van Apple. Daarop wijst althans een studie van Flurry, een leverancier van marketingdiensten aan uitbaters van apps.

Tweemaal zoveel nieuwe apps

In de maand januari zijn minder nieuwe Android-apps ontwikkeld door Flurry-klanten dan in dezelfde maand van 2011. De verhouding is ruwweg drie op één: voor elke Android app worden drie Apple toepassingen in elkaar gezet. Vorig jaar werden 'slechts' tweemaal zo veel Apple-apps ontwikkeld als Android-programma's.

Enthousiasme over Android tanende

Nou zeggen die cijfers niet alles over de app-markt: misschien trekt Flurry gewoon meer iOS-fans aan als klant. Maar er zijn meer tekenen dat de razendsnelle inhaalslag waaraan Android in 2008 begon met zijn allereerste G1 een beetje vaart begint te verliezen. Nog steeds heeft Apple 550.000 apps in zijn App Store, een stuk meer dan de 400.000 van de Android Market. Ook een marktonderzoeker als IDC trof bij ontwikkelaars minder mensen 'zeer geïnteresseerd'  in het apps bouwen voor Android dan voorheen. En het zijn toch de apps die klanten naar de toestellen en het besturingssysteem lokken. 

Het ligt aan de winkels

De voorkeur van ontwikkelaars voor het iOS van Apple laat zich verklaren: tijd en geld. Voor het iOS ontwikkelen blijkt eenvoudiger en minder omslachtig. Bovendien worden de apps aangeboden via iTunes, een winkel die veel meer omzetpotentie heeft dan de Android-markt. App-marktonderzoeker Distimo kwam in een vergelijking van de 200 bestverkochte apps in beide winkels zelfs tot een zes keer hogere omzet voor de Apple-winkel. Apple heeft daar de touwtjes strak in handen, maar levert in ruil daarvoor wel meer klanten die zich graag laten verleiden tot betalen. Bij Google kan misschien meer, hoewel ook de Android Market wordt gescand op malicieuze software, maar er zijn een stuk of negentig Android-winkels waar een app kan worden aangeboden. En Android heeft toch veel meer het aura van 'gratis'  om zich heen.

Strijd nog niet gewonnen 

De tegenvaller voor Android betekent nog niet dat de strijd gewonnen is door Apple en dat we massaal aan de iPhone en iPad moeten (blijven). Voor de korte termijn biedt Apple misschien betere kansen voor ontwikkelaars die hun brood moeten verdienen met apps, maar op de langere termijn zit er zeker muziek in Android.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Open vs. gesloten

Apple is en blijft een gesloten systeem, met alle voordelen maar ook de nadelen van dien (denk aan de uitgevers die 30 procent van hun omzet moesten afstaan aan Cupertino). Achter Android staat niet alleen Google, maar ook de grootste hardwarefabrikanten ter wereld uit de Open Handset Alliance. Die brede basis valt als een voordeel uit te leggen, maar leidt ook tot versnippering: zeker nu Google toestemming heeft gekregen om Motorola Mobility te mogen overnemen, staan partijen als Samsung en HTC niet meer onvoorwaardelijk achter Google. 

Wordt vervolgd.

Lees ook:

48% van de mkb-ondernemers weet niet wat hun gemiddelde uurprijs is

In samenwerking met Teamleader - Specialist in bedrijfssoftware voor het mkb Teamleader onderzocht samen met onderzoeksbureau iVox wat de gemiddelde uurprijzen zijn per sector. Hierbij kwamen ze erachter dat bedrijven maar weinig inzicht hebben in hun eigen uurtarieven en winstgevendheid. Wat ook opvalt: diezelfde ondernemers verwachten dat data hen gaat helpen hier in de toekomst verandering in te brengen.

Peter van Wijnaerde Teamleader

Peter Van Wijnaerde, Brand Strategy Director bij Teamleader, vertelt dat de uitkomsten van het onderzoek ondernemers kan helpen om de juiste prijs te bepalen. Het kan namelijk dienen als een benchmark. ‘Als je wilt bepalen of een munt over of ondergewaardeerd is, gebruik je de Big Mac Index. Als je wilt weten of je uurprijs redelijk is, kijk je naar het gemiddelde in je branche. Daarom hebben we dit onderzoek uitgevoerd. Het is het begin van onze zoektocht naar wat een uur eigenlijk waard is.’

Grote verschillen tussen én binnen sectoren

Uit het onderzoek blijkt dat de helft (48%) van de ondervraagde bedrijven zelfs geen idee heeft wat hun gemiddelde uurprijs is. In het verlengde daarvan weet 38% niet precies hoeveel winst er gemiddeld per uur wordt gemaakt. Van de bedrijven die wel weten wat ze verdienen, ligt de gemiddelde uurprijs rond de € 77. Wel zijn er grote verschillen tussen sectoren. In de publishing en printing sector wordt het meest verdiend, hier ligt de uurprijs gemiddeld op € 131. In de administratiesector ligt de uurprijs met € 62 het laagst.

Van Wijnaerde vertelt dat de uurprijzen ook binnen sectoren flink verschillen. ‘Dat vind ik eigenlijk veel interessanter dan de verschillen tussen sectoren. In sommige branches liggen de hoogste en laagste uurprijzen ver uit elkaar.’ Neem bijvoorbeeld de sector training & coaching services. De uurprijzen liggen hier tussen de € 42 en € 250 per uur. Een mogelijke verklaring hiervoor de grote hoeveelheid coaches en het feit dat coaching geen beschermd beroep is.

Tip: lees het volledige onderzoek om te zien wat het gemiddelde tarief is binnen jouw sector.

Een gebrek aan inzicht

Het valt Van Wijnaerde op dat veel bedrijven maar weinig inzicht hebben in hun uurprijzen en winstgevendheid. Dat is opvallend, aangezien slechts iets meer dan één op de vijf (22%) de hoge inflatie en personeelskosten volledig heeft kunnen compenseren met een hoger uurtarief. Ook hebben bedrijven weinig zicht op welke klanten wat opbrengen. Maar liefst 40% weet niet altijd hoe winstgevend afzonderlijke klanten zijn.

Ondanks dit gebrek aan inzicht verwacht maar liefst zeven op de tien (68%) van de respondenten dat hun bedrijf in de toekomst meer gebruik zal maken van data-analyse en business intelligence om te groeien. Nog eens zeven op de tien (70%) respondenten geven aan dat zij het analyseren van bedrijfsdata zien als een voorwaarde om te kunnen groeien als onderneming. ‘Dat verraste me eigenlijk wel in het onderzoek. Enerzijds wil men graag verder met digitalisering en data-gedrevenheid, maar anderzijds hebben ze weinig inzicht in hun prijs en winstgevendheid’, zegt Van Wijnaerde.

Dit werpt de vraag op waarom bedrijven zo weinig inzicht hebben in hun eigen uurprijzen. ‘Veel mensen vinden het helemaal niet leuk om zich bezig te houden met facturering en administratie. Ondernemers focussen liever op verkopen, bouwen en ontspannen met hun teams’ lacht Van Wijnaerde. ‘We hebben in eerder onderzoek gevraagd waar ondernemers zich het liefst mee bezig houden. Helemaal onderaan die lijst staan uurprijs en de administratie.’

Digitalisering als drijvende kracht

Wil je graag meer inzicht in je winstgevendheid? Van Wijnaerde legt uit dat het digitaliseren van offertetrajecten, kostenplaatjes en facturering een belangrijke en laagdrempelige stap is om meer datagedreven te worden. ‘Nu wordt dit nog te vaak in spreadsheets gedaan. Ondernemers hebben ten onterechte het gevoel dat het digitalisering op dit gebied duur is en dat je hier een fulltime medewerker voor nodig hebt. Dat hoeft helemaal niet!’, stelt Van Wijnaerde. ‘Als je dit digitaliseert ben je hier minder tijd aan kwijt en krijg je waardevolle inzichten. Zo kun je nog meer inzetten op de groei van je bedrijf.’