Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Thuiswerken maakt je dommer! Tenzij je deze tips toepast

In welke omgeving je werkt, maakt veel uit voor hoe productief je bent. En zo zijn er meer tips voor thuiswerken, schrijft columnist Remco Claassen. Hij put onder meer inspiratie uit een uitspraak van Albert Einstein.

thuiswerken tips uit onderzoek

Leiderschap gaat enkel over koers. Vooruitkijken en richting geven aan jezelf en je collega’s. En dan heb ik het niet alleen over die figuurlijke ‘stip op de horizon’, maar juist ook wáár je fysiek naar kijkt.

In veel branches is gebleken dat thuiswerken ons productiever maakt. En, na een periode van wennen, werken veel medewerkers ook best graag thuis.

Zelf moet ik er niet aan denken, want het podium met livepubliek is mijn favoriete plek. Zonder ‘warm vlees’ in zaal komt mijn kwispelstaart niet op gang.

Maar het idee ‘minder reizen, meer presteren’ klinkt natuurlijk mooi. Goed voor het milieu en direct minder kosten voor huisvesting. ‘Grote werkgevers stoten rigoureus kantoorruimte af’, kopte het FD.

Maar maakt thuiswerken je ook creatiever of slimmer? Is dat thuiskantoortje, de hoek van de slaapkamer of je zolderkamer waar je de hele dag Teams-meetings aan het houden bent wel goed voor je?

Je bent echt geen computer

Daar is natuurlijk onderzoek naar gedaan. Veel van dat onderzoek is verzameld in het fascinerende The Extended Mind van Annie Murphy Paul.

Het begint met een algemene misvatting die je overal terug ziet komen; een vergelijking die je vast zelf ook weleens maakt: je brein is net een computer. Soms een handige metafoor, maar je kunt de plank er ook volledig mee misslaan.

Thuiswerken op je zolderkamertje maakt je vaak letterlijk dommer

Neem je laptop. Of hij nu diep verstopt in een kelder ligt of met zijn webcam gericht op het mooiste uitzicht van het land, die elektronica doet altijd hetzelfde. Dat is bij jou en mij echt wel anders.

Hoe anders voelt het om tegen een muur aan te kijken dan met een prachtig uitzicht over een meer? De conclusie van Paul verwondert me dan ook niets: thuiswerken op je zolderkamertje maakt je vaak letterlijk dommer.

Maar zoals altijd zijn er kanttekeningen en zaken te leren uit het onderzoek.

Meer bereiken met minder energie

Je kunt je omgeving slim inzetten, als je weet hoe. De eerste stap is om jezelf de vraag stellen: wat heb je nu nodig? Creativiteit? Productie? Focus? Ontspanning?

Als je ervoor zorgt dat waar jij aan de slag gaat past bij wat je voor elkaar wilt krijgen, dan beloof ik je dat je sneller en beter werkt. Bovendien kost het dan ook nog eens minder energie.

De ruimte waar je bent, heeft direct effect op hoe goed je kunt nadenken, en zelfs op hoe je je voelt. De ene keer is creativiteit belangrijk, de andere keer meters maken met je rapport. Daar moet je je werkomgeving op aanpassen.

Er is dus ook geen ‘one size fits all’ ideaal kantoorontwerp. Je wilt niet weten hoeveel energie het je brein kost om in een kantoortuin een gesprek te negeren, zo eentje waarvan je nét kunt verstaan wat er gezegd wordt. Probeer je dan maar eens te focussen op het schrijven van een memo.

Kies je plek, afhankelijk van het doel

Dus kies je plek afhankelijk van je doel: lekker veel contact met collega’s kan je op nieuwe ideeën brengen. Moet je gefocust zijn, zorg dan dat je zo min mogelijk afgeleid wordt. Dan is die zolderkamer misschien toch niet zo’n gekke plek.

Wil je creatief zijn en je gedachten de ruimte geven, maar heeft je werkplek niet zo’n lekker uitzicht? Hop, naar buiten! Want gedegen onderzoek laat zien dat je meetbaar minder creatief bent, alleen al als je verder van het raam zit dan je collega’s.

Misschien is het je weleens opgevallen dat als je wandelt er gemakkelijker ideeën ontstaan? Daar ben je absoluut geen uitzondering in. Weidse uitzichten geven ruimte voor grootse ideeën. Zoals Nietzsche ooit zei: ‘Geloof nooit een idee wat niet geboren is in open lucht van de vrije beweging.’

Of doe het zoals Duncan Wardle, voormalig creative director bij Walt Disney. Hij zweert bij time gaps en activity switching. Hij propt bijvoorbeeld de grove kaders van een beginnend idee in zijn hoofd en gaat daarna iets totaal anders doen. Om vervolgens een paar uur later, vies of niet, de douche in te stappen en daarna zijn hoofd leeg te schrijven.

Zes op de tien keer heeft hij direct een geweldig idee, de volgende 30 procent komt wanneer hij de volgende dag wakker wordt. En de laatste 10 procent van de gevallen komt er enkel bagger en cancelt hij het initiatief compleet.

Motivatie met reminders

Maar er is meer wat je kunt doen om je omgeving zó in te richten dat deze jou net dat beetje voordeel geeft. Een simpele truc is om je werkplek een beetje aan te kleden, bijvoorbeeld met reminders over wie je bent.

Zelf werk ik door het hele land, dus dat principe heb ik gehackt met mijn clipboard. Mijn plankje heeft, naast de gegevens van mijn optreden, een vision board dat mij consequent helpt herinneren WAAROM ik WAT allemaal HOE doe. Op de andere kant prijkt mijn mission statement. Mijn non-stop motivatiecoach om telkens weer het beste te leveren.

Met papier heb je geen afleiding door pop-ups, mailtjes of pagina’s die niet willen laden

Heb je wel een vaste plek, dan mag wat de wetenschap betreft de clean desk policy overboord. Want als een rommelig bureau betekent dat je een rommelige geest hebt, wat betekent een leeg bureau dan? (Vrij naar iemand die denken tot een kunst heeft verheven, de alom bekende Albert Einstein.)

Hoewel een opgeruimd bureau mooi staat, die ‘rommel’ is geen afleiding, maar – mits goed ingezet – juist een manier om het plekje vertrouwd te maken, en zo te zorgen dat je beter kunt nadenken. En juist dat vertrouwde, veilige gevoel geeft (onbewust) meer zelfvertrouwen en minder afleiding.

Beter onthouden? Pak de pen

Laat ik dan meteen doorpakken op Einstein. Die wist, net als andere wetenschappers, ruimte in zijn hoofd te maken door zijn ‘werkgeheugen’ uit te breiden. Hoe hij dat deed was even simpel als geniaal: papier en potlood.

Hoe mooi alle digitale tools ook lijken, ouderwets schrijven is nog steeds de beste methode. Het fysieke element van schrijven maakt ook dat het gewoon beter werkt dan typen of swipen. Ook heb je met papier geen afleiding door pop-ups, mailtjes of pagina’s die niet willen laden.

Door te schrijven maak je letterlijk meer ruimte in je hoofd, het papier werkt als een soort verlengstuk van je werkgeheugen. Of je dat nodig hebt? Dat zal ik je laten zien, Doe je mee aan een mini-experiment?

Hack je werkgeheugen

Ook al denken we er soms anders over, het menselijk geheugen is verre van betrouwbaar, zeker op detailniveau. Denk dan maar eens aan een tijger. Stel je hem zo goed mogelijk voor, de snorharen, de oren, de strepen. Heb je een aardig beeld? Mooi! Bekijk hem nog maar eens goed in je hoofd en neem daar heel even te tijd voor…. Oké, en dan nu de test. Hoeveel strepen heeft jouw tijger?

Gewoon even tellen.

Iedereen die dit echt meegedaan heeft, weet nu dat je meteen vastloopt. Zó scherp had je die tijger blijkbaar toch niet. Logisch, iedereen faalt hierin, want zo werkt je hoofd helemaal niet.

Stel je eens voor dat je die tijger getekend had? Hoe mooi de tekening was, maakt niet uit. Maar je weet dat het dan een eitje is om de strepen te tellen. Darwin paste dit al toe in zijn tijd. Het is ongelofelijk hoeveel boekjes hij allemaal vol geschreven en getekend heeft. Veel te veel om überhaupt te onthouden. Zo kon hij zijn werkgeheugen vrijmaken om verbanden te ontdekken. En zoals we nu weten, daar wist hij, eenmaal thuis, behoorlijk interessante conclusies uit te trekken.

Dus zonder te zwoegen kun je jouw creativiteit, productiviteit én energie beter vinden en benutten, door eenvoudigweg bewust te kiezen waar – en hoe – je gaat werken. Zorg dat jouw werkplek je in ieder geval niet dommer maakt.

En vaker douchen is voor een aantal mensen die ik ken sowieso geen slecht idee.

Lees meer columns van Remco Claassen: