Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Lukt het jou om al je doelen te halen? Met deze mindset blijf je toch relaxt

Columnist Remco Claassen moest even slikken toen hij het nieuwe boek van productiviteitsexpert Oliver Burkeman las. Hoe efficiënt je ook bent, je komt altijd tijd te kort in je leven. Wat is de beste strategie om daarmee om te gaan?

goede beslissingen nemen

Leiderschap is de waarheid onder ogen durven zien. Als leider moet je soms even stilstaan en in de spiegel kijken. Wat straal je uit? Hoe gaat het met je? Wat kun je beter doen (of juist laten)?

Natuurlijk kan het altijd beter, maar waar liggen je grenzen? Kun je niet nog iets productiever zijn als je het slimmer aanpakt?

Hoezeer de stapel (time)managementboeken die je hebt liggen ook het tegendeel probeert te verkondigen, er zitten grenzen aan je productiviteit. Zowel bij jezelf als bij je team en collega’s. Toch is het idee verleidelijk. Kan die grens niet nog wat verder opgerekt worden? Als je alles maar goed genoeg regelt, past het toch wel?

Een aanval op Covey?

Ik zal de laatste zijn die zegt dat ik altijd megaproductief ben, maar het laatste boek van productiviteitsexpert Oliver Burkeman deed me toch even schrikken. Een van mijn grote helden wordt daar de maat genomen.

Mijn carrière op de bühne heeft een enorme boost gekregen doordat ik het podium mocht delen met niemand minder dan de legendarische Stephen Covey. Die van The 7 Seven Habits of Highly Effective People, mijn persoonlijke bijbel mag ik wel zeggen.

En laat dat nu net de persoon zijn waar Burkeman het in zijn boek op gemunt heeft! Nu ja, niet op Covey zelf natuurlijk. Maar op één van de pijlers – habit nummer drie – ‘Putting first things first’. Volgens Burkeman zit Covey ernaast.

First things first

Veel lezers zullen het filmpje kennen. Het is er in verschillende varianten en het is een populair principe. Zelf heb ik het filmpje met Covey ook al honderden malen laten zien. Het principe is ijzersterk en klinkt logisch. Grote stenen, kleinere stenen, gruis… en een emmer waar het allemaal in mag.

De volgorde is essentieel. Begin je met gruis (bijzaken), dan past het nooit allemaal in de emmer. Maar begin je met de grootste stenen (dat wat er écht toe doet in het leven), dan – op bijna magische wijze – past het allemaal precies. Dat wil je! Wat heeft Covey het toch mooi uitgelegd.

Maar Burkeman prikt die magie lek op een, jammer genoeg, zeer overtuigende manier.

Hoe kan dit perfecte voorbeeld van Covey er naast zitten? Het zit zo: Die emmer bestaat uit tijd, en hoe goed je alles ook organiseert, je tijd is altijd eindig. Tot dat punt zijn ze het eens. De gemiddelde mens heeft ongeveer 4.000 weken te leven. (Laat het even doordringen, 4.000 weken). En een week is zo voorbij, belachelijk snel zelfs.

Maar: wat je ook doet, hoe productief en effectief je ook bent, je emmer is altijd te klein. Je hebt altijd meer grote stenen dan in het schoolvoorbeeld van Covey. Dat is de dus kritiek van Burkeman. Het past nooit. Ook al begin je met een lege emmer, en ook als je alleen maar grote stenen zou hebben. Zelfs dan zal het niet passen!

Life is a bitch. Je zou er bijna moedeloos van worden.

Met je creatieve brein weet je altijd meer te verzinnen om te doen en te bereiken dan überhaupt in een mensenleven mogelijk is. Alles afmaken en de boel echt onder controle krijgen is iets wat je zelfs in alle tijd van de wereld niet voor elkaar kunt krijgen. Hoe graag we dat ook willen.

En om het nog leuker te maken: ik wed dat als je dit leest, dat jij – net als ik – al een aanzienlijk deel van die 4.000 weken achter de rug hebt…

Bijna moedeloos

Nog een schepje erbovenop om het helemaal interessant te maken: er zijn nul garanties dat je daadwerkelijk 4.000 weken hebt. Het kan zomaar afgelopen zijn. Life is a bitch. Je zou er bijna moedeloos van worden.

Bijna, want er is hoop. Je kunt het ook anders bekijken. Als je eigenlijk 100 procent zeker weet dat het toch nooit gaat passen, dan weet je dat het zinloos is om alles op alles te zetten om het wél te laten passen. Dan kun je loslaten dat het allemaal moet kunnen. Dan kun je er vrede mee hebben dat je er nooit in zal slagen om ál je doelen te bereiken. Mijn advies? Maak je er dan ook maar niet al te druk om.

Zo belangrijk ben je niet

Relativeren kan enorm helpen, ik raad het iedereen aan. Echt belangrijk ben je toch niet, ook al denk je van wel. Want, van hoeveel ‘groten der aarde’ weet je echt waar ze mee bezig waren? Zeker als je een beetje uitzoomt in de tijd.

Grote staatsheren, keizers, farao’s of ceo’s… Soms blijft er een naam plakken in de geschiedenis, en dan krijg je een straatnaambordje of zelfs een plein naar je vernoemd. Maar in het overgrote deel van het bestaan van de mensheid kon er niemand zelfs maar schrijven.

Al die grote plannen, daden en doelen zijn nergens meer te bekennen. Alleen de interpretatie van wat archeologen toevallig gevonden hebben is er nog over van de nalatenschap van duizenden generaties mensen.

Relax en kwispel

Oké, als het dan allemaal niet zoveel uitmaakt, wat moet je dan doen? Als eerste, realiseer dat je niets moet. Ontspan, laat het los, maak je niet te druk en zorg dat je je kwispel vindt. Want met een kwispelende staart is het veel leuker om door het leven te gaan. Zo’n enthousiaste kwispel is ook fijn voor de mensen om je heen, dat geeft energie.

Doe ook niet te veel projecten tegelijkertijd, dat geeft veel te veel stress (ik kan het weten). En – het allerbelangrijkste – zorg dat je lol hebt in wat je doet, wees niet te streng en loop je eigen pad. Het is eeuwig zonde om je veel te korte leven bezig te zijn met het leven wat iemand anders voor je heeft bedacht.

Lees meer columns van Remco Claassen: