Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De BUX-overname: waarom pakken sommigen dikke winst terwijl anderen verlies maken?

Sommige aandeelhouders van beleggingsapp BUX zijn boos, omdat ze bijna niets zien van de overnameprijs die ABN AMRO heeft betaald. Investeerder Jeroen Bertrams heeft een vermoeden hoe dat komt. Er zijn afspraken gemaakt met financiers die het bedrijf vorige zomer hebben gered. 'Soms sta je met je rug tegen de muur.'

bux abn amro overname liquidity preference

Recent werd BUX overgenomen door ABN AMRO. Bij de overname werd gemeld dat investeerders een mooi rendement tegemoet konden zien. Iedereen tevreden dus. Het bedrijf kan verder groeien onder de vleugels van ABN AMRO, de werkgelegenheid is (min of meer) gegarandeerd en investeerders en medewerkers kunnen hun aandelen tegen aantrekkelijke voorwaarden verzilveren. Prima geregeld. Punt.

Boze crowdfunders

Toch niet. Al snel kwamen er berichten in de media dat vroege investeerders een verlies op hun investering tegemoet konden zien, waaronder mensen die ooit meededen aan een crowdfundingcampagne. Ongeveer 2.000 beleggers investeerden 1,3 miljoen euro in het bedrijf tegen een waardering van 52 miljoen euro.

Volgens Quote is een deel van die investeerders woest, omdat zij verlies gaan maken op die investering, terwijl enkele investeerders die zeer recent geld in het bedrijf staken misschien wel drie keer hun inleg terugkrijgen.

De ceo van Bux, Yorick Naeff, erkent dat de crowdfunders verlies gaan maken.

Liquidity preference

Ik kan me de woede goed voorstellen. Het voelt uitermate verkeerd als je al in 2017 in een bedrijf investeert, en dus vrij vroeg risico neemt, en vervolgens verlies maakt op je investering terwijl een paar investeerders die een paar maanden geleden investeerden een snelle klapper maken.

Toch gebeurt dit regelmatig. Zeker nu. Het heeft allemaal te maken met de zogeheten ‘liquidity preference’ die een investeerder afspreekt wanneer er geld in een bedrijf wordt gestoken.

Hoe zit dit nu precies?

BUX met rug tegen de muur

BUX verkeerde in zwaar weer. De verliezen stapelden zich klaarblijkelijk op. Er was deze zomer (weer) dringend geld nodig, maar niemand was nog langer happig om geld in het bedrijf te steken. In dit soort situaties zijn er vaak maar twee mogelijkheden: de tent failliet laten gaan of tegen zeer onprettige voorwaarden geld ophalen.

Soms zijn bestaande investeerders bereid om nog wat geld bij te leggen, in de hoop dat er uiteindelijk een overname of alsnog een nieuwe ronde komt. Dit gebeurt vrijwel altijd met een vrij stevige ‘liquidity preference’. Komt erop neer dat, indien er een exit komt, eerst (veel) geld naar die laatste investeerders gaat.

Stel de liquidity preference bedraagt drie, dan krijgen die investeerders drie keer hun inleg terug voordat anderen geld krijgen.

Achter het net vissen

Hoewel ik geen enkel zicht heb op de dealstructuur, lijkt het erop dat dit gebeurd is bij BUX.

ABN AMRO heeft het bedrijf vrijwel zeker voor een relatief klein bedrag kunnen kopen, en dat geld is grotendeels naar de laatste investeerders gegaan, waardoor er maar een kleine som is overgebleven voor alle anderen. Medewerkers en andere investeerders vissen zo voor een belangrijk deel achter het net.

Het goede nieuws is dat ze in ieder geval nog een deel van hun inleg terug krijgen. Ik heb al diverse bedrijven gezien waarbij de oprichters en medewerkers niets overhielden aan een dergelijke exit. Ook al verschenen er in de pers ronkende verhalen dat het bedrijf voor vele miljoenen was overgenomen.

Beperkte kennis

Soms sta je met de rug tegen de muur en het is van het grootste belang dat je als onderneming uiterst voorzichtig bent met het ‘weggeven’ van zware liquidity preferences. Het verbaast me nog altijd hoe slecht zowel angels als ondernemers op de hoogte zijn van dit soort zaken. (Ik raad hen aan om mijn boekje Succesvol investeren in startups eens te lezen.)

Beperkte kennis van dit soort zaken kan uiterst vervelende consequenties hebben. De situatie met BUX laat dat maar weer eens zien. Overigens is het de vraag of dit voorkomen had kunnen worden. Een alternatief was mogelijk een faillissement. En dan had vrijwel niemand iets gekregen.

Lees ook deze columns van Jeroen Bertrams: