Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom de governance van Ajax al 25 jaar schuurt, piept en knarst

Ajax beleeft deze maand zijn twijfelachtige vijfentwintigste verjaardag als beursgenoteerd aandeel. Bestuursadviseur Rob Huisman analyseert het zilveren verstandshuwelijk en nodigt het bestuur uit om zijn eigen geschiedenis iets meer te respecteren.

edwin van der sar marc overmars ajax
Foto: Getty Images

In en om de Johan Cruijff Arena staan de hoofden dezer dagen niet naar feestjes of mijlpalen. Daarvoor is de onvrede rond het eerste elftal te groot (en de jaloezie richting Rotterdam te intens).

En net als op vorige momenten van tegenslag en crisis richt de Amsterdamse ontevredenheid zich op het (gebrek aan) leiderschap en de ondoelmatige governance van de club.

Want de tijden zijn veranderd, de namen zijn gewijzigd en de recente schandalen hebben een andere dynamiek dan voorheen, maar de onderliggende problemen van de beursgenoteerde vennootschap Ajax zijn verrassend tijdloos.

Lees ook: Edwin van der Sar is onzichtbaar als leider bij Ajax

Ik ben het archief ingedoken en daar kwam ik een doorwrocht rapport tegen van de hand van Uri Coronel, een man van de club. Een commissie onder zijn leiding onderzocht in 2008 het toenmalige onbehagen.

Van de conclusies en aanbevelingen die Coronel op tafel legde (liefst 38 in totaal) haal ik er drie uit die momenteel misschien wel urgenter zijn dan ooit. En ik voorzie ze van actuele vragen en commentaar.

Positie van de commissarissen bij Ajax

  1. ‘Het zwaartepunt van de besluitvorming moet komen te liggen bij de directie en de RvC dient op afstand toezicht te houden. De leden van de RvC blijven op de achtergrond. Een passende honorering voor de leden van de RvC is op zijn plaats.’

Waar bevindt zich het ‘zwaartepunt van de besluitvorming’ als je de affaires rond Abdelhak Nouri, Marc Overmars, Lucas Ocampos en Daley Blind tegen het licht houdt?

Waarom bleef de vacature van technisch directeur een jaar open staan?

Kun je de regie in handen laten van iemand die hier op MT/Sprout werd geportretteerd als een ‘laat-maar-lopen-leider’?

Allemaal vragen die je normaal stelt aan de mensen die toezicht houden.

Maar al sinds de eerste dag van de beursnotering in 1998 is de positie van de commissarissen bij Ajax nogal wankel. Ajax is namelijk geen bedrijf, maar een vereniging. En in een vereniging trekken de leden aan de touwtjes.

Ook vandaag nog is de vereniging met 73 procent van de aandelen in feite de baas bij Ajax. Daardoor helt de governance over naar één kant en zit de RvC er min of meer voor spek en bonen bij.

En dat ‘voor spek en bonen’ mag je ook letterlijk opvatten, want al 25 jaar krijgen commissarissen geen financiële beloning voor hun werk.

Vrijwilligers kom je meestal aan de onderkant van organisaties tegen, maar bij Ajax dus ook aan de bovenkant.

Het ‘liefdewerk oud papier’-tijdperk in de boardroom staat nu ter discussie, want inmiddels circuleert er een voorstel om jaarlijks 25.000 tot 45.000 euro per commissaris te gaan betalen. Dat lijkt me niet zo vreemd, als je toezicht houdt op een ceo die structureel meer dan 1 miljoen euro per jaar mee naar huis neemt. Het is eerder vreemd dat de wijze raad van Coronel op dit punt in de vergetelheid is geraakt.

Ook met de aanbeveling om op de achtergrond te blijven, heeft de RvC het tot op de dag vandaag moeilijk. Zo zat de publiciteitsbewuste Pier Eringa onlangs te glimmen aan tafel bij Op1, nog voordat hij goed en wel was begonnen als president-commissaris.

Lees ook: Edwin van der Sar is besluiteloos, dit kan hij leren van de Schiphol-topman

Beursnotering van Ajax

  1. ‘De commissie adviseert te onderzoeken op welke wijze de beursnotering van Ajax beëindigd kan worden. Een ‘delisting’ stelt Ajax in staat een nieuwe balans te vinden tussen het zijn van een professionele organisatie en een voetbalvereniging.’

De beursnotering heeft ertoe geleid dat de governance schuurt, piept en knarst. De verplichtingen zorgen voor rompslomp, kosten geld en leveren niets op.

In een kwart eeuw zijn ook de aandeelhouders per saldo geen steek wijzer geworden. De huidige prijs van het aandeel is ruwweg gelijk aan de uitgiftekoers van 11,35 euro (25 gulden) waartegen de club in 1998 naar de beurs ging. Voor beleggers is het aandeel mede zo oninteressant, omdat er geen normaal dividendbeleid wordt gevoerd.

Komt bij dat er geen andere beursgenoteerde vennootschap te vinden is waar zo structureel koersgevoelige informatie lekt als Ajax. Elke grote ingaande of uitgaande transfer staat eerder in De Telegraaf of Voetbal International dan dat deze via een persbericht wereldkundig wordt gemaakt.

Te veel spelers van buiten de club

  1. ‘De spelers van het eerste elftal moeten voor het grootste gedeelte uit de eigen opleiding komen. Spelers die worden aangetrokken moeten bepalende/dragende spelers zijn of jonge talentvolle spelers. Het aantrekken van spelers voor de breedte belemmert doorstroming van de eigen jeugd en moet worden vermeden.’

Meer dan voorheen lopen er op dit moment spelers bij Ajax in het eerste elftal die (voor veel geld) van buiten zijn gekomen en niets wezenlijks toevoegen. Oud-commissaris Danny Blind bevestigde dat onlangs nog bij Ziggo Sport.

Dat de commissarissen overigens wel degelijk een zinvolle rol te vervullen hebben, bleek afgelopen zomer toen ze de miljoenentransfer van de Argentijn Lucas Ocampos blokkeerden. Pijnlijk voor de directie, maar volledig in lijn met dit derde punt.

Beursnotering: wel of niet?

Alles overziende is het moeilijk om onder woorden te brengen wat de beursnotering bij Ajax de afgelopen 25 jaar in positieve zin heeft opgeleverd. Geen enkele Nederlandse voetbalclub heeft dit voorbeeld gevolgd. Dat zegt op zichzelf al genoeg.

De suggestie van een ‘delisting’, zoals Coronel die deed, is zo slecht nog niet. Want de beursnotering is misschien niet de primaire oorzaak van de bestuurlijke onrust bij Ajax, maar draagt ook allerminst bij aan een oplossing.

Lees ook deze artikelen over leiderschap: