Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Veel bedrijven maken zich druk over randgevallen, al vóórdat ze een besluit nemen

Het maakte nogal wat los, het nieuws over de vierdaagse werkweek van AFAS. Topman Bas van der Veldt kreeg enkele negatieve mails en maakte daarvoor serieus tijd. Maar niet te veel. 'De overgrote meerderheid is positief. Dáár moet je je als ceo op richten.'

afas bas van der veldt
 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Een tijdje geleden, vlak nadat onze vierdaagse werkweek landelijk nieuws was, kreeg ik een mailtje van een goede klant.

De man was niet blij met onze plannen. Konden we niet beter wat van onze winst teruggeven aan klanten? Dit was toch een slecht idee in een krappe arbeidsmarkt? En, o ja, zijn medewerkers wilden nu ook een vierdaagse werkweek. Maar dat kán bij hem helemaal niet. Stond hij met zijn mond vol tanden. Door ons.

Hallo, met Bas!

Ik heb deze klant binnen twintig minuten opgebeld. Hij was er gewoon een beetje beduusd van. ‘Joh, je belt me. En zo snel ook.’

‘Ja, zoveel van deze mailtjes krijg ik niet. Dus het kan wel even.’

Daar was geen woord aan gelogen trouwens. Ik had precies vijf bezorgde of minder positieve mails gekregen over de vierdaagse werkweek. Ongeveer net zoveel als toen we sponsor van AZ waren geworden. En net zoveel als toen we ons nieuwe hoofdkantoor opleverden. Zelfs toen naar buiten kwam dat we jaarlijks miljoenen doneren aan het goede doel via onze AFAS Foundation kreeg ik er ongeveer vijf.

Natuurlijk zijn zulke reacties niet leuk. Maar het zijn de uitzonderingen, de overgrote meerderheid is gewoon hartstikke positief. Dáár moet je je als ceo op richten, vind ik.

Bijzondere gevallen

Toch zie ik veel organisaties die vooral druk zijn met uitzonderingen. Ze maken zich er al zorgen over, vóórdat ze een besluit genomen hebben (wat nou als dit, wat nou als dat), of ze verzinnen allemaal extra regels voor bijzondere gevallen. En dat geeft alleen maar ruis.

Focus op de standaard helpt ons in ieder geval om supereffectief te zijn. Het past ook helemaal bij AFAS. We zijn automatiseerders. En een beetje automatiseerder denkt in standaarden. Uitzonderingen kún je immers niet automatiseren.

Daarom heeft iedereen bij ons dezelfde arbeidsvoorwaarden (het salaris verschilt natuurlijk wel per functie, maar ook dat doen we volgens een standaard), worden declaraties onder de honderd euro zonder bonnetje vergoed, en is straks iedereen verplicht op vrijdag vrij. De ontwikkeldag noemen we dat.

Als we allemaal op dezelfde dag vrij zijn, storen we elkaar niet (mailtjes die je op vrijdag verstuurt, komen standaard aan op maandag), hoeft ons pand niet open (en dus niet schoongemaakt om maar eens wat te noemen), en kunnen we onze familiecultuur versterken. We zijn er immers ook op een aantal dagen allemaal wél.

Lees ook: Elke vrijdag betaald vrij, dat is vanaf 2025 de standaard bij Afas: ‘Dat geeft echte rust’

De tijd nemen

Dat we kozen voor de verplichte vrije vrijdag, is niet voor al onze medewerkers meteen fijn. Ongeveer een kwart van onze collega’s heeft kinderen die naar de opvang gaan. Dat is zeker niet de meerderheid, maar de impact is voor hen wel groot. Probeer de opvang maar eens te verzetten van de vrijdag naar de woensdag. Dat is niet makkelijk in een land waar de kinderopvang overbezet is.

Maar het kan wel. Als het maar niet hals over kop hoeft. Vandaar dat we onze medewerkers een half jaar de tijd gegeven hebben om dit te regelen. De standaard blijft gewoon bestaan.

Ander voorbeeld: met het invoeren van de vierdaagse werkweek, voeren we ook het fulltime dienstverband als standaard in. Medewerkers die nu een contract voor vier dagen in de week hebben, krijgen een contract voor vijf dagen, en werken er vier. Met nieuwe medewerkers gaat het precies zo.

Speciale aandacht

Doen we dan nooit iets met uitzonderingen? Jazeker wel! Namelijk als we vinden dat iets echt meer aandacht verdient. Keti Koti is zo’n voorbeeld. Het aantal medewerkers uit Suriname, Curaçao en Aruba is in Leusden op de vingers van één hand te tellen. Maar het verhaal van het slavernijverleden is superbelangrijk.

Daarom hebben we Keti Koti gevierd. We gaven medewerkers de wereld aan kijk- en luistertips om meer te weten te komen over slavernij (mijn persoonlijke tip: De plantage van onze voorouders, prachtige podcast), en we hadden Surinaamse gerechten in ons restaurant.

En soms maken we een gebaar. Als een collega in de problemen zit bijvoorbeeld, dan helpen we diegene even uit de brand, zonder dat we daar al te veel over praten. Want een uitzondering moet wel een uitzondering blijven.

Oren open

Hoe dan ook probeer ik altijd goed te luisteren. Juist naar de verhalen van de mensen met de uitzonderingen. Soms hebben ze een gezichtspunt waar ik nog niet aan gedacht had. En ook als dat niet zo is, zijn die gesprekken vaak de moeite waard.

Dat is ook waarom ik die klant uit het begin belde. We hadden elkaar een dik half uur aan de lijn en spraken over ondernemen, vooruitkijken en winstmarges. Hij werkt op uurtarief. En we constateerden dat het misschien slimmer is als hij overgaat naar werken op oplossingentarief. Dan plukt zijn bedrijf zelf de vruchten van slimmer en beter werken. Een hartstikke leuk gesprek.

Lees ook deze columns van Bas van der Veldt: