In de meeste gevallen wordt Inge Wolsink uitgenodigd om één keer een workshop te geven. Na haar promotie als arbeids- en organisatiepsycholoog en haar onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam, specialiseerde ze zich in de wetenschap achter stress. Nu helpt ze organisaties (en particulieren) om op een gezonde manier creativiteit en effectiviteit te bevorderen, en stress te signaleren en reduceren.
Ingebakken werkcultuur is de boosdoener
Workshops zoals zij die geeft, en velen met haar, richten zich voornamelijk op wat een werknemer zelf kan doen. Dat heeft natuurlijk effect, maar we moeten niet vergeten dat een groot deel van de stressklachten ontstaat vanwege een werkcultuur, benadrukt Wolsink. ‘Dat maakt het verhaal meteen behoorlijk ingewikkeld, want een werkcultuur is lastig te tackelen. Het gaat om een manier van werken die diep ingebakken zit en vaak een voorgeschiedenis heeft waar je niet zomaar even uitbreekt.’
De enige manier waarop je gedrag kunt veranderen, is door er een gewoonte van te maken. Niet voor niets duurt een reguliere mindfulness-cursus acht weken: het aanleren van een simpele gewoonte kost zo’n twee maanden. De repetitie doet het beklijven.
Mindfulness als oppervlakkige quickfix?
Maar de gemiddelde workshop van een dag kan onmogelijk de diepte ingaan. Dat leidt er al snel toe dat methodes gezien worden als een oppervlakkige quickfix, vindt de psycholoog. Terwijl het eigenlijk dan pas begint. Ze legt uit dat de wetenschappelijk bewezen vorm ‘Mindfulness-based stress reduction’ is gebaseerd op de traditie van het boeddhisme. Dat behelst veel meer dan alleen ‘in het moment leven’ en bewuster leren ademhalen.
Wolsink: ‘Dat is natuurlijk een heel goede eerste stap, maar ook een uitnodiging om de diepte in te gaan: hoe willen wij hier met elkaar werken? Hoe gaan we met elkaar om? Een eenmalige cursus maakt je werknemers namelijk niet ineens blijer en gezonder. Als hun leidinggevenden vervolgens nog steeds onder druk staan om targets te halen en daardoor zelf ook overwerkt zijn, dan kun je niet van ze verwachten dat ze geduldig met hun teams omgaan. Dat geldt voor management- en leiderschapsworkshops en voor cursussen mindfulness, of welke eenzijdige interventie dan ook.’
Te prestatiegericht management
Competitieve, prestatiegerichte bedrijfsculturen vormen een groot onderdeel van de burn-outproblematiek, gelooft de psycholoog. ‘Als het hogere management niet meedoet aan de cursus en niet gelooft dat de waarden en de gewoonten van het bedrijf moeten veranderen, heeft het eigenlijk geen zin. Er moet een omslag in de cultuur komen om te zorgen voor grote effecten.’
Want goede gewoonten aanhouden in een omgeving die die niet ondersteunt, is extreem ingewikkeld. De Amerikaanse psycholoog Solomon Asch deed een interessante serie experimenten op dat gebied die dat bewijzen. Wolsink: ‘Mensen voegen zich naar sociale normen, of ze het er nu mee eens zijn of niet. Daar komt de bedrijfscultuur om de hoek kijken.’
De norm bepaalt
‘De norm bepaalt hoe er gewerkt wordt. Is de norm dat je achter je bureau luncht, dan doen mensen dat. Is het dat je vijf dagen per week werkt, dan doen mensen dat. Kijk maar naar al die jonge vaders die geen onbetaald verlof opnemen terwijl ze daar officieel wel recht op hebben. Is de norm: we werken in een grote ruimte vol met afleiding en geluid en we hebben onze e-mail permanent openstaan, dan accepteren mensen dat.’
‘Ik kan een heel mooi verhaal houden over hoeveel beter het is om elk uur even te bewegen, om samen met je collega’s te lunchen en even te wandelen, en om een paar uur per dag ‘focustijd’ te hebben waarin je helemaal niet wordt gestoord, noch door e-mail, noch door collega’s. Maar als dat niet in het hele bedrijf wordt ingevoerd, is de kans dat mensen dat volhouden nihil.’
Effect eenzijdige interventies minimaal
Daarbij zijn de effecten van eenzijdige interventies vaak klein, zo blijkt uit een meta-analyse. ‘In plaats daarvan wil je een breed scala aan oplossingen inzetten’, vervolgt de psycholoog. Ze haalt een andere studie aan waaruit naar voren komt dat vooral bredere, gecombineerde interventies de gezondheid van werknemer verbeteren. In de praktijk houdt dat in dat er naast die cursus mindfulness of de lessen yoga, óók ruimte moet zijn om bijvoorbeeld flexibel om te gaan met werktijden, en dat de werkdruk beperkt blijft – en targets realistisch.
Wolsink: ‘Je kunt mensen wel degelijk leren om beter met stress om te gaan. Er bestaat evidentie dat zaken als meditatie en yoga helpen tegen stress, angst en depressie, en dat breinstructuren erdoor veranderen. Maar als die mensen vervolgens weer in dezelfde stressvolle omgeving worden gezet, dan zitten ze binnen de kortste keren weer in gewoontepatronen die ongezond zijn.’