Hans De Neve ontwikkelt met Carbyon technologie om CO2 uit de atmosfeer te vangen. Er zijn meer startups bezig met die zogeheten direct air capture (DAC), maar Carbyon heeft een doorbraak bereikt in de kostprijs per ton afgevangen CO2 en de snelheid waarmee het kooldioxide opslorpt. De installaties van de Nederlandse startup gaan binnenkort in Canada draaien.
De Neve werkte bij TNO als onderzoeker naar materialen voor de opwekking van zonne-energie, toen hij ‘per ongeluk’ poreus materiaal uitvond dat zeer geschikt bleek voor het filteren van CO2. In 2019 werd dat de basis voor zijn startup, als spin-off van TNO.
TNO achter 41 spin-offs
Carbyon is een van de 41 spin-offs die TNO de afgelopen jaren heeft voortgebracht, naast bekende namen als LeydenJar, LionVolt en Nearfield Industries. De gigantische onderzoeksorganisatie heeft meer dan 4.000 medewerkers en een omzet van tegen de 700 miljoen euro. Ze leidt talloze onderzoeken en onderzoeksprogramma’s, in opdracht van de (Europese) overheid, maar ook voor het bedrijfsleven.
En of het nou zonne-energie is, halfgeleiders of AI, innovatie in de bouw, de automotive of de zorg: TNO heeft de experts en labs in huis, doet onderzoek, adviseert of – voor startupondernemers het belangrijkst – zorgt dat er business komt uit nieuwe vindingen.
Make Holland Great Again
Dit is een artikel onder de vlag Make Holland Great Again: hoe kunnen we ons ecosysteem van startups en scaleups tot grotere bloei krijgen? Over wat goed gaat, wat beter kan en wie dat gaat regelen. Lees meer artikelen uit deze serie »
Even voor alle duidelijkheid, zegt hoogste baas Tjark Tjin-A-Tsoi: TNO is géén universiteit. ‘En daar handelen we ook naar. Voor ons is de technologie die we ontwikkelen geen bijvangst van wetenschap maar iets waarop we proactief sturen.’ TNO heeft daarom net als de kennisinstellingen een Tech Transfer Office dat met startups of bestaande ondernemingen onderhandelt over het gebruik van zijn kennis en patenten.
Onderhandelen over patenten
Lang duren dergelijke onderhandelingen nooit, verzekert Hans Boumans, director Technology Transfer, want de onderzoeksgigant werkt met standaardvoorwaarden. De ondernemer heeft de keuze uit afrekenen in aandelen of een licentievergoeding in ruil voor het gebruik van de technologie. ‘Het is een menukaart die we volgen, en die is vooraf bekend.’
Lees ook: Met deze ‘deal terms’ geven universiteiten hun startups duidelijkheid
Als regel vraagt TNO 20 procent van de aandelen in de spin-outs. Volgens veel startupondernemers die MT/Sprout de afgelopen tijd sprak, een forse eis. Boumans: ‘Dat kun je veel of weinig vinden, maar mocht het ooit voorkomen dat ons belang een vervolginvestering in de weg staat, dan staan we open voor het vinden van een oplossing.’
Onderzoek geef je niet gratis weg
Hij heeft de cijfers bij de hand: ‘zijn’ 41 spin-offs hebben de afgelopen zeven jaar samen 271,6 miljoen euro aan kapitaal opgehaald in vele tientallen ronden. ‘En één, hooguit twee keer is discussie geweest over de omvang van ons aandelenpakket. Je moet het probleem niet groter maken dan het is.’
De bottomline, zegt Tjin-A-Tsoi, is er soms wel twintig jaar onderzoek zit in een bepaalde vinding. Dat geef je niet gratis weg. Zelfs niet als dat onderzoek met belastinggeld is gefinancierd? ‘Juist niet. Wij krijgen belastinggeld om zoveel mogelijk kennis naar de markt te brengen. Eventuele inkomsten uit exits kunnen we goed gebruiken om dat vliegwiel verder aan te jagen.’
TNO houdt zijn (commerciële) activiteiten rond startups overigens strikt gescheiden van de onderzoeksmiddelen van de overheid. ‘We gaan geen risico’s subsidiëren.’
TNO is betrokken bij deeptech-investeerders
TNO investeert – bescheiden bedragen – mee in de allervroegste fase van zijn eigen spin-offs, maar is ook partner bij deeptech-investeerders als Shift Invest, DeepTechXL en Innovation Industries. Die laatste heeft inmiddels tegen het miljard aan kapitaal klaarliggen voor scaleups. ‘Niet dat we die fondsen vullen met geld, maar we verschaffen een fractie van het kapitaal om een warme band met ze aan te gaan. Zonder dat we overigens onze spin-outs bij ze pushen of exclusiviteit bedingen.’
Zoveel is duidelijk: TNO is een spin in het web dat het Nederlandse startupecosysteem vormt. Hoe vindt Tjin-A-Tsoi dat het daarmee gaat? ‘Historisch gezien helemaal niet slecht. Ik kan me nog de tijd herinneren dat we onszelf beklaagden dat we in Nederland bijna geen startups hadden en alle innovatie van grote bedrijven moest komen. Gezien het huidige aantal startups hebben we het niet slecht gedaan.’
Maar, zegt de ceo van TNO net als andere innovatie-experts, die startups groeien niet vaak genoeg uit tot internationaal succesvolle scaleups. ‘Dat percentage is te laag ten opzichte van andere landen, daar moeten we echt wat aan doen.’
Investeerders zijn risicomijdend
De oorzaken? ‘Het beeld bestaat dat er in Nederland veel minder risicokapitaal is dan in de VS, ook in verhouding met andere vormen van financiering, en dat investeerders risicomijdend zijn. Terwijl juist in de risicovolle scaleupfase van deeptech-startups veel geld nodig is. Eigenlijk hebben we een minder risicomijdende samenleving nodig.’
Een gezond startupecosysteem kan ook niet zonder grotere bedrijven en hun R&D. Daar ziet Tjin-A-Tsoi een negatieve trend: het ondernemingsklimaat in Nederland en Europa leidt onder (klimaat)regels en congestie op het elektriciteitsnet, de wegen, de woning- en de arbeidsmarkt. Multinationals dreigen in beweging te komen en hun R&D-activiteiten in Nederland zijn niet langer een vaste waarde.
De Nederlandse cultuur wordt vaker erbij gehaald om te verklaren waarom startups achterblijven, maar Tjin-A-Tsoi steekt hem net even anders in: ‘De jongere generatie begint graag voor zichzelf, dat is veelbelovend. Maar of ze de verbetenheid en de resilience hebben die je als oprichter van een startup nodig hebt bij alle onvermijdelijke tegenslagen? Ik vraag het me af. Dat goede idee omzetten in een schaalbaar product waarvoor je een fabriek neerzet is een kwestie van keiharde arbeidsdiscipline. Daar moeten we in Nederland meer aandacht aan geven.’
Op zoek naar spin-ins
Om bij te dragen aan een oplossing voor het doorgroeiprobleem zet TNO de komende tijd steviger in op startups die doorgroeien. ‘Wat dat betreft hebben we al een goed trackrecord: van onze startups bestaan na vijf jaar nog 84 procent, dat is normaal gesproken iets meer dan de helft. Maar mijn analyse sinds ik hier twee jaar geleden aantrad, is dat we meer kunnen doen aan de onderkant, actiever aanwezig moeten zijn in de startup- en scaleupwereld en de ondernemingen helpen door te groeien.’
Het is nog werk uitvoering, maar TNO zoekt samenwerking met investeerders om succesvollere scaleups te steunen. ‘We denken aan het spin-in model: startups die we naar ons toe halen om ze een tijdlang verder te helpen met onze kennis en faciliteiten. Het model van onderzoek en advies op basis van uurtje-factuurtje werkt nu eenmaal niet voor alle ondernemers.’
Voor dergelijke spin-in deals zou TNO een fonds kunnen opzetten, al dan niet samen met venture capital-bedrijven. ‘We kijken naar verschillende mogelijkheden. Maar als je intellectueel kapitaal koppelt aan financieel kapitaal kun je grote stappen maken.’
Stoppen Nationaal Groeifonds
Tjin-A-Tsoi hoopt voor dit initiatief op steun van het (nieuwe) kabinet. Want ja, ook de overheid moet blijven investeren in innovatie. Grosso modo komt zelfs de helft van de TNO-omzet van de overheid, waarvan een groot deel voor Defensie-onderzoek. Deels rechtstreeks, maar het instituut is ook betrokken bij 13 van de 18 voorstellen die het Nationaal Groeifonds vorig jaar goedkeurde. Volgens het jaarverslag levert dat de komende jaren 279 miljoen euro aan extra onderzoeksgeld op.
Lees ook: Rianne Letschert: ‘Vraag me af of iedereen echt begrijpt hoe belangrijk Groeifonds is’
Het nieuwe kabinet draait het Groeifonds definitief de nek om, maar op zich hoeft dat geen ramp te zijn als je de TNO-leider hoort. ‘De financiering van innovatie zou niet zo tijdelijk, via fondsen, maar structureel in de begroting moeten worden opgenomen, net als de uitgaven voor zorg. Bovendien moet je langjarig en strategischer plannen: waarin is Nederland sterk? Binnen welk domein kunnen we een plek in de waardeketens veroveren die nu ontstaan rond fotonica, quantum computing, AI? Welke niche is een logische voor Nederland? En zodra je dat hebt bepaald, moet je dat niet via projecten aanbesteden, maar consequent erin investeren.’
Komende kabinet: na de boom een bust?
Vanzelfsprekend hoopt Tjin-A-Tsoi dat het komende kabinet de innovatiekraan niet verder dichtdraait. ‘Dat kan ik me niet voorstellen. Want dan krijg je na de boom van de afgelopen jaren, waarin door ons, door universiteiten en bedrijven veel mensen zijn aangenomen en in innovatie-ecosystemen is geïnvesteerd, ineens een bust.’
‘Hoewel ook wij best wat meer de houding kunnen aannemen dat die subsidies geen vaste inkomstenstroom zijn, maar bedoeld om dingen te kickstarten die op eigen benen kunnen staan. Daar gaan we binnen TNO ook wat dat Groeifondsgeld betreft goed naar kijken: hoe zorgen we dat wat we opbouwen als innovatiesysteem ook door kan nadat de subsidie op is.’
Maar het kabinet, en zeker ook bedrijven, moeten intussen de uitgaven aan R&D flink opschroeven om Nederland concurrerend te houden. In Nederland investeren bedrijfsleven en overheid samen rond de 22 miljard euro, ofwel 2,3 procent van ons bbp, in R&D terwijl België 3,5 procent doet en Zuid-Korea zelfs 4,5 procent.
Tjin-A-Tsoi: ‘Dat moet minimaal naar 3 procent en daarvoor moet er 6,7 miljard bij terwijl vooral bij het bedrijfsleven een gat ontstaat. In de VS vind je trouwens vijf bedrijven die al meer uitgeven dan die 22 miljard. Amazon alleen al investeert 84 miljard dollar per jaar in R&D.’
Lees ook deze artikelen over deeptech-startups:
- Nederland verdient meer academische spin-outs: hoe gaan we dat regelen?
- Startup-founders worstelen met de universiteit als aandeelhouder
- Hoe krijgen we meer universitaire startups? ‘Laat het vaker over aan mensen van buiten’