De eerste ondernemers hebben hun boeltje al gepakt. De Nederlandse startup Thorizon, die energie wil opwekken uit nucleair afval, is naar Frankrijk gegaan voor subsidie nu het Nationaal Groeifonds on hold is gezet. De vierde aanvraagronde zou op 1 april starten, met 3,4 miljard euro in de pot.
Thorizon was een van de partijen die een beroep op het fonds wilde doen. Ruim zestig quick scans waren al ingediend. Tot demissionair minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat de pauzeknop op 19 maart voor onbepaalde tijd indrukte, nadat bleek dat in de Tweede Kamer niet genoeg steun was voor een toezegging om niet te bezuinigen op het fonds.
Pijnlijk vindt Rianne Letschert het. ‘Voor alle partijen.’ Ze is voorzitter van de adviescommissie van het Nationaal Groeifonds, die de aanvragen onafhankelijk beoordeelt en waarin ook voormalig ASML-topman Peter Wennink, Picnic-oprichter Michiel Muller en Techleap-boegbeeld Constantijn van Oranje-Nassau zitting hebben. Letschert treedt namens de commissie naar buiten. ‘Thorizon wilde bijvoorbeeld niet afwachten wat er gaat gebeuren’, vervolgt ze. ‘Waarop Frankrijk heeft gezegd: jullie zijn hier welkom.’
Lees ook: Peter Wennink neemt afscheid van ASML: ‘Ik zie in hem wel de nieuwe premier’
Op het moment dat MT/Sprout haar spreekt, is de toekomst van het Groeifonds nog altijd in nevelen gehuld. Deze week wordt belangrijk. Dan wordt duidelijk of de formerende partijen tot een akkoord kunnen komen en naar verwachting ook meer over wat dat voor het Groeifonds betekent. Letschert is er allerminst gerust op.
De commissie uitte die zorgen vorige maand in een brief aan de fondsbeheerders en formerende partijen. Wat is de kern?
‘Twee dingen. Het Nationaal Groeifonds is in 2021 van start gegaan. Het doel: 20 miljard euro investeren, verspreid over vijf subsidierondes in vijf jaar, in projecten die de innovatiekracht en het duurzame verdienvermogen van Nederland op lange termijn stutten. Met een ondergrens van 30 miljoen euro gaat het om enorme trajecten. Trajecten waarvoor gelegenheidsconsortia zijn gevormd bovendien, samenwerkingsverbanden van publieke en private instellingen.’
‘Zij gingen uit van een volgende ronde en hebben bij de voorbereiding hoge kosten gemaakt. Dat kan in de tonnen lopen en dat geld is nu deels verspild. Dat doet iets met het vertrouwen, en uiteindelijk ook met het innovatievermogen van Nederland.’
Wat vind je van de manier waarop dit besluit genomen is?
‘Ik wil geen kritiek leveren vanaf de zijlijn. Ik begrijp de context waarin politici werken, in een periode waarin het demissionaire kabinet niet zoveel meer kan doen en de formatie nog loopt. Tegelijkertijd vind ik het jammer dat er zo abrupt op de pauzeknop is gedrukt. Dat had niet gehoeven.’
‘De formerende partijen hadden er ook voor kunnen kiezen de vierde ronde toch te laten starten, desnoods met een ander bedrag, en die periode kunnen gebruiken om na te denken hoe ze het Nederlandse investeringsklimaat daarna verder vorm willen geven. Of de vierde en vijfde ronde kunnen samenvoegen. Dat is allemaal nog niet gebeurd.’
Welk bedrag was realistisch geweest?
‘Ik ga daar geen getal op plakken. Het moet in elk geval geen soort fooi zijn. Met minimaal 60 voorstellen in de pijplijn voor de vierde ronde, kun je niet aankomen met een paar miljoen. Je moet zeker richting de miljard denken, anders heeft het gewoon geen zin.’
Michiel Muller zei onlangs in zijn EW Economielezing dat hij liever ziet dat er geld bij komt, dan dat op het Groeifonds wordt beknibbeld.
‘Natuurlijk zien we het bedrag liever verdubbelen dan halveren. Maar we moeten realistisch zijn. We kunnen niet voorbij gaan aan het feit dat de formerende partijen nog allerlei andere behoeftes hebben die ze willen vervullen. Dat zou een beetje naïef zijn, want dat kost ook allemaal geld. Dan liever de verwachtingen waarmaken van de consortia die al in de pen zijn geklommen met een kleiner – maar nog steeds substantieel – bedrag, dan helemaal niets.’
Kunnen zij ergens anders terecht voor financiering?
‘Eigenlijk niet. Er zijn geen andere instrumenten zoals het Groeifonds, waarbij we publiek-private samenwerkingen van dit kaliber via subsidies stimuleren. Invest-NL is een investeerder, wetenschapsfinancier NWO is meer kennisgedreven en richt zich op een ander type bedragen. Dus nee, ik zou niet weten waar die partijen naartoe moeten.’
Lees ook: Rinke Zonneveld (Invest-NL): ‘Zo’n intens proces als rond Lightyear had ik nog niet meegemaakt’
Naar het buitenland, zoals Thorizon doet.
‘Ja. Voor zover dat in de aard van de projecten ligt, want de meesten zijn – volgens de doelstelling van het fonds – gericht op innovatie bínnen Nederland. Zoals een groot project dat we net hebben gehonoreerd, bedoeld om het techniekonderwijs naar een volgende fase te brengen. Dat soort impulsen, voor de kwaliteit van ons eigen onderwijs, gaat het buitenland niet financieren.’
Wat betekent het als investeringen in eigen land opdrogen?
‘Dat zulke initiatieven niet doorontwikkeld kunnen worden. Dan voorzie ik dat Nederland op termijn echt gaat achterlopen. Eind vorig jaar heeft Micky Adriaansens een nationale technologiestrategie gelanceerd waarin duidelijk de keuze wordt gemaakt voor negen domeinen, van quantum tot AI, waarin Nederland het verschil moet gaan maken.’
‘Die lijn volgen wij bij de toekenning. Zoals bij het Quantum Delta Programma (dat een aanvraag heeft gedaan voor 615 miljoen euro, waarvan een gedeelte al is toegekend en een ander gedeelte voorwaardelijk, red.), bedoeld om Nederland te positioneren als internationaal centrum voor quantumtechnologie. Dat ga je op achterstand zetten, in gevaar brengen zelfs, als de subsidies opdrogen. Tenzij de overheid een alternatief in het vooruitzicht stelt. Maar dat alternatief hebben we nog niet gezien.’
‘Dat baart me zorgen. Uiteindelijk is het voor onze toekomstige welvaart van belang dat we nú keuzes maken. Keuzes waarmee we ook onze publieke sector kunnen blijven financieren.’
Thomas Plantenga, ceo van Vinted, zei recent in het FD dat hij bang is dat we anders als Egypte eindigen: ooit een bloeiende samenleving, nu een vakantieland.
‘Ja. Het gaat niet om wat we morgen willen bereiken, het gaat om investeren in de toekomst. Kijk naar ASML, dat zich met hulp van overheidsinvesteringen kon losmaken van Philips. En kijk waar ASML nu staat, en hoe belangrijk het bedrijf is voor de positie van Nederland binnen de internationale chipindustrie. Dat is ongekend. Je zou een aantal ASML’s van de toekomst willen creëren. Want zoveel hebben we er niet meer.’
Zou dat met één nationaal instituut voor techinvesteringen kunnen, waarin Invest-NL, het Nationaal Groeifonds en RVO opgaan? Daarvoor brak Constantijn van Oranje-Nassau onlangs een lans op MT/Sprout.
‘Dat zou kunnen, maar dan moet je goed nadenken over de verschillende doelstellingen van de bestaande fondsen, en hoe je die kunt blijven realiseren. Het Nationaal Groeifonds investeert bijvoorbeeld niet puur in tech. Invest-NL subsidieert niet en geeft veel lagere bedragen uit, althans voor projecten binnen onze scope.’
‘Bovendien hebben we nu beschikking over the carrot and the stick. Naast de uitgifte van subsidies kunnen we sturen op aanpassing van flankerend beleid en uitvoering binnen projecten, waardoor die subsidies goed kunnen landen. Onderdeel van dat instrumentarium is de optie om geld niet toe te kennen, als beleid dat belemmerend werkt niet wordt aangepast.’
‘Die combinatie is enorm belangrijk voor ons en iets dat andere staatsfondsen niet hebben. In elk geval is het niet zo dat je alle bedragen in een grote pot kunt gooien. Daarvoor zijn de instrumenten te verschillend.’
Iets anders. Heeft de adviescommissie, met deze pauze, nog wel wat te doen op dit moment?
‘Best wel veel. Zelfs als het Groeifonds zou worden stopgezet, hebben we in drie jaar tijd een breed portfolio van 50 projecten opgebouwd. Die hebben aanzienlijke bedragen uitgekeerd gekregen en zijn daarmee hard bezig hun doelen te verwezenlijken. We begonnen met 20 miljard euro, na aftrek van ‘Beethoven‘ en andere grepen uit het fonds is daar nog 5,7 miljard van over. Die subsidies worden in delen toegekend, met tussentijdse toetsen. Dat gaat gewoon door.’
Vanwege die eerdere grepen uit het fonds wordt het Nationaal Groeifonds ook wel het Graaifonds genoemd. Wat vind je ervan dat er op die manier mee wordt is omgegaan?
‘Tsja. Het is niet conform de doelstellingen van het fonds, zoals die wettelijk zijn vastgelegd. Of dat nou gaat om tolwegen, benzineaccijns of Beethoven – het doet iets met de legitimiteit en doelmatigheid van het instrument. Daar kun je vragen bij stellen. Nogmaals, het is aan de politiek om te bepalen wat ze met hun geld doen, maar het is bijzonder dat dat af en toe op deze manier is gegaan.’
‘Wat dat betreft denk ik dat we zelf ook in de spiegel moeten kijken. We hadden ons vanaf de start duidelijker kunnen profileren. Het fonds bekender en geliefder maken, al ligt die rol primair bij de fondsbeheerders (de ministers van EZK en Financiën, red.). Inmiddels is er meer aandacht voor, maar het is de vraag of het publiek en de politiek echt begrijpen hoe belangrijk het fonds is voor de duurzame en structurele economische groei van ons land. Dat zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld in de hele kwestie. Onbekend maakt onbemind.’
.
.