Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Startup-founders worstelen met universiteit als aandeelhouder

De Nederlandse universiteiten leveren volop deeptech-startups af, maar de academische research zou vaker moeten leiden tot internationaal succesvolle scaleups. Hoe halen we meer eruit? Deel één van de serie Make Holland Great Again: hoe startups soms kunnen worstelen met de universiteit als aandeelhouder. 'Investeerders stappen niet in een startup met dead capital.'

academische spin-off universiteit aandeelhouder startups
Foto: Getty Images

Het is een pijnpunt waar oprichters van academische startups mee zeggen te worstelen: hoe de universiteit zich opstelt als kraamkamer van de kennis en (vaak) aandeelhouder van hun onderneming.

Vooral bij deeptech-startups is vaak sprake van een gepatenteerde uitvinding of methode waar het allemaal mee begint. Dat heet in jargon IP (intellectual property), ofwel het geestelijk eigendom van de onderzoekers en hun werkgever. Die IP kan de startup uniek maken, een voorsprong geven op concurrenten of zelfs voor doorbraken laten zorgen.

De waarde van kennis

Dat idee, dat patent is geld waard, daar zijn ondernemers, investeerders het wel over eens met de universiteiten. Vandaar dat daar bij het opzetten van een academische startup iets over moet worden geregeld. Of het nou de onderzoekers of studenten zelf zijn die als founders optreden, of dat het een ondernemer van buiten is die business wil maken van de kennis. De volgende vraag is er een waarover altijd zal worden gesteggeld: hoeveel is die kennis waard?

Dat is altijd een kwestie geweest van onderhandelen. Een slimme ondernemer zal zeggen: leuk dat ideetje van jullie, maar als ik er mijn schouders niet onder zet, ligt het waardeloos te verstoffen op de plank. Elke universiteit heeft een Knowledge Transfer Office (KTO) en vaak ook een investeringstak die op zijn beurt natuurlijk volhoudt dat het IP onmisbaar is voor wereldwijd succes, hoogst uniek en daarom flink wat waard.

In ruil voor een aandelenbelang, een licentievergoeding of een combinatie daarvan wil de universiteit het patent dan wel overdragen. En zo krijgen de founders van begin af aan een bijzondere mede-aandeelhouder bij hun startup. Hun ervaringen met de universiteit als aandeelhouder variëren, net als de grootte van het belang dat de academia nemen in hun onderneming.

Niet zelden vroegen universiteiten in het verleden 25 procent of meer in ruil voor het in te brengen IP. Als je als foundersteam vervolgens investeerders aan boord haalt, ben je al snel je meerderheid kwijt – en daarmee de zeggenschap.

Te groot belang universiteiten

‘Investeerders, zeker de beste internationale durfinvesteerders in deeptech, snappen er helemaal niets van als een universiteit een aandelenbelang heeft van meer dan 10 procent in een spin-out’, zegt Stef van Grieken, die na een carrière in Silicon Valley bij onder meer Google Cradle heeft opgericht, een scaleup die AI inzet om eiwitten te ontwerpen. ‘Daar investeren ze niet in.’

Dead capital noemen ze die aandelen. Een ondernemer heeft aandelen nodig om medewerkers te belonen en in de toekomst kapitaal op te halen om het bedrijf te laten groeien. Dit soort dead capital zorgt ervoor dat het bedrijf beperkt wordt in hun groei en dat zorgt er dan weer voor dat goede investeerders afhaken.’

‘De overgrote meerderheid van veelbelovende academische spin-outs zijn al ten dode opgeschreven voordat ze goed en wel de voordeur van hun instelling uit zijn, doordat Nederlandse hogescholen en universiteiten veel te kortetermijngierig zijn’, aldus Van Grieken. Hij kent genoeg verhalen van ondernemers die worstelen om vervolginvesteringen op te halen doordat de universiteit een belang heeft, maar ze zullen niet snel de vuile was buiten hangen.

Sneller zakendoen

Een ander pijnpunt: het tempo waarin universiteiten zakendoen. Volgens de duidelijk Amerikaans denkende Van Grieken zou een instelling binnen vier weken een spin-out moeten kunnen opzetten om mee te kunnen in de race om de meest veelbelovende technologie. ‘Acht maanden onderhandelen over de IP, dat is heel erg lang in startupland.’

Effect Photonics had ooit ook zo’n moeizame start, herinnert medeoprichter Boudewijn Docter zich. Het succesvolle fotonicabedrijf haalde in maart 2024 nog 35 miljoen euro op, maar het had maar een haartje had gescheeld of de spin-out van de TU Eindhoven was nooit van de grond gekomen. Zo stevig moesten Docter en zijn medeoprichters onderhandelen over een patent waarop ze hun startup baseerden. ‘Het ging zelfs over de vraag of het überhaupt de moeite waard was om ons onderzoek te patenteren. Het duurde zó lang, dat ik een paar momenten had waarop door me heen ging: moet ik dit wel doen?’

De TU nam ook een belang in zijn startup en Docter – die inmiddels een rol heeft bij venture builder HighTechXL – heeft altijd prima zaken kunnen doen met de universiteit als aandeelhouder. ‘Ik zie bij andere deeptech-startups de belangen tegenwoordig richting 20 tot 25 procent gaan. Dan kun je inderdaad een discussie krijgen met nieuwe investeerders over de rol van de universiteit. Maar ik moet zeggen: meestal wil de universiteit in zo’n geval wel inschikken, bijvoorbeeld door een deel van zijn belang ter beschikking te stellen als pool voor werknemersaandelen.’

Afspraken over royalty’s

De universiteit wil en mag zijn kennis niet gratis weggeven aan elke willekeurige voorbijganger. In plaats van aandelen te eisen, is er ook de optie van royalty’s in ruil voor het gebruik van de IP. In de regel is dat een percentage van de omzet en is aan de licentievergoeding een belangrijke clausule verbonden: pas na zoveel omzet of royaltyvergoedingen wordt het patent overgedragen.

Dat is niet om zoveel mogelijk geld te verdienen aan onderzoek, maar bedoeld als stok achter de deur, om te voorkomen dat het patent bij de onderneming ongebruikt blijft liggen. Dergelijke zogeheten anti-shelving-bepalingen geven in theorie een volgende startupondernemer in zo’n geval een kans. En ook al is het logisch dat universiteiten de maatschappelijke toepassing van hun IP bewaken, het zit ondernemers soms ook in de weg.

‘Ik heb royaltyvergoedingen gezien van 30 procent van de omzet. Hoe kun je dan succesvol worden als je marges maar 20 procent zijn, als ze al positief zijn?’, zegt Van Grieken. ‘Als je zo’n afspraak afdwingt, pretendeer je informatie te hebben over een toekomstige business die je helemaal niet kunt hebben.’ En weer zijn het investeerders die liever boter bij de vis zien: waar investeren ze in, als de startup niet eens eigenaar is van het patent waarop het hele businessplan is gefundeerd?

Vast bedrag blijkt molensteen

We spraken ook een ondernemer die een wel heel beroerde licentiedeal had gesloten met de universiteit over het gebruik van belangrijke IP: naast dat percentage van de eventuele omzet al vanaf jaar één een vaste vergoeding. ‘Wij dachten heel naïef: laten we het maar doen, we halen straks geld op en dan is dat bedrag geen punt. Dat bleek een fout aan onze kant.’

Want de investeringen stroomden minder snel binnen dan gedacht, dat vaste bedrag bleek een molensteen en de universiteit was aanvankelijk niet heel toeschietelijk. ‘Investeerders begonnen te morren: waarom wordt de universiteit betaald van geld dat we in jullie bedrijf stoppen?’ Uiteindelijk werd het jaarlijkse bedrag – met rente – doorgeschoven naar de toekomst.

Maar de zaak ligt nog steeds zo gevoelig, dat de oprichter strikt anoniem wil blijven. Want er komt een moment dat investeerders erop staan dat de universiteit het patent overdraagt aan zijn startup. ‘Tja, we moesten toch wat. De gesprekken met de universiteit over het oprichten van onze startup duurden al een jaar.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Goede voorbeelden van universiteiten

Veel ondernemers zijn kritisch over hoe universiteiten omgaan met spin-outs. Terwijl het veel vaker goed gaat, met academici die zich ontpoppen tot succesvolle startupondernemers die kind aan huis blijven bij hun alma mater. De universiteiten zelf doen intussen aantoonbaar meer dan ooit hun best om de startups alles mee te geven voor hun potentiële succes.

Lees daarvoor het volgende artikel in deze serie: Met deze ‘deal terms’ geven universiteiten startups een betere kans